TOT NUT VAN 'T ALGEMEEN. Men meldt uit Yokolmma het volgende „Tegen den mikado is al hier een soort van schotschrift uitgekomen, waarbij hij, in naam van de winden en golven, wordt veroordeeld, omdat hij de vreemdelingen zoo zeer tegengewerkt heeft en waarin gezegd wordt, dat hij ten slotte dwazer nog dan schuldig is. Daarom zal hij niet gestraft worden zooals hij verdiende, maar wordt de hoop uitgedrukt, dat hij nog tot inkeer zal komen. Dit vonnis is geslagen door de zamenkomst van acht millioen goden, die onder den naaam van Icheno Kami vergaderd zijn." Een der Noord-Amerikaansche dagbladen meldt dat dezer dagen overleden is een bisschop der Mormonen, die 37 jaren oud werd en een belangwekkende familie, bestaande uit elf vrouwen en vier-en-veertig kinderen, nalaat, om zijn onherstelbaar verlies te betreuren. In Amerika is eene soort spinnen ontdekt, die waarschijnlijk eenmaal op het gebied der zijdeteelt met de zijderups wedijveren zal. Een geneesheer te Boston, die in den zomer van 1863 in de haven van Charleston die ontdekking deed, dr. Wilder, hield in genoemde stad eene voordragt, waaraan wij het volgende ontleenen. In 4/5 uur spon hij van het ligchaam eener enkele spin 150 el gele zijde; in het volgende jaar verkreeg een ander van 30 dezer spinnen 3484 el waarvan een enkele draad sterk genoeg was om een gewigt van 45 a 107 grein te dragen De onbekendheid met de leefwijze der spinnen was echter oorzaak, dat men geen groot aantal dier spinnen kon bijeen krijgen en daardoor van de ontdekking tot dusver geen partij kon trekken; daarbij kwam de gewoonte, dat de sterkste spinnen de zwakkere opeten, waardoor van vele duizenden uitge- broeide slechts eenige honderden uitkwamen. Deze spinsoort werd door den outdekker aan verscheidene natuurkundigen vertoond, doch was dezen geheel onbekend. Te San Francisco is eene nieuwe verzekering-maatschappij op- gerigt - eene assurantie op de schoonheid der vrouwenHet prospectus vermeldt het volgende. Eene vrouw kan haar schoonheid zelve op een prijs schatten en haar naar dien maatstaf verzekeren. Zij zal bovendien eene som moeten betalen, naar evenredigheid van de verzekerings-premie. De maatschappij verzekert vrouwelijke per sonen van 15 tot 30jarigen leeftijd. Zij verbindt zich aan dc ver zekerde eene som van zóó en zóóveel te betalen voor het geval zij hare schoonheid door ziekte of door een ongelukkig toeval zou verliezen of van het oogenblik dat zij zich zelve leelijk zou beginnen te viuden. Deze nieuwe maatschappij doet denken aan het plan om eene belasting aan meisjes van 20 tot 30 jaar op te leggen. De ontwerpen van dat plan beweerde dat die belasting nog meer zou opbrengen dan men gedacht had, omdat, zeide hij, alle vrouwen ook boven de 30 jaren zich in dc belasting-kohieren zouden laten inschrijven. I. Wie dc „Zoo zijn er" van den geestigen Alexnnder v. H. kent, die znl zich daaruit wel het plantjen herinneren voor hen die het niet kennen wil ik het even schetseu waarop men eeu vader ziet, die, meteen glans van vergenoegen op het gelaat, een dissertatie van zijn zoon ontvangt; terwijl de zoon, met den doctoralcn hoed zijn ..ouden heer" beleefdelijk groetende, een aautal levende wezens uit het dicreurijk achter zich nasleept, wezens waarvan het een er al meer brommend eu grommeud uitziet dan het ander. Dit onderschrift draagt de lithographie: „En die lieve beestjes, Willem?" „«Heertjes, Papa!"" deze laatste woorden, naar ik inij voorstel, op een toon uitgesproken, alsof die wilde, roofzuchtige bergbewoners de prettigste en gezelligste huisdiertjeus waren, die men als een souvenir uit den academietijd uaar de stad zijner vaderen kan inedenemen. Gelukkig de Pipa die, tegen dit roofgedierte met dat onherberg zaam gegrom dreiging en moord blazende, een bloedige slachting onder hen allen kan aanrichten, otn ze daarna opgezet te