1868. N°.37.
Woensdag 25 Maart.
26 Jaargang.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
Uitgever
A. A. BAKKER
Cz.
B E L G I E.
F R A N K R IJ K.
HELDERSCHE
EN ^lËUWËDIEPER COURANT.
„Wij huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdaq-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Bureau:
MOLENPLEIN, N°. 163.
Pnjs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent, behalve 35 cent zegelregt.
Grooto letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
HELDER en NIEUWEDIEP, 24 Maart.
In Oostenrijk is in de tegenwoordige dagen een hoogst belangrijke
aangelegenheid bij het Heerenhuis in behandeling. Het geldt niets
meer of minder dan de wet op het burgerlijk huwelijk. Wie, die
bedenkt hoe belangrijk het is, dat het sluiten van huwelijken aan
de heerschappij der geestelijkheid wordt ontrukt; die nagaat
hoe groote nadeelen er uit zyn ontstaan, dat in landen naar
verschillende gezindheden bestaan, de geestelijken met het sluiten
der huwelijken waren belast, zal beseffen dat de opheffing van het
kerkeljjk huwelijk hoogst wensohelijk is. In Oostenrijk is tot
heden toe het concordaat met Rome nog altijd een hinderpaal om
het kerkelijk huwelijk tot de rubriek der historische herinneringen
terug te voeren. De miuister van Eeredienst en Onderwijs heeft de
wet in het breede verdedigd en er op gewezen, dat de verlichte
Keizer Joseph II reeds in de vorige eeuw het plan had gekoesterd
om het burgerlijk huwelijk in te voeren.
Het politiek nieuws is tegenwoordig schaarsch. Zoo len minste
moet men oordeelen wanneer men alleen den blik rondom zich
werpt om of verwikkelingen te vinden tusschen de verschillende
Europeesche staten, of althans in die staten feiten wil zien voor
vallen die meer dan gewoonlijk den lezer belang inboezemen. Wat
men ook sinds maanden hebbe gesproken of gefluisterd van oorlog,
hoe groot de toerustingen ook zijn, die in bijna alle landen van
Europa, maar vooral in Frankrijk worden gemaakt, men zou bijua
gaan gelooven, dat de verzekering van hen, die zeggen dat Europa
een vulkaan is, wiens uitbarsting elk oogenblik kan worden te
gemoet gezien, van allen grond is ontbloot. In eiken staat schijnt
het echter dat men zich thans lang bezig houdt, de een of andere
rekening te vereffenen, die sinds langen tyd in het boek heeft ge
staan, maar die tot nog toe niet in behandeling is kunoen komen.
Zoo ten onzeut Kamer en Regering het niet al te best kannen
vioden, Engeland heeft de zaken van Ierland in orde te brengen
Fraokrijks regering moet ,het hoofd bieden aan eene oppositie die
maar niet kan of wil begrijpen, dat door de nieuwe wetten op
drukpers en vereenigingen de grootst mogelijke vrijheid van spreken
tn handelen is verleend; in Oostenrijks vertegenwoordiging staan
de partijen heftig tegenover elkander, ter zake van de nieuwe
wet op het burgerlijk huwelijk en de schoolwet, terwijl dit
zelfde land eene nieuwe regeling in zijne financiën wil brengen,
eene regeling, die in het buitenland nog al afkeuring vindt.
De rijksdag van den Noord-Duitschen bond zal spoedig vergaderen
om over verschillende belangrijke onderwerpen, den bond aangaande,
te beraadslagen en de bondsraad houdt zich reeds ijverig bezig met
voorbereidende werkzaamheden daartoe. Spanje zal in zijne behoefte
aan geld voorzien door het uitschrijven eener nieuwe leening,
waartoe de magtiging reeds aan den minister van Financiën is
verleend en Rusland eindeljjk, dat even als Pruissen in een gedeelte
zjjner staten den hongersnood ziet rondwaren, heeft de laatste band
gelegd aan de vernietiging van Polen, dat, na het Keizerlijk besluit
van 21 Maart, waarbij de regeringscommissie voor de aangelegen
heden in dit land is opgeheven, geheel is zamengesmolten met de
overige deelen van het Russische rijk.
