&:j 1868. N°.36. Et Zondag 22 Maart. 26 Jaargang. 1 BINNENLAND. BUITENLAND. U i t g- e v e r A. A. BA K K E R Cz. 0 0 S T -1 N D I E. BE LG IE. E R A N K R IJ K. JOH; Poli HELDERSUHE u. EN NIËUWEDIEPER COURANT, n ujf vo nee' slen „W ij huldigon het goed e." Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaalf 1.30. franco per post - 1.65. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. Prijs der Advertentiëu: Van 14 regels 60 cent, elke regel meer 15 cent, behalve 35 cent zegelregt. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. HELDER en NIEUWEDIEP, 21 Maart. Met belangstelling wordt de afloop te gemoet gezien van het regtsgeding tegen den president Johnson, in de Vereenigde Staten na Noord-Amerika. Er schijnt in dat land toch nog eene magtige partij te bestaan, die het gehouden gedrag van den president goedkeurt, althans te Baltimore is eene groote meeting gehouden, waarin een scherp afkeurend oordeel werd uitgesproken over het in staat van beschuldiging stellen van den president. Den 5 dezer had de Senaat te Washington besloten zich als geregtshof te constitueren en den president van het hoog-geregtshof te doen aanzeggen te verschijnen en het voorzitterschap waar te nemen. De volgende beoordeeling van de houding des heeren Johnson achten we belangrijk genoeg om ze mede te deeien: „De snijder president der Vereenigde Staten van Noord-Amerika zit leelijk in de klem. Hij had wel eens gehoord van een collega, die tegen den tijd zijner aftreding zijne voornaamste tegenstanders liet inpak ken, verbannen of opsluiten. Het voorbeeld van dien Franschen president schijnt verleidelijk op Johnson gewerkt te hebben. Hij heeft voor en na de een en de ander onder de militaire bevelheb bers gepolst of ze hem zouden willen bijstaan in de vestiging of bescherming van zijn gezag; maar ieder bedankte voor de eer om zich ter wille van den heer Johnson vijand te stellen der Unie. Het succes der beide presidenten verschilt dus, daar den een zijn coup d'élat bijzonder gelukte, en dat van den tweeden totaal mis lukte; men heeft hierbij echter te letten op de omstandigheid, dat de dynastie van Napoleon kon rekening maken op het leger, terwijl er geene dynastie Johnson bestaat en er dus geen voorliefde voor het geslacht van den president bij het leger aanwezig kon zijn. Bovendien zijn alle militaire bevelhebbers door den generaal Graat, minister van oorlog (door het Congres benoemd), aange schreven om geene andere bevelen, dan door hem onderteekend, te gehoorzamen." Tot majoor-commandant van het Artillerie—"Vrijkorps alhier is benoemd mr. D. P. H. Aberson, voormalig kapitein bij de dienst doende Schutterij te Amsterdam. Met 1 Mei e. k. zullen alhier garnizoen houden de 2de, 3de, 6de en 13de comp. van het late reg. Vesting-Artillerie. Men verzoekt ons te berigten, dat op het predikbeurten-briefje staat: Nieuwe Kerk voormiddag Bron, dit moet zijn: Lamping en namiddag Lamping, dit moet zijn: Bron. Heden middag had nabij het Molenplein alhier eene vechtpartij plaats tusschen eenige Fransehe visschers en burgers. De tusschenkomst der policie scheidde de vechtenden van elkander. Naar men verneemt zal Zr. Ms. stoomschip Amstel met spoed gereed gemaakt worden met bestemming naar de kust van Guinea. Het programma van het concert-gezelschap Apollouit fe voeren Dingsdag a. s. in het lokaal Tivoli, luidt als volgt: Eerste Deel: 1. Sympbonie N°. 