bewaren in den vorm van gekwiteerde rekeningen; hem tot een herinnering, dat zoonlief, gelijk zoovele andere zonen van rijke en arme vaders, ook al met de ziektestof van het „schuldenmaken" besmet was. Maar zou dat alleen van de studerende jongelingschap gelden? In de overtuiging dat dit volstrekt niet het geval is, wil ik, met het oog op de maatschappij in kaar geheel, over het „MAKEN VAN SCHULDEN, DIE MEN NIET BETAALT"; dat is: over het „STELEN OP EEN FATSOENLIJKE WIJZE" eenige opmerkingen ten beste geven. Ik doe dat, op het gevaar af dat. enkele lezers en lezercsseu zich niet geheel op hun geinak zullen gevoelen, bij de verschrikkelijke gewaarwording, dat een beer zijn pooten hun onzacht op de schouders slaat (vooral voor dames, die een onbetaalde tweejarige japon of kraag aan hebben, zijn de nagels van zoo'n klauw lang niet prettig!); op liet gevaar af, dat audereo zicli zullen ergeren ann de vele soorteu van beeren men heeft ze groot en klein; jong en oud (de laatstcn zyn het lastigst)men heeft ze ook opgesloten in ccn hok (alleen deze durft men vrijmoedig in de oogeu kijken) en loopende in het wild, enz. enz.; op het gevaar af eindelijk, dat sommige schuldeischers onmiddellijk na dc lezing van dit krantjen, dat tot leuze heeft „wij huldigen het goede!", aan sommige schuldenaren een enkel oud rekeningetjen zullen zenden. Wat is schuldSchuld noemt men, op finantiëel gebied, hetgeen iemand hetzij door inkoop, hetzij door het gebruik van eens anders diensten of goede ren, gehouden of verplicht is aan een ander op to brengen of te voldoen. Zoo maakt de handelaar schuld, door het inslaan van waren, tegen een bepaalden tijd te betalen; zoo de particulier door het aanschaffen van zijn dngelijksche behoeften, die op rekening wordcu gesteld; zoo de huurder door het huren van een woning, bij terinijueu te voldoenzoo ieder, die diensten vraagt tegen loon; of, tegen een vastgesteld honorurium, personen in betrekking neemt; zoo het land door, met ceu beleening, het geld zijner burgers tegen een hoogere of lagere rente op te nemen. Het muken van al zoodanige schulden is, met het oog op de maatschappij, zooals zij nu eeumaal ingericht is, betrekkelijk nood zakelijk, en zou zeker geen kwade vruchten dragen, indieu in ieucr burger het zuiver zedelijk beginsel leefde, oin alleen zooveel schuld te maken, als door een verzekerd inkomen kan afgedaan worden. Op groud hiervan moet zelfs het maken van schuld in vele gevalleu verdedigd cn aangeprezen worden. Onderstel dat een stad een gemiddeld jaarlijkse!» inkomen heeft van vijftig cn aan uitgaven moet besteden veertig duizend gulden; dan zou het, indien er eens ten behoeve vun de een of andere openbare inrichting, tot nut der gehcele bevolking, een kapitaal van 50,000 noodig was, een bewijs van verlichting cn vooruitgang zijn, indien de stedelijke raad die schuld maakte; bijv. tegen 4%, dat is 2000,renten; men kon bovendien een tiende gedeelte aflossen, cn nog bedroeg het saldo 3 mille. Men boude intusschen hierbij het punt van uitgang goed in het oog, dat namelijk het bedrag der schuld evenredig zij aan het verzekerd inkomen Houdt burger of staat zich daaraan vast, dan zal ook het maken van schuld in de meeste gevallen de betaling er van insluiten. Verliest men dit echter uit het oog, en bi draagt iemands schuld meer dan zijn inkomen, zoo moet finantieele en gewoonlijk ook moreele achternitgang daarvan liet noodzakelijk gevolg zijn. De ondervinding toch leert, dat dikwijls in zoo- danige gevallen nieuwe schuld gemaakt moet worden om oudo schuld af te doenneen, om die schijnbaar tc dekken en te verzwaren. En geen verder felijker ding dan dit! Een voorbeeld uit het dagelijksch leven heldere het op: gij leent honderd gulden, met de stellige belofte van 10 's rnaands af te lossen; als slecht financier eu, om de waarheid tc zeggen, als trouweloos mensch verteert gij die tien gulden, maar leent nu, om woord te houden, weêr bij een ander dat verschuldigde; wat is hiervan het gevolg? dat gij bij twee personen in hel krijt staat, eu verplicht zijt om de volgende maand in plaats van tien, het dubbel f 20, af te lossen, op welke aflossing met uw beginsel of liever beginselloosheid al zeer weinig kans bestaat. Niet zelden is dou ook een particulier bankroet het slot der rekening. (Van leenen gesproken.