BUITENLAND. geweest, is onlvlugt en daarvoor ook veroordeeld. Pc A. C. vraagt, of deze nu geen kwijtschelding zal bekomen. Te Eindhoven is ecne boerin, wegens 't vervalschcn van boter, waarin 70 pet. valsclie ingrediënten warcu gewerkt, door de regtbank tot 3 maanden cellulaire gevangenis en 25 boete veroordeeld. Tegen II. J. Boeren, beschuldigd den brigadier-volontair der Dragonders Walewijn den 22 Octobcr te Deventer te hebben vermoord, is door den advokaat-gencraal bij het hof van Overijssel de dood straf gccischt. Te Herwijnen hecrschen tegenwoordig sterk de mazelen; de hoofd-onderwijzer heeft reeds zijne school moeten sluiten. Onder Brammen is een kleinkind van nog geen jaar, dat in een stoeltje was gebonden, voor 't vuur, door 't schudden van den stoel door een ander kind, voorover in de vlammen gevallen en verbrand. Het andere kind had de tnagt niet den zuigeling te redden. Dc Parijsche Prcsse bevat een adres van Luxemburgers aan den groot hertog, waarin zij verzoeken bij Frankrijk ingelijfd te worden. Sedert 1440 - om van vroegeren tijd niet te gewagen - is Luxemburg niet minder dan zeven maal veroverd geworden: 1. in 1413 door de troepen van Filips van Bourgondië; 2. in 1542, tijdens den oorlog tusscheu Karei V en Frans 1, door de Franschen onder de hertogen van Orlenus en vou Guise; 3. in 1542 (heroverd) door de troepen van Karei V4. in 1543, door de Franschen 5. in 1544, door Fcrdinaud van Gonzaga, onderkoning van Sicilië; 0. inlG84, door maarschalk Crcqni voor Frankrijk, dat in het bezit der vesting bleef tot den vrede van Utrecht (1713); 7. in 1795, door de Franschen onder generaal Hatrv, „bevelhebber der troepen van de Franschc republiek voor Luxemburg". Telken keere werd dc bcmngtiging door een langdurig en geregeld beleg voor afgegaan. Het beleg in 1684 begon 16 April met de insluiting der stad; den 9 Mei werden de loopgraven geopend; deu 20 Mei vermeesterden de Franschen dc Trierschepoort en de voorstad Grund; den 22 Mei werden de abdij Munster en het hospitaal in brand gestoken, cu weinige dagen later besloot do prins van Chimay, de Oostenrijkscli-Spnansche gouverneur der vesting, te kapituloren. Uittogt met alle krijgseer word hem toegestaan, Van de bezetting, aanvankelijk 4000 man sterk, waren nog maar 1700 over; ook vclo burgers, die aan dc verdediging hadden deel genomen, waren gevallen. Ongeveer 40,000 kauons- kogels wareu gedurende liet beleg iu dc stad geworpen. liet beleg in 17941793 begon 21 November 1794 en duurde 6 maanden en 17 dagen. De Oostenrijkschc bezetting, 14,000 man sterk en gecommandeerd door veld maarschalk Beuder, gouverneur der vesting, zou, naar men verhaalt, veel minder dienst hebben gedaan dan de dapper roede vechtende Patriotische burgerij. Of schoon niets onbeproefd werd gelaten om den Franschen het naderen tc beletten, gelukte liet deze» toch in Maart 1795 hunne verschansingen te voltooijon. De Franscho artillerie stond ver boven de Oostcnrijksehe. Dc vestiug werd met kogels en bouimen als overgoten, cn reeds in de eerste dagen van April ont stonden ceuige bressen iu de muren. Tot bet einde van Mei werd de strijd voortgezet. Den 1 Junij zond Beuder een parlementair af tot generaal Hatrv, in het hoofdkwartier te Itzig, met aanbod te kapituloren. Dit werd toegestaan. De Oostenrijkers verkregen vrijen uittogt met alle krijgseer, doch mocsteu voor de stad de wapenen wederleggen en daarna in drie afdeelingen over den Rijn gevoerd worden. De uittogt geschiedde deu 10, 11 en 12 Junij. Den 10 Febvuarij overleed aan de kust van Guinea de heer P. de Jaager, kapitein en kommandant aldaar. Er valt veel