1868.
N°.69.
Zondag 7 Junij.
BINNENLAND^
BUITENLAND.
Cz.
HELDERSCHE
m \SEUWEDIEPER COURANT,
„Wij huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalf 1.30.
franco per post - 1.65.
Uitgever
Bureau:
A. A. BAKKER
MOLENPLEIN, N°. 163.
Prijs der Ad vertent iën: Van 14 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent, behalve 35 cent zegelregt.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
ISaftndag 8 dezer vertrekt de Oost-Indfscfie
mail over IWarseille.
HELDER en NIEUWEDIEP, 6 Junij.
Na in den jongsteu tijd de strijd in het Britsche parlement is
ontbrand ter zake van Engelands overheersching over de Ieren, die
grootendeels de E. C. godsdienst belijden en gedwongen zijn een
Jnre Protestantsche Staatskerk in Ierland te onderhouden, nu vestigt
zich de aandacht op de voorposten-gevechten reeds in vroeger
jaren geleverd; gevechten, die toen reeds toonden, dat het bestaan
dier staatskerk op den duur onmogelijk was. Sir Robert Peel deed
eenmaal het voorstel om de toelage ten behoeve van het R. C.
seminarie in Ierland te verhoogen; reeds toen, in 1845, zag men in,
en velen erkenden het, dat de toenmalige ondersteuning van staats
wege belagchelijk gering was. Maar toen Peel het voorstel in het
Huis der Gemeenten bragt om de subsidie aanmerkelijk te verhoogen,
kwam heel het Protestantsche Engeland daartegen op. Het was toeD,
dat de groote Britsche staatsman en geschiedschrijver, lord Macaulay,
eene zijner beroemdste redevoeringen hield, waarin hij het groote
gewigt der zaak, de billijkheid van den eisch, de eerwaardigheid
der R. C. kerk in het licht stelde. Die staatsman, ofschoon een
ijverig Protestant, had milde begrippen omtrent verdraagzaamheid
en eerbiediging van ieders godsdienstige denkwijze; wat hij voor
zichzelven eischte, hij gunde het ook anderen. Toen hij zijn rede
eindigde met de verzekering, dat hg niet er voor vreesde, als men
tem zijn zetel in het parlement ontnam, sprak hij eene profecy
uit, die spoedig werd vervuld. Hij werd door de minder ver
draagzame kiezers niet herkozen. Maar thans na ruim 20 jaren
zegeviert ten volle het beginsel, dat hij in het Parlement heeft
verdedigdvolkomen gelijkstelling in godsdienstige regten voor de
Ieren. Werd toen aan Macaulay zijn plaats in het Lagerhuis
ontnomen, thans onthoudt men aan de regering, die het behoud
der Iersche staatskerk verdedigt, met groote meerderheid zijn stem
en welligt noopt men daardoor binnen korten tijd de ministers
tot heengaan, omdat zij zich tegen de wet der billijkheid hebben
vergrepen.
Zr. Ms. stoomschip het Metalen Kruis is heden alhier
aangekomen.
Toen wij jl. Donderdag het otficiëel berigt van het ontslag van
het oude en der benoeming van het nieuwe ministerie in de kolommen
onzer courant opnamen, ontbrak ons de gewcnschte gelegenheid om daar
aan een woord van ingenomenheid met die, naar ons inzien, voor
vaderland en Koning zoo heugelijke gebeurtenis, toe te voegen.
Sinds het bekend worden dier tijding hebben tal van liberale bladen
hun blijdschap daarover betuigd en de natie geluk gewenscht met
de vervanging van een bewind, op welks heengaan reeds zoo lang
vruchteloos was gewacht. Heeft men meermalen den wensch geuit,
dat eens weer nieuwe mannen, mannen zonder politieke antecedenten
aan het bewind mogten komen, thans is ook die wensch vervuld,
want, behalve den minister van Financiën, van Bosse, heeft niemand
der benoemden vroeger eene portefeuille gehad. Eere komt toe aan
het hoofd der liberale partij in ons vaderland, die in dit gewigtig
tijdsgewicht aan Vorst en vaderland zeer groote diensten bewees
door de zameostelling van een constitutioneel kabinet. Thorbecke
heeft tevens op waardige wijze het ongegronde getoond van het
beweren der couservatieven, als zoude het den leden der oppositie
in de Tweede Kamer alleen zijn te doen geweest om de ministeriele
portefeuilles magtig te worden.
