BUITENLAND.
geruiracn tijd aldaar gevestigd hebbenden Evangelist te hooren
prediken. Het nieuwe, laag gebouwde, potdigtc kerkje, vol toehoorders,
was namelijk dien ochtend bij de kccrschendc winterkoude zóódanig
met stovendamp gevuld, dat velen llaauw vielen en meest allen met
geweldige hoofdpijn een uitweg zochten. Gelukkig heeft men geen
verlies vau menschenlevens te betreuren.
Men leest in het Weekblad voor het OndermijnIn den tijd
dat men van de hooge regering de beslissing wacht van het al of
niet invoeren der spelling van de IIH. Dc Vries en Te Winkel op
de scholen, acht ik de mcdedceling van het onderstaande niet van
belang ontbloot. De notaris D. zond dezer dagen eene akte naar i
het kantoor der registratie, om die te doen registreeren. Hij j
ontving die ongeregistreerd terug met berigt, dat ze niet kon worden
aangenomen, omdat men zich van de nieuwe spelling bediend hadI
De ontvanger der registratie had cene missive in dien geest van j
het gouvernement ontvangen
De heer Marion, landbouwer te Cornimunt in Frankrijk, heeft
de ontdekking gedaan, dat, als hij dc aardappelplant tegen den regen
beschut, de ziekte er zich niet in vertoont. Hij meent, dat de regen
de ziekte zoo al niet doet ontstaan, dan toch ontwikkelt én in den
wijnstok én in den aardappel.
Niet onaardig is hetgeen Villemot dezer dagen eene gefungeerde
mevr. de la Martellière laat schrijven aan hare eveneens gefungeerde
nicht, in La Comedie Contemporaine, die wekelijks in de Temps
verschijnt. „Er zal eene Europesche conferentie bijeenkomen. Begrijpt
ge? Ketterschc mogendheden zullen gaan beraadslagen over het lot
van den Paus. Van de drie katholieke mogendheden is er op dit
oogenblik een, Oostenrijk, in verzet tegen Home; eene andere,
Frankrijk, zegt: Garibaldi is wat stout, maar van Victor Emmanucl
kan ik toch mijn hart niet aftrekkeu. En wat Spanje betreft, het
doet mij denken aan dien vriend, tot wien een pas benoemd lid
der academie zcide: morgen houd ik mijne intreerede; komt ge mij
niet hooren? Welzeker! zei de ander. Heel graag; maar leen mij
dan een stuiver, om over de Pont des Arts te komen."
De discussiën, die dezer dagen in het Wetgevend Ligehaam te
Parijs werden gevoerd, trekken ieders aandacht. De minister van
buitenlandsche zaken, de heer de Moustier, heeft geantwoord op
de interpellatie van de heer J ules Favre, ter Zake van de Romeinsche
quaestic. De minister verklaarde, dat de staatkunde der regering
in geen enkel opzigt weifelend of inconsequent was. Al wat cr in
de laatste jaren in Italië was gebeurd, was juist hetgeen Frankrijk
zich ten doel had gesteld. De Scptember-conventie, ook met dat
doel gesloten, was door Frankrijk niet geschonden. De minister
kon nog niet zeggen of de conferentie al of niet zal bijeenkomen.
Komt zij bijeen, dan zal het Fransche gouvernement met haar te
rade gaan of de veiligheid vau den II. Stoel als verzekerd kan
worden beschouwd. Zoo ja, dan trekt de Fransche bezetting zich
uit den Kerkelijken Staat terug. Indien de conferentie niet zameu
komt, dan treedt de September-conventie weder in werking en dan
zal Italië waarborgen moeten geven voor de naleving van het
verdrag en voor de bescherming van het Pausdom.
De heer Thiers keurde de staatkunde van het gouvernement in
zooverre af, als die berustte op ccnc verzoening tussehen Italië en
het Pausdom; zulk eene verzoening was z. i. niets dan eene illusie
der regering. Hij wil dat Frankrijk tegenover Italië alleen van
regten spreke, die het heeft te doen gelden en tegen over Home
zijne verpligtingen vervullc. Spreker ziet in de wereldlijke inagt
van den Paus een noodzakelijken waarborg voor de vrijheid van
geweten der Catholieken. De toestand van Frankrijk, zoo erkende
de heer Thiers, is lastig. Tussehen Victor Emmanuel, die in zijne
grootheid ongelukkig is, en den Paus, bedreigd in de laatste over
blijfselen zijner wereldlijke magt, is het moeijelijk eene keus te
doen. Frankrijk moet z. i. tot Italië zeggen: Ik heb mijne regt-
streeksche belangen gecompromitteerd, toen ik u vergunde een ver
bond met Pruissên te sluiten. Ik heb u ook de kleine staten van
Italië overgeleverd, maar er is ééne zaak, die ik u niet kan afstaan,
namelijk mijne eer, en die zou ik prijs geven, indien ik u het
Pausdom overleverde.
