BUITENLAND.
Kauier ter sprake gebragt het plan tot afdamming der Zuiderzee.
De minister legde zijne vrees aan den dag, dat deze onderneming
tot verzanding der Texelsche zeegaten zou aanleiding geven. Wij
scharen ons ten aanzien dezer aangelegenheid, die voor de plaats
onzer inwoning van zoo groot beiang is, geheel op de zijde van
genoemden minister, 't Is toch algemeen bekend, dat het Texelsche
gat door den geregelden eb- en vloedstroom wordt diep gehouden.
De ebstroora nu zou, werd er aan de afdamming der Zuiderzee
gevolg gegeven, aanmerkelijk worden verzwakt, en hierdoor zou
ontstaan eene verstopping der zeegaten, die thans, hoezeer dit ook
van zekeren kaut wel eens ernstig werd bestreden, blijkens de op
gaven van binnenkomende schepen van aaumerkelijken diepgang, zoo
goede diepte hebben.
Maar niet slechts voor onze gemeente en voor een geschikten
toegang tot onze voortreffelijke haven is het van belang, dat de
afdamming van de Zuiderzee worde tegengehouden. Evenzeer heeft
Amsterdam daarbij een overwegend belang. Kwam ook al eenmaal
het kanaal door Holland op zijn smalst tot stand, voorzeker zou
ook dit door bedoelde afdamming van verzanding te lijden hebben
en totaal bedorven worden. En werden dan te gelijk de Texelsche
zeegaten van hunne tegenwoordige diepte beroofd, dan zou Amster
dam ten eenomnale ophouden een markt voor deu zeehandel te zijn.
Door de Provinciale Commissie van Geneeskundig Onderzoek
en Toevoorzigt iu Noordhóllandis den 12 dezer, ua afgelegd examen,
tot plaiteluuds-verloskuudige bevorderd de heer W. Stolp, van
Enkhuizen.
Ds. Posthumes Meyjes tc Groningenheeft het beroep naar
Amsterdam aangenomen.
Beroepen ot predikant- bij de Hervormde gemeente te Delft
Ds. A. van Tooreuenbergen, thans predikant te Groningen. Met hem
stond op het drietal Ds. Moorrees, te Vianen.
Te Texel verkeert men zeer in ongerustheid over het lot vau een
oppassend jongeling, metselaar van beroep, die sedert eenigen tijd,
bij gemis van werk, naar Hoogwoud was vertrokken en aldaar ge-
ruimen tijd arbeidde, totdat de vorst inviel en men het werk moest
staken. Ilij vertrok nu eeuige weken geleden weder naar Texel en
schijnt zich met anderen iu een sloep vau het Nieuwediep naar de
Ilors te hebben overgezet. Van de Hors naar den Burg is hij ver
mist geraakt. Men vermoedt dat hij, wegens oubekendheid eti bij
opkomende duisternis, in een diep water, de zoogenaamde Mok, is
geraakt en verdronken. Alle nasporingeu, om zijn lijk te vinden,
zijn tot heden vruchteloos.
Men verneemt, dat reeds nu partijen lammeren zijn opge
kocht, die nog geboren moeten worden. De veefokker merkt dit als
een gunstig verschijnsel aan, ook het verdwijnen der sneeuw van
de landerijen door de ingevallen dooi, is voor vele landlieden bij
de groote schaarschte aan hooi gelukkig te noemen.
Op het strand zijn nieuwe deeieu aangespoeld en vele
worden op de recde en langs den wal opgevischt, vermoedelijk van
een op de Haaks verongelukt schip.
Men schrijft ons van Terschelling, dd. 11 Januarij:
„Bij gelegenheid vau het Nieuwjaar heeft zekere J. K. te Oost-
Terschelling zich door een pistoolschot de linkerhand zoodanig ver
brijzeld, dat oogenblikkelijk tot gedeeltelijke amputatie is overgegaan.
„Heden is alhier een lijk aangespoeld, vermoedelijk behoord heb
bende tot de equipage van -de dezer dagen op onze kust vergauen
scboouer Euphemie
„lleeds iu den loop van het vorige jaar zijn voor de haven alhier
aanbesteed eenige werken; de termijn waarop het werk moest wor
den afgeleverd was 15 Dec. jl. Men heeft tot dusverre van den
aannemer nog niets vernomen, en verwacht alhier, dat eindelijk met
deze werken een begin zal worden gemaakt.
