LUDWIG VON BENEDEK. en-zeventig octrooijen ziju aangevraagd en verleend tot liet vervaar digen van dameshoeden, alzoo in zeven-en-zeventig verschillende vormen Het hof van assiscs in het departement der Seine heeft dezer dagen uitspraak gedaan in de bekende zaak van Philippc. Deze 32jarige man is schuldig bevonden aan moord van verschillende vrouwen van slechte levenswijze, met welke hij des avonds kennis aanknoopte om ze, wanneer hij met haar alleen was, door middel van een scheermes te vermoorden, met het doel, om zich van hare kleinodiën en geld meester tc maken. Een mislukte moordaanslag, tloor hem op eene fatsoenlijke vrouw, schilderes van beroep, gepleegd, bragt hem eindelijk in handen der justitie. Hij is tot de doodstraf veroordeeld. Jl. Donderdag is ie Londeu eene proclamatie van de koningin uitgevaardigd, waarin verkondigd wordt, dat Engeland in den oorlog tussehen Pruissen, Oostenrijk en Italië onzijdig is, In de vorige week hebben te Londen plaats gehad 1295 sterf gevallen en 1943 geboorten. Volgens nadere berekening, in de Times voorkomende, zijn gedurende hot jaar, dat de veeziekte in Engeland heeft geheerscht, aldaar van elke 1000 runderen door elkander meer dan 50 aan getast, en zijn van elke 1000 aangetasten bijna 900 gestorven. De epidemie had ook in vrij hevige mate onder de schapen gewoed. Volgens officiële opgaven, waren 4463 schapen aangetast en daarvan 4002 gestorven. Onder voorzitting van prinses Schwarzenberg heeft zich te Weenen eene commissie gevormd uit de aanzienlijkste vrouwen van Oostenrijk, welke thans in de dagbladen eene oproeping hebben geplaatst, ten einde bijdragen te ontvangen voor de inrigting van een hospitaal voor gewonde militairen. Z. M. de keizer heeft daartoe zijn kasteel Schlosshof aan de commissie ofgestaan. Ridders der Duitsche orde en andere liefdadige genootschappen zullen voor de verpleging zorgen. Volgens den te Elorcncc gevestigden correspondent van de Times, heeft generaal Cialdini in eene dagorder aan de onder zyne bevelen geplaatste troepen verklaard, dat de bevrijding van Venetië het eenige doel der Italianen is. De Gasette di Torino meldt dat koning Victor Emannel twee uren vóór zijn vertrek naar het leger, den volgenden brief heeft geschreven aan zijnen schoonzoon, den koning van PortugalWaarde Lodewijk! Ik heb aan Oostenrijk den oorlog verklaard; binnen twee uren vertrek ik naar het kamp, waar ik het commando over mijn leger op mij neem. Ik heb mannen onder mijn bevel. Eerst daags meld ik u meer hiervan. Berijd Marie voor. Geheel de uwe, Victor Emanuel." De Unita Italiam meldt, dat Garibaldi, zich onlangs te Sali bevindende, tot zijne vrienden zeide: „Zeg als 't u belieft aan de dames van Genua, dat mijne vrijwilligers geen hemden hebben, en dat ik op haar reken om ze voor hen te maken." De Trance wijdt een artikel aan het vrijkorps van Garibaldi. Een man, die meer een vermetele partijganger dan een geoefend generaal is, zou, volgens genoemd blad, met 12,000 man den vijand zeer verontrusten, de fllanken van het Italiaansche leger dekken, en dus doende gewigtige diensten kunnen bewijzen; maar het ware zeer gewaagd hem met een geregeld georganiseerd leger in het vijandelijk land, zonder elke verbinding met de overige Italiaansche generaals, te laten opereren, in zonderheid in Tyrol tegen het dal van Inn en Isar. Maar in Italië denkt men anders hierover; Garibaldi aan de spits eener