BUITENLAND. Door den heer van Eek werd aangedrongen op de herziening van de postwet, op de bespoediging der invoering van postzegels voor gedrukte stukken en op betere controle op het vermissen van brieven. Hij gelooft niet aan de gegrondheid van velerlei klagten deswege in het algemeen, maar dringt aan op eene betere bezoldiging der postbeambten. De minister geeft redenen op, waarom vooreerst geen wetsontwerp tot herziening der postwet kan worden te gemoet gezien. De aan maak van postzegels, boven bedoeld, vordert nog eenigen tijd. De stempeling der brieven zal verbeterd worden. In geen land, zegt de minister, worden zoo weinig brieven vermist als in het onze, want niet voor alle brieven, die vermist worden, is de oorzaak bij de postadministratie te zoeken. Jl. Woensdag zijn aan het Prov. Gouvernement van Noord- holland aanbesteed: 1. het onderhoud van het Huis van Arrest en het Verbeterhuis te Alkmaarin twee perceelen; minste inschrijver: lste perceel de heer G. van Beek, te Alkmaarvoor 574 en 2de perceel dezelfde, voor 779. 2. Het afbreken van de bestaande en het bouwen eener nieuwe school te Oosterend op Texel; minste inschrijver de heer T. Yerte, te Alkmaar, voor 569S. 3. Het oprigteu van een gebouw voor 100 patiënten, 5de kl., op den grond van het gesticht Meerenbergminste inschrijver de heer P. Brugman, te Nieuwe Niedorp, voor 43,000. 4. Bij herbesteding, het af breken van de bestaande en het bouwen eener nieuwe pastory voor de Herv. gemeente te St. Pancrasminste inschrijver de heer J. Komen, te Hoogwoud, voor G900. Donderdag 29 dezer zal aan het Prov. Gouvernement van Noordholland worden herbesteed: het afbreken der bestaande en het bouwen eener nieuwe school te Oosterend op Texel, beneveus het uitvoeren vaneenige werkzaamheden aan de onderwijzerswoning aldaar. Zeventig jaren geleden, zoo meldt de Echo du Parlement, stierf te Rotterdam een rijk koopman, genaamd Moses P een fortuin van minstens 200,000 gulden nalatende. Daar er geen testament bestond en geen direkte afstammeling van den overledene zich opdeed, kwam er natuurlijk een fameus proces aan den gang om te weten, wien de erfenis toekwam. Dit proces, dat in 1794 begon, was eenige maanden geleden nog niet geëindigd, toen door den dood van een der heftigste eisehers, de anderen van den eisch afzagen. Inmiddels is de som van 200,000, door oploop van interessen, tot eene hoogst aanzienlijke som gestegen. Daar men wist, dat er nog een directe afstammeling in het leven was, van wien men in lang niet gehoord had, deed men het noo- dige onderzoek, hetgeen ten gevolge had, dat men hem vond, wonende op zeer eenvoudige wijze in de rue Boquerde, te Antwerpen Waarschijnlijk zal deze man spoedig in het onverwachte bezit van een groot vermogen komen. Een landbouwer uit de omstreken van Tilburg, die zich van tijd tot tijd te buiten ging, ontving dezer dagen eene gevoelige les van zijne vrouw. Hij, naar- haar zin te lang in de herberg ver toevende, zag ouverwachts zijne vier kleine kinderen de herberg binnenkomen, die hun vader om den hals vielen en hem zijn mid dagmaal in een aarden pot aanboden, zeggende: „Vaderke lief! moeder toch is zoo ongerust, dat gij zoudt honger hebben, daar gij zoo'n ganschen dag van huis wegblijft, dat zij u thans wat te eten laat brengen." Door schaamte bevangen, verliet de man dadelijk de herberg; dra gevolgd door zijne makkers, die ook geen gerust ge weten hadden. Men verneemt dat in het dorp Eerbeek, een jong kind is gestorven wegens gebrek aan voedsel. De kantouregter heeft zich gisteren derwaarts begeven, ten einde onderzoek in loco te doen. Het lijkje is naar Arnhem vervoerd. Te Middelburg staat thans teregt Herman Koer, beschuldigd van doodslag met voorbedachten rade. Uit de verdediging des be schuldigde is o. a. gebleken, dat hij in 1835 te Zwolle uit gegoede burgers geboren, zijne ouders vroegtijdig verloor. Aan duizelingen en bedwelmingen