volk als een onmondig geslacht beschouwde, goed genoeg om onder dc tuchtroede te zuchten en den staat de uoodige hulpmiddelen tot bekostiging van de landsbehoeften te verschaffen, die gouden tijd van dc aristocratie is voor goed voorbij. Staatkundige vrijheid, vrijheid van denken en spreken, openbaarheid, 't zijn vruchten in onzen tijd geteeld; 't is eene overwiuuing, die met vreugde op de puinhoopcn van 't ingestorlte gebouw der adel-regeriug gevierd wordt. Niet gemakkelijk viel het om aan het volk, die vrijheid te verzekeren, die het toekomt. Op onstuimige wijze werd de eisch tot meerdere volks-vr ij heden gedaan, op bloedige wijze werd in den aanvang te werk gegaan om den gesiclden cisch te verwezenlijken. Geheel of ten deele onderdrukt, stak de aristocratie van tijd tot tijd nog weer het hoofd op om het verloren gebied te hersvinnen. Ook nog in onzen tijd zien we in Pruissen den adel liet hoofd opsteken en de dusgenaamde jonkerpartij regeert het land, zich doof houdende voor de duidelijk te vernemen slem der openbare ineening, die zich tegen de belemmering der staatkundige vrijheid verzet. Het hoog-gereglshof in dien Staat, heeft eeue uitspraak gedaan, waardoor de afgevaardigden des volks worden belemmerd in de vrije uiting hunner gedachten, wanneer zij geroepen worden om te beraadslagen over de wetsontwerpen der regering. De magt der publieke opinie zal echter ook hier wel sterker blijken te zijn, dan het magtwoord van 't gcreglshof. De opschudding in de hoofdstad des rijks, een gevolg van genoemde uitspraak des hofs, vond elders spoedig na volging, en uit alle oorden des lauds komeu adressen iu bij het Huis der Afgevaardigden, die protest inhouden tegen meergenoemde uitspraak. De Ostdeutsclm Post een Weener dagblad, deze aange legenheid besprekende, zegt: „In deze zaak trekt geheel de beschaafde wereld partij voor het Huis der Afgevaardigden." In Italië laat de toestand veel te wensehen over. De financiën des rijks vorderen eene goede regeling, daar er thans eene groote mate van ordeloosheid heerscht. Onderscheidene ongeregeldheden vallen cr bij de inning der belastingen voor en vooral wanneer liet uitzigt bestaat op nieuwe opbrengst schijnt men zich in sommige streken daartegen te verzetten. Zelfs de bladen der hoofdstad (Florence) verbloemen dezen ougunstigen toestand niet. Wij zijn niet in staat tot heden toe eeuige bijzonderheden te kunnen mededeelen, die heen wijzen op de algeheele vereffening der Sleeswijk-Holsteinschc qumstie. Tusschen Pruissen en Oostenrijk blijven nog altijd ernstige geschillen beslaan, die het vooreerst onmogelijk maken om tot eene geregelde afdoeuing te komen. Door de Oostcnrijksche regering en haren vertegenwoordiger in Holstein wordt volstrekt niet de candidatuur van erfprins Frederik van Augustcnburg tegengewerkt. Omtrent volksmanüestatiën ten gunste vaii genoemden prins laat de regering van Oostenrijk eene zekere mate van vrijheid bestaan, die zij meent niet in strijd te zijn met de overeenkomst met Pruissen gesloten. Dc Pruissische regering eehlcr wraakt die houding en de bladen, die het Pruissische kabinet gunstig zijn, noemen den erfprins reeds „deOostcurijkschc pretendent." "Van de andere zijde heeft liet echter niet aai. een gepast antwoord ontbroken. Dat antwoord wees de regering van koning Wilhelm op het streven der Pruissische overlieden in Sleeswijk ten einde de bevolking tot de inlijviugs—politiek over te halen. Dc Engelsche regering wordt steeds verontrust door de woelingen der zoogenaamde fenians. Onderscheidene malen heeft zij reeds wapenen opgespoord ph onderzoek moeten doen instellen naar complotten, die zich iu verschillende doelen des lands hadden gevormd. Op nieuw zijn vijf graafschappen cn drie baronyen in staat van beleg verklaard. Bijna geheel Ierland is nu aan dit stelsel onderworpen. Te Wet te ren, in België, heeft Dingsdag namiddag eene bus- kruid-ontplolfing plaats gehad, waarvan zeven personen de slagtoffer® zijn geworden, terwijl een achtste werkman zich in wanhopigen toestand bevindt en twee anderen min of meer ernstige kwetsuren hebben bekomen. Dc lijken der slagl offers zijn vreeselijk verminkt. De stoffelijke overblijfselen van een der werklieden heeft men in de takken teruggevonden van een pijnboom, waarheen zij op