krijgsmagt beteekent: strijd op leven en dood tegen de Oostenrijksche monarchie. Bij den militairen opstand te Madrid zijn meer hoofdofficieren gedood en gekwetst geworden dan bij menig gevecht met den vijand het geval is. In een particulieren brief uit Madrid wordt voorts gemeld, dat de muitelingen zich door de geheele stad verspreid hadden en 17 stukken geschut met zich voerden. De kazerne San Gil, waar de opstand onder het regement artillerie uitbrak, ligt op 500 ellen afstand van het koninklijk paleis. De opstandelingen riepen: „Leve Prim! Leve de vrijheid!" Vooral in de wijk waar de arbeidende klasse woont, de voorstad Toledo, werd verschrikkelijk gevochten. Volgens bedoelden berigtgever is het aantal gevangen genomenen niet 800, maar 1700, en zijn reeds 137 hunner doodgeschoten. Het aantal dooden aan beide zijden wordt op duizend geschat. Het zal onzen lezers voorzeker niet ongevallig zijn, eenige bijzon derheden te vernemen van den man in wiens hand voor een groot gedeelte Oostenrijks lot ligt opgesloten. Wij bedoelen Ludwig von Benedek, veldmaarschalk en opperbevelhebber van het noorder-leger der Oostenrijkers: «Hij werd ia 1804 te Oeilenburg in Hongarije geboren. Zijn vader was geneesheer. Zijuc militaire opleiding genoot hij op de keizerlijke militaire school te Neustadt, en in 1S22 kwam bij als kadet bij liet leger. In 1824 was hij tweede luitenant; in 1831 verkreeg hij den daarop volgenden rang en werd hij bij den generalen staf in Italië verplaatst. Na in 1835 tot kapitein benoemd te zijn, ging hij in 1840 als majoor en adjudant in het gcueraal- kommandeinent naar Gallicie, waar hij, wegens zijne uitstékende diensten, in 1843 zijne bevordering tot luitenant-kolonel en iu 1840 die tot kolonel verwierf. „Tn 1848 was hij in Italië; de Oostenrijkers prijzen de koelbloedigheid en de tegenwoordigheid vau geest, waarvan hij te Milaan blijk gaf. Door itadetzky werd hij bij dagorder loffelijk vermeld om ziju heldhaftig gedrag. In 1849 verdreef Benedek, toen kolonel, dn Italianen uit Mortnra en maakte ccn brigade krijgsgevangen, en tc Novara had hij een groot deel aan de overwinning der Oostenrijkers. Later streed hij ouder Ilaynau aan de Donau-oevcrs tegen zijne oproerige laudgenooten, de Hongaren. Te Raab, Cornoru cn Szcgcdiu behaalde hij treurige lauweren, welke geen man vau eer cu gevoel liem zal benijden. Benedek is ecu soldaat, die niets auders kent dan de dienst en de bevordering. Deze lantste bleef niet uit: slag op slag werd bij biuneu weinige jaren tot gcucranl-mnjoor, brigadier en chef van den algcrneencn staf van maarschalk Itadetzky benoemd. In deze betrekkingen beliaudeldo hij het ongelukkige Lomhardijë met zulk een ijzingwekkende gestrengheid, dnt de Oostenrijksche regering zich genoopt zag hem terug te roepen, Hij werd toen als militaire gouverneur naar Krakau gezonden. Eerst in 1859 kwam hij iu Ilnlic terug, en daar ondervond hij een dubbele teleurstelling: vooreerst had men hem niet I toevertrouwd ceu kommandement iu overecustcmmiug mei zijne bekwaam heden eu zijne diensten, en vervolgens moest hij getuige zijn van de zege der Italiaanseho zaak, die in hein steeds een der felste tegenstanders had gevonden. Men verzekert, dat hij in zijne woede tranen stortte, toen hy bevel tot den teruglogt kreeg, doch kwam van dit besluit terug, toen hij eerst tot generaal der lufauleric, en later iu plaats van Hess tot maarschalk