De ex-Keizerin van Mexico heeft j 1. Dingsdag, voor het eerst
sedert hare terugkomst in België, op een wandelrid, Brussel bezocht.
Mgr. de Kardinaal Engelbert Sterckx, Aartsbisschop van
Mechelen en Primaat van België, is jl. Donderdag ochtend in
hoogen ouderdom overleden. Sedert zijne reis naar Home ter
bijwoning vau het groote eeuwfeest was hij ongesteld geweest, en
in het midden der vorige week had zijne ongesteldheid een zorg-
barend voorkomen gekregen. De overledene was in België populair,
ook bij de liberalen, die hem prezen als meer gematigd en meer
aan 's lands instellingen verknocht dan wel andere Belgische geeste
lijken. Aan het Belgische hof was hij bijzonder gezien. Mgr.
Sterckx, de overleden Kerkvorst, grootkruis van Belgische
en Oostenrijksche ridderorden, stamde af uit eene familie van den
boerenstand. Hij was in 1832 Aartsbisschop van Mechelen, en in
1838 Kardinaal geworden.
Le Monde vraagt zich af: welke het punt van uitgang der
conferentie zal zijn; welke hare beginselen zullen wezen en wat zij
zich ten doel zal stellen? „Zal zy het wagen (vervolgt het blad),
den Oppersten Kerkvorst lessen te geven in de kunst om zijn
Staten te besturen? Zoo ja, wie zou zich dan geregtigd achten,
hem die lessen te geven? Aan den vertegenwoordiger van Engeland
zou hij kunnen antwoorden: Verwijder eerst den balk van het
Fenianismus uit uw oog, mijn vriend! daarua zult gij kunnen
onderzoeken, of zich een splinter in het mijne beviudi. Aan den
vertegenwoordiger van Rusland zou hij tegemoet voerenHet bloed
van Polen benevelt uw oog; gij kunt geen helder inzigt in deze
zaak hebben. Tot PruissenGij wilt mij voorzeker onderwijzen
in de kuust om anderen van hunnen eigendom te berooven; eene
kunst, waaraan ik echter geen behoefte gevoeL, Tot Italië; Leer
mij eerst door u voorbeeld, hoe men orde in zijn geldmiddelen,
eerlijkheid in zijn beheer, en eenheid in zijne raadsvergaderingen
kan invoeren; hoe men zijnen troepen de kunst eigenmaakt om te
overwinnen en zijnen volken die om gelukkig te zijn, en ik
zal"haar uwé vermaningen luisteren. Aan Oostenrijk en Frankrijk
zou hij weder iets anders kunnen zeggen; cn nicmaud zou hem
kunnen antwoorden."
Het Journul dei Débats trekt eene vergelijking tussehen de
redevoeringen van Jules Favre in het Wetgevend Ligehaam cu van
kardinaal de Bonncchose in den Senaat, en wijst op dc treffende
overeenkomst in de conclusicn van beide tol zoo lijnregt strijdige
riglingen bchooróttde redenaars, die deze gevolgtrekking wettigen
dat inderdaad niemand te vreden is over de houding der regering
tegenover de Romeinscbe kwestie. „Alle verstandige lieden, zegt
het, tot welke partij zij ook belmoren, moeten daarom met ongeduld
verwachten Frankrijk eindelijk een valsche politiek te zien verlaten,
die slechts onrust en wantrouwen doet ontstaan en tot zekere
hoogte de ontwikkeling van den nationalen arbeid stremt. Voor
twee maanden kon men zich werkelijk een oogenblik aan den voor
avond van dc ernstigste gebeurtenissen wanen, en deze beduchtheid
zou periodiek kunnen wederkeeren, zoolang de kwestie, die ze
te voorschijn roept, geen definitieve oplossing zal hebben gevonden."
De grijze tooudichter ltossini is zèer lijdend.
Pater Ilyacinthe heeft jl. Zondag te Parijs een aanvang gemaakt
met zijn preekbeurten in de vasten. Tot onderwerp van die preeken
heeft hij dit jaar gekozen: „de betrekkingen tussehen de maatschap
pelijke orde en het Christendom." De kerk Notre-Dame was
letterlijk eivol.
Dc reddingbooten in Engeland hebben gedurende dc jongste
stormen meer dan 200 personen van gestrande schepen behouden
aan |val gebragt.
Gedurende de vorige week hebben te Londen plaats gehad
2017 geboorten en 1588 sterfgevallen.
Den 2 dezer is te Dover aangekomen Prins Minboutacvou,
de broeder van den Taïkoen van Japan. De Prins is, na door
het gemeentebestuur van Dover gecomplimenteerd te zijn, naar Londen
.doorgereisd.
Dezer dagen gebeurde te Yarmouth een droevig ongeluk. Dc
reddingboot keerde met de geredde bemanning van een verongelukt
schip in de haven terug en sloeg op hetzelfde oogenblik om, zoodal
de 26 man, waarmede zij gevuld was, verdronken.
