y
1868. N°.64.
Woensdag 27 Mei.
26 Jaargaïïg^
BINNENLAND.
BUITENLAND.
Uitgever A. A.
102
HELDERSUHE
f.i
EN NIEVWEDIEPER COURANT,
„Wij huldigen het goede."
"""Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
llurcau:
BAKKER
MOLENPLEIN, 3S°. 163.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent, behalve 35 cent zegelregt.
I Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Onder dankzegging voor de milde bijdragen, brengt de ondergetcekende ter
kennisse van de ingezetenen, dat de Collecte ten behoeve van de nagelaten
betrekkingen van de op den 28 April 11. verongelukte visscherlieden heeft
opsebragt de som van 180.
Helder, De Burgemeester,
£6 Mei 1868.
STAKMAN BOSSE.
HELDER en NIEUWEDIEP, 26 Mei.
Boor een der leden van het Wetgevend Ligchaam te Parijs, den
hetr Emile Olivier, is met kracht en nadruk bij de regering van
Frankrijk aangedrongen op ontwapening. Zijns inziens waren er
slechts twee middelen om aan den toestand van spanning een einde
le makende oorlog met Pruissen, maar na het eindigen van den
oorlog zou er nieuwe spanning ontstaan, daar geen van de beide
mogendheden in eene verovering van een gedeelte van haar grond
gebied zou berusten. Het andere middel was de ontwapening, maar
din ook eene wezentlijke ontwapening en geen effectieve, zoo als
tol nu toe slechts plaats vond. Het is te hopen, dat de denk
beelden door dezen spreker geopenbaart en reeds uit den mond van
vele vrienden (ies volks vernomen, eindelijk een9 weerklank
mogen vinden bij de magtigen der aarde, die nog niet kunnen of
willen inzien, dat de bescherming des vrede9 door kracht van
wapenen aan de natiën schatten kost, die immers alleen en uitsluitend
tot bevordering der volkswelvaart moesten worden besteed. Doch
eerst dan wanneer de volken algemeen inzien hoe magtig zij zijn
zij met hun wil doen verstaan, dan eerst zullen de oorlogen en
de krijgstoerustingen ophouden, die nergen9 ander9 toe dienen, dan
om aan de magtigen der aarde het uitzigt te verschaffen op uit
breiding van aanzien en magt. Het was echter wel wenschelijk,
zij begrepen, dat hun naam met des te grooter eere, door tijd
genoot en nakomeling zou worden genoemd als zij trachten vrede
en welvaart te verzekeren en daardoor volksgeluk te stichten.
Naar wij vernemen zal de hoofd-ingenienr der Marine A. J. H.
Beeloo, belast worden met de speciale dienst bij den scheepsbouw
der Marine en zal hij met 1 Nov. e. k. bij 's Rijks werf alhier
wordeD vervangen door den hoof 1-ingeDieur H. G. Jansen.
Uit een der grachten van het fort Erfprins is dezer dagen op
gehaald het lijk van een militair, alhier in garnizoen.
Ook de heer Mackay heeft het mandaat tot zamenstelling
tan een kabinet nedergelegd. De heer Thorbecke is met de formatie
ran een ministerie belast.
Men deelt aan Ae.Amst.Crt. mede, dat bij de vorming van een nieuw
ministerie als minister van Marine in aanmerking komen zal de
kapt. ter zee J. E. de Man, thans komraandant van Zr. Ms. fregat
Adolf Hertog ran Nassau.
Z. M. de Koning heeft den minister van Binnenl. Zaken, den
beer Heemskerk toegezonden, het Grootkruis van de orde van de
Eikenkroon.
Tot regter in de Arrond. regtbank te Hoorn is benoemd mr.
M. van Trojen van Hulst, thans regter in de Arrond. regtbank te
Appingadam.
