ïu Oostenrijk bereidt uien zich tot een warmen tegenstand voor.
De strijd op leven en dood zal, als 't moet, met energie worden
voortgezet. Volgens den Constitidiomelzal Oostenrijk bij Olmütz
nog 200,000 man troepen kunnen bijeenbrengen en bij Weenen, in
't versterkt kamp van Florisdorf, 210,000 man. Met een leger van
400,000 man behoeft Oostenrijk zich nog niet verwonnen te ver
klaren, al laten de boudgenootcn den keizer ook alleen staan. Z. M.
zal spoedig- zich bij het leger voegen, het aan de keizerin over
latende, om als Maria Thcresia in der tijd tegen Frederik II deed,
de geestdrift der Hongaren op te wekken, die, volgens sommige
berigten, nog altijd gering is. De overwinnaar van Custozza, aarts
hertog Albrecht, is reeds tot opperbevelhebber van 't geheelc leger
benoemd.
De Pruissen hebben in Bohemen eene welwillende proclamatie
afgekondigd. Zij komen als vrienden. Zulke vrienden zal niemand
echter gaarne zien komen. Eu wat de toezeggingen van Pruissen
betreft, Sleeswijk en Ilolstein weten wat beloften beteckenen en de
hooggestemde eischen van Pruissen toonen hoe weinig hebzuchtig
vou Bismarck is!!
Dit leeren de tegenwoordige dagen weder, dat de geschiedenis
der vorsten het martelaarschap der volken is. Wat Duitschland bij
den broederoorlog zal winnen is nog onbekend. Wat Europa er bij
verliest gevoelt nu reeds ieder. Iloe lang het Duitschc volk er de
naweeën van zal gevoelen, wie kan dat berekenen.
„Liever zouden wij - zegt de Ostd. Post - ons in het garnizoens-
hospitaal onder de gekwetsten bevinden en ons den vinger laten
afzetten, dan met een slechte pen op dit vervloekte papier dingen
te moeten schrijven, waarvan wij niet dachten getuigen te moeten
zijn.... Oostenrijk! Oostenrijk! Acht dagen geleden waart gij nog
vervuld met het vertrouwen dat een regtvaardige zaak aan haar
verdedigers inboezemt, waart gij nog vol hoop en vertrouwen op
de kracht van een leger, dat door kracht cn geestdrift zich onder
scheidde. Heden is uwe borst bedekt met gapende wonden, en dc
vijand in het bezit van Bohemen, de parel der monarchieDroomen
wij'? Neen, het is de werkelijkheid, de ijselijke wreede werkelijkheid.
Door de Pruissen zijn wij verslagen! En waarom? Was deze neder
laag noodig? Doch hierover willen wij liever zwijgenliever bedekken
wij de breede wonden van ons hart en verbergen wij onze droefenis.
Laat ons een vrolijk gelaat toonen, laat ons glimlagchen onder onze
tranen. Nog is niet alles verloren, neen, nog is alles niet verloren
Men verwondert zich dat bij al dc zoo snelle en zoo volkomene
overwinningen van Pruissen niet de naam van een beroemden ge
neraal vernomen is. Wie is dan de ware held? Zie hier wat te
Berlijn verhaald wordtWie dc orde van den slag en de bewegingen
der troepen .geleid en bestuurd heeft, is niet de koning, niet een
der prinsen, niet de minister van oorlog (generaal van Boon), niet
een der in Bohème aanwezige generaals; neen, alles was vooraf te
Berlijn vastgesteld cn verordend. Generaal von Moltkc, chef van
den staf, zou, zoo wordt uit Berlijn bcrigt, uit zijn kabinet, door
raiddel van den telegraaf van uur tot uur, aau de verschillende in
het veld staande legers den te volgen marsch en de uit te voeren
manoeuvres gelast hebben. Bekend is het trouwens, dat elk leger
een corps telegrafisten bij zich heeft en overal waar de Pruissen
komen palen en draden voor den electrischen telegraaf opgerigt eu
gespannen worden. Onophoudelijk was men alzoo in telegrafische
gemeenschap met Berlijn. Zouden dan inderdaad dc telegraaf en
liet naaldgeweer de ware helden van Pruissen zijn?
In particuliere berigten omtrent den slag bij Königgriitz treft men
dc bijzonderheid, aan, dat generaal Benedek, in den avond na den
slag, tot don kolonel Nadasy zou gezegd hebben„Ik heb alles verloren
alleen mijn leven, helaas, niet!" Gedurende deli strijd heeft generaal
Benedek zich persoonlijk zoo vaak blootgegeven, dat hij ook des
wege thans berispt wordt. Twee zijner adjudanten, de officiereu
Miiller cn Gri'inne, zijn in zijne onmiddclïjkc nabijheid, op de plaats
zelve, door kanonkogels doodelijk getroffen.