De lersche dagbladpers is waanzinnig vau woede tegen
Engeland. Vau alle kanten wordt de onschuld der gevonnisden
luide verkondigd en Engeland als de hatelijkste dwingeland voor
gesteld, terwijl sommige bladen een beroep doen op den ridderlijken
geest van Frankrijk. Allen, Gould en Larkin zijn nu de drie
lersche martelaren geworden, wier dood den wrok en haat der
Ieren tegen Engeland en zijne wetten in liehtelaaije vlam moet
doen uitbarsten. Het kan wel niet anders of deze gruwelijke op-
ruying in Ierland moet tot eene botsing tussehen de twee partijen
leiden, waarin der regering niets anders dan het kiezen van de zijde
der zoogenaamde „oranje-partij" (de Engelsehe staatskerk-partij in
Ierland) overblijft. Het zal hoog tijd worden om de weinige raagt
en het gezag, dat de Engelsehe regering nog in Ierland bezit, hechter
te vestigen, te vermeerderen en uit te breiden, vóór dat de nationale
lersche partij (of de Fenians) hare vertakkingen in Engeland zoo
vastgesnoerd hebbe, dat de Engelsehe krijgsmagt niet toereikend
zijn zal, zoowel in Engeland als in Ierland, om de rust te bewaren
De ellendige taktiek, die vroegere Engelsehe ministcriën tegenover
Ierland volgden, door, wanneer het volle regt zonneklaar aan de
zijde der regering was, opzettelijk zwakheid aan den dag te leggen,
en dc ijdele hoop door deze handelwijze de gemoederen voor zich
te winnen, heeft tot misbruiken en aanmatigingen geleid, welke
thans niet dan met groote opofferingen en denkelijk met veel
bloedverlies bedwongen kunnen worden, en toch „geschieden moet
het, en geschieden zal het" zeggen de Engelschen.
Oostenrijk heeft dc vlag van den Noord-Duitschcn Boud erkend.
Dezer dagen werd te Wecnen veel gesproken van eene zware
misdaad, welke in de aanzienlijke kringen gepleegd is. De zoon
van graaf Chorisky, stadhouder van Beneden-Oostenrijk, wordt nl.
beschuldigd zijne echtgenoot vergiftigd te hebben, of te hebben doen
vergiftigen. Welk aandeel hij aan den moord gehad heeft, is nog
niet met zekerheid bekend; doch de daad is te Munchen volbragt
door de hand eener Hongaarsche barones, genaamd Julie Ebergenyi.
Deze dame is, uithoofde van de zware vermoedens, welke op haar
rusten, le weenen in hechtenis genomen.
De Koning van Zweden heeft een nieuw werk uitgegeven,
getiteld„Gedachten over de krijgskundige oefeningen van den
tegenwoordige» tijd." Dc hooggeplaatste schrijver verdedigt daarin
met vuur de stelling, dat een klein maar goed ingerigt leger te
verkiezen is boven een talrijker, maar minder geoefend cu uitgerust
leger. Niet omdat het leger groot is, zegt hij, maar omdat het
goed is, kan een klein volk er op rekenen tot handhaviug van
zijn vrijheid en zijn eer. Het werk is tevens tot een weldadig doel
uitgegeven en aan Graaf Hcnering Hamilton opgedragen, ter
herinnering aan den tijd, toen deze als chef van den staf bij de
lijfgarde brigade de militaire leiding van den schrijver op zich had
genomen.
Volgens berigten uit Rome was de Paus sedert eenige dagen
ongesteld en zou zijn toestand zelfs bezorgdheid baren. Gedurende
deti loop der jongste gebeurtenissen had Zijne Heiligheid veel vast
heid van karakter en zeer groote geestkracht betoond; maar sedert
heeft er bij hem eene reactie plaats gegrepen; en de eerwaardige
Hoogepriester gevoelt thans de nawerking der levendige aandoenin
gen, welke zijn gemoed in den laatsten tijd hebben getroffen. De
uitdrukking van zijne gelaatstrekken is merkelijk veranderd; zijn
zenuwgestel is geschokten dc geneeskundigen geven hem den raad
om zich door eenen tijd van volkomen rust te verpoozen. Hij wei
gert echter gehoor aan dien raad te geven, wijzende op de gebiedende
pligten, welke de tegenwoordige tijdsomstandigheden aan zijne rege
ring opleggen.
Bij de opening der wetgevende zitting (Kamer der afgevaar
digden) te Florence op den 5 dezer geeft de minister Menabrea
keunis van de zamenstelling van het nieuwe kabinet en gewaagt
vau de moeijelijkheden welke dit ondervindt. Hij betoogt dat Italië
het regt heeft'gehad om in de Pauselijke Staten tusschcnbeide te
komen en dat, na dc interventie van Frankrijk, de regering gereg
tigd en verpligt is geweest Garibaldi in verzekerde bewariug te
brengen, daar bij de wetten en de overeenkomsten geschonden had.
De regering heeft, door vrijwillig hare troepen te doen terugkeeren
toen de gevaren hadden opgehouden, de komst van andere vreemde