Aan den heer P. Willemse, te Oosterhout, is vergunning ver
leend tot het aannemen en dragen van het kruis Fidei et Virtuti
en de gouden medaille van verdiensten, hem als sergeant bij de
Pauselijke zouaven door Z H. den Paus geschonken.
Bedankt voor het beroep naar 's Hage door ds. Koningsberger,
pred. te Velp.
Aangenomen het beroep naar de Rem. Geref. gemeente te
Amsterdam, door dr. J. W. Bok, pred. te Utrecht.
Men schrijft van Vlieland, dd. 25 Mei 1868:
„Jl. Zaturdag avond is alhier in de gronden vervallen het
Engelsche brikschip Heroïnekapitein R. Ratcliff, met eene lading
steenkolen vau Swansea naar Hamburg gedistineerd geweest; de
equipage, bestaande uit acht personen, is gered; het schip is
totaal weg."
Volgens het openbaar gemaakt verslag der Amsterdamsche
Kanaalmaatschappij is het werk aan het Noordzee-kanaal in April
11. met 170 a 200 arbeiders voortgezet. Bovendien werd gebruik
gemaakt van 7 paarden, 4 stoombaggervaartuigen en 2 centrifugaal-
pompen.
Jl. Vrijdag morgen te ongeveer half tien ure, ging een fat
soenlijk gekleed heer door de tuindeur in huis van den heer Schaap,
gemeente-architect te Leiden, zonder te worden bemerkt. Hij nam
nit de voorkamer eene pendule, bedekte die met met een doek uit
die kamer en ging langs denzelfden weg weder terug. De dienst
bode, zijn vertrek bemerkende, volgde hem.eri achterhaalde hem in
de Nieuwsleeg bij den heer Engels, alwaar zij door het geroep van
„houdt den dief" hulp bekwam hij werd toen in verzekerde bewaring
gesteld. Hij gaf voor, dat de heer Schaap hem gelast had de pendule
naar den trein te brengen.
Jl. Zaturdag is te 's Hage op eenvoudige plegtige wijze het
lijk ter aarde besteld van den plotseling overleden oud-Minister
G. H. Betz. Groot was de toevloed van belangstellenden, en diep
de indruk, door een treffende toespraak van den hoogleeraar J. J.
Prins, vriend des overledenen, op de aanwezigen gemaakt. Dr. J.
W, Sluiter, zwager van den overledene, bedankte namens de familie,
en wees o. a. op de groote belangstelling die deze van alom mogt
ondervinden.
De Arrond.-Regtbank te 's Hage heeft gisteren de dienstbode
en haar vrijer, met wien ze op trouwen stond, respectievelijk tot
een jaar cellulaire en twee jaren correctioneele gevangenisstraf
veroordeeld wegens diefstal bij de firma de wed. H., in de Schoolstraat,
waar ze 't laatst heeft gediend, gepleegd.
Dr. J. C. Zaalberg Pz., predikant te 's Gravenhage, door het
provinciaal kerkbestuur van Zuidholland veroordeeld tot gedwongen
ontslag, heeft de hem aangeboden gelegenheid om zelf nog zijn
eervol emeritaat met pensioen aan te vragen, onmiddellijk van de
hand gewezen en komt nu in hooger beroep by de synode.
Jl. Vrydag had te Rotterdam onder presidium van dr. M.
Cohen Stuart, de algemeene vergadering plaats van de Nedcrlandsche
Zending- Vereeniging aldaar gevestigd, waarin het gewone jaarlijksch
verslag over den toestand der vereeniging werd uitgebragt. De
vereeniging bestaat thans uit 64 afdeelingen met ruim 1800 leden
en 2400 contribuanten. Vijf zendelingen der vereenigiDg zijn in
drie plaatsen op Java werkzaam, namelijk drie te Tjandjar, één te
Cheribon en één te Indramayoe, terwijl in het zendinghuis vijf
kweekelingen tot zendeling worden opgeleid. De ontvangsten over
1867 bedroegen 25,064.28, de uitgaven 27,465 65, terwijl het
nadeelig saldo van 2400 in weinig tijds gedekt was.
