"TELEGRAFISCHE BERIGTEN.
ADVERTENTI ËN.
met een bijl vermoord, muar tvas daarop door dei) bootsman met
een handspaak geveld, zoodut hij den volgenden dag slierf. Pc drie
lijken waren over boord gezet, en de bootsman had het schip in
veilige haven gebragt.
Vrnisscns eerste minister beklaagde zich dezer dagen bij den
konin" over de vele staatszorgen, die hem drukken en rlie hem oud 1
maken vóór zijn tijd, terwijl hij als een bewijs daarvoor Z. M. op
zijn onthaarden schedel wees. Lagchenrl gaf de kotitng hierop ten
antwoord: „gij hebt ook zooveel haar op uwe landen, dut ge het
hoofdhaar avoI missen kunt."
Friedrich Ruckert is dezer dagen tc Wcenen overleden, in den
ouderdom van 77 jaren.
Xe Leopoldtstadt bij Weenen heeft eene jongedochter van
deftige familie, die in den echt zoude tri den met een doctor in de
letteren, terwijl alles voor de plegtigheid gereed was, getracht zich j
het leven te benemen. j
Xe Stanbe is zekere Lorcnz Halast overleden, die den ouder-
dom van 120 jaren had bereikt38 jaren lang diende hij als soldaat j
en bleef daarna 60 jaren in eene en dezelfde dienst. Op zijn 90sle
jaar trad hij voor de derde maal in het huwelijk; de uit dezen
echt "ehoren zoon is thans onder-officier bij een regement huzaren, j
Rij een brand le Kroonstad zijn 45 menschen omgekomen,
Uit Teheran schrijft men van 31 Dcc. jl. dat Pcrzië indezen
winter door een zeldzaam verschijnsel verrast is geworden. Er viel
sneeuw en wel in zulk een hoeveelheid en met zooveel kracht, dat
hooge en sterke cypresboomcu door de zwaarte van den sneeuwlast
bogen en op den grond vielen. De schah had zich door het ruwe
weder niet laten terughouden van het jagtvermaak, en zijne ministers
moesten nolens voleiis met hem het nomadenleven leiden, en klap
pertandende en-bibberende van de kou in de legerplaats bij Jorgercool
dagelijks bij hunnen souverein hunne opwachting maken, om met
hem tc arbeiden. Eindelijk werd ook Zijne Hoogheid door de kou,
die aan verscheidene personen van zijn gevolg het leven had gekost,
gedrongen naar de hoofdstad terug te kceren. Ook de vossen, wolven
en jakhalzen verlieten het gebergte en versehenen in de vnleijen, om
hunne schatting aan schapen en rundvee te bemagtigen: bij deze
gelegenheid moeten zij ook ccnige menschen genuttigd hebben.
Kortom, in dat gedeelte van Pcrzië heeft men sedert een zeer groot
aantal jaren zulk weder niet beleefd.
TOT NUT VAN 'T ALGEMEEN.
DE TONG.
T.
Er zijn vele soorten van tongen. Die, welke het eerst en het meest in liet
oog vult, is zeker uk langtong. Reeds bij de jeugd verraadt zij zich door liet
naubreugen, het klikken cii het klappen van eeu guitenstuk van een school
makker. „Meester!" roept het bleckneuzig zoont jeu van mevrouw S.. dat met
den zuiml'-esem van den braven Hendrik doorzuurd is, en toch nog gluiperig
uit de oogen ziet, „Meester! dat heeft Dirk gedaan." In negen van de ticu
gevallen is dat klikken een vertoon van deugd, ol' komt uit liet verlangen naar
een pluitnpjen voort. Zoo'n langtong is ouder jongens vuu gelijken leeftijd ge
woonlijk gnhaut. Dat geldt gelukkig niet van de langtongen, (tot jaren van
onderscheid gekomen) die zonder cenigc verkeerde bedoeling er alles maar uit
flappen, en van die snappers die alles verbabbelen, meestal dingen die of liuu
volstrekt niet aangaan, of indien al hen zeiven betreffende, alle belangrijkheid
missen. Een geheim kuut gij hun niet toevertrouwen; dat brandt als vuur op
de lippen, en „even als eeu pijl iu liet vleeseh der heup gehecht" is in hun
binnenste datgene, wat zij niet mogen vertellen. Dat snappen treft men gewoonlijk
aan bij meuselicn van eeu klein verstand en van weinig karakter. Dit ligt ni den
aard der zuuk. Aan spreken moet deuken voorafgaan; maar denken waait ileu
incnseli niet aan; deuken is een zaak, ook een taaie, van de grootste inspanning;
men ziet, merkt op, verbindt en scheidt, wikt en weegt en overweegt, en oor
deelt, en spreekt bet overdachte uit. Indien men nu altijd wil praten,
waar blijft dan de gelegenheid voor denken? Gedachteloosheid ziet dan ook door
het armoedig kleed (en toeli voor vcleu oeu zondagspak, of «voor best" oiu
mede op visite te gaan) van al dat babbelen en rammelen, en snappen en klap
pen, en kakelen en ratelen en snateren hoen. De waarlijk verstnudige denkt
voor dat hij spreektdc dwuas spreekt voor dat hij deukt.
