BUITENLAND. corps Mariniers bestaat, er lot cene werving van matrozen en jongens zal voortgegaan worden, door onder-officieren van het corps Mariniers. De Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft gisteren hare werkzaamheden hervat. Na liet openen der vergadering door den voorzitter heeft dn heer van Bosse, minister van Financiën, het woord gevraagd en het volgende gezegd: „Het kabinet betreurt het ernstig, dat de rijkbegaafde leider der liberale partij gemeend heeft zijne plaats te moeten verlaten. Het is geene ligte tank hem te vervangen. De ministers zullen hunne krachten inspannen om den arbeid huns voorgangers voort te zetten. Het koloniale vraagstuk vordert allereerst cene beslissing. De begrooting voor Indie zal eerlang worden ingediend. Bij de behan deling van een ander zal blijken van den wensch der regering om de vraagstukken op te lossen in den zin van verstandige vrijgevig heid, die, bij bevordering van de eisehen van het tegenwoordige, op de toekomst ziet, zonder het verledène te vergelen, en die zich bovenal onthoudt van roekeloos afbreken. Dat was de rigting vau het vorig bewind, die zal ook deze regering volgen. Geene ver andering hoegenaamd zal er plaats vinden in de algemeene staat kunde; geen terugtreden, geen afwijking, noch hier, noch in de Koloniën. Ten slotte zeidc hij„Wij zullen onze beginselen ver dedigen tegen eiken aanval, met dezelfde warmte van overtuiging als die van het kabinet dat ons voorafging. Het zijn de beginselen van de groote meerderheid uwer vergadering." Op de vraag van den hr. Blussé heeft de heer van de Putte geantwoord, dat er geen ander verschil met de hh. Thorbecke en Olivier bestond, dan over de invoering van het strafwetboek in Indië. Op geen enkel punt, vooral niet op kolouiaal gebied, was er verschil van mcening. De hh. van Goltstein senior cn van Zuylcn vau Arnhem verklaarden zich niet bevredigd. Ovcrzigt der ministers van Binncnlandsche Zaken, sedert 1 November 1849. Mr. J. R. Thorbecke, 1 Nov. 184919 April 1853; dus gedurende 3 jaar en 4;\ maanden. Mr. G. C. J. van Reenen, 19 April 1S5323 Junij 1856; dus gedurende 3 jaar en 2 maanden. Dr. G. Simons, 23 Juuij 1S5618 Jan. 1S57, dus gedurende 7 maanden. Jhr. A. G. A. Ridder van Rappard, 18 Jan. 1S5712 Maart 1S5Sdus gedurende 1 jaar en 2 maanden. Jhr. Mr. J. G. II. van Tets vau Goudriaan, 12 Maart 185822 Febr. 18GG; dus gedurende l jaar cn 11 maanden. Mr. Schelto baron van Heemstra, 22 Febr. 1S6031 Jan. 1862; dus gedurende 1 jaar en 11 maanden. Mr. J. 11. Thorbecke, 1 Febr. 1S62Febr. 1866; dus gedurende 4 jaar. Alzoo is deze Nederlandsche staatsman in een tijdsverloop van ruim 16 jaren gedurende bijna 74 jaar met de portefeuille van Binnenlandsehe Zaken bekleed geweest; terwijl er in den overigen tijd niet minder dan vijf onderscheidene titularissen zijn geweest voor deze zelfde portefeuille. Wat leert men hieruit? Volgens de Tijd is te Rome, aan de gevolgen eener langdurige ziekte, met christelijke lijdzaamheid doorgestaan, op den ISFeb.jl. overleden mrg. Belgrado, patriarch van Antioehie voor de Latijnen, voor ecnige jaren vice-superior van dc Ilollandsche missie en pauselijke internuntius bij ous hof. Den 26 dezer is aan de fabriekswerf van de hh. Paul van Vlissingeu Dudok van Heel te Amsterdam met goed gevolg te water gelaten, hel aldaar voor rekening van de hceren C. Bosman e. s. nieuw gebouwde ijzeren stoomschroelvaarluig Allernaar Packet No. 3, bestemd voor de vaart van Amsterdam op Alkmaar. In de gemeente Warder neemt de veeziekte niet toe; door gepaste maatregelen van voorzorg wordt er geen vee uitgevoerd, zoodat er een groot; aantal gemeste of vette, kalveren in die gemeent e aanwezig zijn, die anders met den gewonen loop van zaken reeds op de markt waren verkocht. Wijders heeft zich in het Noorder kwartier nog geen teeken der ziekte voorgedaan. In den morgen van 25 dezer verspreidde zich te Zaandam het gerucht, dat, in de naburige gemeente Oostzaan de runderpest was uitgebroken, en