benoemd werd. Sedert is hij aartshertog Albert als gouverneur van Hongarije opgevolgd, maar hij was to Pestli niet op zijne plaats en werd ontslagen. Toen kreeg hij het opperbevel van het leger van Italië, waaraan thans den naam vau Noorderleger gegeven is. Maarschalk Benedek, 62 jaar oud, is een der incest populaire leger hoofden in den Oostenrijkschcn staat. „Wat zijn uiterlijk aangaat is hij een stevig man, met zeer ontwikkeld bceudergcstel, eer mager dau gezet, flink in al zijne bewegingen, vlug en krachtig van gang; hij draagt altijd bet hoofd regt omhoog, zoodat zijne groote, door dringende oogen open en ferm om zich heen kijken. Er spreekt een kracht uit die oogen, die eeue vergelijking met den adelaarsblik eene zeer gepaste doen zijn. Ziju aaugezigt is smal, spits naar de kin uitloopendc. Zijn verblijf in Italië heeft aan zijn golaat een sterk bruinen lint gegeven. Een smalle baard omringt ziju gelaat; in dezen zoowel als in het haar zijns hoofds vertoont zich reeds menige grijze plek, maar in zijn knevel ziet men nog geen enkel grijs haar. Behalve aan zijne oogen is Benedek vooral ook aan zijn knevel te herkennen. Deze wordt door hem altijd zeer zorgvuldig „aufgcwiclist", d. i. eerst met eene vaste pommade ingewreven, dan omgewonden en eindelijk met de scherpe punten naar boven gedraaid, zoodat zijn neus daarmede nis het ware in eene lijst is gevat Benedek stelt zeer veel prijs op zijn knevel. Als hij over straat gaat en zijne hand van onder zijn mantel te voorschijn haalt, dan kan men er zeker van ziju dat dit geschiedt om zijn knevel op te draaijen. Den inilitaircu groet beantwoordt hij meestul met een vriendclijken hoofdknik. „Als politiek man is Benedek.... Oosteurijksch soldaat. Hij heeft zitting gehad in het Ilccrenhnis, maar dit scheen hem niet zeer te bevallen. Was hij te Weenen, dan woonde hij stipt elke zitting bij, luisterde aandachtig toe, maar zonder er genoegen in te vinden." INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur! Daar wij volkomen met uwe leus: „Wij huldigen het goede!" instemmen, I kunnen wij niet nalaten liet volgende zooveel mogelijk bekend te maken Naar wij vernemen, liccft het II. C. Armbestuur het plan ernstig opgevat, om ccn Diaconiehuis of gesticht voor ouden van dagen daar te stellen. Er moeten reeds door genoemd bestuur de eerste stappen daartoe gedaan zijn, of zullen binnen eenige dagen gedaan worden, ten einde dc goedkeuring van het kerkbestuur cu de geestelijke overheid te verkrijgen. Wij juichen het plan van het R. C. Armbestuur vau harte toe, daar het hoog tijd wordt, dat zoodanig gesticht kome cn hopen, of liever verwachten, dat genoemd kerkbestuur, waar den zoo zeer beminden en alom "gcachten pastoor van Bucliem aan het hoofd staat, niet alleen bet Armbestuur zal machtigen, maar hetzelve met al zijne ten dienste staande krachten zal ondersteunen; eu ook aan den anderen kaut verwachten wij uu ook van het armbestuur dat het als één man, iu 't belang der aan zijne zorg toevertrouwde arme oude lieden, het hoofd zal bieden aan allen moeite, zorgen en lasten, aan zulk een grootscli plan verbonden. Wij vertrouwen, dat het armbestuur zal kunnen rekenen op de hulp van alle weidenkenden, die het beraamde plan, als bet tot uitvoering komt, met allo magt wel zullen steunen. Met hoogachting tcekonou wij ons: Eenige voorstanders van weldadigheid aan behoeftige ouden van dagen. BURGERLIJKE STAND