Is dan de tegenwoordige toestand van rust slechts een intermezzo
eo haast zich elk om in dien tijd de zaken van zyn huis af te
doen, eer de omstandigheden hem overvallen? Of zullen de duizenden
die elke staat voedt, kleedt en wapent, zoovele schrikbeelden zijn
waarmele de verschillende raagten elkander in bedwang houden?
Laat ons dan hopeu, dat ook de regeringen spoedig de kinderschoenen
ontwassen en zij door besef van billijkheid elkanders regten leeren
eeibiedigen, liever dan door millioenen strijders tegenover elkander
te stellen, wier onderhoud tegenwoordig als een der meest drukkende
lasten op de bevolking mag worden beschouwd.
De officieren van het Vrijkorps alhier, hebben jl. Zondag hun
nieuw benoemden majoor, mr. I). P. H. Aberson, gecomplimenteerd.
De 1ste luit. bij het korps Mariniers A. H. W. de Gelder,
wordt met 1 April a. s. van Vlissingen naar hier verplaatst.
Dr. Lamping pred. alhier en ds. Geerts te de Rijp, komende o. a.
voor op het zestal te Zierikzee.
Gisteren avond sloot het gezelschap Ernst en Scherts de reeks
zijner buitengewone vergaderingen voor dit saizoen met de opvoering
van acht tafereelen uit Schillers Willem Teil, bewerkt door H. J.
Schimmel. Dit schoone drama, aan de geschiedenis van Zwilserlands
beroemden vrijheids-krijg ontleend, werd op verdienstelijke wijze
door het werkend personeel van dit gezelschap opgevoerd. Inzon
derheid verdient ook de kleine Walter Teil een woord van lof voor
de goede uitvoering van zijne taak. Vrij en onbeschroomd vervulde
bij zijn rol, zonder er tegen op te zien om zelfs tegen 's Keizers
landvoogd, den hooghartigen Herman Gessier te spreken. Zeer werd
de uitvoering van dit stuk opgeluisterd en verduidelijkt door de
costuraes nit den tijd der handeling. In het tweede deel der
vergadering werden opgevoerd: 1. Vrouwenlist of de Maan-eclips,
door J. A. V. ea 2. Eet bezoek van den schuldeischer. Ook deze beide
'tukken werden ten meesten genoegen der aanwezigen uitgevoerd.
Het schroefstoomschip de Amstel, liggende te Hellevoetsluis,
»ordt met den 1 April a. s. in dienst gesteld, met bestemming
uaar de kust van Guinea, en het bevel daarover opgedragen aan
d'n luit. ter zee lste kl. J. B. Everwjjn. Met gemelden datum
worden op dien bodem geplaatst: de luits. 2de kl. P. Wittop
Koning, P. J. Zaal, J. C. A. Wissel; de off. van gez. 3de kl. C.
Enthoven, en de off van adm. 3de kl. H. Kits van Heyningen.
De ontzettende ramp welke Geuemuiden heeft getroffen roept
de opeubare liefdadigheid in van alle Nederlanders. Gelukkig
behoeft men by dergelijke treurige omstandigheden niet op te wekken;
Oen behoeft zich slechts „bereid te verklaren voor de ontvangst der
giften," om een rijken oogst in te zamelende minbedeelden geven
'Hen wat, de ryken geven wat veel, volgens de woorden van den
volksdichter Tollens. In een aan het bureau der Rolterdamsche
Courant geplaatste bus, was in een paar dagen ƒ325 bijeengebragt.
Overal vormen zich commissiën tot inzameling van liefdegaven.
Aio toont het Nederlandsche volk zijne trouw aan oud-Nederland-
KUe deugd. Bravo! moge het immer zoo blijven.