Dc .correspondenten, welke door dc Times naar het Oostenrijksche
leger zijn gezonden, hebben thans insgelijks hun verslag van den
strijd bij Sadowa openbaar gemaakt. De een heeft van den toren
van ICöniggratz het gevecht nagegaan; de ander was in den staf
van generaal Benedek opgenomen cn is dien bevelhebber overal op
het slagveld gevolgd. Beide verslagen komen in de hoofdzaak over
een met het verhaal van den beriglgever, die bij hef; Pruissische
leger was geplaatst. Dc Oostenrijkers vochten aan den linkervleugel
en in het centrum met voordeel en drongen daar steeds vooruit.
De rcgtervleugcl van het Oostenr. leger schijnt daarentegen, reeds
van den aanvang af, cenigzins in de engte geraakt te zijn. Toch
zouden, naar het oordeel der bedoelde berigtgevers, de Oostenrijkers,
niettegenstaande het moorddadig vuur uit de Pruissische geweren,
door hunnen grcnzcloozcn moed en hunne ougeloofelijke volharding,
den slag waarschijnlijk gewonnen hebben, indien niet het plaatsje
Chlum,' regts-achterwaarts van Leïpa, waar generaal Benedek gedu
rende het gevecht had postgevat, op onverklaarbare wijze onbezet
was gebleven. Tegen drie ure (dc tijd, overeenkomende met dien,
waarop, volgens het verslag van den berigtgever in het Pruissische
leger, de kroonprins den aanval begon), kwam eene Pruiss. patrouille
te Chlum aan, vond dat dorpje onbezet en gaf hiervan berigt aan
de nakomende troepen, die daarop terstond in grooten getale kwa
men opzetten. De tijding, dat de vijand achter hem was, werd
onmiddellijk aan generaal Benedek overgebragt en deze rende, door
zijn geboden staf gevolgd, naar het bedreigde punt; hij wierp zich
tusschen Chlum en de troepen, en daar werden verscheidene hoofd
officieren van den staf gewond. Alles hing af van de herneming
van Chlum; generaal Benedek wierp zich in het heetst van het ge
vecht tusschen de voorste gelederenhij scheen, zegt de berigtgever,
den dood te zoeken. Alles-was echter te vergeefs: regiment op
regiment, batterij op batterij kwam de hoogte bij Chlum op, cn
het Oostenr. leger zag zich door den vijand aangevallen in het
front, in de flank cn in den rug. Nog werd de strijd volgehouden,
maar tegen half vier ure was geene der positiën meer houdbaar en
werd de aftogt algemeen. Evenwel werden de geweren niet wegge
worpen cn dc kanonnen zoolang mogelijk medegevoerd. Veel ver
warring was ontstaan bij het overtrekken van de smalle bruggen
over de Elbe. Hierdoor, en tevens bij het doorwaden van het laag
gelegen onder water gezette land roudom Königgrritz, is een groot
aantal Oostenrijkers verdronken. Volgens den militairen berigtgever,
hebben de Oostenrijkers over het algemeen niet genoeg gebruik ge
maakt van de natuurlijke bescherming, welke het golvende terrein
aanboodhebben zij het aanleggen van verdedigingsmiddelen ver
zuimd en te veel vertrouwd op een onstuimigen aanval met de
bajonet, waardoor een groot aantal menschen onnoodig door hen
opgeofferd is.
De Pruissische soldaten verhalen, dat een Oostenrijksch jager -
bataillon, hetwelk na herhaalde aanvallen groote verliezen geleden
had, zich steeds weder verzameld en getracht had voort te rukken.
Toen het den Pruissen eindelijk gelukte dit bataillon van verschil
lende kanten te omsingelen, legden eensklaps de laatste 25Oman de
wapenen neder. Dc commandant steeg hierbij van het paard, haalde
een revolver voor den dag en schoot eerst zijn paard en toen zicli-
zelvcn dood.
Na het gevecht bij Skalitz waren cenige Pruissische officieren van
gezondheid op het slagveld bezig met het opsporen van gekwetsten.
