Lees dit!
ADVE R~ TÊIv TI ËNT
LONDON'S ALE SOPPS,
pale ale,
DUBBEL BURTON'S STOUT,
beijersch bier,
SALON MS VARIÉTÉS,
P. BOAS en N. JPDELS.
Aanleiding tot eene herinnering aan moedbetoon en
zelfopoffering:.
Dezer dagen brngfc de lieer Jacob Karsinan, particulier en beoefenaar der
dichtkunst te Antwerpen, een bezoek aan een zijner vrienden in deze gemeente
woonachtig. In den loop der gesprekken werd door den dichter niet veel be
langstelling gevraagd naar zekeren alhier wouciidcu Coruelis Dito, aan uien hij
in der tijd, ofschoon bij den persoon nimmer bad gezien of gekend, een zijner
verzen had gewijd. Naar aanleiding van ecu nicuwsberigt, aan welks hoofd
geplaatst was: „Helder, 10 Jauuarij 1S52," voorkomende in liet Handelsblad
van Antwerpen, werd door den lieer Karsinan het moedig cn vastberaden gedrag
van Cornclis Dito, betoond bij het redden der equipage van het kofschip
Gezina Jantina, kapt. II. llosema, van Rouuan naar Amsterdam bestemd, iu
sclioonc verzen bezongen. Dit gedicht, getiteld: Cornelis TAlo, hetwelk wij lezen
in het werk getiteld: „RymtuU," door Jacob Karsinan, in bet jaar 1853 te
Antwerpen bij P. F. Slaets uitgegeven, luidt als volgt:
De rukwind brult, de golven razeil;
De zeemeeuw scheert en naakt het strand;
De stormen uit het Westen blazen
En zetten heel het ineir aan brand;
De baren slagen tegeneen
Eu stijgen tot den hemel heen.
En hier en giudsch cn gindseh en verder,
Betrekt dc lucht met aaklig zwart;
't Is of den afgrond open spart....
Het wild rumoer klinkt woest en harder;
d'Orkaan verheft zich 't allen kant
En zweept do golven naar het strand.
Helaas! wat kreet vervult dc wantreu
En stygt al klagend door de lucht?
Dc Duincu van deu omtrek klaatren
En wederkaatsen dat gerucht;
De weergalm dry ft dc noodkreet voort,
En uren wordt liet ver gehoord.
De klaagstem wordt op nieuw geheven;
De hulproep holt van land tot laud;
De stormwind brult, de golving brandt.
Wat zeeschip worstelt met bet leven?
De Manschap kampt cr met deu dood,
En hoogcr klimt eu wast de nood.
En om en rond do Falga streken,
Komt Man enMaagdscliap uitde buurt;
Den ceuen ziet, den andreu gluurt;
Zij loopcu angstig cn verbleekeu
Eu staren allen naar deu vloed,
Waarin den armen Drenkling woedt.
Eu eensklaps vlamt dc moed der mcuigt',
Bij 't zien en wassen van den nood:
De stoutste burgers zijn vereenigd
En grijpen bcg eu touw eu boot,
En werpen zich in 't hart der zee:
Maar slagen weder op de ree.
Vergeefs dnt kloek' eu rappe mannen,
De handen aan den arbeid slaan;
Zij drygen telkens te vergaan....
Vergeefs dat zij hun spierkracht spannen;
De wind spot met hun mcdcly,
De Boot deinst voor dc storm en ty.
Eu om eu rond cn voort gedreven, -
Eu weer terug en weer vooruit;
Op nieuw de Redboot schot gegeven -
En weer door wind eu zee gestuit;
Verlamt iu 't eind hun moed en hand,
De boot vliegt telkens op het strand.
Dat kan een cukle borst niet velen,
Dat staat een enkle Man niet uit;
Hy boort alweer het klaag gcluit;
Hy zal, hy wil hun noodlot deelen,
Hy moet hun redden of vergaan....
In weerwil van de dolst' orkaan.
