HELOERSCHE HIEUWEDIEPER GOORANT. M 1". D 01\ D E SI i> A L 28 FE BREAK IJ. 1867. EN VIJF-EN-TWINTIGSTE J A A EG ANG, VEESCHOT? WÏ¥Ö! BINNENLAND. Deze Courant wordt uitgegeven woensdag en zatdrdag avond na acht ure, door A. A. BAKKER Cz. in den boekwinkel, Hoofdgracht No. 32. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. u franco per post. 1.50. Enkele nommers n 0.10. Men abonneert zicli bij alle Boekhandelaars en Post directeuren. Advertentiën worden aangenomen tot Zaturdag en Woensdag middag 12 uur, en bij den Heer MOOY, Dijkstraat tegenover de Laan, T1422, aan denHelder,totllxne. De prijs van 1 tot 4 regels is ƒ0.60. Voor iederen regel meer ƒ0.15. Zcgelregt voor elke plaatsing 0.35. Buitengewoon groote letters, naar mate der ruimte die zij beslaan. Brieven en Stukken franco aan den Uitgever. Oen 88 dezer vertrekt de O. 5. liandinaïl via SOUTHAMPTOIV. Oen 88 dezer vertrekt de WEST-IlVBISCfllB mail. De BURGEMEESTER der Gemeente HELDER brengt ter kennis van de belanghebbenden, dat door de bevoegde Keurmeesters ceuc schouwing zal plaats hebben over RUNDEREN, PAARDEN en SCHAPEN, en wel: op MAANDAG den 4 MAART e. k. in liet Koegras, langs den Zanddijk en de Vliet; op DINGSDAG den 5 MAART e. k.: in het Koegras, langs het Noord-IIollandsch Kanaal; op MAANDAG den 11 MAART e. k. te Huisduinen, des voormiddags van 9 tot 11 ure, en in het gedeelte van den Heldersehcn Polder, aan de Westzijde vau den Spoorweg, van des middags 12 tot des namiddags 4 nre op DINGSDAG den 12 MAART e. k.: in het gedeelte van den Heldersehcn Polder, aan de Oostzijde van den Spoorweg cn in het Braklceveld, van des voormiddags 9 tot 12 ure. Do veehouders worden bij deze herinnerd aan de bepalingen van Art. 459, 460 en 461 van het Wetboek van Strafrcgt, en aangemaand, om bun vee behoorlijk gehokt te hebben gedurende den tijd voor liet onderzoek bepaald. Helde r, De Burgemeester voornoemd, den 27 Fobruarij 1807. STAK MAN BOSSE. HELDER en NIEUWEDIEP, 27 Februarij. Tengevolge eener oproeping aan de kiezers, die geene leden zijn der kiezersvereeniging Oranje en Grondwetbevonden zich gisteren avond een aantal kiezers in het lokaal van het Bierhuis de Brouwer alhier, waar zij werden uilgenoodigd tot deelneming aan eene op te rigten "kiezersvereeniging in liberalen geest. Nadat er blijken waren gegeven van deelneming werd er eene commissie van bestuur be noemd, waartoe werden gekozen de heeren P. C. vau der Meulen, D. Bakker Bz., S. Th. Beets, F. Snel en B. Haagsma. Vervolgens werd aan de verceniging, op voorstel der directie, den naam gege ven van: Burgerpligt; terwijl daarna de volgende reglementaire bepalingen werden vastgesteld, waarvan art. 1 luidt als volgt: De vereeniging stelt zich ten doel de algemeene belangen van ons Vaderland en de verstandelijke en stoffelijke ontwikkeling van den Helder en het Nieuwcdiep op krachtige wijze te bevorderen door: 1. de kiezers tot bet vervullen hunner burgerpligten op te wekken bij het kiezen van leden voor de Tweede Kamer der Staten- Generaal, voor de Provinciale Staten en voor den Gemeenteraad 2. voor die betrekkingen mannen te doen verkiezen, die de liberale beginselen zijn toegedaan, en van wier bekend karakter de onbe krompen en opregte toepassing van de beginselen onzer Grondwet mag verwacht worden. Nadat het reglement was vastgesteld verklaarden 25 der aan wezige personen, allen kiezers, zich bereid om tot die vereeniging toe te treden. Eindelijk werd nog overgegaan tot de keuze van twee candidaten voor de ophanden zijnde verkiezing van twee leden voor den gemeenteraad. Ieder lid vulde daarop twee namen van door hem geschikt geoordeeld wordende personen inhieruit werd eene lijst van aanbevolenen zamengesteld, waaruit eene keuze van twee candi daten geschiedde. De uitslag van deze laatste stemming was, dat als candidaten voor het lidmaatschap door deze vereeniging zullen worden gekozen en aanbevolen de heeren C. BERGHUIJS en jhr. T. J. KRAIJENHOFF. Na den afloop dezer werkzaamheden werd de vergadering gesloten, terwijl de aanwezigen werden uitgenoodigd nog ecnigen tijd aldaar te vertoeven om eene mededeeling van den heer C. A. Jeekel aan te hooren. Genoemde heer vatte al aanstonds het woord op en hield eene toespraak, nagenoeg vau den volgenden inhoud: „Mijne heeren! 