VAN DE GEMEENTE HELDER, van 22 tot 29 Junij 1866. ONDERTROUWD: D. de Lange, koopman, bijna 64 jaren, weduwnaar van J. Stephani eu C. Pluïlunrt, 35 jaren. J. J. Nas, werktuigmaker, 28 jaren en J. Gras, 29 jaren. J. Jungbackcr, timmerman, 24 jaren eu J. J. Philips, 25 jaren. J. Willems, werkman, 23 jaren en J. Ludcke, 22 jaren. GEHUWD: H. de Graaf en E. J. van Haren. G. Snel en J. W. WesthofF. J. G. Bock en M. Oetclmans. D. S. B. Tromp en M. van den Broek. M. Dobbclaer en C. Hagen. BEVALLEN: P. J. de Looze, geb. Compans, (Z.). A. Stoll, geb. Mens, (Z.). A. Roerdomp, geb. Govcrs, (D.). M. Cl. Eiorani, geb. Smit, (Z.). C. A. Luths, geb. Postumus, (Z.). M. Krul, (1 Z. cn 1 D.). M. du Pain, geb. de Lange, (Z.). J. C. vau Os, geb. Pluijmcrs, (Z.). D. Kuijk, geb. Duinker, (D). A. 1'Istcllo, (Z.). L. Grimberg, geb. Merkelbng, (D.). M. M. Schnitzelhiiber, (D). M. Steeman, geb. de Bell, (D.). C. van Meurs, geb. Prent, (Z.). T. Bosman, geb. Visser, (Z.). OVERLEDEN: C. Iloogcndijk, geb, de Wit, (33 jaren). M. Bisselik, geb. Winnubs, (52 jaren). A. Kater, (7 weken). M. Mooij, geb. Grooff, (61 jaren). W. E. Bicker, (6 jaren cn 7 maanden). G. Kater, (7 weken). H. G. Koek, (3 maanden). P. Steeman, (27 jaren). D. Tieman, (26 jaren). BURGERLIJKE STAND VAN DE GEMEENTE TEXEL, vau 22 tot 29 Junij 1866. ONDERTROUWD: Gccne. GEHUWD: Jacob Dogger cn Pietertje Eelmau. GEBOREN: Trijntje, dochter van Dirk Kikkert cn Marretje Rab. Amelia Agatha, dochter van Klaas IIïllc en Aaltje de Roo. Hertje, zoon van Cornelis Mantjc en Neeltje Dekker. Sijbrand, zoon van Cornelis Knijper en Antje de Vries. Dirk, zoon van Cornelis Dz. Witte en Marretje Verberue. Jaeob, zoon van Cornelis Jb. List cn Trijntje Kors Roeper. Antjc, dochter van Jacob Boekhold eu Josina Griek. OVERLEDEN: Prans Putman, (S4 jureu). Koenraad Selscr, (63 jaren), gehuwd met Trijntje Boon. Grietje Kuiter, (75 jaren), weduwe vuu Maarten Bas. MARKTBERIGTEN. SCIIAGEN, 2S Juny. Aangevoerd: 8 Paardcu f 50 a 110. 32 magere Gelde Koeijen fSO a 120. 28 vette dito f 168 a 230. 2 Kalf-Koeijeu f 120 en 140. G Vaarzen f GO a 1' 80. 14 nuchtere Kalveren f3 a 6. 38 magere Schapen fS a 12. 16 vette dito f 18 a 28. 14 Lammered f 6 a S. 7 Bokken cu Geitcu f 0,50 a 2,50. 12 magere Varkens f 12 a IS. 48 Biggen f 8 a 11. Konijnen 10 a 60 c. Kippeu 50 a 75 c. Eenden 40 a 70 c. Duiven 10 a 20 c. Boter f 1,06 en Knap 27 a 35 c. per N. p. Kip- en Eend-Eijeren f 2,20 per 100 stuks. HOORN, 25 Junij. Aangevoerd: 4 Koeijen f 130 a 200. 20 Kalveren 36 a 48 c. en 2 Var keus 40 c. per N. p. 9 Schapen f 22 a 27. 28 Junij. Aangevoerd: 335 stapels of 91088 N. p. Kaas. Hoogste prijs f29,pcröON.p. SCHIEDAM, 28 Junij. Jenever f 12,50 a 13,per vat contant bij partij. Moutwijn f 9. LONDEN, 28 Junij. Heden waren ter VisK-markt aangevoerd: 1450 Runderen, 12270 Schapen. 420 Kalveren en 160 Varkeus. De prijs der Runderen was 5 sh. 8 d., van Schapen 5 sh. 10 d., van Kalveren 6 sh. 4 d. en van Varkens 4 sh. 10 d. De prijzen der laatste markt waren: Runderen 5 sh. 10 d Schapen 6 sh. 2 d., Kalveren 6 sh. 4 d., Varkens 4 sh. 10 d. MIDDELBURGSCHE MAATSCHAPPIJ VAN STOOMVAART. Van MIDDELBURG: 2, 3, 4, 5 en 6 Julij 'smorg. Gure. 7 Julij 'smorg. 7 ure. 8 Junij 's morg. 8 ure. Van ROTTERDAM: 2 en 3 Julij 's morg. 10 ure 30 min. 4, 5, 6 en 7 Julij 's middags 12 ure. 8 Julij 's namiddags 2 nre 45 min.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1866 | | pagina 3