Dus roept hy: cn een sterke touw,
Wordt om zyn middellyf geslagen.
Hy zal, hy moet het proefstuk wagen;
Hy loopt eu spoedt eu rept zich gouw,
En springt eu werpt zich van de ree,
En stort zich over kop in zee.
Dat gaat cr om, dat gaat er door;
Gedonderd in den hollen vlood,
Iïoe meer hy plast, lioo meer hij woedt,
Hij wil cn moet om strijd naar voor -
En hoogcr op cn lager neer,
Maar immer verder - in het mcir.
En streek voor sti-eck - eu slag voor slag,
Geroeid, getrapt met hand en been,
Alwyder om, al verder heen.
Hij zw emt, zoo veel hij zwemmen mag-
En breekt eu klieft het golvend nat,
Dat buldrcnd ora en voor hein spat.
Daar vliegt hy eensklaps naar omhoog,
En tuimcld op de rauwe baren -
En moet weer naar den afgrond varen,
Verzwolgen voor een ieders oog...
Maar komt weer uit dc diepten op,
En drijft wcêr op der golven top.
En hier en giudsch en wyd cn zyd,
Gedobberd op den hollen vloed,
Hoe meer gevaar, hoe meerder moed
Hy heult, braveert er als om stryd,
Eu kampt cn vecht met elke baar, -
In 't altoos drygend doodsgevaar.
Eu liooger op cn lager ncêr,
En lager neer en hoogcr op:
Gebliksemd uit het kokeud sop,
Gesmeten naar dc hemelsfeer,
Eu wcèr gezonken in het nat,
Dat wilder woedt en woester spat.
De branding zwelt cn zweept den oever,
En drygt hem, telkens te vergaan.
Dc Drenkling, ziet dit schouw spel aan,
En alles schynt steeds droef eu droever.
Maar vliegt hy op - en zinkt hy neer,
lly nadert toch al meer en meer.
Dit zag de Drenkling uit dc baren.
Hoe mat van angst, hoe tlauw en kil,
Den ccneu laat een bang gegil,
Den andren doet zyn vreugd ontwaren.
Maar eensklaps hoort men een geschrei,
Dc Waaghals is het schip naby.
Een pooging nog met rappe leden,
Een pooging nog met hand cn voet,
Dc branding door, vooruit gesneden;
Al brult de storm, al gaapt de vloed,
Hy dryft en schaaft eu schokt en drjft,
En zorgt toch dat hy boven blyft.
Daar komt hy weêr het schip naby -
Eu krijgt een soort vau kabel vast.
Al wordt hy heen en wcêr geplast,
Eu hoort hy klaag en vreugd geschrei,
Hy laat niet los, hy geeft niet op,
Al wieglcnd op der golven top.
Maar eensklaps vliegt hy wcêr terug,
En weêr terug en op eu neer,
Op nieuw verzwolgen iu het raeir...
Op nieuw - er uitgekomen, vlug
En stout gegrepen, met een hand,
Dc kabel van liet schip en wand.
Een poos nog hangt liy in de golven,
Een poos nog op cn neer gcslaau;
Nog eens gedregen to vergaan;
Nog eens door 't zeenat overdolven, 1
En dan, - een vat aan touw eu koord,
En wip, - daar staat hij reeds aan boord
Hoezee! Hoezee! dc stormen gieren,
De golven slagen op het meïr;
Maar Dito is der golven heer....
Dc mutsen van dc Burgers zwieren....
Do Waaghals is zoo ver gelukt,
Dat iedereen dc borst verrukt.
Nu wordt de boot van wal gelaten,
En maakt men aan de touw hem vast.
De hoop herleeft, dc Redboot plast.
Maar wat kan hoop cn Redboot bateu,
Dc zee gaapt als een open graf?
De touw breekt reeds in 't midden af.
En weg is weêr - de hoop verzwonden....