Bij den jl. Zaturdag en Zondag te Arnhem gehouden wedstrijd
van de scherpschutters-vereeniging „Willem III," is de eerste prijs
behaald door den heer A. Stok, van Rotterdam, lid van de seherp-
schutters-vereeniging aldaar.
Jl. Zaturdag is door den vleeschhouwer E. de Wolff, te
Zutphen, een zeer fraaije kolossale os geslagt, die niet minder dan
2076 onde ponden woog. Dit dier was afkomstig uit Maagdenburg
en van Zweedsch ras.
Te Nijmegen heeft de gemeenteraad als policie-verordening
vastgesteld, dat rijtuigen, waarmede lijken naar de begraafplaats
worden vervoerd, van een uiterlijk teeken, door Burgemeester en
Wethouders te bepalen, moeten aangewezen zijn. Deze bepaling is
gemaakt tengevolge eener door de gezondheids-commissie ingezondene
missive, waarin wordt gewezen op de omstandigheid, dat vaak
vigelantes, voor het vervoer van kinderlijken gebezigd, terstond
daarna weder voor het gewone vervoer van personen worden gebruikt.
Men heeft nog altijd tal van menschen die vast gelooven,
dat de tegenwoordige tijd in alle of ten minste in zeer vele opzigten
verre moet achterstaan bij den goeden ouden tijd, toen het volgens
hunne meening veel beter toeging. Als eene bijdrage, dienstig om
die meening te weerleggen, kan dienen hetgeen in het laatste nommer
van de Nederlandsche Spectator wordt medegedeeld. Daaruit blijkt,
dat iD den jare 1737 door allerlei knoeijerijen bewerkt werd, dat een
knaapje van elf jaren tot burgemeester van Lochem werd gekozen.
De schrijver van dit stuk doet evenwel heider uitkomen, dat de
toenmalige stadhouder Willem IV zich steeds een vijand betoonde
van zulke misbruiken, die toen zeer dikwijls plaats grepen.
Met veel genoegen maakten we dezer dagen kennis met het
jaarverslag der te Leeuwarden gevestigde' „vereeniging voor volks
bijeenkomsten." Aan dat verslag ontleenen wij het wekt welligt
lust tot navolging op de volgende bijzonderheden. De vereeniging
lelt 30 leden, waarvan 5 met het dagetijksch bestuur zijn belast.
In de Zondagavond-bijeenkomsten worden volksvoordragten en
bijdragen over verschillende onderwerpen gehouden. Er hadden
verder populair wetenschappelijke lezingen plaats voor mannen uit
den handwerks- eu dienstbaren stand. En eindelijk bestonden er
twee volkszangvereenigiugen, die gezamenlijk op den tweeden
Paaschdag eene openbare uitvoering hebben gegeven. In den volgenden
winter hoopt deze vereeniging weder op dezelfde wijze nuttig
werkzaam te zijn. Zou dusdanige vereeniging ook niet op andere
plaatsen gesticht kunnen worden.
Aangaande de feesten te Winschoten, naar aanleiding vnn de
plegtige viering van den 300sten verjaardag van den slag hij
Heiligerlee, kunnen wij, wat de beide eerste feestdagen aangaat, het
volgende mededeelen:
Donderdag avond tegen 7 ure begaven de leden der hoofd-commissie,
benevens onderscheidene leden der sub-commissiën zich naar het
stations-gebouw, waar de feestgenooten verwelkomd en vervolgens
met muziek naar het hotel Wisscman gebragt werden. In het
hotel werden de aanwezigen verwelkomd door den voorzitter der
hoofd-commissie, Jhr. mr. J. D. Lewe Quintus.