4 van Niels W. Gade; 2. Rondo Capriceioso Op. 14 (piano) van F. Mendelssohn Bartholdy3. Con cert voor violoncel van Golterman 4. Concert voor fluit van Terschak. Tweede Deel: l. Ouverture Euryanthe van C. M. von Weber; 2. a. Marche funèbre (piano) van Chopin b. Grand caprice Honyrois van Ketterer; 3. Souvenir de Spa, Fantaisie, (violoncel) van Servais 4. Air varie' (fluit) van Tulou; 5. Grosses Trio in D Moll Op. 49 fiir Pianoforte Violine und Violoncell. a. Molto allegro agitato; b. Andante con moto tranquilloc. Allegro assai appassionato van F. Mendelsson Bartholdy. SOLISTEN: Piano: Mejufvrouw van Helder. Violoncel: de Heer GIESE van 's Gravenhage. Fluit: de Heer HARTERING van Helder. Tot dykgraaf van het waterschap de Beemster is benoemd de teer C. Hartog; tot dijkgraaf van den polder de Zeevang, de heer 5. Bark. Tot honorair lid van het Historisch Genootschap te Utrecht is o. a. benoemd de heer F. A. van Braam Houckgeest, van Amsterdam." Voor kustgeschut is het, tot bestrijding der pantserschepen, tegenwoordig een vereischte, dat het van zeer zwaar kaliber zij en gelegenheid aanbiede tot spoedig vuren. Met zulk geschut proeven te nemen, is voor een klein rijk te kostbaar. Wat in den vreemde bet beste wordt gerekend, moet derhalve opgespoord en aangeschaft worden. Eene commissie, daartoe uitgezonden is, na bezoek van Frankrijk, Duitschland, Denemarken en Zweden teruggekeerd, en is volkomen in hare zending geslaagd. Te Finsprong (in Zweden), tullen (jzeren vuurmonden van het kaliber van 24 duim worden aangegoten, en zij worden alsdan gecercleerd met stalen ringen van de fab'riek van Petin, Gaudet C°., te Rive-de-Gier (in Frankrijk) en voorzien van culassluiting, waarvoor de sluitstukken mede in Frankrijk worden vervaardigd. De levering zal tegen de eerste dagen van September, dus binnen een halfjaar, plaats hebben en het geschut alsdan dadelijk op onze kustbatterijen worden opgesteld. (Dagblad.) In de zitting der Tweede Kamer van II. Donderdag zijn de discussiën geopend over het door ons in het vorig nommer ver nielde rapport over de diplomatieke bescheiden betreffende de Limburg-Luxemburgsche quaestie. De beraadslagingen werden aangevangen met eene rede van het eerst onlangs te Haarlem gekozen Kamer-lid, den heer mr. D. Koorders, die het beleid van den minister ran Zuylen verdedigde en een afkeurend oordeel uitsprak over de conclussie der commissie van rapporteurs, die voorstelden om deze regerings-bescheiden eenvoudig voor kennisgeving aan te nemen. Da heer Koorders besloot zijne rede met de uitdrukking van zijn gevoelen, „dat, wanneer het levend geslacht met al zijne hartstogten, ffiet al zijne vooroordeelen, de onpartijdige geschiedenis mogt wflen schrijven van het diplomatiek beleid van den minister van Zuylen, het als zijn eindoordeel zou verklaren„il a bien mérité de la patrie."" De heeren W. van Golstein, van Wassenaer Catwijck en Rochussen vereenigden zich in gevoelen met den heer Koorders, terwijl de heeren Gratama en Godefroi zich tot een afkeurend oordeel over het diplomatiek beleid van onzen minister van Buitenlandsehe Zaken bleven bepalen. De heer Blussé van Oud-Alblas heeft bij zijne motie gepersisteerd, terwijl de Kamer het besluit heeft genomen om de beraadslaging over die motie na afloop van deze discussiën voort te zetten. In de zitting van gisteren zijn de beraadslagingen der Kamer voortgezet, doch nog niet ten einde gebragt. De heer Thorbecke heeft de handelwijze der commissie verdedigd en verzekerde dat de commissie eenstemmig was geweest in haar oordeel, dat de over gelegde stukken niets nieuws leeren en geen eigenlijke historische mededeeling bevatten, maar wel loffelijke getuigschriften, uit den vreemde ontboden, naar het schijnt door den minister hooger geschat dan een gunstig oordeel der Kamer. Ook de ministers van Buiten en Binnenlandsche