en toch eigenlijk zeer weinig te zeggen van den staatkundigen toestand van ons werelddeel. De geruchten en berigten van krijgstoerustingen, het allerwege gereed maken van naaldgeweren heeft onrust verwekt en de vraag is ontstaan en opgeworpenwaartoe zou dit alles plaats hebben, als er geen vrees bestond voor een naderenden oorlog? Te meer is die vraag van gewigt geworden door Napoleou's legcrorganisatie, een kostbaar plan, en stellig niet bestemd enkel om millioenen schats, maar zeker ook om meuschenlevens te verslinden, altijd onder het devies: „Het keizerrijk is de vrede." Er is nog een andere reden, die tot min of meer ernstige bezorgdheid aanleiding geeft: het is de meening, dat, bij den ongelukkigen afloop der Mcxikaanschc expeditie, keizer Napoleon behoefte heeft, voor de rust in zijne staten, aan het plukken van nieuwe lauweren op het oorlogsveld. Een nieuwe Europeschc oorlog, waarin Frankrijk en Pruissen tegenover elkander zouden staan, zou volgens deze mccning eene gcweuschte afleiding zijn voor de Fransche natie, op wie de redevoeringen der oppositie in het Wetgevend Lichaam te Parijs een merkbaren invloed gehad hebben. Het belang van Luxcinburg's bezit voor beide grootc naburen wordt gewigtig genoeg beschouwd om een oorlog tc regtvaardigeu, en nevens al die oorlogzuchtige tijdingen schenkt het berigt van een in dit jaar te houden congres der ondertcekenaars van het tractaat van 1839, waarbij Luxemburg als ccno bezitting van deu koning der Nederlanden wordt erkend, eene gewensebte bemoediging op het behouden blijven des vredes. Tusscheu Turkije cn Griekenland bestaat steeds eene ernstige spanning veroorzaakt door de behulpzame tusschenkoinst der Grieksche regering ten aanzien van de opstandelingen op Candia. De Porto heeft aan de regering te Athene doen weten, dat zij vijandig tegen Griekenland zal optreden, bijaldien aan de begunstiging van den opstand geen eiude komt. De Liberichet blad van Emile dc Girardin, blijft oorlogszuchtig en betoogt alle dagen, al scherper cn scherper, „dat het dappere Fransche leger, met dc gclieele Franschc natie achter zich, in 1367 de fouten moet goedmaken, welke dc Fransche diplomatie in 1S66 begaan heeft." Die publicist vergeet echter, om de Luxemburg - sche quacstie, zijne, eigene zaak niet, en „dc veroordeelde van G Maart", gelijk hij zelf zich in zijn blad noemt, telkens wanneer hij van zijn bekend proces spreekt, levert in een artikel, met het op schrift: //Wat het kost de waarheid tc zeggen", over zijne vcroor- deeling cenige beschouwingen, welke hij doet voorafgaan door de openbaarmaking van de schriftelijke aanvrage van den ontvanger der registratie om voldoening der boete, door de regtbank hem op gelegd, en die met dc voor het publiek gespeciflcerde kosten 590Ï.50 beloopt. „De conclusie uit dezen brief (van den ontvanger) te trekken", zegt Emile de Girardin, „is deze: de waarheid is niet meer in gunst onder de regeringen die aan het algemeen stemregt hun oorsprong te danken hebben, dan onder de regeringen uit het droit diviu voortgesproten." Dc kon. Academie van Geneeskunde in Belgie heeft eene prijsvraag uitgeschreven naar „dc verschijnselen, de ooizaken, dc anatomische kwetsuren en den aard van den typhus contagiosus boum, met inachtneming van de verschillende diersoorten, welke vatbaarheid voor de ziekte bezitten, en met de omschrijving van verschillende andere lypheusc aandoeningen, waarmede de veetyphus verward zou kunnen worden." De prijs bestaat in eene medailje ter waarde van fr. 1200. De sluiting van den wedstrijd is bepaald op 1 Jan. 1869. De antwoorden moeten met ccne