BUITENLAND. Door ccnc vrouw werd jl. Donderdag in ccnc der wachtkamers ran het palcis van justitie te Amsterdam ecu diefstal gepleegd, die getuigt van zeldzame behendigheid en brutaliteit. Onder de getuigen, door dc Arrond.-licgtbank opgeroepen, bevond zich oolceene vrouw, die van ccne dame, welke zich mede daar bevond om getuigenis af te leggen, terwijl zij met haar sprak, ecu gouden armbaud ontvreemdde, welke op dc gewone wijze met een slot en boven dien nog met een goud kettingje om den arm bevestigd was, zonder dat de dame iets bespeurde van den diefstal voor dat zij daarop door een ander was opmerkzaam gemaakt. Toen nu de diefegge bemerkte, dat het vermoeden op haar viel, moffelde zij den armband behendig in de parapluic van een der andere ge tuigen. Dit werd echter door een der wachthebbende mariniers gezien, die daarvan kennis gaf aan de rijksveldwachters, die zich benevens een tiental andere getuigen in dc kamer bevonden cn bij het plegen van den diefstal tegenwoordig waren. De diefegge is in hechtenis genomen. Sedert eenige dagen verneemt men van verschillende zijden, dat het bederf in dc te velde staande aardappelen in het Wcstland zeer is toegenomen. Onder de zoogenaamde 1'ruissische moet vooral het kwaad sterk worden aangetroffen. Tc Arnhem had dezer dagen de begrafenis plaats van een cholcra-lijk, waarbij de koetsier en de dragers meerendeels beschon ken waren. Een agent van policie, die den koetsier van den bok zou doen gaan, was ook niet regt goed. Een der dragers verving nu den koetsier, die van den bok viel, maar de nieuwe koetsier werd ook te topzwaar en moest op weg weder door een ander ver vangen worden. Zoo sukkelde de stoet naar dc begraafplaats. Kan men zich schandelijker handelwijze voorstellen? Ecu jager te Vlijmen maakte dezer dagen cenc doublette (dubbel schot) cn schoot daarmede 13 volwassen eendvogels. Als eene bijzonderheid wordt gemeld, dat tc Bolsward van af 27 Julij tot 14 Aug. geen sterfgeval heeft plaats gehad. De oudste ingezetene van Meppel vierde jl. Donderdag haar 99sten verjaardag. Op den marktdag, den 16 dezer te Meppel gehouden, bestond de meeste handel in Drentschc schapen. De aanvoer was aanzien lijk, bij hoogc prijzen. Men besteedde over 't algemeen 3.50 a 7 per stuk. Bcrigtcu uit Suriname luiden nu bepaald ongunstig omtrent den gezondheidstoestand aldaar. Dc gevallen van gele koorts nemen toe. Op 20 Julij jl. bevonden zich in liet hospitaal te Paramaribo 54 lijders aan die ziekte. Als voorzorg- en gezondheidsmaatregel voor de bemanning van dc aldaar aanwezige oorlogschepen Bommel en Bomvielemaard, zijn de cquipagiën gedebarqueerd cn lijdelijk gehuisvest in de gebouwen op het erf van de Loge Concordia, terwijl die schepen inmiddels zullen berookt worden. Het Leidsch Dagblad bevat, ouder den titel: „dc cholera", het volgende goedgeschreven hoofdartikel: „Meer dan ecu oorlog, meer dan ecu revolutie, meer dim dc runderpest, ja meer dan een gcldcrisis heeft dc cholera invloed oji stoffelijk cn zedelijk gebied. Zoodra do dood in aantogt is, ontwaart incn angst en schrik, die onvatbaar maken voor een kalm cn bedaard overleg bij hen, die niet gewoon zijn indagen van onbezorgde levenslust of nijvere bezigheden aan het stervensuur tc denken. Dc cholera brengt liet vertrouwen op dc wetenschap aan het wankelen: zoo cr nog zijn, die veel van voorbehoedmiddelen, of van de natuur, of van een vasten leefregel vcrwacbtcu, het vooruitzigt van door de cholera aangetast cn van dc wereld weggenomen te worden, doet de hoop ontzinken. Zij. die het verband tusschen oorzaak cn gevolg gewoon zijn na