een af stand van 50 passen waren opgeslingvrd. Een persoon, die gedu rende 40 jaren in het buskruid-magazijn werkzaam was en nu zich bevond in het gebouw waar de ontploffing ontstond, is, als door een wonder, aan de gevolgen ontkomen, terwijl men van zijn kame raad, die in een en hetzelfde gebouw werkte, zelfs liet lijk niet heeft teruggevonden. Het materieel verlies, ongerekend de schade die aan de belendende gebouwen is berokkend, wordt op 100,000 a 125,000 francs geschat. Het Groot-Oosten in Belgie heeft Zaturdag jl. in eene plegtigo en opzettelijke te dien einde belegde vergadering de verdiensten van koning Leopold I herdacht. De opkomst was zoo talrijk, dat het gebouw niet ruim genoeg was om alle belangstellenden te bevatten. Niet alleen waren de meeste Belgische loge's vertegen woordigd, maar er waren ook deputatiën aanwezig uit Italië, Duitschland, Nederland, Zwitserland, Engeland, ja zelfs uit de Vëreenigde Staten. Onder de vertegenwoordigde buitenlandsche loge's moet meer in het bijzonder vermeld worden de te Bern gevestigde loge VEspérancein welke wijlen de koning in 1813 als vrijmetselaar is aangenomen. De plegtigheid werd geleid door den heer van Schoor, als nationaal grootmeester ad interim. De heer Defré heeft de lijkrede uitgesproken. Over de bekende uitvinding van den heer Hooibrinck wordt in het Journal dus Débats van den 14 dezer, in een overzigt van de werkzaamheden der Fransche Academie van Wetenschappen gedurende het jaar 1S65, door den heer Paul de Rèrousat het volgende oordeel geveld„De uitvinding van den heer Hooibrinck, die aangenomen had om door middel eener kunstmatige bevruchting den oogst der veldvruchten minstens te verdubbelen, is ernstig betwist geworden. Het is niet uitgemaakt kunnen worden, dat de overkomstig zijne aanwijzing behandelde velden een beter resultaat opgeleverd hebben dan andere. Reeds vroeger was door den heer Pailly aangemerkt geworden, dat de methode van den heer Hooi brinck welligt het aantal graankorrels in elke aar, en derhalve de opbrengst van het graan, maar niet het aantal der aren zelve of van hare stengels kan doen toenemen. Volgens den lieer Daily, moet alzoo het gewigt van het stroo hetzelfde blijven. De voorstanders der methode Hooibrinck beweerden daarentegen, dat, met het graan, ook tevens het stroo overvloediger werd. Dc jongste proefnemingen hebben niet tot een bemoedigenden uitslag geleid. Het verslag der Academie luidt vooralsnog niet beslissend, doch het is waarschijnlijk dat de theorie van den heer Hooibrinck te ligt bevonden zal worden." Dezer dagen vervoegde zich een jong meisje bij cei.e naaister te Parijs en bood deze te koop aan een reeds versleten zijden japon. De koop werd gesloten voor drie francs. Naauwelijks was liet meisje vertrokken, of de naaister stelde den japon aan een harer leermeisjes ter hand, met last om hem los te tornen. Nadat het leermeisje pas vijf minuten hiermede b'-zlg was, gaf het plotseling een gil.... zij haalde er een bankbillct van 1000 francs uit, dat zorgvuldig tusschen dc voering en de zijde zeer klein in eikaar gewikkeld lag. De naaister maakte zich terstond meester van het billet; het leermeisje ging voort met tornen, ze vond er een tweede billet in, spoedig daarop een derde.... kortom, er werden niet min der dan honderd billcttcn, ieder van duizend francs, uitgehaald. De naaister legde hierop aan haar leermeisje hel diepste stilzwijgen op; doch dat kind had meer eerlijke beginselen, het vorderde onmiddel lijke teruggave van den gevonden schat aan de arme verkoopster, onder bedreiging dat liet anders der policie daarvan aangifte zou doen. Toen ging men dc verkoopster opzoeken, maar tot dusverre zijn alle nasporingen nog vruchteloos geble\en. Dezer dagen trachtte een dief het magazijn van ccn koopman in kinder-speelgoederen te Parijs binnen te dringen. Tot dat einde wilde hij een venster aan het achtergedeelte van den winkel inklim men, doch naauwelijks had hij ëén been door dit venster, of hij boorde een ligten en oubestemden kreet. De man trok zijn been snel terug. Yau waar kwam dat geluid? Hij was genoeg bekend in het huis om te weten dat op de plaats, waar hij zich bevond, niemand sliep. Zijne eerste gedachte was, dat hij op een pak piep- poppetjes getrapt had, die door de drukking