Zaken hebben in deze zitting het woord gevoerd. Heden voortzetting. Als gerucht wordt uit de residentie berigt, dat er in de sectiën der Kamer sprake is om een adres aan den Koning te rigten. Tevens verzekert men, dat de ministeriële leden der Kamer er sterk naar trachten om eene goedkeuring te doen uitspreken over het diplomatiek beleid van Graaf van Zuylen. Ds. J. Vermeer, pred. te Vlissingen, heeft het beroep bij de Ned. Herv. gemeente te Zwolle aangenomen. Beroepen tot pred. te St. Pancras de heer J. Wijs, te Oude Niedorp. Door den kerkeraad te Bergen is het volgende viertal van predikanten opgemaakt: P. Immink te Noord-Seharwoude, J. D. II. van Setten te Purmerland, J. la Verge te Hensbroek en J. Wijs te Oude Niedorp. De jeugdige echtgenoote van den heer v. d. H. te Nijkerk, die eerst een drietal maanden gehuwd is, heeft zich volgens verkla ring van hh. medici met arsenicum vergeven. Te Schraard (Friesland) vierde een weduwe den 14 dezer haar 100ste verjaardag in goeden welstand. Te Groningen worden telkens jongens gevat wegens diefstal, en toch telkens nieuwe diefstallen door hen gepleegd. Zoo schoof Dingsdag middag ten 3 uur, een jongen het raam open van ds. Jorissen, klom naar binnen, opende een kast, nam daaruit een boek met goud, verpandde dat en ging voor het bedrag met zijne kameraden lekker eten en drinken! Voor eenige dagen is door de policie te Maastricht in ver zekerde bewaring genomen, de winkelierster B., onder de zware verdenking van poging om, door middel van zuringzout, hare stief dochter van het leven te berooven. In een brief uit Brussel aan de Middelb. Court. komt o. a. het volgende voor„Ik heb in Parijs veel gezien en ook zeer veel gehoordmaar het meest merkwaardige en buitengewone was de Keizer. Ik zag hem in het théatre Francais. Men gaf Paul Forester van Emil Augier, het stuk dat op het oogenblik zulk een verba- zenden opgang maakt. Vraag mij niet, hoe mademoissclle Favart de prachtige rol van Lea gespeeld heeft ik weet er niets van. Ik was slechts oog en oor voor de Keizerlijke loge, want ik heb u nog vergeten te zeggen, dat men vooruit wist, dat de Keizer en de Keizerin zouden komen. De zaal was stampvol. De kroonen schitterden van licht, verspreidden de smorende warmte, die aan de comediezalen zoo eigen is en die reikhalzend naar het oogenblik doet uitzien, waarop het opgaan van de gordijn aan de hijgende borst eenige stroomen betrekkelijk fiisscbe lucht aanbrengt. Eindelijk komen de Keizer en de Keizerin en woi den volgens gebruik begroet. De policie weet bare voorzorgen goed te nemen. De Keizerin was uiterst eenvoudig gekleed. Ofschoon reeds eene rijpe schoonheid, is zij toch nog eene schoonheid. Naauwelijks bad de Keizer, zwij gend, somber, gevoelloos, plaats genomen, of een zijner aides-de- camp nadert hem, slaat hem ten spoedigste iets om en wikkelt zijn benedenlijf in een soort van bont dekkleed. De Keizer bleef onbewegelijk zitten. Sedert ik hem het laatst gezien had, dit was, geloof ik, bij den terugkeer van het leger uit Italië, was hij zeer dik geworden. Er is sedert dan ook zoo het een en ander gebeurd! Van tijd tot tijd sprak de Keizerin tegen hem en dan kreeg zij een kort antwoord, waarop de Keizer weder geheel in zijn stil zwijgen verviel. Een of twee malen slechts gaf hij een flaauw teeken van applaudissement; dat was de eenige beweging, die ik opmerkte, en toch hield ik onophoudelijk het oog op de loge gerigt. Eens verschoof het kleed, waariu hij gewikkeld was; dadelijk naderde dezelfde aide-de-camp den Keizer en schikte het op nieuw in orde. De Keizer echter verroerde zich niet en sprak geen