duidelijke hand geschreven zijn in het Latijn, het Fransch of het Ylaamsch. In een Parijsche correspondentie der Indépendance Beige leest men de volgende opmerking: Europa's ongeluk is, dat dit wereld deel op het oogenblik uitstekende personen mist, hetzij op den troon, hetzij iu de nabijheid van den troon geplaatst, die genoeg gezag en invloed zouden hebben om te kunnen aanspraak maken op den rol van bemiddelaar. Koning Leopold van België en lord Palmcrston zouden zulke personen geweest zijn. I)e bewindsmannen in Engeland bevinden zich volstrekt niet op de hoogte hunner taak, en zijn overigens zeiven zóó doordrongen van het besef hunner ongeschiktheid, dat zij zich zelfs de eerzucht ontzeggen voor het behoud des vredes tusschenbeide te komen. Ook Ituslaud zou in de gegeveu omstandigheden een heilzamen rol kunnen ver vullen, maar zijne staatsmannen hebben een te levendige herinnerin» der meer of minder werkelijke grieven van het verledene, en naar het schijnt, zien de Moscovische ministers niet zonder genoegen de verwikkelingen van het Westen. Uit dit alles blijkt, dat Pruissen en Frankrijk naar hunne eigene ingevingen moeten han delen, en dat op dezen oogenblik oorlog of vrede afhangt alleen van dc wijsheid van keizer Napoleon en van graaf vou Bismarck. Dat beide een beroep hebben gedaan op de onderteekenaren der traktaten van 1839 strekt ten bewijze, dat Frankrijk en Pruissen cr behoefte aan hebben genoeg tijd te winnen, om na rijp beraad een besluit te nemen en om zich te vergewissen van hetgeen van Europa te verwachten ware." Wanneer men le Nord mag gelooven, dan is het zundnadel- geweer in Frankrijk weder ter zijde gesteld door een nieuw kanonnetje. Dat kanon is zoo klein, dat het door twee soldaten op de handen wordt gedragen naar de plaats waar het noodig is; het is van koper gemaakt en het schot heeft zooveel kracht, dat de kogel tweemaal zoover wordt geworpen als die van het achterlaadgeweer. Ze worden met kartetsen geladen en een geheel regiment heeft er slechts twee noodig. Het grootste geheim bestaat, vrij natuurlijk, in hunne fabricatie, en dc gcheele kanonnen worden in doosjes ge legd, om weer te voorscbiju te komen als verdediging noodig is. De uitvinding van moordtuigen komt weer in de mode. De Parijsche studenten hebben tot de Duitsche studenten het volgend adres gerigt: „Duitsche broeders! De horizon is duister en bewolkt. Aan beide Rijnoevers verneemt men oorlogszuchtige kreten. Verschrikt en beangst zien de volken de toekomst te gemoet. En toch, zijn de tijden van volkenhaat niet voorbij? Die ideeën van een anderen tijd, ze liggen reeds ver van ons! De volken zijn niet groot door de uitgebreidheid vau hun gebied, maar door hun staatsregeling! Frankrijk en Duilschland moeten niet verlangen uitbreiding van hun grenzen, maar wel van hun vrijheden. Geen moedig man was ooit bevreesd voor den oorlog, maar elk regtgeaard mensch moet er een afschuw van hebben. Haten wij hem om de ellende, die bjj met zich brengt, en om het despotisme, dat hij baart. Is het niet juist de taak der studerenden, luide deze groote waarheid te bevestigen? Duitsche broeders, betreden wij niet gezamenlijk dezen weg ten goede? Moge door en met u de vrede komen met allen glans, die voortaan de volken zal leiden tot welvaart, grootheid cn vrijheid!" Met het oog op den gezondheidstoesland van den kroonprins vau Frankrijk, heeft dr. Nélaton aangeraden hcra naar Madera te zeuden, om er vijf jaar verblijf te houden. Dc commissie voor de tentoonstelling te Parijs heeft, op het veld van Mars - waarop het tentoonstellingsgebouw staat - eene restauratie doen