Maar Dito geeft deu moed niet op,
Al brult de storm, al kookt het sop
Een ander list werd uitgevonden:
Hij bindt een boutstuk aan een'koord,
En plousend vlot het weg van boord.
Nunr Land, naar Land, dit werd begrepen,
Eirpylspcl ging het voort naar wal
Mcu ving het met een bly geschal,
En ieder wou het helpeu slepen,
En hoopten op ecu goed begin,
En palmde Ivn en houtstuk in.
Dit ging, dit moest, dc zwere touwen,
Die werden uit het scliip gehaald.
Dc hoop herleeft, dc redding daalt.
Dc Drenkling zal het leven houwen
Zy worden een voor ccn gered,
De moed, dreef op de zee de wet.
Hoezee! Hoezee! de vreugde schaatrcu!...
Dc laatste Drenkling stapt aan land -
Eu Dito, volgt hem op het strand; j
Dc welkom kreet, klonk langs de waatren!
Dc Burgers noemen slechts een naam,
En scharen zich om Dito, zaam.
Wie ooit een stukje mogt verdichten.
Of zoeken iu verbccldiugs kracht,
Ik heb een' nndrc stof betracht;
Dc waarheid kon niy meer verpligteu,
11c zong, of liever - heb genenrd,
Iets, wat te Falga is gebeurd.
I Collegie Zecmanshoop met ecu zilveren tabuksdoos, voorzien van toepasselijke
inscriptie, met dc zilveren medaille van wego ile Noord- en Zuidhollandselie
I Redding-Maatschappij en met de gouden medaille van Z. M. den koning der
Nederlanden werd begiftigd. Maar, nevens deze eervolle onderscheidingen, zal
voor Dito het bezoek van den vreemdeling en het vernemen van diens schoone,
dichtregelen eene aangename herinnering zijn aan liet volbrengen van zijn daad
van menscheiiliefde en moedbetoon.
Gaarne maken we gebruik van deze gelegenheid om een der vroegere voor
vallen uit liet leven van Dito in herinnering te brengen, nu hij iu de vorige
week weder de oorzaak was, dat twee zijner makkers van een anders nissen
dood werden gered.
MARKTB erigten.
SCHAGEN, G Julij.
Aangevoerd: 5 Paarden, f 30 a 100. 6 magere gelde Kocijcn, f60 a 90;
4 vette, f 140 a 200. 14 nuchtere Kalveren, f G a 12. 36 magere Schapen,
f 10 a 1G; 25 vette, f22 a 30. 32 magere Varkens, f33 a IS. 53 Biggen,
f 5 a 9. Konijnen 5 a 70 c. Kippeu 30 a 50 e. Eenden 30 a 40 c. (Duiven
10 a 30 e. Boter f 1,03 per N. p. Kaas 20 a 40 c. per N. p. Kip- cn
Eend-Eijereu f 2,50.
HOORN, 3 Julij.
Aangevoerd: 340 Schapen, f23 a 32; 21 Kalveren, 58 a 79 c. per N. p.
6 Julij.
Aangevoerd: 347 stapels of 86997 N. p. Kaas. Hoosste prijs f30,50 per50N.p.
SCHIEDAM, G Jolij.
Jekkvkk f 11,25 a 11,75 per vat contant bij partij. Moutwijn f s.25.
LONDEN, G Julij.
Heden waren ter vue-raarkt aangevoerd: 12G0 Runderen, 115SQ Schapen,
1059 Kalveren en 170 Varkens. De prijs der Runderen was 5 sli. 4 d., van
Schapen G sli. 0 d., van Kalveren 5 sli. 0 d. eu van Varkens 4 sh. 8 d.
De prijzen der laatste markt waren:
Runderen 5 sh. 4 d., Schapen 6 sh. 0 d., Kalveren 5 sh. 0 d. en
Varkens 4 sh. 8 d.
BURGERLIJKE STAND VAN DE GEMEENTE HELDER,
van 30 Junij tot 7 Julij 1S65.