woord. Dien avond zal ik niet vergeten. Het is wel eens goed van tijd tot tijd Caesar in het gelaat te zien." TEXEL, 19 Maart. Heden is alhier door een paar visschers een bruinvisch gevangen, zoo groot als niemand zicli herinnert ooit gezien te hebben; het beest is 13 voet lang en heeft den omvaug van een rund. Het is een voordeelige vangst, want de visch zal zeker veel traan afwerpen. AMSTERDAM, 18 Maart. De gemeenteraad heeft bij acclamatie besloten aan directeuren der Maatschappij van Nijverheid te ant woorden, dat de raad voor alsnog niet kan voldoen aan hun verzoek tot ondersteuning van het plan van den heer A. lluet, betreffende een open zeegat voor Amsterdam. Dat verzoek hield ook in, dat de raad de kosten van nadere onderzoekingen en opnemingen zou betalen. HAARLEM, 18 Maart. Aan den lieer D. J. Geerlsema, lid van de Eerste Kamer, is de tweede gouden medaille en eene som van 100 toegewezen, uitgeloofd door de Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van Nijverheid, voor het schrijven van eene „beschrijving van den landbouw in de districten Oldambt, VVesterwolde en Fivelgo." HELLEVOETSLUIS, 19 Maart. Zr. Ms. schroefstoomschip 3de klasse Maria, heeft gister, na eenige reparatiën te hebben ondergaan, liet drooge dok verlaten en zal, naar men verneemt, verder voor binnenlandsche dienst gereed gemaakt worden. GENEMUIDEN, 20 Maart. Het aantal nieuwsgierigen, dat alhier dagelijks van heinde en verre arriveert, om deze plaats, na den brand voor het grootste deel in een puinhoop verkeerd, te bezien, is buitengewoon. LI. Zondag waren hier meer dan 3000 vreemdelingen. Door de hooge regering zijn een honderdtal dekens gezonden. De inwoner, ten wiens huize de brand ontstond, is dezer dagen uit de gevangenis ontslagen en naar zyne woonplaats teruggekeerd. De langdurige verhooren hebben nog tot geen de minste uitkomst geleid, wat betreft de tegen hem ingebragte aanklagt als vermoedelijk brandstichter. FRANEKER. 17 Maart. Heden middag werd onze nieuwe bur gemeester Lijckluma a Nijeholt plegtig geïnstalleerd, 's Avonds werd ZEd. door bet muziekkorps der stedelijke Schutterij een serenade gebragt. BATAVIA, vóór 26 Febr. Aangekomen schepenChristina, Prinses Amalia en Tollens. VertrokkenAllegonda Jacoba, Bellatiix, Henriette Elisabeth Susanne, Koophandel, Maria Adriana, Neptunus, Petronella, Sileucium, Vijf Vrienden, Willem Kroonprins der Nederlanden, Anna Maria en van der Palm. Eerder zal men met een soeplepel de zee leeg scheppen, met de hielen in de teenen van zijn laars kunnen staan, met een luchtbol vischnetten omhoog zenden om sterren te vangen, eerder op een telescoop een komeet najagen, eerder zich herinneren, waar men zijn parapluie heeft gelaten, terwijl het regent dat het giet, ja ieder ding tot hiertoe een onmogelijkheid, kunnen volbrengen, dan een vrouw over te halen, om iemands wil te doen, .wanneer zjj vooraf gezegd heeft: „ik wil niet." BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER. De off. vau gez. 2de kl. F. Rochet en de elf. vau adm. 3de kl. H. K, J. vaa den Uussche en F. A. Frederiks worden met den 26 dezer geplaatst, de twee eerstgenoemden op het wachtschip alhier en laatstgenoemde op dat te Ylissiugen, onder intrekking zijner plaatsing op het wachtschip alhier. BRUSSEL, 20 Maart. Prins Napoleon wordt heden of morgen hier verwacht. Men verzekert dat hij ook Amsterdam en 's Hage zal bezoeken. In het Wetgevend Ligchaam te Parijs wordt nog druk besproken de wet tot het regt van vereeniging. Het regt om bijeen te komen. De France kenmerkt deze wet, op de volgende wijze: „Tot dusverre waren de vereenigiugen in beginsel