Men verzekert, dat jhr. mr. J. G. H. van Tets van Goudriaan,
oud-minister van Binnenl. Zaken en van Financiën, tot minister van
Buitenl. Zaken benoemd is of zal worden.
Z. M. heeft den heer R. J. Graaf Schimmelpenniuck benoemd
tot grootmeester van 's Konings huis.
De heer Thorbecke heeft jl. Donderdag de nieuw benoemde
Ministers een diner aangeboden.
De minister van Marine heeft ter kennis van belanghebbenden
gebragt, dat het examen der adspiranten voor de betrekking van
adelborst 3de kl. bij het Kon. Inst. voor de Marine te Willemsoord,
zal aanvangen op Woensdag den 24 dezer maand, te 's Gravenbage.
Had de afgetreden minister van Marine eergisteren de chefs
der afdeelingen met een woord van aanbeveling aan zijn opvolger
voorgesteld, aangenaam werden de ambtenaren bij dat departement
gister verrast, toen de schont-bij-nacht Pels Rijcken zich persoonlijk
in de verschillende bureaux begaf, zijne erkentelijkheid betuigde
voor de gedurende zijn bestuur ondervonden medewerking, en met
een handdruk vau ieder van de heeren iu het bijzonder op minzame
wijze afscheid nam. (Dagblad)
Wij vernemen, dat gedurende de beide Pinksterdagen over den
Hollandschen Spoorweg tusschen RotterdamAmsterdam en Helder
zijn vervoerd, ongeveer 50,000 reizigers, waarvan alleeü op den
2den Pinksterdag 33,500.
Tot predikant bij de Protestantsche gemeenten in Nederl. Indië
- is benoemd de heer J. A. Schuurman, pred. bij de Evang. Luth.
I gemeente te 'a Gravenbage.
Beroepen te St. Pancras de heer J. W. Lem, predikant te
- Wilhelminadorp.
De eerw. pastoor Splithof, te Westwoud, vierde jl. Donderdag
zjjne vijftigjarige ambtsbetrekking.
Als eene bijzonderheid verdient vermelding, dat te St. Maarten
op den 2 dezer de vier eerste hoeksteenen zjjn gelegd van het
geboow, bestemd tot school en onderwijzers-woning, door den burge
meester dier gemeente, den heer D. Schermerhorn en drie zijner
kleinkinderen, D. Schermerhorn Ez., D. Schermerhorn Wmz. en
D. Schermerhorn Wijbrz.
De ongewone rijzing der verschillende fondsen ter Amsterdamsche
beurs, waarin ook de Nederlandsche gedeeld hebben, wordt door
de Beurs-, Bank- en Handelscourant De Nederlandsche Financier
aldus verklaard:
„Het is een vreemd verschijnsel dat thermometer en beurs te gelijk
rijzen. Even als de natuur hebben de coursen slechts zonnige
dagen. In hoever de rijzing gezond en duurzaam is, zal de tijd
moeten leeren, de geldmarkt is buitengewoon ruim, de toevloed van
edel metaal naar de groote geldreservoirs, zoo hier als te Londen,
Parijs, Berlijn en Frankfort is zoo kolossaal, dat er feitelijk een
„em barras de richesse,, bestaat. Aan alle einden en op alle plaatsen
der wereld heerscht ongekende overvloed, in de politiek windstilste
en het losse kapitaal, dat in handel en nijverheid nog altijd geene
voldoende plaatsing vindt, zoekt die grootendeels aan de beurs.
„Diensvolgens herwonnen Hollandsche fondsen eens weder het
standpunt, dat zij sedert eenige jaren hadden verloren. Eveneens
werden tot eergisteren de meeste buitenlandsche fondsen min of meer
hooger betaald, tot zelfs Oostenrijksche, op welke het berigt omtrent
het sehoone compromis tusschen rijksraad en regering, dat in stede
van 25 pCt. slechts 20 pCt. coupon-belasting zal worden geheven,
ongeloofelijk beeft gewerkt."