van zijn voet geluid hadden gemaakt. Gerust gesteld stak hij op nieuw zijn been door het venster, maar nu hoorde hij niet alleen schreeuwen maar voelde zich zelfs door twee sterke handen aangegrepen, terwijl het venster met geweld naar omlaag geschoven werd, zoodat zijne knie in de klem zat. Het vermeende pak piep-poppetjes was eene stevige meid uit den Elzas, epnc zuster van de kindermeid, die den vorigen dag te Parijs was gekomen om eene dienst te zoeken en aan wie men vergund had, daar ter plaatse den nacht door te brengen. De Elzusserin, begrijpende wat er te doen was begon uit al hare magt om hulp te roepeu in liet, gemengde dialect van haar land: „Au foleur! Ein Pieb! au foleur! Wart; der Teufel! au foleur!" Er kwam spoedig hulp opdagen, en de dief werd in verzekerde bewa ring genomen lïcn treffend ongeluk had dezer dagen in een grafkelder te Cori nabij Yilletri plaats. Ook nu nog worden daar, even als in de meeste kleine provinciesteden, dc dooden in de kerken begraven. De doodgraver Pomenico Macciucci wilde met zijne knechts een lijk bijzetten, toen de marmeren zerk van den grafkelder brak en hij zelf met de kist naar beneden viel. Weinige minuten later stikte hij ten gevolge van den verpestenden dampkring. Zijn broe der snelde toe, daalde in den kelder af oin den ongelukkige te redden, doch ook deze werd niet levend weergezien. Een geneesheer, die geraadpleegd werd, verklaarde dat het andere niet beter zou gaan, waarop de geestelijken den grafkelder wilden sluiten. Men slaagde cr echter in, door touwen en haken ile beide ongelukkigen naar boven te halen, doch alle pogingen om lien in het leven terug te roepen bleven vruchteloos. De Engelsche regering heeft thans bij het parlement ingediend de vroeger aangekondigde wet, waarbij, ter beteugeling van de veepest, strenge bepalingen van algetnccnen aard worden voorgesteld voor geheel het land en bovendien aan de plaatselijke besturen zekere verpligtingen worden opgelegd, waarvan zij niet. mogen afwijken. In de jl. Donderdag avond gehouden zitting van het Lagerhuis is de wetsvoordragt tot het nemen van maatregelen ter beteugeling van de veeziekte in behandeling genomen. Een amendement van den heer Hunt, strekkende om hot vervoer van runderen op Engel- schen bodem te verbieden, is, ondanks het verzet der regering, met de meerderheid van 83 stemmen aangenomen. De door nieuwe parlementsleden van het Engelsche gouvernement af te leggen eed zal voortaan voor allen, zonder onderscheid van godsdienst, aldus luiden: „Ik zweer dat ik trouwe onderdanigheid aan koningin Victoria zal bctoonen en haar met al mijn vei mogen zal verdedigen tegen alle zamenspanningen en verraderlijke aan slagen tegen haren persoon, hare kroon en hare waardigheid. In de zitting van het Engelsche Lagerhuis van den 13 dezer is van wege de regering medegedeeld, dat zij eerstdaags nadere wetsbepalingen zou voordragen betreffende het bezigen van vrouwen en kinderen tot fabrieks-arbeid. Te Londen is het aantal der buiten echt geboren kinderen zeer gering in verhouding tot dat in de overige deelen des lands. Tegenover deze waarneming staat echter een ander cijfer, meer geschikt om bezorgdheid te wekken. Dr. Lancaster beweert nl. in the Economist van 12 Aug. 1865, als resultaat zijner onderzoekingen, dat in de hoofdstad van Groot-Brittannië 12,000 vrouwen zijn die hare kinderen vermoorden, „Wij zouden het niet wagen," zegt een Londensohe correspondent der Koln. Zeil., dit buitengewoon hooge cijfer te herhalen, indien niet dezer dagen de „Yereeniging voor de statistiek" het in haar tijdschrift overgenomen en dus er een zeker gezag aan verleend had. De Engelsche wet behandeld kiudti moord zeer toegeeflijk; zelfs kan het betwijfeld worden of het dooden van een nog niet geboren kind volgons liet Engelsche regt eeti msidaatl is. Wat de onechte kinderen betreft, legt. de wet van 1844 aan de moeder den geheelen last van de verzorging pn opvoeding des kinds op. Sedert het uitvaardigen dier wet is het aantal buiten echt geboren kinderen wel een weinig minder, irmar de aanklagten we gens kindermoord zijn toegenomen. In Engeland is de verhouding der onechte tot de echte kinderen 6.5 pCt., in Pruissen 8.44 pCt.,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1866 | | pagina 2