verboden, voor zooveel zij niet veroorloofd waren, voortaan zullen zij in beginsel veroorloofd wezen, voor zooveel zij niet verboden zijn. De regel is uitzondering ge worden, en omgekeerd de uitzondering regel." In het jaar 1843 schreef iemand, die grootelijks belang stelde in de regteu en vrijheden van het Fransehe volk, geheel naar waar heid, bet volgende omtrent het belemmeren van het regt tot zemen- komst door de Fransehe regering: „Moeten wij niet blozen, wij vrij volk, of die ons ten minste vrij gelooven, omdat wij verscheidene revolutiën gemaakt hebben om het te worden, moeten wij niet blozen zeggen wij, dat zelfs Ierland, in sommige opzigten eene grootere vrijheid dan Frankrijk geniet van Juljj? Hier b. v. kannen personen zich niet vereenigen zonder autorisatie der policie, terwijl in het vaderland van O'Connell duizende menschen zich verzamelen om over hunne belangen te beraadslagen, de grondslagen van het rijk te bedreigen, zonder dat eenige minister de wet durft verkrachten, die in Engeland het regt van vereeniging beschermt." De „iemand," die dat schreef, heette Prins Lodewijk Napoleon Bouaparte, thans heet die persoon: Keizer Napoleon III van Frankrijk. Onder den titel van: Les titres de la dynastie Napoleonnienne verscheen dezer dagen te Parijs de met zeker ongeduld verwachte brochure door Keizer Napoleon geschreven. De verwachting moet teleurgesteld zijn, want zij bevat geenszins een politek manifest, maar levert eenvoudig een verzameling van documenten (de grond wet, enz.), voorafgegaan door eene inleiding en afgewisseld met historische herinneringen en beschouwiugen alles strekkende om aan te toonen, dat Napoleon I en Napoleon III door Frankrijk en de Franschen gewenscht, verlangd, begeerd en geëischt zijn geworden dat hunne aanspraken om in dat land de souverein te wezen, gegrond zijn op de uitkomsten der stemmingen, telkenmale toen de natie is opgeroepen geworden om ja of neen te verklaren of zij een Napoleon Bonaparte al dan niet als hoofd van den staat verlangde. Het eenige wat in de brochure op een politiek programma gelykt, is de verklaring dat de bestaande constitutie gelegenheid aanbiedt tot eiken vooruitgang. In eenige Fransehe bladen is openbaar gemaakt een adres aan den Keizer der Franschen, waarin, gelijk de Silualion zegt840,000 Hannoveranen bij een vreemden souverein om het herstel vau het onafhankelijke koningrijk Hannover aanzoek doen. Dit adres zou door den heer Meding, agent van Koniug George te Parijs, aan den Keizer zijn ter hand gesteld geworden, doch Napoleon wilde het niet in ontvangst nemen en den heer Meding geen andientie verleenen. Te vergeefs deed deze daarna pogingen om bjj de leden van het Fransehe kabinet toegang te krijgen. In Mei verschijnen te Parijs de gedenkschriften van Talleyrand, die, eerst 30 jaar na zijn dood mogten uitgegeven worden. De mémoires van Voltaire moeten eerst 100 jaren na zijn dood gedrukt worden, en dus in Mei 1878. Voor Crespel Dellisse, den uitvinder van den beetwortel suiker, aan wien Napoleon I een millioen had beloofd, dat by nooit gekregen heeft, zal thans, nu hij in behoeftige omstandigheden is gestorven, een standbeeld worden opgerigt, waarvoor de Keizer zelf 1000 frs. heeft beschikbaar gesteld. Dat moet den doode wel koud laten! Volgens eene door la llevue du Monde Catholique medegedeelde statistiek, wijden zich van de 100,000 Fransehe kloosterlingen, van beiderlei sekse, 72,000 aan de opleiding van het jeugdig geslacht. Het aantal aan hunne zorgen toevertrouwde kinderen beloopt meer dan twee millioen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1868 | | pagina 1