GEMEENTERAAD.
BIJBLAD, bchoorcndc tot do IIcLdersclie en j\'ieuwedie.pcr
Courant van Donderdag 11 Mei 1865, N°. 38.
Zitting van Dingsdag den 9den Mei 1865.
Voorzitter de lieer Burgemeester.
Tegenwoordig 14 leden; afwezig de hecren Papincau, Ilaremaker
en Slcbe.
De notulen der voiige vergadering worden gelezen en goedgekeurd.
Er worden gelezen.- a. eene missive van den lieer II. Zwart,
eerste hulponderwijzer aan de gemccnle-school No. 3, houdende
verzoek om ontslag uit zijne betrekking tegen ultimo Mei c. k.,
uithoofde van zijne benocmiug tot hoofdonderwijzer te Egmond aan
den Iloef, gem. Egmond-binnen. Op voorstel van liet Dagelijksch
Bestuur wordt dat ontslag eervol verleendb. eeuc missive van
den heer P. Pinxter, mede hulponderwijzer aan genoemde school,
behelzende verzoek om verlof gedurende zijne dienstpligtigheid voor
de Nationale Militie. B. en IV. stellen voor om dat verlof te
verleenen, de betrekking te vervullen en den heer Pinxter, bij zijne
terugkomst terstond weder aan cene der scholen in de dienst der
gemeente te stellen.
De Voorzitter deelt mede, dat door het Dag. Best,, in overleg
met den Districts-Schoolopziener en na het hooren der hoofdonder
wijzers, de volgende voordragt ter vervulling van bestaande vacatures
van hulponderwijzers-betrekkingen is opgemaakt: 1. Boldewijn.
hulponderw. te Uilgeest; 2. van Vucht, te Wieringerwaard, en 3.
Weber, te Abbekerk. Behalve de voorgedragenen waren nog solli-
citatiën ingekomen van de heeren Donker, te Amsterdam, P. B.
Pastoor en C. Spigt, kwcckelingen alhier die onlangs hun examen
te Haarlem hebben afgelegd. De Voorz. deed opmerken, dat de
voordragt reeds was opgemaakt toen de verzoekschriften van beide
laatstgenoemde sollicitanten inkwamen eu dat die alzoo thans
niet in aanmerking konden komen. Tot hulponderwijzeis aan de
school No. 3 werden daarop gekozen de heeren Boldewijn en van
Vucht, en tot hulponderwijzer aan de school No. (3 de heer Weber.
Op voorstel van het Dag. Best., in overleg met de Commissie
voor de Onderhoudswerken, wordt besloten, om, naar aanleiding
van de onlangs gehouden aanbesteding van het verbeteren der school
aan de Weststraat, dit werk aan de minste inschrijvers, de heeren
Gebrs. Klein, te gunnen voor de som van /2S70. De Voorzitter
doet opmerken, dat deze aanbesteding zeer is in de hand gevallen.
De Voorzitter brengt ter tafel het concept voor cene verordening
ter zake van het heerschen van besmettelijke ziekten. Hij stelt voor
dit" concept ter lezing voor de leden van den Baad neder te leggen
en het. in de volgende vergadering in behandeling te nemen. De
heeren Braaksma en de Breuk dringen aan op eene dadelijke be
handeling, met het oog op het voortdurend heerschen der pokziekte
alhier. De keer de Breuk doet opmerken, dat do verordening,
hoezeer zij ook door de waarschijnlijke invoering der nieuwe genees
kundige wetten met 1 Januarij 1S66 zou moeten gewijzigd worden,
grootendeels kan behouden blijven. De Voorzitter kan zich ook
wel vereenigen met het gevoelen der leden, die, bezorgd zijnde voor
eene verdere verspreiding der heerschende ziekte, op eene dadelijke
behandeling aandringen.
De verordening, door de Commissie voor de Strafverordeningen
naar dusdanige te Haarlem bestaande bepalingen zamengesteid,
wordt daarop gelezen. Er wordt daarin voorgeschreven:
c. Dat de plaatselijke geneeskundigen verpligt zijn aan den
Burgemeester kennis te geven van het heerschen cener besmet
telijke ziekte in de huisgezinnen binnen deze gemeente.
b. Wanneer er bij gerucht kennis wordt genomen van het heerschen
der ziekte, kan, bij weigering van een onderzoek deswege, de
woning door den Burgemeester of den Commissaris van Policie
met twee geneeskundigen worden binnengetreden.
c. De hoofden der gezinnen, waar cene besmettelijke ziekte hecrscht,
zijn verpligt een duidelijk kenbaar teeken aan hunne woningen
te plaatsen.
d. Wanneer door een geneesheer eene woning voor besmet wordt
verklaard, is de bewoner verpligt het daarvoor bestemde teeken
af te halen bij den Burgemeester en het voor aan den ingang
zijner woning te plaatsen.
e. Bij verzuim of onwil om dit teeken te plaatsen, laat de
Burgemeester vóór de besmette woning een paal plaatsen,
waaraan dit teeken wordt, vastgehecht.