Scherp hiertegenover slaat de tong, die dikwijls of meestal een volkonicne
rust geniet; en het beeld van den verstandige, den diepzinnige komt ons daarbij
voor den geest... neen! eerst de knaap, die het zoo even nog uUkruuide van
plezier, maar binnengeroepen om een hamljeii te geven aan „.Meneer" X.,die
juist aau Minna zoo rad mogelijk vertelt dat „hij hit zoo slecht getroffen had
«met het weer dat hij bij het verlaten van ziju huis eeu vveeselijke bui had
„gekregen die hij eerst had willen afwachten maar toen dacht dat bij er maar
«zou doorgaan omdat men opeen regcuachtigen dag gewoonlijk de mcnscheu te huis
„vindt manr dat hij dan toch zijn paraplu luid meu genomen om zooveel mo-
«gclijlc droog tc blijven dat hem niet geheel gelukt was omdat er een klein
«gaatjen boven iu de paraplu was waardoor de regen heendroop dat hij te laat
„ontdekte danr hij anders de paraplu vau zijne vrouw ter leeu had gevraagd
„want daur waren geen gautjens iu omdat die nog splinter (hier haalde de
man even adein) „nieuw was daar zij die pas verleden week gekregen bad
„bij gelegenheid van haar jaardag welke altijd gelijk viel mei dien van eeu oom
„die een tabaksaffaire had juist over de gracht waaraan de stedelijke raad
„ecnigo reparaties liet maken dat hij had gehoord dat die onlangs lievige
„woorden hadden geluid over de plaatsing der gaz,lantaarns die. sommige leden
„heel ongeschikt en andere leden heel geschikt vonden omdat men iu don-
„ker veel kans had van er tegen aan te loopeu...: enzcuz." Maar we zouden
vergeten dat er weinig dingen onaangenamer zijn dan aan iemand lang een liaud
tc gt-vcu (verschooning dus voor den woordeu\lo«d, die vau de lippen van deu
bezoeker stroomde!) vooial voor een knaap, die iu zijn spelen gestoord wordt
om binnen te komen en gedwongen tc vragen „hoe Meneer vaart." In spijt van
Mama's vraag: „kuut gij niet spreken, Cornelis?" bewaart hij het allcrvolko-
rncust stilzwijgendit geeft den heer X. aanleiding tot het iiinkeu van du
gloednieuwe opmerking „de jongeheer heeft zeker geen tong," welke opmerking
alleen de stomme verbazing in de flinke open kijkers vau den knaap do-t vet-
grooten, en hem te gelijk de lippen nog vaster op elkaar doet drukken.