Dezer dagen is op plegtige wijze door den Bisschop van Haarlem
te Rotterdam ingewijd, het gesticht voor ongeneeslijken en blinden,
opgerigt door de vereeniging van den Heiligen Antonius.
Jl. Dingsdag is te Hellevoetsluis een milicien, aan boord van
Zr. Ms. wachtschip aldaar, die zich met eenige zijner makkers met
zwemmen vermaakte, en reeds een paar keeren de Vest had over
gezwommen, verdronken. Men vermoedt, dat hij door kramp over
vallen is.
Jl. Maandag is te Zwijndrecht een mallemolen, op een erf
aldaar staande, gebroken. Bij dit ongeval heeft een vrouw haar
hand gebroken en is aan het hoofd gekwetst. De kinderen, welke in
den molen plaats hadden genomen, zijn met den schrik vrjj gekomen.
Te Aarlanderveen, nabij Alphen, wilde de landbouwer
D. Molenaar dezer dagen zijn schapen wasschen met het hiertoe
gebruikelijke aftreksel van rattenkrnid en had tot dat doel de ketel,
gevuld met water en rattenkruid, over het vuur gehangen. De
kindermeid, de kinderen koflij te drinken willende geven, nam op
een oogenblik dat de boer er niet bjj was, den ketel van het vuur,
en de koflij opgegoten hebbende, gaf zij daarvan (zonder te weten
dat er vergif in het water was) aan twee kinderen, een van 8 en
een van 11 jaren, te drinken. De kinderen begonnen spoedig over
pijn in den bnik te klagen en na te vergeefs geneeskundige hulp
ingeroepen te hebben, stierven helaasde beide kinderen eenige uren
daarna onder de vreeselijkste pijnen.
Behalve de heer W., graan- en niet wijnhandelaar, in ons
vorig nommer vermeld, is nog een bejaard heer bij het ongeluk op
den spoorweg bij Maarssen verwond, die voortdurend bedlegerig is,
en verontrustende verschijnselen moet opleveren.
Een getuige van het spoorwegongeluk bij Maarssen deelt daaromtreut nog
in de Arnh. Crt. mede: Tegen 8 unr 25 min. Amsterdam verlatende, bleef
de Rijnspoorweg-sneltrein omtrent halfweg Breukelen en Maarssen door onbe
kende oorzaken stilstaan. Een ongeval vermoedende, vraagden vele reizigers de
wagens te openen en hen er nit te laten. De conducteurs antwoordden: blijft
maar gerust zitten, er is geen gevaar! Ondertnsschen hadden velen de portiers
zelf weten te openen en waren uitgestegen, totdat na circa 5 minuten toevens
de conducteurs riepen: er uit, daar komt ons een goederen-trein achter op!
en te gelijk de portiers in alle baast openden. Maar voor een twintigtal rei
senden was het te laat; zij konden niet nit de waggons vóórdat de ijsseljjke
stoot van den goederen-trein achter hen kwam. Van hen vielen een doode en
zes a zeven gekwetsten, terwijl de reizigers, die het geluk hadden vóór den
schok uit de wagens op den weg te stappen, met den schrik zonder eenig
letsel er afkwamen. De N. R. Ct. schrijft o. a. nog over de zaak: Het op
rijden door den tweeden trein geschiedde óf bij ontstentenis van behoorlijke
seinen door de beambten op den eersten trein of op den weg, óf wegens niet-
waarucming dier seinen door de beambten van den tweeden trein. Omtrent
de seinmiddel-n bij den eersten trein meenen meerdere reizigers opgemerkt te
hebben, dat de flambouwen te vochtig waren om dadelijk ontstoken te worden,
dus wegens nalatigheid ongeschikt voor het doel. De beambten op den trein
handelden ook niet onder gemeenschappelijk beleid, daar de een den reizigers
toeriep om in de rijtuigen te blijven zitten, de ander hen waarschuwde om er
uit te springen. Het ongeluk had plaats even voorbij een kruisweg, waar eeo
wachter met seinpaal gesteld was. Heeft de wachter zijn pligt gedaan, en gelijk
reizigers meenen gezien te hebben, een sein opgeheschen, dan had de machinist
van den tweeden trein, meest uit ledige wapens bestaande, indien hij slechts
had opgelet, den gang van dien trein zeker tijdig kannen stuiten.