In de zitting der Tweede Kamer van jl. Zaturdag is de beraads aging
voortgezet over de conclusie van het verslag der commissie tot onderzoek der
diplomatieke bescheiden. Nadat verscheidene leden het woord hadden gevoerd,
werd door den heer Pijnappel de volgende conclusie voorgesteld
«De Kamer zegt den minister van Buitenl. Zaken dank voor de overlegging
van stukken waardoor de erkenning en waardering bevorderd worden van bet
aandeel, hetwelk de Nederlandsche regering van haar staudpnnt gehad heeft in
het afwenden der gevaren waarmede Europa en Nederland bedreigd werden, en
neemt die stukken voor kennisgeving aan." NTa gehouden beraadslaging trok
de heer Pijnappel ziju voorstel in, waarna de conclusie van het rapport der
commissie met 55 tegen 18 stemmen werd aangenomen.
Gisteren werd de beraadslaging voortgezet over de motie Blussé, luidende aldus
«De Kamer, gehoord de inlichtingen der regering, is van oordeel, dat geen
landsbelang de jongste ontbinding der Kamer vorderde en gaat over tot de
orde van den dag."
Nadat de heer Blussé de bestrijders wederlegd had, werd zij in stemming
gebragt en met 39 tegen 34 stemmen aangenomeu.
De heer de Bosch Kemper stelde aan het einde der beraadslagingen voor,
aan den Koning een adres te rigten, waarin vermeld moet worden, dat de
diplomatieke stukken zijn ontvangen, waarbij blijken moet van liet gevoelen
der Kamer over het buitenlandsch beleid; dan moet gewezen worden op de treurige
omstandigheid dat de Kamer in bijna twee helften is verdeeld; terwijl ten
slotte moet gewezen worden op de omstandigheid, dat het ministerie bij een
aanzienlijk deel der Kamer geen steun vindt. Heden voortzetting over dit voorstel.
Beroepen bij de Remonstrantscbe Gereformeerde Gemeente te
Amsterdam, ds. J. H. de Ridder, pred. te 's Gravenhage.
In de laatstverloopen dagen werd van wege de policie te
's Hage een 25tal honden opgevangen, wier eigenaren nog niet aan
de belasting hadden voldaan. Eenige dezer dieren werden door
hunne respectieve eigenaren, op vertoon van quitantie en belasting-
merk, uit hunne preventieve gevangenschap verlost, doch de meesten
hunner hebben hunne vryheid te danken aan het bestuur en de
leden van de Vereeniging tot bescherming der Dieren, terwijl gisteren
morgen het laatste vijftal, voor wie door mevr. v. M.... de belasting
was betaald, hunne vrijheid bekwamen.
Zekere vrouw A. V.,_ te Rijsbergen, wordt verdacht, haarman
met phosphorus te hebben willen vergeven, door dit in het middag
eten te doen. Een kip die er van at, stierf bijna onmiddelijk.
De justitie doet onderzoek.
Dikwijls wordt uit de omstreken van Wijhe gewaagd van de
ontzaggelijk groote hoeveelheden eetwaren die, op de zoogenaamde
groeven- of begrafenisplegtigheden geconsumeerd worden. Hoe men
zich bij dergelijke gelegenheden te goed doet, bleek daar weder bij
iemand, die een dergelijke plegtigheid had bijgewooud, en het voor-
gediende zulk een eer bewees, dat hij een paar dagen later overleed.
ALKMAAR, 20 Maart. Van een groot aantal haudteekeningen
voorzien, is gisteren van hier aan den heer jhr. mr. de Bosch
Kemper een adres gezonden, waarin de onderteekenaren dien heer
hunne warme sympathie betuigen voor zijne houding in de jongste
zittingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, en hem aansporen
om, gedachtig aan zijn onvergetelijken vader, mr. Johan Melichor
Kemper, te volharden in zijn vaderlandslievend streveu, en pal te
staan bij de verdediging der regten van Vorst en volk.
HOORN, 20 Maart. Gisteren en heden hield de heer J. L.
de Beuker, van Watergraafsmeer, alhier 4 voorlezingen over de
zamenstelling, den groei, de voortteeling, behandeling en snoeijing
der ooftbooraen. Was het getal belangstellenden niet zeer groot, de
belangstelling zelve klom voortdurend bij elke voordragt. De duide
lijke, aangename en juiste wijze vau inkleeding, gevoegd bij de
bewijzen van grondige kennis, lieten een diepen indruk achter en
bekroonden het door en door voortreffelijk doel van den spreker
met een schitterend succes.