lijdende, even als zijn vader, broeder en zusters, was hij beperkt in zijne keuze van ambacht; in de loting gevallen, teekende hij voor 6 jaar. Nimmer beliep hij een enkele straf, gelijk blijkt uit de overgelegde stukken; als onderofficier ging. hij naar Indiede warmte belette hem de studie, daar zijne duizelingen te veel toenamen; hij moest daardoor zijn plan, om officier te worden, opgeven. Deze tegenspoed en zijne ongesteldheid maakten hem mismoedig. Bij de espeditie naar Boni door de koorts aangetast bragt hij 8 maanden in het hospitaal door. In 1862 keerde hij, gedeeltelijk hersteld, naar het vaderland terug; ook in Indie had hij geen enkele maal straf gehad. Met zulke goede antecedenten werd hij commies te Brouwershaven, waar hij intrek nam bij Lokker. Hij werd verliefd op de dochter, die hem wederliefde schonk. De moeder werkte het huwelijk echter tegen, en zijn meisje ging soms met anderen ter kermis. Dit griefde hem te meer, wijl hij zijne geheele toekomst op Kaatje Lokker had gebouwd. Toen hij in het voorjaar ver plaatst werdbleek hem nader Kaatjes ontrouwvooral toen eenige machinisten in huis intrek namen. Ofschoon ieder hem aanraadde de betrekking af te breken, kon hij daartoe niet be sluiten, hoezeer hij telkens op nieuw gegriefd werd in hetgeen hem het liefste was. Er volgde telkens verzoening en zelfs in een achtdaags verlof ging zij tweemaal met den beschuldigde ter kermis naar Zieriksee, den 10 en 13 Sept. jl. Toen hij Kaatje echter toevallig in de armen van een der machinisten zag, werd de beschuldigde bijna waanzinnig van droefheid. Hij wil toch weder vergeven, maar wordt èn door moeder èn door dochter hard bejegend, zelfs voor gekke, waanzinnige vent uitgescholden. Toen kwamen er allerlei ongelukkige denkbeelden bij hem op; hij wilde Kaatje en zich zeiven dooden. Werkelijk kocht hij een pistool, maar alleen met het plan, nog eene verzoening te bewerken, of zich in Kaatje's tegenwoordigheid te dooden. Toen hij haar dit beleed, antwoordde zij„dan zal ik nog om jc lagchen." Zoo bespot vraagt hij zijn portret en brieven terug, terwijl hij die van zijn meisje teruggeeft; zij voldoet daaraaii met de hem grievende woor den: „hier is een van die prutsen, de anderen kan ik niet-vinden." Op deze nieuwe beleediging schiet de besch., met de oogen afge wend, het pistool op Kaatje af, die dood ineen zakt. Hij wil zich evenzeer dooden, maar het pistool weigert tot tweemaal toe, en toen hij zich wilde verdrinken, werd hij uit het water gehaald. Maandag a. s. doet het Hof uitspraak. Te Rome werd dezer dagen eene zamenzwering tegen het leven van den paus, kardinaal Antonelli en den ex-koning Erans II ge lukkig nog tijdig ontdekt. Nadat dit berigt, door tusschenkomst van den Eranschen gezant te Rome, ter kennisse van keizer Napo leon was gebragt, heeft deze terstond, per telegraaph, den paus doen geluk wenschen met het ontsnappen aan "dit gevaar. Het middel, uitgedacht om eene toenadering tusschen het Noorden en Zuiden in Noord-Amerika te bewerken, door iedere staat afzon derlijk over voorwaarden tot den vrede te doen beslissen, heeft alweer schipbreuk geleden. De vrienden des vredes vinden zich voorzeker teleurgesteld door het besluit tot verwerping van dit aanbod door het congres der Zuid-confederatie te Richmondgenomen. De brand te New-York is in de laatste dagen druk besproken. Te gelijk in verscheidene hotels gesticht, heeft die brand veel schade in die gebouwen aangerigt, in weerwil dat hij door de ijverige pogingen der brandweer spoedig was gebluscht. Men vermoedt, dat voorstanders van het Zuiden de aanstokers van dit vuur zijn geweest. Tusschen de kabinetten van Washington en dat van Rio Janeiro heerscht bij voortduring verwijdering. Het overzeilen en zinken van het schip de Florida, dat ter voldoening aan het vroeger ge beurde aan de regering van Brazilië zou worden uitgeleverd, komt velen zeer verdacht voor. In ieder geval is