Vrijdag morgen kwamen de feestgenooten tegen 10 ure weder in
het hotel Wisseman bijeen, om met een 25tal rijtuigen den togt
naar het kasteel te Wedde te doen. Het was een ware feestdag
eu het dorp had een regt feestvierend aanzien. De meeste woningen
waren met vlag, groen en bloemen versierd. Een lange trein van
feestgenooten kwam onder de muziek van de Leerder kapel *s voor
middags binnen en begaf zich in den tuin van het „slot." Eigen
aardig mogt die togt herwaarts heeten. Het „slot te Wedde,"
toch, werd, na in 1536 door Keizer Karei V bemagtigd te zijn,
door dezen Keizer in 1538 aan George Schenck van Tautenberg,
des Keizers stadhouder, heleend, wiens zoon, Karei genaamd en
opvolger van zijnen vader, het in het begin van 1562 aan den
stadhouder Aremberg overdroeg. Nadat deze in 1568 in den slag
bij Heiligerlee gesneuveld was, maakte Graaf Lodewijk vnn Nassau,
broeder van den in dien slag gesneuvelden Graaf Adolf van Nassau,
zich meester van dit slot, zoodat deze borgt heden met regt de
aandacht trekt. Geen wonder dat de hoofd-commissie op het
programma plaatste: „togt naar het slot te Wedde." In den tuin
van het slot, bereidwillig door den tegenwoordigen eigenaar daartoe
afgestaan, verzamelden zich de feestgenooten en werden zij hartelyk
welkom geheelen door mr. J. S. G. Kooing, welke toespraak door
ds. U. P. Goudschaal werd beantwoord.
Onder de muziek van de Leerder kapel en het gezang van het
Winscboter koor vierden allen een regt vaderlandsch feest. Eene
kantine, daartoe in eene der breede lanen van den tuin opgerigt,
bood aan de feestvierenden de gelegenheid deze raatinée musicale
regt joviaal bij te wonen, waarbij menig woord overeenkomstig deze
feestviering werd gesproken. In het byzonder werd de belangstelling
gaande gemaakt, toen de heer Beets optrad en een op het kasteel
Wedde toepasselijk gedicht meesterlijk voordroeg.
Nadat zoo een drietal onvergetelijke uren waren vcrloopen en
nadat aan het zangkoor en mede aan den heer Koning voor diens
gul onthaal een woord van dank was toegebragt, werd de terugtogt
naar Winschoten aanvaard, waar men in statigen optogt, de muziek
voorop, in het hotel terugkeerde.
Inmiddels had daar de harddraverij reeds een aanvang genomen,
die, door het heerlijkste weder begunstigd, eene ootzaggelijk groote
schaar toeschouwers van alle kanten had uitgelokt. Negen uitmun
tende harddravers dongen naar den prijs, bestaande in een massief
zilveren schenkblad, waarop het nationaal monument is gegraveerd,
hetgeen aan dat stuk eene historische waarde geeft, en in eene
premie: zijnde een zilveren inktstel met incriptie. De prijs werd
behaald door het paard van A. Sybenga te Ooster-Nijkerk, en de
premie door dat van J. van Ikema te Eenrum. (Anut. Crt.)
Door het Prov. geregtshof in Zeeland is in hooger beroep
bevestigd het vroeger vermelde vonnis der Arrond. regtbank te Goes
van 9 Maart jl., waarbij Jan Roelofs, oud 42 jaren, fabriekant,
wonende te Goes, ter zake van het uitoefeneD van geneeskunst,
zonder daartoe bevoegd te zyn, is veroordeeld tot eene geldboete
van 300, bij wanbetaling, na daartoe te zijn aangemaand, te ver
vangen door gevangenisstraf van twee maanden, alsmede in de
kosten der procedure, met veroordeeling in de kosten der procedure
ook in hooger beroep gevallen.
Bij de huwelijks-voltrekkinveu, jl. Woensdag te Zwolle, was, ora de
zonderlingheid van een der paren, een groot en nieuwsgierig publiek opgekomen,
want de verwachting wss iets belagchclijks te zullen zien; maar die verwachting
werd nog verre overtroffen door hetgeen er werkelijk voorviel.
