HELDERSCHI
NIEUWEDIEPER COURANT.
J\ë. 40. DONDERDAG J li X IJ.
EN
h/
DRIE-EN-TWINTIGSTE
JAARGANG.
AANBESTEDING.
BEKENDMAKING.
NATIONALE MILITIE.
Deze Courant wordt uitgegeven woensdag en zaturdag
avond nu acht ure, door A. A. BAKKER Cz.
in den boekwinkel, Hoofdgracht No. 32.
Abonnementsprijs per kwartaalƒ1.30.
franco per postn 1.50.
Enkele nommers0.10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars en Post
directeuren.
Advertentién worden aangenomen tot Zntnrdag en
Woensdag middag 12 uur, en bij den I-Ieer T. MOOY
Dijkstraat tegenover deLaan, II422 ,aan denHelder, totl 1 ure.
De prys van 1 tot 4 regels is ƒ0.60. Voor iederen
regel meer ƒ0.15. Zegelregt voor elke plaatsing 0.35.
Buitengewoon groote letters, naar mate der mini te
die zij beslaan.
Brieven en Stukken franco aan den Uitgever.
Op Dingsdag den 13 Jnnij 1865des voormiddags ten elf ure,
zal aan het Raadhuis der Gemeente Helder, in het openbaar, bij
enkele inschrijving, worden aanbesteed:
Het «loen van ecnige V'ERAlDEffiïlïGEM en
VERNIEUWINGEN aan l»et Raadhuis.
Het bestek ligt ter lezing aan de Secretarie der Gemeente.
Inlichtingen zijn te bekomen bij den Gemeente-Bouwmeester, door
wien op Zaturdag den 10 Junij e. k., des voormiddags ten negen ure.
aanwijzing in loco gedaan zal worden.
Helder, den 3 Junij 1865.
Burgemeester en Wethouders dier Gemeente,
STAKMAN BOSSE, Burgemeester..
L. VERIIEY, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER
doen te weten, dat door den Raad dier gemeente, in zyne vergadering
van den 9 Mei 11. is vastgesteld de volgende Verordening:
De RAAD der gemeente HELDER
Heeft besloten vast te stellen de volgende
Verordening hij Iscerschenile
BESMETTELIJKE KIEKTEN,
die voor* den algemeenen geKomS-
hcidstoestand gevaarlijk kunnen
geacht worden.
Art. 1. De Plaatselijke Geneeskundigen zijn verpligt, wanneer
binnen de gemeente ziekte-gevallen voorkomen van besmettelijken
aard en gevaarlijk voor den algemeenen gezondheidstoestand, daarvan
onmiddelijk schriftelijk kennis te geven aan den Burgemeester, met
opgave van den aard der ziekte en van de woningen die daardoor
besmet moeten geacht worden.
Art. 2. Wanneer bij gerucht kenbaar wordt gemaakt, dat binnen
woningen besmettelijke ziekten van gevaarlijken aard hccrscheu, en
de hoofden van huisgezinnen of gebruikers van die verdachte woningen
weigeren een onderzoek toe te staan, zal met inachtneming van de
voorschriften van art. 3 der Wet van 21 Augustus 1853 (Staatsblad
No. 83), de Burgemeester of de Commissaris van Politie en twee
Geneeskundigen een onderzoek binnen die woningen doen.
Art. 3. De woningen waarin pokken of volgens het gevoelen der
Geneeskundigen andere besmettelijke ziekten heersehen, die voor den
algemeenen gezondheidstoestand gevaarlijk worden geacht, zullen door
een duidelijk uitwendig geplaatst teeken kenbaar gemaakt worden.
Art. 4. Wanneer eenc woning door een bevoegd geneeskundige
besmet verklaard wordt door dergelijke besmettelijke ziekte, zal het
hoofd van het huisgezin een billet of merkteeken van den Burgemeester
ontvangen, met aanwijzing van de plaats waar het vastgehecht moet
worden en tot nader order vastgehecht moet blijven.
Art. 5. Bij verzuim of onwil om het teeken, dat de besmette
woning kenbaar moet maken, te plaatsen, of wanneer het teeken
zonder de daarvoor vereischte toestemming wordt weggenomen, neemt
de Burgemeester maatregelen om daarin te voorzien, en doet, zoo
noodig, een paal voor de woning plaatsen, waaraan het teeken van
besmetting gehecht wordt.