Op latei-vil leeftijd is het in rust hondeu vau de toug ook nog wel het gevolg van
bedeesdheid, en ten anderen van gemis aan. stof lot praten. Het laatste heelt dit voor-
decl, dat hut door den oppervlakkigen menscheukenner soms voor een bewijs vau
nadenken wordt gehouden, waaraan d«- persoon in kwestie echter geheel onschuldig
kan zijn. Dij bet outmocteu vau zulke zwijgende naturen denk ik altijd aan ten
weegschaal, wel te welen, uiet boven den toonbank iu eeu drukke labaks- of
kruidenicrsaffuire, inaar iu den winkel van een ijzerkooper, waar het voorwerp
in volkomen rust (en daardoor niet volkomeu zonder roest) zyn toekonistigcu
eigenaar ufwnclil, en zoolang ziju tongeljcu noch ter rechtci- ..och ter linker
zijde door ctu beweging der balans vertoont, cu dit onzichtbaar houdt. Naast
het zwijgt n omdat uien niet durft ol' niet kau spreken, is er eeu in loom
noudcu van de tong dat de vrucht is van verstand. Een wijs ineusch, z.cgt
Ji-sus Sirncli, zwijgt tot dat het zijn tijd is; vaardig om toe te luisteren, aut-
wooidt hij ..iet vóór dat hij heeft gehoord, en niet bescheidenheid venuld valt
hij uiet in tc midden van hel spreken. Een nioeielijkc kunst is hel zóó te
leereu zwijgen. Duartoc wordt vereischt een groote mate van nadenken,
zelf'beheersthing en nederigheid. Waar deze ten grondslag liggen, kan het
zwijgen dikwijls welsprekend zijn,
Tüsschen de twee tol hiertoe genoemde uitersten van liet in beweging bren
gen cu van liet in rust houden van liet sprnakorgaau ligt een oneindige ver
scheidenheid in het dagelijksch gebruik van dc tong. Er zijn onoprechte, be-
driegelijkc, leugenachtige, en wat sterker is, leugentongener ziju zoetvloeiende,
gladde, vlccmcndtt en vleiende tongen -, er zijn scherpe, bittere, nijdige, bijlende
en hatelijke tongen; er ziju ook dubbcltougigcii eu dubbelslaande tongen (het
geen volstrekt uiet hetzelfde is); er zijn vergroot end'- en grootsprekende, po
chende, snoevende en zwetsende tongen; er zijn onbeschaafde eu onbeschaamde,
brutale, ruwe, vuile en gemcenc tongen; er zijn ook (dc afschuwelijkste soort
diende vvcl liet laatste genoemd) kwaadsprekende en lasterende tongen.
Eerst iets over de lcugcntougeii. Zy zullen wel liet algemeenst onder de
menschen zijn. Een mau van lioogcu ernst en rijke ervaring reide eeus: „de
„ganselie maatschappij is ecu weefsel van leugen eu bedrog," en, liet bij volgen:
„of ik dit zeggende de ccnige leugenaar ware'." Zoo algemeen is het kwaad
van de lengen dat men bijna schromen zon den uaaste te geloovcn op zijn
woord, en dc les van levenswijsheid in beoefening zou willen brengen „wees
„tioiivv, maar vertrouw niemand." Vanwaar dit verschijnsel P Hiervan dat men
in zijne jeugd niet heeft loeren verfoeien, ja verfoeien met zijne gamche ziel al
wat onwaar, onoprecht en leugenachtig is. Zoo wordt natuur'tut onnatuur.
Of is gevoel voor waarheid het kind niet ingeschapen? Laat do knaap iets
van zijnen makker ontvreemd hebben; dan is die ontvreemding voor hem een
daad, die Ilij weet, een feit dat hij in herinnering Imudt; eu op de eenvoudige
vraag of hij al dan niet aan diefstal zich schuldig heeft gemaakt, geeft die
herinnering terstond hut beslissend antwoord. Dat antwoord uit te spreken is
waarheid. Want datgene wat lnj dan zegt stemt geheel overeen met hetgeen
er innerlijk bij liein omgaat. Wat doet echter de leugenaar? Dat wij zijne zonde
ontleden om al het afschuwelijke er van tc lccreu kennen. 1. Hij onderdrukt
zijn gevoel voor waarheid; 2. hij wil den persoon die hem ondirvraagt
misleiden, en 3. hij bedenkt iets anders, dat in tegenspraak is met wat
cr omgaat iu ziju hoofd en hart, en spreekt dat uit. Kau het ons nu nog
verwonderen dat een eerste leugen (en waarom niet iedere volgende leugen!)
den schuldige liet bloed naar bet aangezicht jaagt, en hem de oogen doet neer
slaan, zooilat bij zich zelvcn verraadt. Dat wij dan dc jengd over dat kwaad
met ernst onderhouden eu zclven nooit liegendal we geen schikken en plooien,
geen onheilig spelen inel ja eu neen in den dagclijkschcn omgang dulden en
zclven ook onkreukbare oprecht beid in alles beoefenen. De eene leugen kweekt
de andere, en meu komt. van kwaad tot erger; zoo brengt de beginselloosheid
van dc leugen: onrrouvv, trouweloosheid, huichelarij, valschheid en verraad voort.
Soms ontmoet men menschen die er genoegen in vindcu om, gelijk men het
noemt, de menigte wat op de mouw te spelden -. dat is dau eigenlijk voor de
aardigheid (maar het is zéér onaardig) liegen. Tedere plaats levert gewoonlijk
enkelen van die zonderlinge creaturen op. Hunne kracht wordt gebouwd op dc
lichtgelooviglieid vau velen; hunne voldoening is dc gekke figuur die het
gekozen slachtoffer in negen vau dc tien gevallen maakt. Laat men voornemen
de zoodanige» in niets meer te geloovcn, en liet kwaad zal spoedig genezen
zijn. Wordt vervolgd).
