KENNISGEVING. BEKENDMAKING. BEKENDMAKING. GEMEENTERAAD. HU HL AD, l) iiOOlVlidi-. tut lil! Ileidersc/it en A leUiCtdujicf Courant van Zondag 1$ Maart 1806, 23. AANGIFTE VOOR DE ZEEMILITIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente IIELÜER noodigen bij deze uit, de Lotelingen van de ligting van dit jaar, die verlangen bij de Zeemilitie te dienen, om zich daartoe voor den eersten April aanstaande, ter Secretarie dezer Gemeente aan te mel den, op oen werkdag, tusschen des voormiddags van 9 tot 1 ure. De Zeemiliticns ontvangen vier jaren na den dag hunner inlijving een bewijs van ontslag uit de dienst, en worden, wanneer zij een behoorlijk paspoort hebben ontvangen, in tijd van vrede, van de dienst bij de Schutterijen vrijgesteld. De Zeemilitie wordt bestemd tot bemanning van de verdedigings vaart nigen voor de binnenlandscbe dienst en langs de kusten. Zij wordt niet naar de Kolomen en Bezittingen van bet Rijk in andere werelddcelen gezonden, tenzij, ingeval van zeer buitengewone omstan digheden. eene nadere wet daartoe magtiging verleent. Aan hen, die verlangen na volbraglen oefeniogslijd in werkelijke dienst te blijven of te komen, zonder zich als vrijwilliger te ver binden, wordt zulks vergund. Aan hen, die zich met verlof bevinden, wordt in gewone lijden vergunning tot uitoefening van de Buitenlandsche Zeevaart en Vis- scherij verleend. Aan Lotelingen die vóór hunne inlijving bij de Landmilitie, hun beroep van de Buitenlandsche Zeevaart maakten, en zich voor de Zeemilitie hebben aangeboden doch daarbij niet hebben kunnen worden aangenomen, wordt, wanneer zij zich met verlof bevinden, mede in gewone tijden vergunning tot uitoefening van de Buiten landsche Zeevaart verleend. In gewone tijden kunnen de manschappen der Zeemilitie vergun ning bekomen tot het aangaan van een huwelijk, .wanneer zij hun derde dienstjaar hebben volbragt. Voor Lotelingen die hun beroep van de Buitenlandsche Zeevaart maken, is het alzoo van belang dat zij zich op den boven bepaalden tijd voor de Zeemilitie aanmelden, omdat zij anders bij de Militie te land ingelijfd worden cn gedurende hun diensttijd gcene vergun ning verkrijgen om hun beroep uit te oefenen. Helder, den 2 Maart 1866. Burgemeester en Wethouders voornoemd, STAKMAN BOSSE, Burgemeester L. YEItHEY, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der scmccnte HELDER, brengen ter openbare kennis, dat de LIJST DER KIEZERS voor LEDEN van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Provinciale Staten en van den Gemeenteraad, dooi hen op heden zijn vastgesteld, dadelijk aangeplakt en gedurende veertien dagen op dc Secretarie der Gemeente voor ieder ter inzage nedergelegd. Helder, den 14 Maart 1866. Burgemeester en Wethouders voornoemd, STAKMAN BOSSE, Burgemeester. L. VERITEY, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER; Brengen ter openbare kennis, dat de Raa<l dezer Gemeente in zijn vergadering van den 13 dezer heeft vastgesteld het primitief kohier der belasting op de HONDEN voor het dienstjaar 1866 en het supletoir kohier dier belasting over het dienst jaar 1865, en dat deze kohieren van heden af tot en met den 23slen dezer maand voor een ieder ter Secretarie dezer Gemeente ter lezing zijn nedergelegd. Helder, den 14 Maart 1S66. Burgemeester en Wethouders voornoemd, STAKMAN BOSSE, Burgemeester. L. YERHEY, Secretaris. Zitting van Dingsdag den 13den Maart 1866. Voorzitter de lieer Burgemeester. Tegenwoordig 10 leden; afwezig de heeren Bakker, Papincau, ITaremaker, van Strijen, Siebe, Graat en Maalsteed, de beide laatste met kennisgeving van verhindering tengevolge van ongesteldheid. De aanteekeningen van het verhandelde in de vorige zitting werden gelezen en goedgekeurd. Door den Voorzitter werd de goedkeuring gevraagd van het Primitief Kohier der belasting op dc honden over 1866, tot een bedrag van 987.en van het Suppletoir Kohier dier zelfde belasting over 1865, ten bedrage van 149,50. Na het vernemen der mededeeling, dat tegen die kohieren geene bezwaarschriften zijn ingekomen, werd de gevraagde goedkeuring verleend. Er werden gelezen 2 missives, dc eerste van den Commissaris des Konings in deze provincie, de tweede van den Minister van Binnenlandsche Zaken, beiden naar aanleiding van bezwaren dooi den Directeur en Koinmandaut der Marine alhier geopperd ter zake van de toepassing van den hoofdelijken omslag ten aanzien van zee-officieren en scheepsklerken, die uitsluitend aan boord der oorlogschepen verblijf houden. In die missive wordt een blik geworpen op de strekking der wetsbepalingenTen wordt den wensch geuit, dat liet gemeentebestuur er toe kunne besluiten, om aan de opgeraelde bezwaren te gemoet te komen. De Voorzitter stelt voor, dat de Raad zijne meening openbare omtrent deze zaak, opdat het Dagelijksch Bestuur zich daarnaar kunne regelen bij het op maken van het Kohier. De heer Braaksma gelooft niet, dat de Raad het regt heeft om die heeren van den hoofdelijken omslag vrij te stellen, daar ze toch wel degelijk, even als andere burgers, profiteren van de bescherming, enz., die door andere inwoners wordt genoten. De heer Strootman wil het aan B. en W. hebben overgelaten om die heeren op liet kohier der belasting van den hoofdelijken omslag te plaatsen. Z. i. komen eerst dan, wanneer dat kohier is opgemaakt, bezwaarschriften daartegen te pas. Die kunnen alsdan aan Gedep. Staten worden ingezonden. De heer de Breuk staat het beginsel voor van algemcene toe passing. Hij heeft nagegaan hoe men in andere gemeenten met de regeling dier belasting is te werk gegaan en gelijk hij daar geen zweem van uitzondering maken heeft ontmoet, weuscht Lij daartoe ook hier niet mede tc werken. Hij gelooft, dat de Raad verpligt is met de stïptste regtvaardigheid te werk te gaan. De heer Reeringh doet opmerken, dat de officieren en scheeps klerken zijn ingezetenen of althans verblijfhondeuden in deze gemeente en acht het dus niet anders dan billijk, dat zij in de lasten deelen. Er zou z. i. ouregtvaardigheid komen jegens officieren die aan den wal wonen, en op wie de vrijstelling niet zou van toepassing zijn, ofschoon de omstandigheden geheel g'-lijk zijn. Hij gelooft uiet dat het de bedoeling der wet kan zijn, om die heeren van de per sonele belasting vrij te stellen. In stemming gebragt, wordt de vraag of de officieren der zee- magt en scheepsklerken, aan boovd verblijf houdende, op de kohieren voor den hoofdelijken omslag zullen wordeu geplaatst, toestemmend beantwoord. Er werden den Raad aangeboden de jaarverslageu over 1865

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1866 | | pagina 5