het wel bijzonder, dat de president zóó ter juister stond bevrijd wordt van de noodzake lijkheid der bedoelde uitlevering. Berigten uit Yokohama deelen mede, dat aldaar eene meeting gehouden is met het doel om aldaar een Kamer van Koophandel op te rigten. Drie oorlogschepen van de vereenigde mogendheden, van de Nederlandsche marine de Djamhi, zullen in de Binnenzee van Japan blijven om voor de uitvoering der tractaten te waken. In den Précurseur leest men het volgende grappige voorval, dat jl. Zondag te Antwerpen plaats had. Een menigte volks stond voor het policie-bureau op de Grand Place. Men had een koetsier, die een blaauw oog had en wien het bloed uit neus en mond liep, zien in hechtenis nemen. Een dikke Engelschman was uit het rijtuig gestegen en op het bureau heerschte een heele drukte. Zie hier de toedragt der zaak. De Engelschman had aan het station van den spoorweg eene vigelante genomen en aan den koetsier ge zegd, dat hij moest wezen bij Master C., op de Visch Market." Toen nu de Engelschman op de Vischmarkt was gekomen, kon hij het huis van den heer C. niet vinden, hoewel hij, steeds op zijn Engelsoh, verzekerde, dat hij daar gelogeerd had. Om den weg nu goed uit te vinden zeide hij aan den koetsier, dat hij hem moest rijden naar de Kathedraal. -Toen nu het rijtuig stil hield op de Marchê aux Gantsbegon de Engelschman te vloeken en zwoer, dat de koetsier een ezel was, dat dit niet de Kathedraal was die hij bedoelde. De koetsier begreep van dit alles niets, maar reed verder door, op het hooren der woordenunear the Bocks," naar het bassin. Toen was John Buil zijne boosheid geen meester, hij wierp zich op den koetsier, stompte en trapte hem en riep policemenpolicemenen ging in persoon naar het policie-bureau. Daar kwam een beambte, die Engelsch verstond, achter het raadsel. De Engelschman, van Londen naar Ostende gekomen, moest zich naar Brussel begeven, maar was te Mechelen op den spoorweg naar Anticerpen gegaan. Hij dacht, dat hij nu te Brussel was. Vandaar, dat hij den heer C. niet kon uitvinden. John Buil maakte duizend verontschuldigingen en stelde den gehavenden koetsier ruimschoots schadeloos. De verkoop der juweelen van mlle Juliette Beau te Parijs, blijkt niets dan eene speculatie geweest te zijn. De meer dan 300 kleinoodiën, die verkocht werden, behoorden, op weinige uit zonderingen (12) na, aan eenen juwelier. Hij was het, die de speculatie aan Juliette voorsloeg, welke hem een groote winst en haar een Europeschen naam zoude verschaffen. Het doel werd volkomen bereikt, want de kleinoodiën bragten eenen overmatigen prijs op en de actrice is thans de meest gezochte schoonheid van Erankrijks hoofdstad. De te Marseille verschijnende Gazette du Midi deelt mede, dat, overeenkomstig de weervoorspellingen van Matthieu (de la Dröme), een verschrikkelijke storm gelijktijdig heeft plaats gehad in de Zwarte Zee, te Konstantinopel en in de zee van Marmora, welke storm uit het Noorden of uit het Noordwesten met eene buitengewone hevigheid woei. De Zwarte Zee was als 't ware bedekt met overblijfselen van verongelukte schepen. De bekende leer, dat hij, die een schurk wil zijn, wel doet zijn schelmstuk zoo groot mogelijk te maken, heeft de gewezen notaris te Lyon, Leforet, wel in volle mate toegepast. Deze persoon, die in 1848 maire van de stad was en bij de laatste verkiezingen door het gouvernement tot candidaat voor de kamer werd gesteld, heeft heimelijk Lyon verlaten met een passief van bij de vier millioen francs, waarvan ter naauwernood twee of drie percent teregt zal komen. Zes en veertig verschillende aanklagten wegens valschheid in geschriften zijn er reeds bekend, maar de regter is zelf van oordeel, dat er nog een aantal meer moeten zijn gepleegd. De zaak werd in vier achtereenvolgende zittingen behandeldde uitspraak zal eerst daags plaats hebben.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1864 | | pagina 2