't Is niet zonder schroom, dat ik het woord in i'eene vergadering voeren wil, te meer, daar die redenen geheel en al buiten de oproeping gelegen zijn. Nog geen jaar ter dezer plaatse woonachtig zijnde, is het kiesregt mij niet toegekendmaar juist daarom sta ik op een onafhankelijk standpunt, ofschoon bij het onderwerp, waar ik u over spreken wilde, van zelve alle partij schap vervalt, want het geldt eene algemeene zaak, het geldt ons geliefd Nederland! Prof. G. J. Mulder zegt ergens: „hij, die wat te zeggen heeft voor het volk, en het niet zeggen zou in zulke toestanden, zoude geene achting verdienen." Daarom, mijne heeren! durf ik spreken; daarom weet ik, mijne heerendat hetgeen ik zeg door u met toe gevendheid zal beoordeeld worden, ja, dat ge meer op het doel dan op de waarde zult letten. Welnu, hetgeen ik u vragen wilde is dit: Bestaat er geene moge lijkheid hier een korps vrijwilligers op te rigten? Waartoe die vraag, dat wil ik u toelichten, hoe koel mijne woorden ook zijn zullen, zoo ik die vergelijk met hetgeen er in mijn hart omgaat bij het denken aan mijn geliefd vaderland. De gebeurtenissen van jl. zomer, om niet van 't kleine Denemarken te spreken hebben ons getoond, dat magt boven regt gaat. In drie weken tijds werden drie troonen weggevaagd en vier vrije landen ingelijfd, en met ijzeren vuist heersckt daar de dwingelandij. Sints dien tijd wordt alom de leer verkondigd, en Napoleon roept het luid u toe: de kleine natiën zullen langzamerhand in de groote verdwijnen. Zie, dat is een angstig woord voor ons allen geweest, en toch ik wanhoop niet aan ons voortdurend bestaan maar om ons vaderland te behouden moeten we ook eendragtig zamenwerken tot behoud van 't lieve vaderland. Ziet ge, mijne heeren! de aanvaller moet weten, dat hij in iederen Nederlander een tegenstander zal vinden, dat hij niet een verwijfde en ontzenuwde natie zal vinden, maar eene natie, die als één man opstaat om het erf hunner vaderen te verdedigen. Van zelve rijzen nu eenige vragen bij ons op: 1. Waarom zullen we dien grond verdedigen; 2. waarom moeten we dien grond verdedigen3. kunnen we dien grond verdedigen. De eerste vraag is gemakkelijk te beantwoorden; zijt ge niet gelukkig in uw land, geniet ge er de meeste vrijheid van al de landen van Europa? Kunsten, wetenschappen, handel cn nijver heid, zij bloeijen en, wat meer zegt, gij zijt vrije mannen, die door gccyi dwang ouder den toom gehouden wordt, maar die milde wetten voor orde en vrijheid hebt. II. Waarom moeten we ons land verdedigen? Is niet ieder plekje, waarop gij uw voetstap zet, als het ware gedrenkt in het bloed uwer vaderen Zult ge dan als hun ontaarde zonen uw eigen kinderen niet een eigen land nalatenzoudt ge willen, dat uwe kinderen niet meer met eerbied en ontzag uwe namen noemen, maar tot u riepen: gij zijt de oorzaak onzer dwingelandij! Neen, dat zult ge niet dulden, vrije Nederlanders III. Kunnen we ons land verdedigen? Heeft onze roemrijke geschiedenis u dat niet bewezen? Ik zou langwijlig worden, wanneer ik daarover uitwijdde, en behoud dat mij voor eene andere gelegen heid voor. Slechts ditde Voorzienigheid gaf ons een land, dat we uitmuntend kunnen verdedigen. In het noorden en westen om ringt ons de zee, in het zuiden en oosten zijn we door onder water zettingen gedekt. Groote Icgermagten kunnen niets doen, over dijken marcherende, wordt ieder toegang en weg als het ware door een fort verdedigd. Verdediging is dus niet alleen mogelijk, maar is zelfs met goed gevolg aan te wenden. Maar willen we ons land verdedigen, dan moeten we ook klaar zijn. Help yourself first and God will help you. Wettelijk in vredestijd ieder man de wapenen te doen dragen is onmogelijk; maar daarom moeten we ons uit ons zelve oefenen. Zie daartoe is uwe steun, gij, 'mannen vau Nederland, van noode. Nog is onze kim onbeneveld, nog treedt de zon m statige pracht te voorschijn en verkondigt u iederen morgen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1867 | | pagina 1