GRONINGEN, 21 Maart. Als een bijzonderheid deelt men mede,
dat by J. G. Verschuur alhier, reeds een partijtje nieuwe aardappelen
is ontvangenzij hebben door elkander de grootte van een kievitsei.
Wanneer de beroemde scheikundige Liebig zegt, dat de zeep de
maatstaf is van den welstand der staten, spreekt hij klaarblijkelijk
van zijn eigen tijd. De oude Grieken, voorbeelden van gezondheid
en schoonheid, kenden het gebruik der zeep niet. Plinius is de
oudste schrijver die van zeep spreekt; hy noemt ze sapo en hield
ze voor eene Gallische uitvinding. De bevoegdheid der Parijzenaren
om, wat oliën, zalven, enz. betreft, den toon aan te geven, schijnt
dus op historischen grondslag te berusten.
Bij de oude Romeiuen schijnt de zeep spoedig in gebruik geraakt
te zijn. Bij de opgravingen in Pompeji, vond men ook de werk
plaats van een zeepzieder en in den winkel nog zeep. De
zeep-fabricatie nam échter eerst hare hooge vlugt sinrls Chevreuil
het scheikundig proces by de zeepvorming had verklaard en aan
den anderen kant de soda-industrie zich zelfstaudig had ontwikkeld.
James Musprat die in Engeland het eerst soda uit keukenzout
vervaardigde, moest io den aanvang tonnen vol aan de zeepzieders
wegschenken. Weldra echter werd het verbruik enorm. Ook hier
derhalve streed de achtergebleven practijk tegen de instellingen der
wetenschap.
Erg genoeg, dat de voorname dame9 eerst eene pauselijke
aanmaning behoeven om afstand te doen van de aanstootelijke
toiletten, die in bet laatste jaar in zwang waren. Zoo als kort
geleden uit Rome werd berigl, ziet men daar zelfs geene chignons
laatstaan Chineesche modes meer.. De kleeding der dames i9 er
meer eerbaar geworden. Ook uit Parys verneemt men gelijke berigten.
De Nederl. Spectator van 21 Maart bevat een geestig gedachte
en goed geteekende plaat, voorstellende eene apotheek, waarin een
persoon, gelijkeude op den Graaf van Zuylen, een mixtum compo
situm bereidt uit twee flesscheo, met de opschriften Ontbinding en
Buitenlandsch Beleidterwijl vóór hem een ander mengsel 3de
ontbinding op het vuur staat. In de artsenijkast leest men op een
paar potten onderwijs conserj en het vergiftkastje is buiten ver
houding groot. Op de toonbank ligt het Oranjeboekt en met groote
letters wordt op den wand beste klee/pleister aangekondigd. Het
onderschrift van de plaat luidtApotheker. „Als we die twee
ingrediënten nu maar goed door elkander mengen, dan zullen ze het
misschien nog slikken."
BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER.
Bij het wapen der Iofauterie zijn benoemdbij het lste rog. tot inajopr de
kapts. lste kl. P. M. Netscher en F. A. H. Tergan, eerstgemelde van het reg.
Grenadiers en Jagers en laatstgemelde adjnd. bij het corps; tot kapt. 3de kl.
(naar onderdoen van tang) de lste lnit.-adjud. J. H. Verschoor, van bet 5de
reg., en de lste luit. F. Ie Maire Knotzer, van het reg. Grenadiers en Jagers;
bij het 6de reg. tot kapt. 3de kl. (naar ouderdom van rang) de lsto luit.
F. C. P. Donnadieu, van den staf van het wapen, werkzaam bij de K. M.
Academie; bij het 7de reg. tot comra. van het corps de adjud. in buitenge
wone dienst, kolonel A. C. A. Schonstedt, gouverneur der K. M. Academie,
van welke laatste betrekking hij, overeenkomstig zijn verzoek, tevens eervol
wordt ontheven; bij het Instructie-Bataillon tot comra., van het corps de majoor
J. C. J. Keinpecs, van het lste reg. Op non-activiteit zijn gesteld: de
luit.-kolonel E. Nieuwenhuyscu, coram. van het Instructie-Bataillon, alsmede
de majoor C. M. de Jong van Rodcnburgh, van het lste reg.; laatstgemelde
op zijn verzoek. In zijnen rang is overgeplaatst bij het reg. Grenadiers en
Jagers de kapt. W. A. baron Malert tot de Leemkule.
