BUITENLAND.
personeel van liet korps Mariniers, morgen hunne respectieve garni
zoensplaatsen rejoigueren.
Z. K. H. de prins van Oranje heeft jl. Zondag, bij gelegen
heid der wedrennen in het kamp van Millingenhet ongeluk gehad
van HDs. paard te storten. Men meldt evenwel, dat dit ongeval
geene ernstige gevolgen heeft gehad, maar Z. K. H. zich sedert in
den besten welstand verheugen mag.
Den 27 dezer bezweek in het Huis van Arrest te Arnhem
aan eene beroerte de heer G. Hornidge, ook genaamd Somerset Lee,
die, tengevolge van den moedwilligen doodslag, gepleegd op den
kapitein E. van Dongen Franken, tot 5 jaren tuchthuisstraf was
veroordeeld.
Voor verschillende posten en postjes aan den Staats-spoorweg,
lijn Arnhem-Zutphen, hebben zich tot lieden slechts 954 sollici
tanten aangemeld.
De raad der gemeente Sneek stelt zooveel belang in den
voorgeuotnen aanleg van den Noordhollandsch-Frieschen spoorweg,
dat zij besloten heeft voor/ 250,000 daarin deel te nemen. Ook
vele particulieren nemen er ruimschoots deel aan.
De verzakking van den toren te Franeker gaat nog altijd
voort. De vorige week heeft men een aanvang gemaakt, met het
afbreken van de zijvleugels, omdat die in gevaar zijn van in te
storten.
Eene dienstmeid te Franeker kreeg in het laatst der vorige
week, wegens een klein verzuim in hare bezigheden, eene bestraffing
van de dame bij wie zij in dienst was. Dit trok zij zich zeer sterk
aan en ging bij een harer nabestaanden haren nood. klagen, doch
hier geen troost vindende, is zij de stad uitgeloopen, zonder zich
meer gekleed te hebben. Toen zij den volgenden dag niet kwam
opdagen, werden de aanverwanten zeer ongerust, en met reden.
Men heeft het lijk der ongelukkige in eene sloot, op eenigen afstand,
gevonden.
Een geheel huisgezin uit Homdat eenige maanden geleden
naar Amerika was vertrokken, is voor een paar dagen in een zeer
benarden toestand van daar teruggekeerd. De narigten, welke zij
medebrengen aangaande de verre gewesten, zijn niet zeer bemoedigend
voor degenen welke nog in beraad mogten staan of zij al dan niet
den oceaan zullen oversteken. Overigens weet men, dat voor en na
reeds meerdere Limburgsche familiën, die de kans gewaagd hadden,
even bitter Teleurgesteld in het vaderland teruggekeerd zijn.
Aan het algemeen overzigt van het Bataviaasch Handelsblad
word het volgende ontleend:
De zaak der spoorwegen gaat sedert het vertrek van den heer
Stieltjes met kracht vooruit; de heer de Bordes schijnt mogelijk
te zullen maken, wat volgens dien heer onmogelijk was.
Uit China luiden deberigten slecht voor de zaak der opstandelingen;
in Japan loopen voortdurend onrustbarende geruchten rond van
zamenzweringen, die tegen de daar gevestigde Europeanen beraamd
zouden zijn.
Men is druk bezig met het benoemen van commissiën voor de
nijverheids-tentoonstelling, die in 1865 te Batavia zal worden
gehouden.
Uit de Javasclie-Couranten en berigten tot en met den 14
Julij wordt gemeld, dat allerwege op Java subcommissien zijn aan
gesteld voor de voorafgaande werkzaamheden voor de in den jare
1865 te Batavia te houden nijverheids-tentoonstelling, op welke
daar te lande zoo hooge prijs wordt gesteld.
Gedurig gaan er stemmen op, die zich verheffen tegen de aan
matigingen van Pruissen, ten aanzien van den inwendigen toestand
des rijks. Bij het ontstaan van den oorlog met Bene
marken werd er reeds op gewezen, dat hetgeen de Pruissische
regering in haar binnenlandsch bestuur verzuimde, juist met zooveel
aandrang van koning Christiaan's bewind over de hertogdommen
vorderde. Zelf zoo overheerschend en ongeneigd om aan de billijke
wenschen der bevolking te gemoet te komen, eischte zij van de
Deensche regering, dat die milde, zeer milde begrippen zou koeste
ren ten aanzien van het bestuur van Sleeswijk-Holsteinterwijl zij
de grondwet van Pruissen als met de voeten vertrad en zich vol
strekt niet stoorde aan de billijke vertoogen van de vertegenwoor
diging des volks.