Ter kennismaking met het belangwekkend paar zij vooraf gezegd, dat hij en
zij in beider weduwstaat te zamen een vijftiental kinderen bezitten cn tot den
fatsoenlijken burgerstand hehooren, maar toch de onfatsoenlijkheid hebben
begaan van reeds iu den vrijtijd bijeen te gaan woneD. Vóór dit echter gebeurde,
moest de tegenwoordige bruidegom eerst eene harde les ontvangen. Eena op
een laten avond in geen helderen toeatand binnen hare woning willende dringen,
die reeds gesloten was, en niet toegelaten wordende, sloeg hij de glasruiten in
en werd door de nachtwacht achter slot gezet. Het liefje liet de zaak vervolgen
als inbraak en onze man kreeg gelegenheid, om zijn minnedrift te laten bekoelen
door eene maand eenzame opsluiting. Vóór eenige* weken uaauwelijks ontslagen,
begaf hij zich naar huis en mankte tot zijn eerste werk, zijne bijzit geducht
nf te ransefen.
Het publiek had dus wel overgroots redenen om blijken van belangstelling
te geven.
De trouwplegtigheid ving aan, maar de bruidegom, gansch niet nnehteren,
was daarvoor zoo onverschillig, dat hij voor heL achter hem staande publick
grimassen maakte en den wethouder den rug had toegekeerd, terwijl deze tot
hem de gewone vraag rigtte: of hij de naast hem staaude brnid tot vrouw
wilde aannemen. „Of ik dat mensen tot vrouw wil hebben? Wel (met een
vloek), 't is 'n goed wijf." De handeling werd nog prettiger voor het publiek,
toen de acte moest worden ouderteekend. AlvorenB daartoe over te gaan wilde
hij weten, wat at die gekheid toch hetcekende, en toen hem beduid werd dat
hij nn getrouwd was, riep hy uit: „Ben 'k getrouwd, dan wil 'k mijn wijf
dadelijk kussen," en deed dat ook voor de oogen der schaterende menigte, die
iotusschen zóó luidruchtig was geworden, dat de policie er toe moest overgaan,
het verloren gaande decorum te herBtellen en het paar uit de zaal te verwijderen.
Hiermede was echter alles nog niet afgeloopen.
De jonggehuwden wilden toch ook kerkelijk worden ingezegend. In de
consistoriekamer stonden zij weder in de rij; op nieow had dc jonge man te
nntwoorden op de vraag van den geestelijke: „Zijt gij voornemens, met uwe vrouw
in deze wereld te leven regtvaardig, godzalig, matig en niet beschonken, zooals
gij nn zijt?" Hij bedacht zich eeue poos, krabde zich achter het oor en zeide
toen eindelijk: „Het ia nog al wat om daarop maar zoo te antwoorden; dat
'a me al te kras, 'k zeg: neen." - „Verwijdert u dan oogcnblikkelijk van deze
plaatsbeval de geestelijke, cn ook nu weder was dc policie zoo beleefd hem
en zijne vronw tot buiten het kerkgebouw uitgeleide te doen. Door al het
gebeurde was de opgewondenheid van den jonggehuwde zoo verergerd, dat hij,
met zijne ega naauwelijks te hnis gekomen, zijn trouwpak afwierp en dadelijk
tiaar een bierhuis ging, ora zijn halvcn roes ter dege vol tc maken. H:j is
het der bedoeling van de politie nog gelukkig ontkomen, die hem had toe*
gedacht hem zijnen eersten huwelijksnacht in de spekkamer te laten doorbrengen.
(N, Rott. Crt.)
Jl. Vrijdag namiddag verliet eene by de wed. S. te Maastricht
inwonende vrouw hare slaapkamer, latende haar 4jarig zoontje op
het bed liggen. Eenigen tijd daarna bemerkte men aan den uit het
venster komenden rook, dat er brand ontstaan was. By bet indringen
van het vertrek vond men het lykje van het knaapje deerlijk ver
brand op den vloer liggen en de bedgordijnen en meubelen in brand.