Bij het wapen der Kavallerie is benoemd: bij het 4de reg. Huzaren, tot lste
luit. (uaar ouderdom van rang) de 2de luit. D. Dutry van Haeften, van het
corps. De lste luit. H. W. van Wickevoort Crommelin, van het 4de reg.
Huzaren, is, op zijn verzoek, op non-activiteit gesteld, in afwachting, dat
omtrent hem nader zal worden beschikt.
Voor ieder regiment van het Belgische leger is dezer dagen eene
som gelds uit de schatkist beschikbaar gesteld tot bekostiging van
ouderwijs in de zangkunst.
Naar men beweert, zegt de Independance Beigezou Pius IX
aan de Kardinalen hebben laten blijken, dat hij den Kardinaal Bona
parte tot opvolger zou wenschen te hebben.
Het vertrouwen op het behoud des vredes wordt op nieuw
versterkt door het by herhaling verspreid en nu meer geloofd
gerucht, dat Keizer Napoleon in den loop van den aanstaanden
zomer een bezoek zal afleggen bij den Keizer van Rusland, en teven9,
op zijnen togt derwaarts of op zijne terugreis de gast van den Koning
van Pruissen zal zijn.
De heer Didier, afgevaardigde in het Wetgevend Ligchaam,
die onlangs op de tribune door een aanval van waanzin werd aan
getast, verkeert in zulk een staat van krankzinnigheid, dat men hem
het dwangbuis beeft moeten aantrekken.
De Patrie i9 van oordeel, dat de gebeurtenissen in Japan eene
tusschenkomst der Europesche mogendheden noodzakelijk zullen maken.
Het Journal de Paris maakt, ter gelegenheid van den twaalfden
verjaardag van deu Keizerlijken Prins, de opmerking, dat zich voor
de eerste maal gedurende het verloop eener eeuw het feit heeft
voorgedaan, dat een vermoedelijke Troonopvolger in Frankryk zyn
twaalfde verjaarfeest in het paleis der Tuilleriën gevierd heeft.
De ongelukkige zoon van Lodewijk XVI stierf op negenjarigen
leeftijd in den Tempelde Koning van Rome verliet Frankrijk reeds
als een kind van drie jaren; de Graaf van Chambord wa9 nog
geene tien jaren oud, toen hij in 1830 zijne ballingschap aanving,
en de Graaf van Parijs was zyn tiende jaar nog niet ingetreden,
toen de omwenteling van 1848 den troon van zijnen grootvader
omverwierp.
Uit Nantes wordt een verschrikkelijk voorval gemeld, dat in volle zee
heeft plaats gebad. De Fransche driemaster Saint-Paul, van Calcutta komende
en naar Marseille bestemd, leed in de nabijheid van het eiland Brandom schip
breuk; de bemanning redde zich in de sloep en de kleine boot. Het was
onmogelijk op genoemd eiland te landen, en de schipbreukelingen besloten op
Madaeascar aan te houden. Op zekereo nacht verdween de kleine boot, en den
volgenden morgen stierf de kapitein, tengevolge waarvan de eerste stuorman het
bevel op zich nam. Weldra was de voorraad levensmiddelen uitgeput en na
negen dagen lijdens verklaarde de eerste stuurman aan zijne lotgenooten dat
hun, om nog erger kwellingen te ontgaan, niets overbleef dan zich allen te
verdrinken. Door een der matrozen werd intusschen voorgesteld het lot te
doen beslissen, wie hunner aan de anderen tot voedsel zou strekken. Dit vrees-
selijk voorstel werd aangenomen. Het lot trof een passagier, die naar Frankrijk
terugkeerde. Allen wierpen zich begeerig op hemdoch de eerste stuurman
vroeg eenige minuten uitstel. De ongelukkige passagier maakte daarvan gebruik
om te bidden, en gaf zich toen zonder tegenstand aaQ zijn noodlot over met de
woorden: «ik ben ter uwer beschikking!" Een diepe weemoed maakte zich van
allen meester; ondanks de kwellingen, welke zij van den honger te verduren
hadden, waagde hel niemand den eersten slag toe te brengen; men moest er
weder om loten. Het lot trof den timmerman, die een bijl greep en het slagt
offer een slag op den hals toebragt. Wat er volgde was vreesselijk. De
matrozen wierpen zich op het lijk en betwistten elka&r het vleesch, het bloed,
de hersens, het merg. Nadat zij hun eersten honger hadden gestild, werd het
lijk in stnkkeu gesneden en in de zon gedroogd en eiken morgen een gedeelte
ouder de bemanning verdeeld. Deo dertienden dag eindelijk bereikten de schip
breukelingen Madagascar een vierde vau het lijk was nog over. De schip
breukelingen waren half dood; dc inboorlingen 'voorzagen hen van klefiren,
gaven hun voedsel cn bragten hen naar Tamatava, waar zij onder de bescher
ming van den consul werden gesteld. Van het gebeurde is een verslag verzonden
aan den minister vau marine.