„Het is in den afgeloopen winter ten duidelijkste weder gebleken,
dat de toestand van de vaarwaters naar Terschelling hoe langer hoe
moeijelijker voor de scheepvaart wordt. Vroeger gebeurde het bijna
zonder uitzondering, dat de haven vol schepen lag, die hier hunne
wiulerlaag hielden, terwijl de beide koffen, die naar bier van uit de
"Vliesloot zijn verzeild, beiden met moeite en niet zonder aan den
grond te raken, alhier zijn binnengeloopen.
„Eergisteren is alhier met adsistenlie van twee loodsboolen binnen-
gebragt. de Mecklenburgsche bark Julie Michels, kapt. D. H. Dade Jr.
het schip is door de loodsbooteu op een afstand van ruim 4 mij Ion van
den wal gevonden, hebbende in den laatsten storm, onder de Etigel-
sche kust al deszeifs rondhout, staand en loopend want verloren,
behalve de bezaanmast en boegspriet. Het schip was bestemd naar
Grimsby en kwam van Tangaroglaatst van Falmouthen is bela
den met lijnzaad; moet lossen, oui te repareren.
„lieden is alhier als bijlegger om steenkolen binnengeloopen de
Zweedsche stoomboot Gustaaf Jf'asa, kapt. C. T. Stiel, van Gothen-
burg naar Londen.
„Van de verongelukte goele'te Euphemie zijn later nog 3 lijken gevon
den, waaronder dat van den kapitein, kenbaar aan zekere documenten."
Uit 's Gravenhage wordt gemeld, dat II. M. de koningin,
door middel van HDr. secretaris, den staatsraad Weckherlin, aan de
redactie van het tijdschrift de Gids een schrijven heeft gezonden,
waarin H. M. genoemde redactie zeer haar ongenoegen betuigt over
de hoogst onvoegzame en onkiesche wijze, waarop in het Jamiarij-
nommer van dit tijdschrift H. M. en HDr. hofhouding niet slechts
sprekende zijn ingevoerd, maar waarin ook aan H. M. en hare
hofdames openlijk gevoelens en denkwijzen zijn toegedicht, waarvoor
harerzijds geene de minste bewijzen zijn gegeven.
Jl. Woensdag namiddag arriveerde te Brouwershaven het
clipper-fregatschip Lichtstraal, gezagvoerder P. Wierikx, groot 1500
tonnen, behooreude aan den lieer Fop Smit, te Kinderdijk, zijnde
den 19 Oct. 11. van Batavia vertrokken en hebbende aldus de reis
in 84 dagen volbragt.
Men boort hier te lande dikwerf klagten aanheffen over de
groote uitgaven, die een bal na zich sleept. Vergeleken echter met
de kosten voor een cukel bal in de opera te Darijs, moeten die
klagten wel zeer overdreven schijnen. Volgens eene daarvan opge
maakte statistiek beloopen toch de kosten van één bal aldaar niet
meer ol' minder dan 140,000 francs en dan nog al matig berekend.
Het personeel der administratie van het bal bedraagt 910 personen!
In een enkelen nacht worden 1850 waskaarsen gebrand, 210 lampen
en 56U0 gaspitten. Gemiddeld wordt ieder bal door 5000 personen
bijgewoond, 2400 vrouwen en 2600 mannen. Op iederen balavond
wordt 8200 frs. besteed voor maskers, 3500 frs. voor huur van
costumes, 24,000 frs. voor dansschoentjes, 3500 frs. voor kapsels,
10,000 frs. aan handschoenen en ougeveer 6000 frs. aan bouquetten
en waaijers. Voor het bewaren der kleederen wordt nagenoeg
2500 frs. betaald.
Bij het eerste bal in de opéra telde men 1490 buur- en 300
eigen rijtuigen, die ouder de overdekte gaanderij passeerden, waar
van de kosten ongeveer 8000 frs. bedroegen. Aan verversehingeu
iu hot lokaal wordt gebruikt voor eeue som van 13,750 frs.; het
huren van zwarte kleedingst-ukkeu brengt ongeveer 15,000 frs.' per
avond op. Bij elkaar verkrijgt- men dus voor ieder bal eene som
van 140,000 trs. of voor 14 bals de aanzienlijke som van een
millioen negen honderd zestig duizend francs.
Onder die som is nog niet begn pen de vertering in de koffij-
huizen en restaurants, bij het eindigen van het bal, hetwelk men
ook gerust op 60,000 frs. kan stellen. Om evenwel de kosten van
ieder bal met volkomen juistheid te kunnen berekenen, zou men in
geheime uitgaven moeten dringen, waartoe zich echter de statistiek
niet leent.
