HELDERSCHE NIEDVEDIEFER COURANT. M 17. ZONDAG FEBRUARIJ. 1860. A T TEN T I E. Bureau HELDERSCHE en NIEÜWEDIEPER COURANT. BEKENDMAKING. BINNENLAND. EN VIER-EN-TWINTIGSTE a fH> JAARGANG. Deze Courant wordt uitgegeven woensdag en za tuk dag avond na acht ure, door A. A. BAKKER Cz. in den boekwinkel, Hoofdgracht No. 32. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. franco per post. 1.50. Enkele nommers„0.10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars en Post directeuren. Adyertentiên worden aangenomen tot Zaturdag en Woensdag middag 12 uur, en bij den Heer T. MOOY, Dijkstraat tegenover de Laan, H422, aan den Helder,tot\\ ure. De prijs van 1 tot 4 regels is ƒ0.60. Voor iederen regel meer ƒ0.15. Zegclregt voor elke plaatsing 0.35. .Buitengewoon grootc letters, naar mate der ruimt# die zij beslaan. Brieven en Stukken franco aan den Uitgever. Ter voorkoming van verkeerd bezorgen van brieven enz. bestemd voor de Heldeksciie en Nieijwediepek Coithatït, maakt de Uit gever het publiek attent, dat de naam der N ieuwe Courant van den Helder, Nieuwediep en Willemsoord, enz. sedert 1 Jan. veranderd is in eenvoudig' Heedersche Courant, onder welk adres wij gewoonlijk onze brieven ont vingen. Daarom verzoekt hij als adres te stellen A. A. IS A ft H E R Cz. Den 88 dezer vertrekt de O. I. Landmail vla SOUTHAMPTOIV. Den 88 dezer vertrekt de WEST-IATDISCHE mail. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der geraeentte HELDER, brengen ter openbare kennis, dat op heden door hen voorloopig vastgesteld en van heden af tot en met den den 18 Maart e. k. voor een ieder ter Secretarie ter lezing is nedergelegd, het primitief kohier der plaatselijke belasting op de honden over het dienstjaar 1866 en het suppletoir kohier dier belasting over het dienstjaar 1865. Helder, den 24 Eebruarij 1866. Burgemeester en Wethouders voornoemd, STAKMAN BOSSE, Burgemeester L. VERHEY, Secretaris. HELDER en NIEUWEDIEP, 24 Februarij. Wie zal het ontkennen, dat ook nog in onze dagen van groot belang raag worden geacht, de opwekking en verlevendiging van krijgshaftigheid, van vaardigheid tot zelfverdediging! Nederland is een land, dat daarbij niet minder, zoo niet meer, dan andere natiën belang heeft. Het heeft een aanmerkelijk aandeel in den wereld handel te beschermen, het heeft rijke koloniën tegen uit- en inwen dige vijanden te behoeden, het heeft te waken voor de vrijheid en onafhankelijkheid, dat dierbare erfgoed onzer vaderen, die er goed en bloed en leven voor ten offer bragten. Geen wonder dan ook, dat, te midden van een gelukkigen vrede, de hoofden der depar tementen van Zee- en Landmagt blijven bevorderen, dat er bij de manschappen een geest van krijgshaftigheid worde aangekweekt, die in tijden van nood en gevaar niet anders dan voordeelig kan zijn voor eene goede verdediging. Welkom was ons daarom de genoegelijke avond van jl. Donder dag, toen wij de schermmeesters van Zee- en Landmagt alhier voor ons zagen optreden om blijken te geven van hunne bedrevenheid in het hanteren der wapens. Afgewisseld door schoone voordragten en opgeluisterd door flinke muziekuitvoeringen van het staf-muziekkorps der Kon. Ned. Marine, was dit militaire schouwspel regt aangenaam aan de talrijke bezoekers. Hulde en lof komt toe aan de onder officieren, die, onder de leiding der commissarissen zich zoo goed van hunne taak tot bevordering van een edel doel hebben gekweten. Op voortreffelijke wijze geschiedden de verschillende voordragtên, deels van ernst igen, deels