- Wij ontleenen aan de Staatscourant de volgende opgaven van Zr. Ms.
schepen in Oost-Indië, loopende tot 15 April jl.
Prins Alexander der Nederlanden, kapt. J. W. de Rnyter de Wildt; Juno,
kapt.-luit. G. H. Bakker en de Cachelot, kapt. A. J. Kroef, wachtschepen te
Batavia, Socrabaija en Macassar; Pylades, is den 31 Maart jl. buiten dienst
gesteld; rorikanonneerboot No. 14, luit. 2de kl. F. H. Coblgn, wachtschip
te Samarang; Amsterdam, kapt.-luit. A. R. A. M. Clifford Koe:: van Breugel,
ligt ter reede Batavia voor de dienst gereedReinier Claeszen, kapt -luit.
P. Koning, ondergaat te Soerabaija eenige herstellingen; Reteh, tijdelijk
buiten dienst gesteld; Haarlemmermeer, luit. 1ste kl. J. W. F. Frucht,
gestat, ter O.kust van Sumatra; Celebes, luit. 1ste kl. F. M. Parker Verboom!
gestat, in de Z. en O. afd. vanBorneo; Bromo, kapt.-luit. H. P. van Booeval
Faure, ligt ter reede Batavia voor de dienst gereed; Onrust, luit. 1ste kl.
J. C. H. Beeloo, gest. iu de Z. eu O. afdeeling van Borneo; Ardjoeno, kapt -
luit. H. B. Kip, voorziet zich te Kuiper-Eilaud van steenkolen; Stavoren,
luit. 1ste kl. C. J. Smith, gestat, in de wateren vau Celebes, zal weldra naar
Soerabaija terugkeerenPrinses Amelia, kapt.-luit. C. A. L. H. baron van
Heeckereu, gest. in de Moluksche wateren; Coehoorn, luit. 1ste kl. H. van
Goees, gest. iu de wateren van Celebes; Madura, luit. 1ste kl. A. J. vau
Mansvelt, ondergaat te Soerabaija eenige herstellingen; Aart van Nes, luit.
lste kl. H. K. Koning, gestat, ln de wateren van Menado; Bali, luit. 1ste
kl. J. K. L. Gey van Pittius, ondergaat te Soerabaija eenige herstellingen;
den Briel, luit. lste kl. W. F. van der Burg, gestat, in de wateren van Rióuw
en LingaMaas en Waal, luit lste kl. C. P. van der Star, ligt in reparatie
te Soerabaga; Cycloop, luit. late kl. D. Schunrman, ligt te Soerabaija voor
de dienst gereed; Suriname, luit. lste kl. G. F. Servatius, gestat, in de
Moluksche wateren; Admiraal van Kinsbergen, luit. lste kl. G. Bijl de Vroe,
gestat, ter W.kust van Borneo; Willem, kapt.luit. J. K. van de Kruysse Pilaar!
gestat, ter W.kust van SuinatraLeeuwarden, kapt.-luit. W. C. Klis, ligt ter
reede Batavia; Vesuvius, luit. late kl. C. A. B. D. Rijk, gestat, in de
wateren van Rionw en Linga; de Watergeus, kapt.-luit. W. B. F. Escher,
gestat, iu de wateren van Celebes; Curs^iio, kapt.-luit. J. vau Gogh, is den
29 Maart naar Japan i^rtrokkenJava, kapt.-luit. C. J. Dammc, heeft den
15 April jl. de terugreis naar Nederland aanvaard; Sumatra, luit. lste kl.
A, Droukers, ondergaat te Onrust eenige vernieuwingen.
BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN Bil MARINE EN LEGER.
De luit. ter zee 2de kl. C. E. Uhlenbeck is met den 1 dezer eervol ontheven
uit de betrekking van adj. bij den dir. en coinra. der Mariue te Willemsoord;
die betrekking is met den 2den daaraanvolgende opgedragen aan den luit.
lste kl. H. D. Guvot.
De off. van gez. 2de kl. T. J. J. Gori, dienende op het wachtschip te
Arasterdam, wordt met den 15 dezer op non-activiteit gebragt.