tc speuren, raken liet spoor bijster en die meent wilskracht geuoeg te bezitten, om den angst te kunnen bezweren cn dc vrees voor den dood tc verbannen, zien zich vaak ontwapend, zoodra dc engel des verderfs zich in de woning vertoont en wat lief cu dierbaar is aantast. Die aau geen onsterfelijkheid gcloovcn, houden zich vast aan een stroowisch eu dc twijfelzucht zoekt vastheid in het van der jeugd overgebleven autoriteits geloof. Vaak grijpen zij, die niets voor waarheid aannemen dan hetgeen zij met hunne zintuigen kunnen waarnemen of met liuu verstand bevatten, het eersten het meest naar de schrale overblijfselen vau een aangeleerd godsdienstig geloof. Dc meeste vrijdenkers sidderen cn beven op de enkele gedachte vau hun dood, ook al meenden zij vroeger, dat met hun sterven ook hun eigen ik verloren ging. „Dc cholera is een harde cn strenge tuchtmeester, ook al is haar roede slechts opgeheven, oindat zij de heraut is van den dood. Die nooit of zelden gods dienstig dacht, wordt zijns ondanks er toe gedrongen; wie nooit bad, doet of leert het nu, al kent hij liet Wezen niet, tot wien zijn angstkreet is gericht. Onwillekeurig wordt hij medegc-sleept inet de schare, die hare schreden kerk waarts rigt cn strekt hij zijne handen uit naar boven, om hulp en redding, die hij gewoon is in de wereld of in zichzelf alleen tc zoeken. „De cholera, hoe onbarmhartig ook tecdere banden verbrekende, is ook een liefderijke hemelbode. Nood dwingt tot en leert bidden. Bij gemcenselmppelijken nood, bij volksramp vallen vele afschuttingen en scheidingen weg. Met weemoed gaat de schare op naar de bidplaats cn één gebed rijst op uit het gemoed van den Israëliet en den Christen, van den Protestaut en den Catholiek, van Afgescheidenen en niet Afgescheidenen. Verschil van rang cu stuud bestaat niet meer voor hen, die redding behoeven uit den gemeenscliappclijkcn nood, afwen ding vragen van hetzelfde gevaar en met cén en hetzelfde Wezen te doen hebben, dat over hun leven en dood beschikt. De cholera vermug veel meer dan iuuere mission, humanisme, strijd voor beginseleu, verlichting, beschaving, wetenschap en philosophic; de cholera is uitnemend bevorderlijk aan de uitbreiding van een Christendom zonder geloofsverdeeldheid in liet door dc vrees voor den dood geopend geweten. „Dc cholera is een kweekster Tan veel goeds. Welk een ijver, welk een onvermoeide opoffering, welk ecu onbegrensde zorg hebben niet onze genees kundigen ten toon gespreid, waarvoor zij aanspraak hebben op eer, lof cu dank. Welk een werk der liefde, waardoor hulp, troost, verzachting, leniging cn ver goeding, bij rouw cn leed, verlies eu smart werd gebragt en betoond aau ziek en sterfbedden, die een band leggen tusschen weldoeners cn bcweldadigden, cn liefelijk maken dc voeten dergenen, die alleen daarin het heil der inensehheid zoeken, dat zij uitsluitend daarvoor leven cu werken. Dc cholera doet het nare humnuischc van het valsche onderscheiden. „Dc cholera spoort tot driftig handelen aan. Voor dc openbare reinheid cn gezondheid ziet men dadelijk krachtige en afdoende maatregelen genomen, als dc cholera in aantogt is. In het algemeen belang ziet men spoedig verrijzen wat vroeger een overweging zou vcreischen, waarbij men voor overhaasting vreesde. Wat vroeger veronachtzaamd werd, wordt thans hersteld cn waarover men steeds klaagde, is eensklaps weggenomen. „Dc cholera leert dc gezoudheid waardeeren. 