van comischen aard. Behalve de losse dichtstukken, die flink werden voorgedragen, boeiden ons de beide tooneelstukjes„Bertram de cipieren „Een half uur achter 't slot" in hooge mate. Voor de gepaste en fraaije versiering der zaal, die met eene trophée en inscriptie, benevens de borstbeelden van de koningen Willem I, II en III prijkte, komt hulde toe aan den sergeant Martij, die bovendien een zeer groot aandeel nam in de regeling en uitvoering der verschillende werkzaamheden. „Zulk geven dat is goed" die woorden klinken ons nog tegen en wij gedenken met vreugde, hoe onder den krijgsmansrok een hart klopt, dat vervuld is van liefde jegens den ouden, gebrekkigen wapenbroeder en wij verheugen ons er niet minder over, dat het publiek zoo een schoone gelegenheid om een offer op het altaar der weldadigheid neer te leggen, niet ongebruikt heeft laten voorbijgaan. Het Departement Helder der Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen hield gisteren avond in het lokaal 'ï'ivoli alhier eene buitengewone vergadering, die talrijk werd bezocht. De heer D. j. Brouwer betrad het spreekgestoelte tot het houden eencr verhandeling. Spreker wees in den aanvang zijner rede op eene der groote ge breken, die den vroegcren, en helaas! ook nog den tegenwoordigen tijd aankleven, op vooroordeel en zelfverheffing jegens hen, die op eene lagere trede van den maatschappelijken ladder zijn geplaatst. Om het verkeerde van dat verderfelijk vooroordeel in het licht te plaatsen, bepaalde de spreker de aandacht zijner hoorders bij den inhoud van het beroemde treurspel van Casimir de la Vigne, getiteld: „De paria's". De vermelding van den inhoud van dit schoone, treffende en leerzame dichtstuk werd afgewisseld door de voordragt van fragmenten uit de onuitgegeven vertaling van ge meld treurspel van den vaderlandschen dichter C. G. Withuys. Op boeijende wijze schetste de spreker het tafereel door den dichter op 7.00 verhevene wijze geteckend, en wees zijne hoorders heen op de zoo vaak miskende waarheid, dat God aller Vader is en dat de meuschen elkander als broeders zijn verwant. De heer G. E. Bron leverde in de voordragt van het gedicht: „Het Vogelschieten" van A. C. W. Staring, de eerste, de heer j. C. Leich in die van van „Lijp's Natuurbeschouwing"van j. j. A. Gouverneur, de tweede bijdrage. De voorzitter bragt aan het einde der vergadering den sprekers dank en herinnerde met een enkel woord er aan, dat de strekking van des redenaars woorden ook het doel uitmaakt van de Maat schappij, die in al haar streven poogt werkzaam te zijn Tot Nut van 't Algpmeen. Men deelt ons mede, dat aan boord van het Nederlandsche stoomschip Iledea in het Noordhollandsch kanaal, nabij Alkmaar, den machinist bij het schoonmaken der machine een ijzeren bout door de hand is gegaan. Eenige alhier te huis behoorende zeelieden, die een schip van hier naar Newcaslle hadden gebragt, deelen ons mede, dat zij op hunne terugreis over Antwerpen, daar aankwamen juist op het oogenblik, dat er een ernstig spoorweg-ongeluk plaats had. Toen de trein naar Rotterdam zou vertrekken en de machinist aan den stations chef orders vroeg, is de stoomketel gesprongen, tengevolge waarvan de stoker gedood en eenige andere mensehen meer of min gekwest werden. De marquize, van ijzer en glas vervaardigd, werd belangrijk beschadigd. De heer H. van Goens, luit. ter zee Iste kl. is door Z. M,/ benoemd tot ridder der orde van de Eikenkroon. fiz

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1866 | | pagina 1