Bij den staf van het wapen der Artillerie is benoemdtot magazijnmeester
lste kl. de kapt. J. van den Berghe, magazijnmeester 2de kl. te Grave; en tot
magazijnmeester 2de kl. de lste luit. A. A. lleijns, magazijnmeester 3de kl.
te Woudrichem.
De Pary9che Liberté bevat een ingezonden opstel, waarin
geyverd wordt voor de afschaffing van den titel „minister van
oorlog" en de vervanging daarvan door „minister van het leger",
evenals men een „minister van marine" heeft. „Wy leven", zegt
de schrijver, wiens gevoelen ondersteund wordt door Emile de Girardin,
die de aandacht der begrootingscommissie nit het Wetgevend
Ligchaam op de zaak vestigt, „wij leven toch niet altoos in een
toestand van oorlog, dat wy een minister van oorlog noodig
hebben. Wij noemen den minister van marine toch niet blokkade
minister." De benaming „minister van oorlog" verwekt veel wan
trouwen, inzonderheid in Frankrijk."
Uit een artikel in de Revue des Deux Mondes blykt, dat
Frankrijk in 16 jaren, van 1852 tot 1868, 4322 raillioen francs
meer heeft verteerd dan de belastingen opgebragt hebben; eencyfer,
zoo welsprekend, dat alle nadere verklaring geheel onuoodig i9.
Maarschalk Niel heeft de chefs der korpsen gemagtigd om aan
alle militairen van slecht gedrag het dragen van sabels te verbieden.
Keizer Napoleon is zeer treurig gestemd. Zijn lievelingshond Nero, zijn
getrouwste vriend zooals hij hem plagt te noemen, is gestorven. Dit dier trok
het vorige jaar voor het eerst do aandacht der Parijzeuaarsde kamerdienaar
des Keizers, die gewoon was met hem uit te gaan, verloor hem namelijk. Op
de Tuileriën heerschte eene vreesselijke opschudding, doch gelakkig werd Nero
teruggevonden nog vóór de Keizer zijn verlies had vernomen. Dat Keizer
Napoleon bijzonder gehecht was aan zijn hond, dien hij zelf zijn naam gegeven
had, is overigens algemeen bekend. Nero verliet zijn meester slechts zelden
hij bewoonde de vertrekken des Keizers, was in zijne studeerkamer, wanneer hij
daar arbeidde, had zelfs toegang tot de salons eu zelden zette de Keizer zich
aan tafel zonder toe te zien, dat zyn hond ook behoorlijk bediend was. De
Keizerin, die niet van dieren, en vooral niet van honden, houdt, zag Nero
slechts weinig; de keizerlijke Prius daarentegen was een groot vriend van hem.
De trekken van Nero zullen overigens ook voor de nakomelingschap bewaard
blijven, daar de beeldhouwer Carpaux het beeld van den hond naast dat van
den kroonprins zal plaatsen. De Keizer had den hond ten geschenke bekomen
van den kamerheer baron van Bulach te Straatsbnrg. Het was een groote
Engelsche staande hond, donkerbruin van kleur, geheel zonder vlekken en 7
jaar oud. Hij stierf bijna plotseling. De Keizer heeft hem in het afgesloten
gedeelte van het park der Tuileriën laten begraven. Hij woonde de begrafenis
zelf bij en de tranen rolden bem over zijne grijze knevels toen de tuinman
het graf met aarde bedekte.
Eene misdaad, zóó wreedaardig, dat de locale pers den last
heeft belcomen om, tot nader informatie, er over te zwijgen, heeft
te Pont-a-Mousson plaats gehad. Een kweekeling van het seminarie
dier stad, negentien jaar oud, heeft een zijner jongere kameraden
den keel afgesneden. De moordenaar bediende zich van een scheermes
en volvoerde zijne misdaad in de slaapzaal. Hij stak daarop het
ledikant van zijn slagtoffer io brand en onttrok daardoor den ver
moorde aan de blikken der justitie. De zaak ia echter in handen
der bevoegde autoriteiten.