Nu onlangs werd door de regcrings-commissarissen in Holstein,
uitmakende het voorloopig bestuur van dat gewest, eene overeen
komst gesloten met Hamburg eu Lubec/c, ten aanzien van de tele-
graphische gemeenschap onderling. Men zon nu denken, dat zoo
danige maatregel, zoozeer in het belang van handel en nijverheid
en het onderling verkeer, in volle mate zou aanspraak maken op
de goedkeuring van de Pruissische regering. Dit is echter zoo niet.
Pruissen protesteert daartegen, omdat de Bouds-commissarissen
daartoe niet mogten overgaan zonder toestemming van den souverein
en van de Stenden. De Senaat van Hamburg heeft zich aan dit
protest echter al zeer weinig gestoord, maar heeft de overeenkomst
in zijn gebied doen afkondigen. De Duitsche bladen deelen ten
aanzien van dit feit vrij opmerkelijke beschouwingen mede, die
weinig vleijend voor Pruissen zijn. Men beschuldigt daarin Pruissen
van de oorzaak te zijn, dat er nog geen wettige souverein voor de
hertogdommen is en er nog geen Stenden bijeengeroepen zijn; ter
wijl men die mogendheid herinnert aan de omstandigheid, dat de
regering zelve zich zoo weinig eerbiedig tegenover de Pruissische
Stenden gedraagt.
De definitieve vredes-onderhandelingen zijn nu eindelijk te Weenen
aangevangen. Men kan dus nu spoedig het tot stand komen van
den vrede te gemoet zien.
Tusscben de gekroonde hoofden van Pruissen en Oostenrijk bestaat
nog steeds eene volkomene overeenstemming. Keizer Frans Joseph
heeft, naar men verzekert, zijnen bondgenoot een bezoek te Berlijn
toegezegd, ten einde te dier gelegenheid de najaars-manoeuvres der
Pruissische troepen bij te wonen.
Tusschen Oostenrijk en Italië is het tot heden toe nog niet op
een goeden voet gekomen. Nog altoos vreest men voor ernstige
verwikkelingen. Oostenrijk schijnt zich voor te stellen dat hij te
eeniger tijd een bondgenoot als Pruissen zeer goed kan gebruiken
als er een nieuwe krijg met het jonge Italië ontbrandt. Dezer
dagen werd door den keizer van Mexico kennisgeving van zijne
troonsbestijging aan den koning van Italië gezonden; maar de
broeder van keizer Max, de keizer van Oostenrijk, benoemde ter
zelfder tijde een nieuwen vertegenwoordiger bij den ex-koning Frans
de tweede van Napels. Oostenrijk denkt er dus nog niet aan om
het koninkrijk Italië te erkennen.
In Noord-Amerika begint men meer en meer tot vrede te neigen.
De openbare meening, die krachtige hefboom ook ten aanzien van
de staatkunde, doet zich, na zooveel rampen en opofferingen, al te
luide hooren, dan dat men nog langer een krijg zal kunnen vol
houden, die niets dan ellende en jammer veroorzaakt. Van beide
zijden, Noord en Zuid, schijnen vredelievende mannen zich te
vereenigen, ten einde een middenweg der verzoening aan te wijzen,
waarop de partijen elkaar kunnen de hand rijken.
De wedrennen te Ostende zijn dit jaar, in bijzijn van den
koning der Belgen en de koninklijke familie, door een vreeselijk
vooval gekenmerkt geworden. Een der voortreffelijkste renpaarden,
Sledmare, bereden door den jockey William Hoy, had bij de eerste
maal de baan rond twee a drie lengten op zijne mededingers voor
uit gehouden. Bij den tweeden omrid keerde Hoy zich eenigzins
van den zadel om, ten einde te overzien hoe de kansen stonden.
In dat oogenblik, welligt ten gevolge der beweging van zijnen berij
der, maakte het paard een zijsprong links en stootte daarbij met
de borst tegen een der palen die het terrein afbakenen. Hoy werd
door dien schok uit den zadel geworpen en bleef ongelukkig met
een been in den stijgbeugel hangen. Sledmare hernam met ontoom-
baar vuur na dit incident, dat in een seconde voorviel, zijne vaart,
en sleepte den ongelukkigen Hoy ongeveer 200 ellen voort, nu en
dan woedend achteruitslaande, om zich van de oorzaak zijner belem
mering in den loop te ontdoen, en waardoor Hoy herhaaldelijk
zwaar aan het hoofd en de borst gewond wend. Als een elastieke
bal, zegt een ooggetuige, hotste de beklagenswaardige jockey aan
den stijgbeugel naast het pijlsnel rennend paard over den grond.