De Revoe des Deux Mondes, een blik werpende op den veldtogt in Abessinië,
zegt, dat het moeijelijk is zich niet af te vragen of het daar gevolgde plan wel
het beste is. De uiterst behoedzame handelwijze van Sir Robert Napier, die
geen stap voorwaarts gaat, zonder zich een veiligen terugtogt te hebben
verzekerd, dat hoogst langzame voorwaarts schrijden zou het Engelsche leger
misschien tot Mei ia Abessinië kaunen doen blijven, zonder het doel bereikt
te hebben, en danAbessinië heeft geen 4 saizoenen als Europa: het
kent er slechts twee. Het drooge saizoen duurt van 5 Sept. tot 10 Mei, het
overige van het jaar is de regentijd. Het Engelsche leger zal zijn kwartier
slechts ouder tenten kunnen opslaan. Met uitzondering van Adona, dat ver
van de linie der operatiën ligt, is er in Abessinië geen stad groot genoeg om
een bataillon Europeesche soldaten te herbergen. Gondar en Debra-Tabor zijn
door Theodorus verbrand. De troepen zullen dus 4 maanden moeten bivouacqueren
onder tenten, op een grond, dagelijks door stortregens overstroomd. Zonder
iets af te dingen, zegt het artikel, op de bekwaamheid der officieren, die het
plan van veldtogt hebben ontworpen, zouden wij een ander hebben geopperd.
Wij voeden niet den minsten twijfel aan de opregtheid vau Sir Robert Napier,
wanoeer hij den Abessiniërs verzekert, dat hij niet hnn land komt veroveren,
maar den moedwil kastijden waarmede de welwillende pogingen der Engelsche
regering zijn beantwoord. Iets anders is het Abessinië te veroveren, iets
anders een twist te regelen met een despoot wiens geweldenarijen veroorzaakt
hebbeu, dat hij het gansche land tegen zich in het harnas heeft gejaagd. Om
het eerste ontwerp uit tc voeren zou het Engelsche leger driemaal to zwak
zijn, voor het tweede doel is het driemaal te sterk. Wij zonden de voorkeur
hebben gegeven aan een corps van 4000 man, hoofdzakelijk zameDgestcli) nit
ligte infanterie. Dit corps had zich regtstreeks in het hart van Abessinië
kunnen werpen over Gondar en Debra-Tabor, vanwaar drie dagmarschen naar
Magdala leiden. liet had geheel uit Europeanen kuunen bestaan. Wel is waar
zijn de Oipayers van Pundjab geene Mahomedanen, maar zij dragen den tulband,
wat een groot nadeel met zich voert in een land, waar slechts één politieke
hartstogt leeft: afkeer vau den Islam. Wij zouden geene artillerie hebben
gewild: zij is hier nutteloos en de karabijn van Snijder zon genoegzaam zyn
omde^vijan^t^demoraliseren^^Ule^noes^^^de^^chte^^te^^^^^