Het geregtshof te Gard heeft de zaak behandeld van den
schoenmaker Hermann en zjjne vrouw, te Nimes woonachtig, die
hunne dertienjarige dochter vermoord hebben. Deze moord heeft niet
korter dan 48 uren geduurd en toeu hij in den nacht van den
11 November volbragt werd, hielden de echtelingen niet op met
godsdienstige liederen te zingen en allerlei geluiden te maken. Vrouw
Hermann, die aan verregaande dweepziekte lijdt, beschouwde haar
kind als van den duivel bezeten. Het kind was hare voordochter
en herinnerde haar te sterk aan den tijd, dat zij zelve een zeer onge
regeld leven leidde. Beiden zijn veroordeeld, de vrouw tot levens
langen dwangarbeid, de man tot tien jaren opsluiting.
Sedert de wedrennen van Epsom, wordt er te Londen veel gesproken van
een zonderling avontuur, daaraan verbonden en dat, zoo het noodig was, de
excentriciteit van bet Britscb karakter doet uitkomen. Miss Arabei! X..., zeer
bekend in de hooge kringen van Londen, is eene der schoonste blondines, welke
men zich kan voorstellen. Twee jaren geleden trad zg in de gezellige kringen
op en sedert had zij een sleep van aanbidders, bekoord door baar geest en
lieftalligheid als zij waren. Men sprak vooral veel van drie gentlemen, wier
kans gelijk scheen te staan. Alle drie zijn jong, rijk, met gedistingneerde
manieren. Men begrijpt de verlegenheid, waarin miss Arabell verkeerde, toen
zij, na eenige maanden, gedrongen werd eenJ keuze tusschen die drie te doen.
De blonde miss was op geen hunner smoorlijk verliefd. Zij achtte zich dns
zeer gelukkig, toen zg io een Amerikaansch dagblad een middel vond, om zich
uit hare moeijelijke positie te redden. Zij deed baar drie aaubidders verleden
w<ek bij zich komen en zeide hun, dat baar hart voor hon drieën gelijkelijk
klopte. Zij bad dus besloten aan het lot over te laten op wio bare keuze zou
vallen. Zij koos dientengevolge op de wedren drie paarden uit, Blue Gowu,
Lady Elizabeth en Speculum. De drie minoaars moesten du elk eeu dier
paarden uitkiezen en de overwinoaar vau die paarden zon tevens van zelf den
minnaar aanwijzen, aan wien haar band te beurt zou vallen. Dit voorstel werd
inet geestdrift aangenomen. Hij, aan wien de Speculum ten deele viel, meende
zoo zeker te zijn van de overwinning, dat hij op bet punt atond de huwelijks
geschenken voor zijoc bruid reeds te koopen. De twee andere minnaars waren
niet zoo op hun gemak, vooral de bezitter vaD Blue Gown, die dacht in geheel
geen kans te hebben. IedereeD weet intusschen de onverwachte overwinning
van Blue Gown en al de vergdelde verwachtingen tengevolge van de nederlaag,
geleden door Lady Elizabeth. Mis Arabell heeft zich nn zeer gracieus onder
worpen aan den verrukten overwinnaar en binnen eene maand knot gij het
gelukkige paar zien wandelen in het Zwitsersch gebergte een geluk, dat
de minnaar verschuldigd is aan de energie van een jockey.
De opperbevelhebber van het Engelsche leger in Abessinië,
heeft, blijkens de laatste berigten, eenen adjudant aan Koningin
Victoria gezonden, om H. M. namens het leger de kroon, den
mantel eu het zegel van wijlen Koning Theodorus aan te bieden.
De uiterste wilsbeschikking van dien Vorst is gevondendaarin
stelde hg zjjnen zoon Mechecha tot zijnen opvolger, met raad om
de vriendschap te zoeken van de Eugelschen, „die weten te over
winnen en hunne vrienden te beschermen."
Jl. Maandag, den tweeden Pinksterdag, 's morgens ten nre»
zijn van de 58 personen om schulden te Berljjn gegijzeld, 51 in
vrijheid gesteld geworden, tengevolge van de wet die de gijzeling
afschaft. De 7 overigen bleven om andere redenen io bewaring.
Een tallooze volksmenigte stond voor de deur der gevangenis en
ontving de vrijgelatenen met groot gejuich.