Bijblad behoorende tot de Heldersche en Meuwedieper Courant
HERIJK DER MATEN EN GEWIGTEN.
NATIONALE MILITIE.
van Vrijdag 12 Junij 1868, N°. 71.
re,
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER brengen ter
I openbare kennis:
Dat het ONDERZOEK OVER DE VERLOFGANGERS van de Militie te
land, bedoeld bij art. 138 der wet op de Nationale Militie, voor deze gemeente
is bepaald op Maandag den 22 Junij 1868, des voormiddags ten half
tien ure, in het Algemeen "Weeshuis.
Aan dat onderzoek moeten deelnemeu de VERLOFGANGERS der Militie te
land, behoorende tot de ligtingen van 1864, 1865 en 1866, voor zooverre zij
voor den 1 April 1868 in het genot van oubepaald verlof waren gesteld.
De belanghebbenden worden herinnerd aan de volgende wetsbepalingen:
Art. 140. De verlofganger verschijnt bij het onderzoek in uniform gekleed,
en voorzien van de kleeding- en uitrustingstukken, hem bij zijn vertrek met
verlof medegegeven, van zijn zakboekje en van zijn verlofpas.
Art. 141. Gehoudens het bepaalde in art. 130 kan een arrest van twee tot
zes dagen, te ondergaan in de naastbij gelegen provoost of het naastbijzijnde
huis van bewaring of arrest, door den militie-commissaris worden opgelegd
aan den verlofganger:
1°. die zonder geldige redenen niet bij het onderzoek verschijnt; 2°. die
daarbij verschenen zijnde, zonder geldige redenen, niet voorzien is van de in
het voorgaand artikel vermelde voorwerpen; 3°. wiens kleeding- of uitrusting
stukken bij het onderzoek niet in voldoenden staat worden bevonden; 4°. die
kleeding- of uitrustingstukken, aan een ander toebehoorende, als de zijne vertoont.
Art. 142. Is de verlofganger, wien krachtens het voorgaand artikel arrest is
omgelegd, bij het onderzoek tegenwoordig, dan kan hij dadelijk onder verzekerd
geleide in arrest worden gebragt.
Is bij niet tegenwoordig en onderwerpt hij zich niet aan de hem opgelegde
straf, dan wordt hij op schriftelijke aanvrage van den militie-commissaris, te
rigten aan den Burgemeester der woonplaats van dien verlofganger, aangehouden
eu onder verzekerd geleide naar de naastbij gelegen provoost of het naastbij
zijnde huis van bewaring of arrest overgebragt.
Art. 143. Onverminderd de straf, in art 141 vermeld, is de verlofganger
verpligt, op den daartoe door den militie-commissaris te bepalen tijd en plaats,
en op de in art. 140 voorgeschreven wijze, voor hem te verschijnen om te
worden onderzocht.
Art. 144. De verlofganger, die zich bij herhaling schuldig maakt aau het
feit sub 4°. van art. 141 bedoeld, of niet overeenkomstig art. 143 voor den
militie-commissaris verschijnt, of, aldaar verschenen zijnde, in het geval ver
keert, sub 2°. en 3°. van art. 141 vermeld, wordt onder de wapenen geroepen
en van drie tot zes maandeu gehouden.
Art. 145. De verlofganger der militie, die niet voldoet aan eene oproeping
voor de werkelijke dienst, wordt als deserteur behandeld.
Art. 130. Het Crimineel Wetboek en het Reglement van krijgstucht voor
het krijgsvolk te lande zijn op de manschappen der militie te land, die zich
onder de wapenen bevinden, van toepassing en met opzigt tot de verschillende
gevallen van desertie op al de bij de militie te land ingelijfden.
Die manschappen worden geacht onder de wapenen te zijn:
1°. zoolang zij zich bij hun corps bevinden; 2°. gedurende den tijd, dien
het in art. .138 bedoeld onderzoek duurt; 3°. in het algemeen, wanneer zij in
uniform zijn gekleed.
tt ij Burgemeester en Wethouders der gemeente Helder,
i t iQflo STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
1 J«»>J 1868. L VERHEY, Secretaris.
Tot den Herijk der Maten eu Gewigten, bestaande in alle Lengte-Maten,
Elleq, Gevouwen Ellen, Kettingen enz., ijzeren eu koperen Gewigten (de Medi
cinale tot de grein, de Goud- en Zilver-Gewigten tot de -£ korrel ingesloten),
Brandhoutsmaten of Wissen, Inhoudsmaten voor Granen enz. met derzelver
Strijkels, alsmede de Tonnematen, en de zoo van hout als blik, koper of tin
vervaardigde Vochtmaten, zal voor de gemeente Helder, voor het loopende
dienstjaar, zitting worden gehouden in bet Kantoor voor de Gemeente-Werken
naast het Weeshuis, op de Kerkgracht, als:
Op MAANDAG den 15 en DINGSDAG den 16 Junij e. k.,
voor wijk A tot en met wijk H aan het Westplein, met inbegrip van Huisduinen.
Op WOENSDAG den 17 en DONDERDAG den 18 Junije. k.,
voor wijk I, van het Westnlein tot de Viersprong, voor-en achterom ter weder
zijden van het Heldersche Kanaal en den Polder, wijk P en Q.