't Is cr verre vau daan, dat wij van dc diepe afhankelijkheid van de vrije almagt Gods in het minst iets zonden afdingenmuur de verantwoordelijkheid der zorg voor de gezondheid is daardoor in geeneu dcele uitgesloten. Die zorg bestaal incest uit onthouding en in liet leiden van een inalig en gevogeld leven, zij wordt liet meest be tracht in tijden dat de cholera in aantogt is cn hccrschl. Die zorg wordt veronachtzaamd in allo standen, maar het meest onder dc mindere standen, waardoor «le zorg voor dc openbare reinheid en gezoudheid door het gemeente bestuur uitgeoefend, zich vooral moet openbaren in verordeningen, op wier overtreding straf is bedreigd. „De cholera schijnt geweken, maar mogen de lessen, die zij gaf op stoffelijk en zedelijk gebied, voor den welstand vau ligclinam en ziel niet verloren gaan en ten nlgemccne nutte strekken." In de Scltager C'rt. leest men de volgende tijdsbcschouwing: „Tn 't_ 7de boek der herscheppingen verhaalt Oviilins, dat de dochters van Pelias, misleid door den valschcn raad van Meden, met het doel om hun grijzen en afgelcefden vader door tooyurkunst cn een nieuw leve» in te stor ten, hem in zijnen slaap het hoofd afsneden, hem het bloed uit hart cn aders afpersten, maar na het volbrengen van het gruwelstuk tc laat bespeurden, dut het eens' gestorvene door goeno tooverkunst, gceuc bede of klagten in het leven is terug te roepen. Naar onze mecning hebben dc Duitsche liberalen, voor zooverre zij medegewerkt hebben, in de gebeurtenissen der laatste maanden veel overeen komst met. deze verblinde dochters. „Met liet doel om een nionw Duitschland te scheppen, hebben zij medegewerkt om hot oude cn eerwaardige vaderland te onthoofden en zijn hartcblbed te ver zwelgen. Met het bloed slroomcndc uit duizende wonden, liet hoofd gescheurd van den romp, ligt daar liet rampzalige Duitschland in het stof ter neder; maar geen nood, dc liberalen zullen het wonderwerk der opwekking uit den doodc bewerkstelligen; dat men overal jubele, vlaggen uitsteke eu illumiucrc, tc Berlijn, Koningsbergen, Keulen, llanriover, Dresden en Frankfort. „Duitschland z.al herleven, dc Duitsche liberalen hebbeu het beloofd, zij zijn immers zoo magtig dat zij alles, wat zij willen, tot stand kunnen brengen, zoo magtig, dat z.ij tegenover Bismarck gedurende vier jaren ecu strijd kunuen voeren met woorden. „Naar ons gevoelen zijn dc liberalen ruet blindheid geslagen, zoo zij uit «1e zegepraal van von Bismarcks staatkunde iets goeds voor «le liberale bceiiisels cn het staalkuudig leven in Duitschland verwachten. De man, «lic voor den parlementairen regeringsvorm cn voor den gcheelen burgerstand de diepste ver achting koestert, zomle ccn geschikte leermeester zijn voor Duitschland, dat juist behoefte heeft aan onderwijs in dc eerste beginsels van liet zelfbestuur cn aau verhelling en veredeling van den burgerstand. „Duitscliland had op het oogcublik behoefte, noch aan oorlogsroem, noch aan militaire maglsoiitvvikkcling, het was ontzien cn geacht in Europa, cu zijne uitwendige onafhankelijkheid werd door nieuiand bedreigd. „Maar om tot ware ontwikkeling te komen had het noodig inwendige vrijheid. Om deze bad het volk siinls jaren. Maar ongelijk aan den vader uit liet Evangelie, gaf de vaderlijke regering haren kinderen, toen zij baden om viseli, een slang, cn toen zij smeekten om brood, ecu steen. „Toen de Duitschcrs om vrijheid baden, kregen zij bet despotisinus, toen zij den vrede verzochten ontvingen zij den oorlog. Eu dc man, die de oorzaak van dat alles is, z.al «le schepper van het vrije staatkundige leven in Duitschland zijn In liet Album der Natuur 1S66, aflevering No. 7, vindt men o. a. de volgende belangrijke vermelding omtrent den vcrmoedelijkcn ouderdom der aarde: „In het jaar 1819 bragt dc