Onder anderen vonden zij in een kuil, half met water gevuld, een
gekwetsten Oostenrijkschen vaandrig, wien zij hunne hulp aanboden,
terwijl zij zich gereed maakten om hem er uit te halen. Deze ver
zocht echter dringend hem te laten liggen, verzekerende, dat de
koelte van het water zijne pijnen verzachtte. Daarop gingen zij
verder en wendden zich naar andere nog talrijk aanwezige hulpbe
hoevenden. Toen zij eenigen tijd later naar don vaandrig terug
keerden en hem uit den kuil haalden, was hij reeds dood. Maar
wie schetst hunne verbazing, toen zij bemerkten dat onder hem zijn
vaandel verborgen lag. Dat had hij met zijn ligehaam aan het
vijandelijk oog willen onttrekken daarop had de held willen sterven
Het clcricale Journal de Bruxelles doet, naar aanleiding eener
correspondentie uit Weenen, opmerken, dat zij, die Sadowa met
Waterloo vergelijken, zich zeer bedriegen, vermits de nu door de
Oostenrijkers geleden nederlaag zelfs de gevolgen niet zal hebben,
welke in 1806 de slag van Jena voor de Pruissen heeft gehad, toen
dc koning van Pruissen niet wist, hoe snel hij zich zon vernederen
om zijne kroon te redden, ten einde kort daarna den man te ver
raden, wiens goedertierendheid hij had ingeroepen. Pruissen is
kruipend in de nederlaag, hooghartig en mccdoogenloos in de
overwinning; anders is Oostenrijk, hetwelk krachtiger wordt ouder
de slagen en hetwelk het ongeluk trotseert. Voor 't overige doet
de berigtgever opmerken, dat de toestand alles behalve wanhopig
is. Één leger is geslagen, maar het andere heeft gezegevierd, onder
een veldheer, die heeft getoond, zijne zaak meester te zijn, en die
zich dan ook onverdeeld het vertrouwen van het leger en der natie
heeft verworven. Yan 1792 tot 1809 heeft Oostenrijk 4 nadeelige
traclaten moeten sluiten, totdat het, in 1814, zelf een tractaat heeft
voorgeschreven, waarbij Frankrijk afstand heeft gedaan van 82
millioen zielen, die op wederrcgtelijke wijze in bet keizerrijk waren
ingelijfd. Die lessen der geschiedenis zullen voor Oostenrijk niet
verloren zijn.
Men leest in den International-. Yoor 14 dagen, toen zich
II. M. koningin Yictoria in Schotland bevond, ontmoette zij, op
haar gewoon wandelridje, een ouden armen man die met een zware
lakkebos beladen, zeer vermoeid scheen. „Yan waar komt gij, cn
waar gaat gij heen, vriendje?" vroeg de koningin. „Ik kom van
Cromarty en ik ga naar Dundee. Ik ben over Capel gekomen om
er spoedig te wezen." „Gij zijl. vermoeid, dat zie ik, cn uw takke-
bos is veel te zwaar, leg dien maar achter de koets, en neem gij
naast den koetsier plaats, die even als gij een Hooglander is." Hij
deed zulks ook cn reed een goed eind weegs met het rijtuig van de
koningin mede. Toen lijj afstapte bood hij zonder complimenten
II. M. zijne groote hand aan die haar minzaam drukte. „Ziet gij,
mevrouw," zcide hij onder het heengaan, „er zijn vele nufjes die
een armen duivel zooals ik ben niet zouden helpen. Maar dat is
eenmaal zoo. Als ik ook nog eens iets voor u zal kunnen doen,
schaam u er niet voor.... John Maclennau is een goed mensch.
Goeden dag, vriend," zeide hij tot den koetsier, die trotsch bleef
zitten zonder zich te bewegen, alsof hij niets hoorde.
De beide stoomschepen Osprey cn Amazon zijn tusschen Star
Point en Portland 18 mijlen van dc kust, in volle vaart tegen
elkander gestooten. De Osprey zonk in 4 minuten. De bemanning
sprong grootendeels op de Amazon over; toch kwamen 6 personen
om liet leven. Dc Amazon was zoo lek, dat ook dit schip weldra
zonk, maar de bemanning van 154 personen kon met de over-
gesprongcucn in dc 5 booten te Torquay aan wal komen.
Bij een der jongst aangekomen transporten te Dantzig was
een militair, dien men, niettegenstaande hij gekwetst was, met een
keten aan den wagen, waarop hij vervoerd werd, had vastgeklonken.
De oorzaak hiervan was, dat hij op het slagveld gepoogd had een
hoofdofficier van een kostbaren ring te beroovcn. Onderstellende
dat de officier dood was had hij hem den ringvinger willen afsnijden.
De hierdoor veroorzaakte pijn had den zwaar gekwetsten hoofd
officier als in het leven teruggeroepen en tot de ontdekking en
aanhouding van den pleger dezer wandaad geleid.
Te Graudenz heeft dezer dagen een vrecsclijk voorval plaats
gehad. Gedurende de godsdienstoefening in de Protestantsche kerk
viel eene vrouw, die op de galerij zat, in onmagt en sloeg tegen
een openstaand vensterluik aan, dat daardoor uit de scharnieren
geligt werd cn omlaag viel. Dc menigte, in den waan verkeercude
dat de kerk zou instorten, trachtte zich door eene wilde vlugt te
redden. Een ontzettend gedrang volgde, waarbij elf personen het
leven verloren en honderden gewond werden. Toen de kerk eiude-
lijk ontruimd was, bevond men, dat van het gebouw geen enkele
balk gebroken was.
Uit Eagaz wordt dd. 4 Julij het volgende ongeval berigt:
Gisteren avond, 9 ure, begaven drie met den middagtrein hier aan
gekomen dames, eene Duitsche en twee Engelsche, zich in eene
droschke naar de Tamina-kloof. Bij den terugtogt stortten droschke
en paard in de bruisende Tamina en de drie dames verdwenen
spoorloos in de golven. De koetsier redde zich door een haastigen
sprong en bleef behouden.