bij nader onderzoek is gebleken dat reeds 16 beesten op een stal aan do gevreesde ziekte waren bezweken. Ook is dc veeziekte uitgebroken op het grondgebied der gemeente Amsterdam. De maatregel tot onteigening en afmaking is terstond toegepast op al het vee dat zich in den stal bevond. Te Snerk heeft zich eene verecuiging gevormd onder de zin spreuk: Bendragt maakt magt." Zij stelt zich ten doel om bij regering en vertegenwoordiging aan te dringen op eene billijke, meer gelijkmatige verdeeling van belastingen. De vereeniging streeft naar de verwezenlijking van het plan om eene algemeene inkomsten belasting tot stand gebiagt te zien. In het algemeen verslag van den staat van het schoolwezen in Nederlandsch lndie, afgesloten 31 Dcc. 1S63, leest meu de volgende opgaven omtrent den hoogst gebrekkigen toestand van liet ouderwijs, dat aan de inlaudsche kinderen wordt verstrekt. „De schoolgebouwen zijn een soort van langwerpige gebouwen, wel wat gelijkende op een slechte schuur. Op ecnige houten steilen, die in lengte en breedte door ribben van lontharpalm-hout zijn verbonden, rust het dak, dat uit bladen van den gawang is zamengestelcl. Het benedeneinde van het dak reikt vier of vijf voet boven den grond. De wanden bestaan uit de bladribben van zekeren palra en reiken niet hooger dan drie of vier voet. Zij laten dus eene opene ruimte ovei, die aan licht en lucht toegang verleent en de plaats vervangt van vensters, eene weelde, die men slechts aan een paar schoolgebouwen op Rotti opmerkt. Toegang tot een zoodanig gebouw heeft, men door een gat zonder deur en zoo laag, dat meu moet bukken om er door te komen. Daarbinnen vindt men geeuerlei vloer noch zoldering, terwijl er eene duisternis heerscht, te grooter naarmate het dak beter is bewerkt. De schóól- meubelen zijn in slechten staat. Vau eene school werd opgeteckeud, dat de tafels nog geen voet breed en gedeeltelijk bol van opper vlakte waren, terwijl do banken zoo weinig hoogte hadden, dat de kinderen naaitwelyks met liet hoofd aan de tafel reikten." Dc tabak vindt overal zoowel zijne tegen- als voorstanders. Eene plaats evenwel bestaat er welke op dezen regel eene. uitzonde ring maakt. Deze plaats is genaamd Ónchou, (Pcrzie), alwaar het rooken van de tabak eene der hoofdzonden is. Het plegen van moord, diefstal cn liet afleggen van valsche getuigenis zijn aldaar slechts misdaden van geiingc beteekenis en worden ook onder de kleine zonden gerekend. De twee onverschoonbare hoofdzonden zijn 1. de afgodendienst en 2. de tabak. Generaal Prim het hoofd van den in Spanje nu onlangs plaats gehad hebbenden opstand, heeft een manifest tot de bevolking van het Spaansche koninkrijk gerigt. In dat stuk werpt hij van zich af de beschuldiging, die men tegen lu:iu had gerigt, als zoude hij bedoeld hebben eene vereeniging van Portugal met Spanje Hij verklaart plegtig daaraan niet Ie hebben gedacht. Wel verzekert hij, dal de zijns inziens ongelukkige binnenlandsche toestand hem aanleiding heeft gegeven, oin zich aati het hoofd der ontevredenen te stellen. Hij doet, opmerken, dal Spanje's onderdanen iu twee klassen kunnen gerangschikt, worden, de eerste is die van hen welke bevelen en de andere van hen die gehoorzamen; dc cene matigt zich regten aan, de andeie kent slechts verpligtingcn, de eene klasse bederft, dc andere wordt bedorven. Het doel van den generaal is geen ander geweest dan om dien onregtvaardigen en onzcdelijken toestand te doen ophouden. Uit Londen wordt berigt, dat liet, Britsche Lagerhuis zijne goed keuring heeft geschonken aan het voorstel der regering om in de Westmïnstcr-abdij een monument op te rigten ter cere van de na gedachtenis van lord Palmerston. De circulaire van Romc's minister van buitenlandsclie zaken, kardinaal Antonclli, ter zake van de vermoedelijke gevolgen der bekende Septeinber-conveniie, is thans openbaar. Daarin wordt op kalme en waardige wijze den stand der zaken geschetst en liet gevaar geteekeud, dat uit eene ligtzinnige handelwijze