- wéinig dingen zijn zeker zoo onaangenaam, als dat iemand, die „bitter cu bitter verlegen zit," n een enkelen twceguldeu vijftig vraagt, welke bij ongelukkig (ach, dat geheugen weet wat!) vergeet terug te geven. Eén vergoeding intusschen: als gij dien vriend eenigeu tijd daarna op de sociëteit ontmoet, vraagt hij u op den fideelsten toon der wereld: „wil je niet wat gebruiken?" en om niet onbeleefd te zijn drinkt gij eeu bittertjen van en voor uw eigen rijksdaalder! „Niet duur!") Ik noemde zoo even een woord, eigenlijk het Fransche „banquerout", afgeleid van het Italiaauschc „bancorotto", dat een gebroken wisselbank beteekent; een woord dat in het voorbijgaan wel onze aandacht mag bezighouden. Een veertig, vijftig jaar geleden, hoorde men zeer zelden: „Meneer X. is failliet", eu indien al eens: dan toch altijd met zekere ontzetting. Eu tegenwoordig? wel zoo iets is een zeer gewone zaak, waarover weinig menselien zich meer verbazen, en waaraan nog minder zich ergeren. Men kan er immers als met den vinger aanwijzen, die in hun handel zooveel schuld maaktcn.cn te gelijk zoo goed leefden van liet ontvangen geld, waarmede die schuld had moeten afgedaau worden, dat de finantieele toestand eindelijk onhoudbaar werd, en een openlijke failliet verklaring volgen moest. Met vijf, tien of twintig percent konden de credi teuren zich tevreden stellen. Dat was een dag voor den ongelukkige. De vrouw stortte tranen als waterbeken (en dat zegt nog al iets); de kinderen op do kiuderkaiuer kraaiden het uit van plezier, (wat pijnlijke tegenstelliug), omdat zij 's avonds naar een partijtjen zouden gaan, cn Hugolientjcu ccn nieuw jurkjen, en Jannemau een nieuwen kiel, en Cornelis nieuwe schoeuen zou krijgen; en vader? uiterlijk diep ontroerd! Eén troost slechts bleef hem over: een Phoenix gelijk zal hij verrijzen, en dan op nieuw ondervinden hoe gemakkelijk, neen, hoe zwaar, hoe loodzwaar het valt jaarlijks voor „zooveel kapitaal" aan goederen in tc slaan, en van de 75% te leven, cn den schuldeischcr aan het eind met 25% af te schepen. Ik zou wel eens willen weten, voor de kennis van de statistiek der schulden, liocvelc slachtoffers er zouden vallen, om het maatschappelijk brandmerk van faillissement op liet voorhoofd te dragen, indien er in onze dagen, niet van een Keizer of Koning, maar van do publieke opinie een gebod uitging, dat alle ïusoliede handelaars hun schuldeischers moesten voldocu. Ach, ach, wat zoaden de notarissen het druk krijgen met de verkoopiog van inboedels. En de huis huur daalde wel 25%Zonder zulk een gebod telde men een paar jaar ge leden in Zaandam alleen ik wil zeggen, in Parijs in ééne maand (Febr. 1SG3) 111 faillissementen. Iu Engeland in 1862 maandelijks ruiin 800, bijna 10,000 over het gehecle jaar. Ziedaar een vrucht van het schandelijk misbruik van crcdiet. En stel u nu ook eens voor (maar! slecbts voor een oogenblik; want in dat ééne oogenblik reeds zou men duizend angsten kunnen doorstaan!) det er een gebod uitging, dat alle particulieren hun overgeleverde rekeningen (dat zijn rekeningen die meer dan een jaar oud zijn) moesten betalen; al liet geleende teruggeven, enz. enz. Wat zonderling tooneel zou men aan schouwen. Wat aangaat de schuldeischers: vele slagers, bakkers, kruide niers, juweliers, munufacturiers, golanteriewinkeliers zouden het plotseling „be sterven van vreugde." De boekhandelaars in Leiden, Utrecht