Eindelijk brak de riem, en nu vloog het paard over heggen en
slagboomen de nabijgelegen velden in en rende dwars door tuinen
en .bouwgronden weg. De arme Hoy, slechts 45 jaren oud en de
eenige kostwinner zijner oude, gebrekkige moeder, werd stervende
opgenomen, met ineengetrapte borst en een half verbrijzeld hoofd.
Hij stond bij het publiek als stoutmoedig, behendig en volleerd
ruiter hoog aangeschreven en had nog onlangs, onder de toejuiching
van duizenden, den eersten prijs bij de wedrennen te Brugge behaald.
Na een vreeselijk lijden stierf hij 's avonds van den ongelukkigen
dag in het algemeen ziekenhuis.
De schouwburg van het Palais Royal te Parijs heeft een
stukje doen opvoeren, getiteld: „Fh! LambertHet publiek heeft
dat stukje uitgefloten.
De Fransche politie blijft zirfh steeds verzetten tegen de uit
stalling van het borstbeeld van Yictor Hugo. Dit baart vooral
bevreemding, omdat de verkoop en openbare tentoonstelling van het
photografische portret van dien letterkundige geen bezwaar onder
vindt. De republikeinen vragen dan ook, of er, met het oog op
de veiligheid van den staat, verschil bestaat tusschen eene buste en
een portret?
-De berigten uit Parijs doen vermoeden, dat het plan eener
huwelijksverbintenis van prins Humbert met prinses Murat in duigen
gevallen is.
- De zoon van een geestelijke te Frankfort, K. genaamd, die
onlangs van daar naar Londen vertrokken was, na afscheid van zijne
familie genomen te hebben, wijl hij voor een Engelsch huis een reis
naar Oost-Indië moest gaan ondernemen, kwam te Londen, alwaar
hij nog iets te beredderen had. Bij het bezoeken van een der dokken,
zag hij eene vrouw in het water vallen, die om hulp riep. Geen
der omstanders scheen genegen daaraan te voldoen. De jonge
Frankforter deed in allerijl zijn rok, enz. uit, sprong in het water
en bragt de vrouw, die op het punt van verdrinken was, terwijl hij
zelf uitgeput van vermoeijenis was, aan land, maar vond tot zijne
verbazing, dat zijne kleêren, met al wat daarin was, verdwenen
waren. Geen der aanwezenden bood hem eenige hulp, ja zelfs kon
hij geen cab bekomen, daar geen koetsier hem, doornat als hij was,
wilde opnemen, hoewel sommige van die koetsiers getuige van zijne
menschlievende daad waren geweest. Eindelijk, door hulp van een
constable, dien hij de toedragt der zaak aan zijn verstand had
gebragt, bekwam hij, na een uur wachtens, een rijtuig, dat hem
naar zijn hotel bragt, waar hij nu ziek te bed ligt.
-- Voor eenige dagen is in de Jacobskerk te Londen een vreemd
soortig huwelijk gesloten. De bruid was de vermaarde Bella Boyd,
de heldin van zooveel avontuurlijke wapenfeiten gedurende den
Noord-Amerikaanschen burgeroorlog en vooral tijdens de schitte
rende veldslagen van generaal Stonewall Jackson, in het dal der
Shenandoah. Zij is pas 20 jaren oud, zeer zacht van inborst, met
vele voortreffelijke eigenschappen begaafd en door vermaagschapping
met eenige der invloedrijkste familiën van het Zuiden verbonden.
Naar het schijnt hebben de oorlogstooneelen, waarvan zij in de
laatste jaren getuige was, een geestkracht en een moed in haar
doen ontstaan, die men zelden in eene vrouw aantreft. Hare togten
te paard in den nacht door moerassen en wouden binnen de liniën
des vijands, vanwaar zij aan de Zuider-generaals inlichtingen mede-
bragt van het grootste gewigt, zijn het onderwerp van zeer veel
verhalen in het bivouac van geheel het Zuider-leger. Zij viel in
handen der federalen, maar een jeugdig officier verschafte haar de
middelen om te ontkomen en volgde haar in hare vlugt. Deze
officier vergezelde haar naar Engeland en is thans haar echtgenoot