oprigten, waarover zij het beheer voert. De Eten- dard deelt de volgende bijzonderheden mede omtrent de „Grand Restaurant Omnibus." De prijzen zijn aldus gesteld: Brood lOcentimes, bouillon 10 centimes, soep 15 centimes, ossenvleesch 20 centimes, groenten 15 centimes, een schotel dagelijksche kost 40 centimes, gebraden vleesch 35 centimes, kaas 10 centimes, een karafje wijn 15 centimes, koflij en likeuren 30 centimes. Wanneer men zich dus wil vergasten op broodsoep, ossenvleesch, kaas, groenten en een karafje wijn, dan betaalt men daarvoor slechts 85 centimes; voet men er wat bouilli bij van gebraden vleesch, dan wordt het 90 cen times, en neemt men in plaats van bouilli nog een schotel dage lijksche kost, dan betaalt men nog maar 90 centimes! En daarvoor krijgt men overheerlijke spijzen. De keukens munten door netheid en helderheid uit, terwijl ze altijd door eenige leden van het comité worden gesurveilleerd. Het Parijsche Nyvcrlieidspaleis heeft, dank zij de rustelooze bemorijingcu van commissicn en inzenders, sedert den dag der opening van de tentoonstelling, inwendig reeds een geheel ander voorkomen verkregen, maar toch meent men, dat de expositie niet voor liet einde der maand volledig zal zijn. Intusscheu lokt zij, ondaulcs den nog betrekkelijk hoogen toegangsprijs, reeds zeer velo bezoekers, cn beeft de iuternutioualc jury zich reeds geconstitueerd. Het aantal iuzenders bedraagt 42,217, tegen 27,440 op de jongste Londen- schc wereldtentoonstelling en 21,779 op de eerste Parijsche. Onder die 42,000 industriëlen bevinden zich natuurlijk een zeer groot getal Fransche, namelijk 11,645. Opmerkelijk is het, dat het rijk, hetwelk geacht wordt op de uiterste greos der beschaving te staaD, Turkije, wat het getal iuzenders betreft, Frank rijk het meest nabij komt. Dat getal bedraagt niet minder dan 4490. Dan volgenEngeland met 3009, Italië met 3992, Oostenrijk niet 3072, Pruissen en de Noord-Duitsche Staten met 2206, Spanje met 2071, Belgie met 1448, Rusland met 1392, Brazilië met 1073, Portugal met 1020, Zwitserland met 980, Griekenland met 802, de Verecnigde Staten met 778, Zweden met 002, Nederland met 504 inzendersterwijl op Nederland volgen Bcijercn, Noorwegen, Wurtemberg en de overige stateu. De Saudwichs-eilauden tellen 31, Siam 13, Luxemburg 10 inzenders. Teregt wordt echter opgemerkt, dat het aantal inzenders niet tot maatstaf van du waarde der expositie van ccnig land strekken kan. De ruimte, welke zij beslaat, is, ofschoon geen volledige, toch een betere maatstof, en in die schaal bekleedt. Nederland eene gunstiger plaats, daar zijne nfdceling nagenoeg 1900 vierk. ellen inneemt. De tentoonstelling is in tien groepen gesplitst, welke weder in 95 klassen zijn verdeeld. Zeven dier groepen bevat het Nijvcrhcidspuleis zelf, hetwelk eene ruimte beslaat vau 140,000 vierk. ellen terwijl de bijgebouwcu op het Park, of Veld van Mars, bovendien nog 100,000 elleu bedekken. De 27,000 inzen ders te. Keusington (1S62) konden slechts over ruim 125,000 overdekte vierk. ellen beschikken, en het Parijsche tentoonstellingsgebouw van 1855 besloeg met zijne annexen nog geeuc 170,000 vierk. ellen. De tninbouw-expositie neemt 50,000 vierk. ellen vau liet Champ de Mars in, waarvan 1800 vierk. ellen uit waterwerken bcstaau. Als maatstaf van vergelijking, wat Nederland betreft, verwijzen wij naar de Haarlcrascho Nijverheids-tentoonstelling van 1SG1, tot welke 1100 inzenders medewerkten, wier gezamenlijke voortbrengselen (11,000 voorwerpen uitmakende) ccne ruimte vau 4200 vierk, ellen innamen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1867 | | pagina 2