en Groningen (ook wel elders?) zouden een werk kunnen uitgeven over het aangevangen duizend jarig rijk, of wilt ge liever, over de gouden eeuw. De kasteleins van herbergen cn sociëteiten hadden wel dagwerk voor het optellen van alle mogelijke bittcr- tjens, likenrtjens, grogjens, glazen Beijersch bier, partijen billard, enz. De doctoren zonden eeu tal van dooden voor den geest zien verrijzen, waarvan de een natuurlijk een aaogenamer indruk zou maken dan de ander. De apothekers zouden, bij het zien van het jaartal der rekeningen en te gelijk denkende aan eigen kroost, kunnen uitroepen: kleine kinderen worden groot. En wat de schuldenaars betreft, velen ouder hen zouden hun troost moeten zoeken bij een bijzouder soort van bankbriefjens, die echter dit ongerief hebben, dat zij, na verloop van eenigen tijd niet ingewisseld, alle waarde verliezen, en den rcspectieven houder van dcu bank liet recht geven om uw goederen publiek te verkoopen. Een vreemdeling, die ile stad bezocht, zou vragen of er „algeineene verhuisdag was?" Vele burgers, die gewoon waren goed te leven, zouden een type worden van woestijnachtigen ccuvoud, en dat is eenvoudig. Menige huismoeder zou voor zoonlief - in plaats van een gloednieuw buis naar den lantsten smaak „eeu gekeerden rok van Pa" wel zoo geschikt vinden. Ecu spons met water zou een groote, d. i. een glansrijke dienst kunnen bewij zen aan den oud-mode] hoed van Meneer. Maar wat het meest van alles zegt, daar toch het reizen zoo in zwang is (zelfs pleziertrcinen voor het volk!), tal van lieden zouden een uitstapjeu maken zonder eens afscheid te nemen! naar de Noobdekzon. Wordt vervolgd.) MARKTBERIGTEN. ALKMAAR, 12 Mei. Aangevoerd: 10 Paarden f 35 a 110. 21 Koeijen f 90 a 140. 585 Schapen f 9 a 25. 1389 Lammeren f 7 a 11. 18 Geiten f 4 a 7. 150 Magere Var kens f 14 a 25. 181 Biggen f7 a 13. Boter 60 a 67 5 per kop. HOORN, 10 Mei. Aangevoerd: 94 stapels of 21783 N. p. Kaas. Hoogste prijs f31,per50N.p. 12 Mei. Prijzen der Grauen enz.: Tarwe f9.25, Garst f5.50 a 6.50, Haver f4 a f 4.75 Graanwe Erwten f 20, Bruine Boonen f 13 a 14. Aangevoerd: 26 Paarden f120 a 250. 132 Koeijen f130 a 320. 25 Kal veren f4.50 a 13. 2790 Schapen f 17 a 31. 3025 Lammereu fS a 17. 325 Varkens f 12.50 a 24. 14 Zeugen f 19 a 43. 570 Biggen f 5 a 11.50. 55 Bokken f0.25 a 6. 40 Geiten f 0.35 a 8. 390 Kippen f 0.40 n 2. 4220 kop Boter 475 a 55 c. per kop. 23,600 Kip-Eijcren en 12,100 Eend-Eijereu f 2.20 a 2.30, por 100 stuks. De handel in Vee was zeer stug. PU RM EREN DE, 8 Mei. Aangevoerd: 16 Paarden. 834 ltundereu, vette Koeijen iets ruimer aange voerd eu daardoor minder, Kalf- en Alelkkueijen over het«geheel flaauw, Gelde- koeijen redelijk vlug. 107 vette Kalveren, 45 a 70 c. per N. p.; 90 nuchtere Kalveren, f 3 a 10: 42 vette Varkens, 45 a 50 c. per N. p.; 10 magere Var kens, f 17 a 25 en 438 Biggen f 8,50 a 12; allen handel vlug. 18S5 Schapen cn Lammeren, vette Schapeu werden voor iulandsch gebruik tot matigen prijs opgekocht, Ovcrhouders iets beter tc plaatsen. 167 stapels Kleiue en 9 stapels Kaas Kleine Kaas goede voorraad, langzaam verkocht, hoogste prijs f 29,50 per 50 Ned. p. Boter f 0,95 a 1,05 per Ned. p. Kip-Eijeren f 2,30 cn Ecnd- Eijercn f 2,40 per 100 stuks. LEIDEN, 12 Mei. Boter 1ste kwal. f 1,225 a 1,35. 2de kwal. f 1,12® a 1,225 per N.p. SCHIEDAM, 14 Mei. Jkneveb f 17,a 17,50 per vut contant bij partij. Moutwijn f 13 75. LEEUWARDEN, 11 Mei. Boter f 43.—. LONDEN, 14 Mei. Heden waren ter VEE-markt aangevoerd: 3620 Runderen, 23770 Schapen. 56 Kalveren eu 380 Varkens. De prijs der Runderen was 5 sh. 2 d., vun Schapen 6 sh. 0 d., van Kalveren 6 sh. 4 d. en van Varkens 4 sh. 10 d. De prijzen der laatste markt waren: Runderen 5 sh. 2 d.. Schapen 6 sh. 0 d., Kalveren 6 sh. 4 d., Varkeus 0 sh. 0 d.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1866 | | pagina 3