der diplomatic kan voortvloeijen. In de kamer der vertegenwoordigers te Brussel had dezer dagen eene interpellatie plaats, ter zake van een geschil, hetwelk tusschen Nederland en Belgie is gerezen. De heer Jacobs van Antwerpen wees op de qiuestie der West er-Schelde en der ufdammingswerken in Nederland, uitgevoerd ten behoeve van den spoorweg van Vlis singeu naar Duilschland, waarvan de afdamming reeds over eene lengte vau 3000 ellen gereed is. De bevaarbaarheid der Schelde en de toegang tot de haven van Antwerpen worden hierdoor in gevaar gebragt en de paniek, hierover ontstaan, is niet kinderachtig, gelijk de heer Thorbecke in de Staten-Generaal heeft gelieven te zeggen. De heer Rogier, minister van Buitenlandsclie Zaken, antwoordde hierop, dat de onderhandelingen over bedoelde aangelegenheid nog niets waren vooruitgekomen; dat hij nog steeds vertoogen blijft indienen, doch dat Ncchrland beweert, het regttc hebben die werken te doen uitvoeren. De minister verzekerde, dat hij de onderhandelingen niet opgeven en zoo uoodig de medewerking vau Europa zal in roepen, hetwelk bijgedragen beeft tot den afkoop van den Schclde-tol en hetzelfde behing heeft bij de schorsing der betaling van de nog resterende 400,000 francs, die Belgie aan Nederland moet uitkeeren. De minister hoopte echter dat dc zaak niet tot dit uiterste zal komen. lil Belgie brengt de hervorming in de kieswet groote drukte te weeg ouder de verschillende staatspartijen. De radicalen zijn met de voordragt nog iu 't geheel niet voldaan en de werkende stand, die ook kennis heeft gekregen aan het door de regering ingediende ontwerp, verlangt thans de invoering van het algemeene stemregt der burgers. De clericale partij daarentegen oordeelt, dat de regering veel te ver gaat en dat de bepaling, dat. allen, die eenigen graad hebben verkregen, kiezers zullen zijn, eene verderfelijke wetsbepaling zal zijn. De beriglen uit liet Zuidoosten van ons werelddeel luiden zeer belangwekkend: in de Donau-vorstendonimen, Moldavië en "VVallachije, is een opstand uitgebroken, die zonder eenig bloedvergieten heeft plaats gehad en alleen den val van vorst Alexander Jan 1 (Couza) heeft ten gevolge gehad. Terstond mulat het nederleggen der regering door den vorst aan de wetgevende magt was medegedeeld, werd besloten om ecu nieuwen bestuurder des rijkste verkiezen. De keuze viel op den graaf van Vlaanderen, broeder van koning Lcopold II van Belgie, die reeds onder den naam van Filips I tot vorst van Runianic is geproclameerd. Het Kngelsche dagblad de Mornivg Pont. deelt echter mede, dat genoemde prins terstond na het bekend worden dier keuze voor de benoeming heeft bedankt. Ecu ander berigt uit het Oosten is van veel belang; liet betreft het bijeentrekken der Russische troepen langs de linie vau de rivier du Piuth. Reeds worden door de stafofficieren, zoo verzekert men, de rivieroevers geïnspecteerd, ten einde een gunstig punt te vinden, waar men den stroom kan overtrekken. Te Dublin in Ierland zijn weder eenïge soldaten in hechtenis genomen, terwijl iu de graafschappen wordt voortgegaan met het doen van arrestatiën. Te Stockholm is een voorstel bij den Landdag aanhangig om aan de vrouwen breederen werkkring te openen; dankbaar voor hetgeen men in zake het lager onderwijs aan de vrouw verschul digd is, wil men ook voor enkele deelen van het hooger onderwijs de vrouwelijke talenten benuttigen. Uit Charleroi wordt medegedeeld, dat de vrouw van Cliarlee Dewitt aldaar, wier jongste kind reeds bijna 12 jaren oud is, den 14 dezer, 's avonds ten 11 ure, bevallen is van eene dochter, den volgenden morgen ten 5 ure van een zoon en ten 12 ure ivoêr van eene dochter. Dit laatste kind is ecnige oogenb lik ken na de geboorte overleden, doch de moeder en de beide andere kleinen zijn welvarend. Onder de wonderen welke, ter gelegenheid der algemeene tentoonstelling van 1867 te Parijs, aan het publiek worden aan-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1866 | | pagina 2