Art. 6. Zoodra de pokken of andere besmettelijke ziekten zich in
eene .voning openbaren, zullen gecne kinderen uit zoodanig huis op
de scholen mogen worden gezonden of toegelaten.
De toelating mag niet plaats hebben dan op een bewijs van den
Geneeskundige.
Onder scholen worden verstaan alle zoodanige verzamelingen van
kinderen die onderwijs, opvoeding of bewaring ten doel hebben.
Art. 7. Overtreding der voorschriften van art. 3 en 4 dezer
Verordening wordt, wanneer die blijkbaar uit verzuim voorkomt,
gestraft met eene geldboete van ƒ3.bij onwil of verzet met eene
geldboete van 25.en gevangenisstraf van drie dagen.
Zijnde deze Verordening aan de Gedeputeerde Staten van Noord
holland, volgens hun berigt van den 24 Mei 1865, No. 22, in
afschrift medegedeeld.
En is hiervan afkondiging' geschied, waar het behoort, den
2den Junij 1S65.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
L. VERHET, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER
brengen ter openbare kennis:
Dat het ONDERZOEK VAN DE VERLOFGANGERS
van de Militie te land, bedoeld bij art. 138 der wet op de Nationale
Militie, voor deze gemeente is bepaald op Maandag den 26 Junij 1865,
des voormiddags ten negen ure, in het Algemeen Weeshuis.
Aan dat onderzoek moeten deelnemen AL DE VERLOFGAN
GERS, DIE IN DEZE GEMEENTE VERBLIJF HOUDEN
en behooren tot de ligtingen van 1861, 1862, 1863 en 1864, voor
zooverre zij vóór 1 April 1865 in het genot van onbepaald verlof
zijn gesteld.
De belanghebbenden worden herinnerd aan de volgende wets
bepalingen
Arl. 140. Do verlofganger verschijnt bij het onderzoek in uniform gekleed,
en voorzien van do lclceding- en uitrustingstukken, hem bij zijn vertrek met
verlof medegegeven, van zijn zakboekje en van zijn verlofpas.
Art. 141. Behoudens het bepaalde iu art. 130 kau een arrest van twee tot
zes dagen, te ondergaan in de naastbij gelegen provoost of het naastbijzijnde
huis van bcwariug ol' arrest, door den militie-commissaris worden opgelegd aan
den verlofganger:
lo. die zonder geldige redenen niet bij het onderzoek verschijnt
2°. die daarbij verschenen zijnde, zonder geldige redenen, niet voorzien is
van de in het voorgaand artikel vermelde voonverpeti;
3». wiens klccding- of uitrustingstukken bij het onderzoek niet in voldoenden
staat worden bevonden;
4°. die klccding- of uitrustingstukken, aan een ander toebehoorende, als de
zijne vertoont.
Art. 142. Is de verlofganger, wien krachtens het voorgaand artikel arrest is
opgelegd, bij het onderzoek tegenwoordig, dan kan hij dadelijk ouder verzekerd
geleide in arrest worden gëbragt.
Is hij niet tegenwuordig en onderwerpt hij zich niet aan de hem opgelegde
straf, dan wordt hij op schriftelijke aanvrage van den militie-commissaris, te
rigten aan den Burgemeester der woouplaats van dien verlofganger, aangehouden
eu onder verzekerd geleide naar de naastbij gelegen provoost of het naastbij
zijnde huis van bewaring of arrest overgebrogt.
Art. 143. Ouvermiudcrd de straf, iu art. 141 vermeld, is dc verlofganger
verpligt, op den daartoe door dcu militie-commissaris te bepalen tijd en plaats,
en op de in art. 140 voorgeschreven wijze, voor hem te verschijnen om te
worden onderzocht.
Art. 144. De verlofganger, die zich bij herhaling schuldig maakt aan het
feit sub 4°. van art. 141 bedoeld, of niet overeenkomstig art. 143 voor den
militie-commissaris verschijnt, of, aldaar verschenen zijnde, iu het geval ver
keert, sub 2". cn 3o. van art. 141 vermeld, wordt onder dc wapenen geroepen
en van drie tot zes maanden gehouden.
Art. 145. De verlofganger der militie, die niet voldoet aau eene oproeping
voor de werkelijke dienst- wordt als deserteur behandeld.