De kinderen uit huisgezinnen, waarin eene besmettelijke ziekte
heerseht, mogen op gcenc scholen worden toegelaten.
(j. Overtreding van de onder c en d aangeduide bepalingen wordt
gestraft met eene geldboete van ƒ3, en bij verzet met eene
boete van 25 en eene gevangenisstraf van 5 dagen.
Bij de behandeling van dit ontwerp, werd door den heer Braaksma
op de eerste der opgemelde bemalingen een amendement voorgedra
gen, strekkende om in plaats van plaatselijke geneesleeren, - te lezen
geneeskundigen. Nadat de Voorzitter en de heer Graat echter hadden doen
opmerken, dat bij de thans vigerende bepalingen op de geneeskunde
geen straf is bedreigd tegen do geneeskundigen, die bedoelde kennis
geving verzuimen en dat, bij de te wachten nieuwe geneeskundige
wetten, geene regtstreeksche kennisgeving aan de Burgemeesters
wordt voorgeschreven, werd met meerderheid van stemmen besloten
de plaatselijke geneesheeren te verpligten bedoelde aangifte te doen.
De heer Braaksma stemde tegende heer Boomsma hield zich
buiten stemming. De verordening in rondvraag gebragt, werd met
algemeenc stemmen goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede, dat de in de vorige vergadering vast
gestelde financiële regelingen door de Gedeputeerde Staten dezer Pro
vincie bij schrijven van 19 April jl. zijn goedgekeurd.
De Voorzitter brengt ter tafel de door den Gemeente-Bouwmeester
bewerkte teekening van veranderingen, herstellingen, enz. aan het
Eaadhuis, inzonderheid aan de vergaderzaal, welk werk begroot
wordt op p. m. 1500 en vraagt de toestemming van den Baad
om tot de aanbesteding over te gaan.
De heer de Lange wijst op den niet zeer bloeijenden toestand der
geracente-financiën, en hoezeer hij bij het opmaken der begrooting
zijne goedkeurende stem heeft gegeven tot het doen van deze uitgaaf,
meent liij thans, dat er wel bezuinigingen zijn te maken op het
ontworpen plan.
De heer Graat herinnert, dat reeds meermalen gesproken is over
liet plan tot verfraaijing der vergaderzaal. Hij is voor het doen
dezer uitgaaf, omdat deze zaal ook wordt gebezigd tot trouwzaal.
Hij ziet evenwel in het beraamde plan nog volstrekt geen groote
weelde, maar houdt het voor nuttig om, als men cenige verandering
doet, dit dan goed te doen.
De Voorzitter zegt, dat dit lokaal eigenlijk is het lokaal der
gemeente, de plaats, waar de belangen der ingezetenen worden be
handeld en waar één of meermalen 's weeks de plegtige huwelijks -
verbindtenissen plaats hebben. Ilij meent dat het de pligt is van
den Baad om die zaal in een behoorlijken staat te brengen.
Met algemeenc stemmen, op één na, die van den heer de Lange,
wordt de gevraagde toestemming verleend.
De Voorzitter deelt mede, dat op de kennisgeving van de vacante
betrekkingen van plaatselijke geneeskundige, tot heden toe slechts
twee verzoekschriften zijn ingekomen, als: van de heeren dr. Ileyncs,
te Amsterdam, en dr. van Baerle, te Zuylen, dat B. en W. nog
geene voordragt kunnen doen, de benoeming wenschen aan te houden
tot de volgende vergadering en voorstellen oin de praclijk inmiddels
aan dr. Ilaremaker op te dragen, die zich daartoe heeft bereid ver
klaard. Dienovereenkomstig wordt besloten.
De heer Strootman vraagt en verkrijgt gelegenheid om het jaar
verslag, door de Plaatselijke Schoolcommissie ingezonden te bespre
ken. Hij zegt daarin te hebben opgemerkl: 1. Eene klagt over
gebrek aan luchtververschiug in ecu der schoollokalen van de
Gemeenteschool aan de Hoofdgracht. Hij heeft van die klagt nog
nimmer gehoord en vraagt of het den Voorzitter ook bekend is, dat
dit gebrek een gevolg is van de voor eenigen tijd plaats gehad
hebbende verbouwing. De Voorzitter antwoordt, dat hij daarnaar
een onderzoek zal doen instellen. 2. Het erkennen van de nood
zakelijkheid van het daarstellen van een schot in de school in de
Schoolstraat, waaromtrent hij meent dat vroeger eene beslissing is
genomen. 3. Eene herinnering aan het bestaande gebrek in het
middenlokaal van de school op de Vischmarkt: klankverspreiding.
Hij stelt voor dat er worde voortgegaan met het nemen van proeven
om verbetering in dezen aan te brengen. De Voorzitter zegt, dat
reeds onderscheidene minkostbare proeven genomen zijn, die echter
niet hebben voldaan. De heer Bakker verklaart zich op de ontvan-