Öp VRIJDAG den 19, ZATURDAG den 20 en MAANDAG
den 22 Junij e. k.,
voor wijk L., bewesten de berastering van 's Rijks werf, bewesten bet Kanaal,
en voor wijk M, bezuiden de berastering van 's Rijks Werf, voor-en achterom.
Op DINGSDAG den 23 Junij e. k.,
voor wijk K, benoorden de berastering van 's Rijks Werf, voor en achterom, en
voor wijk O of de Nieuwstad, c-n
Op WOENSDAG den 24enDONDERDAGden25 Junij e.k.,
voor wijk N, langs de Koopvaardi-rs-Biuneuhaven, voor- tn achterom.
Op eiken dag van des voorraiddags 9 tot 12 en 's namiddags van 3 tot 6 ure.
Des Zaturdugs alleen des voormiddags van 9 tot 12 ure.
Bij elke zitting zullen, een half uur voor den aanvang, nummers tot regeling
der orde van opvolging worden afgegeven, doch ieder af te geven nummer zal
slechts voor één persoon en voor dik zitting geldig zijn.
Voor dit jaar is als merk voor den IJk en Herijk bestemd de letter
(Gothische Vorm).
En worden bij deze alle winkeliers, neringdoende lieden en andere belang
hebbenden, overeenkomstig de bestaande voorschriften herinnerd, dat al de bij hen
in gebruik zijnde Maten en Gewigten jaarlijks behooren herijkt te worden, en
dat na gehoudene zitting tot den Herijk, een onderzoek in de winkels en werkplaatsen
zal worden gedaan ingevolge 's Konings besluit van 30 Maart 1827 (Staatsbl. n°. 13).
De belanghebbenden worden uitgenoodigd om de Olie-, Kalk- en Teermaten,
behoorlijk schoongemaakt aan te bieden.
Helder, De Burgemeester der Gemeente,
den 10 Junij 1868. STAKMAN BOSSE.
BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER.
De luit. ter zee 2de 11. F. Zeeger Veeckens, dienende op het raderstoomschip
de Valk, wordt op non-activiteit gebragt en op dien bodem vervangen door
den luit. ter zee 2de kl. M. J. C. Lucardie.
De off. van gez. 2de kl. J. van IJzeren wordt geplaatst op het wachtschip
te Amsterdam.
Tot adjudant van Z. K. H. den Prins van Oranje, inspecteur der Kavallerie,
is benoemd de ridmeesler jhr. H. J. K. Ridder van Rappard, van het 1ste reg.
huzarentevens is aan Z. K. H. toegevoegd de ritmeester A. L. F. A. Grisart,
van den staf van het wapen.
Uittreksel uit het Verslag over den toestand
der gemeente Helder in het jaar 1867, door
Burgemeester en Wethouders aan den Raad der
gemeente gedaan, ingevolge de bepalingen der
gemeente-wet.
Bevolking: 9592 Mannen, 8740 Vrouwen; Totaal 18332 inwoners.
Wij nemen uit de eerste vijf hoofdstukken van dit Verslag geene
opgaven over; de meeste zoo niet alle zaken daarin behandeld of
genoemd, hebben wij hetzij in gewone nieuwsberigten of in verslagen
der zittingen van deu Gemeenteraad in der tijd ter kennisse onzer
lezers gebragt. Die hoofdstukken dragen tot opschriftenI Bevolking,
II Verkiezingen, III Gemeentebestuur, IV Geldmiddelen, V Gemeente
eigendommen, werken en inrigtingen.
In Hoofdstuk VII over Medische en gemeente-policie worden we
herinnerd, dat de gezondheids-toestand der ingezetenen in het ver-
loopen jaar hier over het algemeen niet ongunstig was tc noemen,
dat door de zorg van het gemeentebestuur dezelfde gezondheids
maatregelen zjjn genomen als het jaar te voren, dat de ligging der
beide begraafplaatsen in deze gemeente in betrekking tot den
gezondheids-toestand zeer goed mag heetenen wordt ons medegedeeld dat
in 1867 op de algemeene begraafplaats 464 en op die der Israëlieten
11 lijken begraven werden.
In het ziekenhuis der gemeente werden opgenomen en behandeld
34 mannelijke en 45 vrouwelijke personen, te zamen 79, waarvan
het getal verpleegdagen bedraagt 2092. Het getal overledenen
bedroeg 12 mannelijke en 10 vrouwelijke personen, te zamen 22.
Hersteld zijn 20 mannelijke en 33 vrouwelijke personen te zamen 63.
Het aantal der in het ziekenhuis verpleegde publieke vrouwen
bedroeg 32 en bet getal hunner verpleegdagen 825.
In de gemeente-apotheek werden gereed gemaakt cn afgeleverd
10162 recepten. De gemiddelde kosten van elk recept bedraagt
ruim 21 ets.
Het Verslag maakt melding, dat de heer P. C. de Winter, met
de meeste welwillendheid de betrekking van directeur van het
ziekenhuis heeft vervuld, tijdens die post gedurende meer dan
3 maanden onvervuld was.
Ten gevolge van cholera-ziekte is, even als in het jaar 1866,
de dienst in het ziekenhuis der gemeente levendiger geweest. Elf
ljjders aan die zieken werden opgenomen, waarvan 5 hersteld en