BURGERLIJKE STAND VAN DE GEMEENTE HELDER^
van 26 Janunrij2 Eebruurij 1S66.
ONDERTROUWD: L. Vermeulen, werkman, 25 jaren cii II. C. Lehman,
20 jaren. A. Mnrkeus, arbeider, 33 jaren, wonende thans alhier, onlangs tc
Haarlemmermeer eu M. Mulders, 24 jaren, wonende thans alhier, onlangs te
Alkemade. I. Lopcs Quiros, koopman, 2? jaren, wonende thans alhier, onlangs
tc Ainsteidam eu S. Nchclsburtr, 33 jaren, weduwe van B. S. Kuit.
GEHUWD: P. W. Lcvcringh en M. J. Buddiugh.
BEVALLEN: R. de Roos, gcb. van Vnalen, (DJ. Dienaar, gcb. do
Vries, (D.) C. C. Wcssels, gcb. Jansen, (D.)A. M. Borscli. geb. Kruger,
N. Kuiper, geb. Huisman, A. Kemp, gcb. Smit, (Z.). J. E.
Heinrieh, (Z.). B. Erceke, geb. Spruit, (I).). E. van den Heuvel, geb. Jager,
(D.). A. 1). Kottcnlingen, (Z.). A. Slinger, gel). Bakker, (Z.). T. Aarts, geb.
Baartvvijk, (D.). W. Vcrburgt, gcb. vau Brcderode, (Z.). O. J. Arends, geb.
Copier, 15. Zon, geb. 1'oeters, (ZJ. Gerritsen, geb. Cocr, (D.).
OVERLEDEN: A. «Scntis, (15 maanden). G. G «Spil, (bijna 1 jaar). H.
J. Vols, (2 jnruu cu 5 maanden). J. de Bonje, (2 jaren en 11 maanden). A.
Bommel, (5 weken). E. Kooru, (bijna IS jaren). Levenloos aangegeven 3.
Ambtshalve ingeschreven 1.
BURGERLIJKE STAND VAN 0E GEMEENTE TEXEL,"
van 26 Janunrij2 Eebrunrij 1S66.
ONDERTROUWD: Gcenc. GEHUWD: Geeue.
GEBOREN Hcndrina Maria Ilillcgomla, dochter van Jolmnnes Ludovicus
Kikkert en Elisabcth Margaretha Boom. Pietje en Kaatje, dochters van Simou
Kalis eu Antje Visser.
OVERLEDEN: Klaas Keesen, (11 maanden), zoon van Adriaan Keesen en
Grietje Smit. Jan Niouwculiuizen, (87 jaren), weduwnaar van Nceltjc Vermeulen.
Jacob List, jaren), zoon van Dirk List en Evertje llcgeinan. Pietje Bruin,
(2 jaren), dochter van Pieter Pz. Bruin en Coruelin Baeker. Klaas Dogger,
(26 jaren), zoon van Nceltjc Bakker en wijlen Klaas Dogger. «Tan Pz. Bakker,
(48 jaren), gehuwd met Antje Zoetelief.
Heden Zaturdag den 3 Februai'ij 1866.
Beurs van Londen, ParijsWeenen, Berlijn en Frankfort, beter.
Beurs van AMSTERDAM:
5pCt. oude Metalliek 6pCt. Noord-A tnerika (1882)70,
3pCt.Mexico(oude)20£, 3pCt.Idem(nieuwe)17|, 3pCt.Bi'nn.
Spanje34|, 5pCt. Turken 38A pCt. Boot aan van IVew-
York, van 31 Jan., 's morgens. Illinois I pCt.beter.
Goud T pCt. slechter. Overigens onveranderd.
VERHURING BIJ INSCHRIJVING
der kapitale HOFSTRDK .VAIIÏA'S-
HOEVE, met «O bunders best toe-
gemaakt BOUW- en GROENLAND
en 4 ARBEIDERS-WONINGEN, in
den polder Fijcrland, op Texel.
De insclirijvingsbilletten in te zenden vóór of op
Maandag 19 Februarij 1866, aan den Heer Mr.
W. BOK, Notaris te Texel.
Nadere informatiëu zijn te bekomen bij den Heer A. J.
VERBEEK VAN DER .SANDE te 'Dordrecht, en bij
voornoemdeu Notaris.