Uit de berigten van Java tot en met den 29 Nov. blijkt,
dat de Franschc mailboot Hydaspe tussclieu Singapore en Riouw op
het Panrif is geraakt. Nadat vergeefs was beproefd om dit schip
weder in vlot water te brengen, is de Java met de brievenmail
en passagiers naar Batavia vertrokken. De bedoelde boot is in drie
afscheidingen verdeeld. Men ducht, dat, indien zij al behouden kan
blijven, zij zware schade zal hebben bekomen.
De kans om eindelijk de regering van de Elbe-hertogdommen
te aanvaaarden, wordt voor erfprins Frederik in den laatslen tyd
niet minder. Men twijfelt er volstrekt niet aan, of hem zal ten
laatste wel de souvereiniteit vau den nieuwen Duitschcu Staat worden
opgedragen. Inmiddels ontbreekt het niet aan pogingen van de
zijde van Fruissen aangewend, om het verwonnen gebied geheel of
ten deele onder den scepter van koning Wilhelm te brengen. Het
voorloopig bestuur draagt er niet weinig toe bij om de bevolking,
zoo mogelijk, voor die aaneen hechting gunstig ee stemmen. Bro
chures en vliegende blaadjes worden tot dat doel in menigte onder
de bevolking der Elbe-hertogdommen, vooral ten platten lande,
verspreid. Daarin wordt der goedgeloovige menigte voorgespiegeld,
dat de onafhankelijke staat, die men wil grondvesten, uiet dun een
groote ramp voor het volk zoude zijn, daar dan de groote staats
schuld zware lasten op de burgerij zou leggen. Schoon en treffend
is het onderscheid, - altijd volgens de vliegende blaadjes, - wanneer
de hertogdommen tot eene peovincie worden van het magtice
Fruissen. Om eeue voor Fruisstn gunstige stemming te bevorderen
zoekt het tusscheubestuur de voornaamste ambten zooveel mogelijk
aan Pruissen op te dragen. Of uu de heer von Bismarck op die
wijze de openbare meening bezweren kan, is nog eene vraag, waar
omtrent de naaste toekomst wel een antwoord zal geven.
Uit Noord-Amerika luiden de berigten gunstig voor de Noor
delijken. Shermans leger dringt steeds voorwaarts. De inneming
van Savannah beert het Noorden eene belangrijke verovering van
dertig duizend balen katoen bezorgd, die eenige millioenen guldens-
woarde hebben. De zaak der Zuideuaars wordt steeds slechter. Het
krijgsgeluk is hen steeds tegen. Het voortrukken van Sherman is
niet meer te beletten. Men denkt dat de reeks der tegenspoeden
voor het Zuiden nog lang niet geëindigd is en gelooft aan de zege
van het Noorden.
Onder de felisitatiekaarljcs op Nieuwjaarsdag te Brussel bij
verscheideue personen bezorgd, was er een waarop stond; „de beul
en zijne knechts"
Men schrijft uit Parijs aan de Phare de la LoireIk deelde
u gister mede, dat de dames van den fauburg Sr-. Gerrnain afgezien
hebben van de crinoline, en ik wil niet verbergen dat ik dezen
maatregel volkomen goedkeur; zoodanig iets zou ik niet durven zeggen
van eene andere mode, bijv. van die, welke de overhaud schijnt te
behouden omtrent het kapsel. Onze dames willen niet meer gekapt
zijn a la grecque, alzoo het haar niet meer vallende' in den nek;
zij willen thans weder, even als iu het eerste keizerrijk, vreesselijk
opgebonden haar, prijkende als een toren op de kruin vau haar
hoofd. Het staat leelijk en het is verschrikkelijk, maar de wet der
mode gebiedt het. Wij denken er niet zoo over als de schrijver in
het Dagblad van Nantes, die beweert, dat de mode van het
opgebonden haar bevallig is, mits de hals en de schouders
daarbij niet afsteken. De slecht gevormde beenen hebben doen
verdwijnen de mode der gespaunen broeken; laten wij thans hopen
dat de dames, door een boeijeude hals en door een vriendelijk
buigenden nek, de nieuwe mode der kapsels zullen laten voorleven.
In Parijs geschiedt niets zonder toestemming des keizers en
als men zegt, dat de prefect der Seine Parijs vernieuwt en daarbij
iu het wild te werk gaat, beschuldigt meu Napoleon. De souverein
van Frankrijk legt, wat betreft de verfraaijingswerkeu, welke hij aan
deze tot onderwerping gebragte stad oplegt, een even vasten en
alverraogenden wil aan den dag en stoort zich daarbij evenzeer aan
niets, als in zijne politieke plannen. Buigen of barsten moet hier
alles, en tot nu toe heeft en is alles gebogen. Op een milliard
worden de werken geschat, welke hij wil doen uitvoeren. Hij heeft