Engclsclu: admiraal Milne een groote stalngmict, druipsteen, uit een grot op dc Bermuda eilanden afgezaagd mede. Zijn zoon, de tegenwoordige vicc-admiraal Milne, bezocht onlangs dezelfde grot en bespeurde, dat dc afgezaagde tronk, waarop elke minuut vijf droppels water vielen, weder iets was aangegroeid in die 46 jaren. Aangenomen dat do afgezaagde stalagmiet, die te Edcmburg bewaard wordt, zich onder gelijke omstandigheden gevormd heeft, dan zouden daartoe niet minder dan 600.000 jaren zijn noodig geweest." Het naaldgeweer en de transatlantische kabel, zegt het Utrec/itsc/i Dagblad, aan welke zijde zal de 19de eeuw, dc vooruit gang, de beschaafde wereld zich scharen? 't Naaldgeweer vertegenwoordigt de beginselen, die ver achter ons liggen, die men hier of daar nog wel wil opdelven, maar waar over de adem des tijds heeft heengeblazen, 't Naaldgeweer is het geweld, dat boven regt gaat. 't Naaldgeweer is de zege van een kaste-bewind, dc triomf van de regering, die het geld neemt waar ze 't vindt en de vertegenwoordiging hoont cn in 't aangezigt slaat neen vertrapt, 't Naaldgeweer is de negatie van 't begrip vrijheid. De kabel is dc zege van wetenschap over laauwheid en schouder ophalende bekrompenheid. De kabel is een schrede op den weg van de verbroedering der menschheid, de triomf van zelfstandigheid cn volharding; hij drukt het zegel op 't beginsel van vrijheid door tc toonen, wat burgers van een vrij land al vermogen tot stand te brengen. 't Naaldgeweer is de dood. De kabel is het leven, een nieuw leven inde betrekkingen tusschen dc oude en nieuwe wereld. Gelijk de oorlog handel en nijverheid deed stilstaan, zoo heeft ook het wapengekletter cn zijn nadreun als het ware verdoofd de blijde mare van ccn veel schitterender, een der menschheid vrij wat voor- deeliger overwinning, dan alle door de Pruissen behaalde gezamenlijk, een overwinning die niet, gelijk die auderen, slechts bloed en tranen, onheil en ellende met zich brengt en na zich sleept, maar die welvaart, ontwikkeling en beschaving zal helpen bevorderen, een overwinning, die als een groote en roemrijke in de wereld geschiedenis zal geboekt staan. Die overwinning is wat men de tweede ontdekking van Amerika zou kunnen noemen. Columbus heeft dat werelddeel gevonden; de Engelschen hebben het door den gcdachteDdraad met de oude wereld verbonden. Nu de oorlog zoo goed als geëindigd is, komen tal van beschou wingen te voorschijn, die over de gehoudene en tc houden positiën iu het staatkundig leven een oordeel trachten te vellen. Herhaaldelijk is de twijfel aangaande Frankrijk's bedoelingen op den voorgrond getreden. Ook thans weer wordt dc vraag in het raidden gebragt: Als er dan stellig een algemcene vrede tot star.d komt, waarom schaft de regering van keizer Napoleon in buitengewonen voorraad cavallerie-paardcn en salpeter aan De Fransehc ifonileur, die vraag besprekende, heeft daarop een voldoend antwoord gegeven. Het blad verzekert, dat door de regering, om de mededinging van vreemde mogendheden tc voorkomen, de aanschaffing van cavallerie-paarden slechts is vervroegd. De uitlaiulsche mogendheden hadden immers gedurende den laatstcn oorlog niet minder dan twintig duizend paardeu in Frankrijk aangekocht. Wat de salpeter betreft, deelt het blad mede, dat de benoodigdc voorraad in de buskruid-raagazijuen voorhanden is en dat cr dus geen reden bestaat om genoemd bestand deel iu onrustbarenden voorraad aan te koopen. Eindelijk verneemt men, mede door tusschenkomst van bovengenoemd orgaan der Fransche

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1866 | | pagina 2