ONDERTROUWD: A. C. Kooger, zeeman, 25 jaren, weduwnaar van M.
Kuiper en A. Liphuijseu, 23 jaren. W. A. Vinken, tapper, 32 jaren en A. M.
Ramler, 29 jaren. J. Kroonstuiver,smid, 27 jaren en E. W. Goudswaard, 26 jaren.
GEHUWD: C. Erkeus en J. E. Dupont. AI. Frankfort en W. Kunst. II.
C. van Oers en J. de Rooij. J. J. Runucnburg en K. Griek.
BEVALLEN: A. Swart, geb. Bakker, (Z.). A. Soeter, geb. Hin, (D.). M.
Hilkemeijer, geb. Kikkert, (D.). A. Bakker, geb. Thomas/, (D.). M. Slort,
geb. Thepcn, (Z.). A. J. Groen, geb. Swcrver, (Z.). G. Kniienga, geb. Cor-
nclisse, (D.). D. Kraak, geb. Willems, (D.). G. dc Bunjc, geb. Spandauw,
(D.). A. Gornes, geb. Koning, (Z.). B. S. Arous, geb. Groen, (ZH. Vink,
geb. Postma, (D.). J. C. M. Driesen, (Z.).
OVERLEDEN: C. Vink, (30 jaren). T. van Donk, (G3 jaren). H. B. J.
van Tonningen, (12 weken). J. W. London, (39 jaren). J. F. Manikus, (57
jaren). Levenloos aangegeven 1.
BURGERLIJKE STAND VAN DE GEP/EENTE TEXEL,
van 30 Junij tot 7 Julij 1SG5.
ONDERTROUWD: Pieter Daalder, arbeider, 27 jaren en IIcndrikje Flens,
25 jaren. Willem Gomcs, zeeman cn Marijtje Hammes, 26 jaren. Willem
Huizinga, weduwnaar van Johanna van Tol, arbeider. 57 jaren cn Naatje dc
Wijn, weduwe van Sandcr Jacobs, 47 jaren. Gcrbrand Huizinga, arbeider, 25
jaren en IIcndrikje Jacobs, 19 jaren.
GEHUWDGcene.
GEBORENJan, zoon van Bonofaeius Wiegel cn Maatje van Ceters.
OVERLEDENPieter Kikkert, (17 maanden), Adriana Brcpoel, (3 jaren).
Maria Buis, (16 maanden). Jan Jaeobs Bruin, (20 jaar). Levenloos aange
geven 1.
Voor de vele bewijzen van deelneming, ondervonden bij
het overlijden van mijn geliefden Echtgenoot, betuig ik,
ook namens mijne Kinderen, mijn opregten dank.
Nieuwediep7 Julij 1865.
Wed. P. ADRIAAN,
Bruin.
Op nieuw ontvangen
ECHT KITZINGER
Diverse Jtiollandseho BIEREN.
Witte BESSENWIJN 55 Ct.
Roode 45
A. BAKKER,
HelderDijkstraat, N°. 419.
NB. Winkeliers genieten ralbat.
ONDER DIRECTIE VAN
Staande voor TIVOLI.
Ruim 12 jaren nadat de dichter dit vers te zarnen stelde, ziet hij zich. tot
zijn strcelend gcuocgcn, iu staat gesteld om den door hem bezongen menschen-
vriend te zicu cn hem onder een warmen handdruk ziju hulde te brengcu voor
zijn stoutmoedig eu menschlievcnd gedrag.
Wij herinneren er nog aan, hoe Dito na de vermelde gebeurtenis door hut
De Directie liecft de eer te berigten, dat het repertoire
der nog te geven Voorstellingen zal bestaan in de opvoering
van de nieuwste Stukken, die, zoowel in Frankrijk en
Duitschldnd, als te Amsterdam en andere voorname Steden
des lands, den meesten bijval hebben mogen verwerven en
door dagelijksche affiches zullen worden kenbaar gemaakt.
BOAS cn JIDELS.