Eenige op den vloer gevonden lucifers doen vermoeden, dat het
kind, na het vertrek zijner moeder wakker geworden zjjnde, den
brand veroorzaakt beeft, waarvan hij het slagtoffer is geworden.
Men mogt er in slagen, den brand in zijn verderen voortgang le stuiten.
Een gierigaard, die tc Kousa woonde, vernam dat er te Baasora ook een
vrek woonde, die hem in inhaligheid nog overtrof, cn hem op 't stuk van
strenge spaarzaamheid nog een lesje zon kunnen geven. Hij begaf zich dus op
weg, om een lesje hij den grootcn meester te halen. Hij hield zich tegenover
dezen als een debutant, die hier kwam om van een ingewijde te leereu.
„Welkom hier," zei de gierigaard van Bassorn, „en om geen oogenblik tijd
te verliezen, moest gij my naar de markt vergezellen, om provisie vooi ons in
te koopeu en daarbij tevens voor u een lesje uit te halen."
Beiden begaven zich naar een bakker.
„Heb-je goed brood
„Zeker, baasje, ik heb zulk heerlijk brood, dat het in frischheid, zachtheid
en zoetheid maar alleen door boter overtroffen wordt."
„Iloor-je 't wel?" zei de man van Bassora tot zijii gast uit Kousa, „'t beste
brood ontleent zijne goede kwaliteiten van dc boter en wordt dus door deze
overtroffeo. Boter is dus hoven brood te verkiezen; of je er weinig of veel
vau neemt, de zaak blijft dezelfde. Daarom is 't veel verstandiger boter te
koopen eu vaQ 't brood hcelemaal af te zien."
„Zy gingen verder, om een boternering op te zoeken, en vroegen of men
goede had.
„Ik verkoop niets anders dan goede; mijn boter is haast zoo vet cn nangc*
naam van smaak als dc fijnste olijfolie."
„Hoor-je 'tvroeg dc gierigaard zijn gast op nieuw, „wat het beate aan de
boter is, komt van de olie! Dna moet men hier de voorkeur aan geven."
Eu op staanden voet begaven zij zich naar een olie-handelaar.
„Heb—je goede olie?"
„Jawel, van de beste soort. Ze is haast zoo klaar cn doorschijnend als 't
zuiverste water," zei dc koopman.
„Daar hoor-je 't zelf," zeide de gierigaard van Baasora tot dien van Kousa.
„Volgens deze bekentenissen schijnt het zeker, dat water 't beste van alles is.
Dat behoeven we echter niet te koopen, want ik heb een grooten emmer vol
thuis eu uit gastvrijheid wil ik je daar graag wat van aanbieden."
Toen hjj thuis kwam, bood hij inderdaad zyn gast ter vcrfrissching cn
versterking niets anders dan water aan, nadat hij hem bewezen had, dat water
beter dan olie, olie heter duo boter cn deze heter dan brood was.
„Goddauk!" riep de gierigaard van Kousa verheugd op den terugweg uit,
„mijne reis is niet te vergeefs geweest!"
BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER.
De kapt. ter zee M. II. Jansen wordt, op zyn verzoek, met den laatste»
dezer maand eervol ontheven van het bevel over het ramtorenschip Prins
Hendrik der Nederlanden, cn in zijne plaats wordt tot bevelhebber benoemd
de kapt. ter zee P. A. van Rees.
De negenjarige Kroonprins van België, de Hertog van Brabant,
lijdt aan eene aandoening van het hartvlies.
La Erance bevat eene verklaring van 756 Hannoveraansche
uitgewekenen, die weigeren aan te nemen de amnestie, hun door
Z. M. den koning van Pruissen geschonken. Die verklaring is dezer
dagen aan den Prnissisehen gezant te Parijs overhandigd.