6 overleden zijn. De eerste lijder werd opgenomen 28 September, de laatste 30 October. Het voortdurend toezigt op het ziekenhuis en de apotheek door heeren commissarissen uitgeoefend verdient allen lof. In geenerlei opzigt werden bij het gemeentebestuur over de verpleging van zieken eenige klagten vernomen. De geneeskundige dienst der armen bleef onveranderd en heeft wederom goed voldaan. Aan bet commissariaat van policie werden de volgende zaken behandeld wegens diefstal67 mishandeling14 verbreking van afsluiting2 desertie10 i, laster10 ongeoorloofd in ontvang nemen van militaire kleedingstukken18 kindermoord1 zakkenrollerij1 valsche munt4 verzet tegen de policie4 H zelfmoord4 onwilligen manslag1 vergrijp tegen de zeden2 valschheid iu geschrift1 brandstichting1 Bij het kantongeregt zijn 74 zaken door vrijwillige betaling van boeten afgedaan en 54 vonnissen in strafzaken gewezen. Hoofdstuk VII bevat de herinnering aan de oprigting van het Artillerie-Vrijkorps en van de scherpschutters-vereeniging liet Metalen Kruis, beiden in 1867 tot stand gekomen. In de opgaven omtrent het onderwijs vinden wij vermeld de opgave der bevolking der onderscheidene scholen op de tijdstippen, wanneer daarvan opneming geschiedt. Uit dien staat blykt, dat de zes gemeente-scholen gemiddeld 2017 en de vijl bijzoudere scholen gemiddeld 325 leerlingen telden. Het verslag maakt melding van de oprigting der Zondagschool van wege den kerkeraad der Hervormde (iemeenle, waarvan het aantal leerlingen 250 bedraagt. De Rijks-normaalschool telde in 1867 dertien kweekelingen. Drie kweekelingen van deze inrigting verkregen in den loop dezes jaars de acte van hulp-onderwijzer. Verder worden in het verslag genoemd: de industrie-school, opgerigt door het Departement Helder der maatschappij tot Nut van 't Algemeen, met 63 leerlingen; de plaatselijke teekenschool, mede door gemeld Departement tot stand gebragt, met 39 clèves, de school voor de zeevaartkunde van den heer A. J. Leijer, met 15 leerlingen en eindelijk de gymnastiek-school, mede eene stichting van meergenoemd Departement, met gemiddeld 84 leerlingen. Hoofdstuk X van het verslag draagt tot opschrift: Armwezen wy ontleenen er aan de volgende opgaven De toestand der behoeftige klasse, vergeleken met die van het vorige jaar, was niet gunstiger, waarvoor geene andere oorzaken te noemen zijn dan minder ruimen arbeid voor handwerks- en ambachtsman en duurte der eerste levensmiddelen. Door het Burgerlijk armbestuur werden gedurende het jaar 1867 onafgebroken bedeeld 103 huisgezinnen en afzonderlijk levende personen en 350 eens of meermalen. Het aantal weezen in het algemeen weeshuis verpleegd of tot hetzelve behoorende bedroeg op den 1 Januarjj 1867 negentig en op den 31 December van dat jaar een honderd twee en twintig. Voor verpleging van zieken in het ziekenhuis der gemeente, werd in hetzelfde jaar regtstreeks uit de gemeeute-kas betaald 3109 231 en voor aankoop van geneesmiddelen 1102 52-J-. Ouder deze uitgaven is niet begrepen de jaarwedde van den apotheker en zijne bezoldiging als directeur van het ziekenhuis. Voor de verpleging van 225 elders armlastigen werd in 1867 voorgeschoten de som van ƒ4500, waarop in dat jaar werd ontvangen 1700. Voor de verpleging van 125 armlastigen buiten de gemeente werd in 1867 terug betaald de som van 3106.20. In dit hoofdstuk wordt verder melding gemaakt van de loffelijke pogingen van particuliere vereenigiugen tot leniging der armoede in deze gemeente, inzonderheid van de Vereeniging tot Werkverschaffing aan behoeftigen. In de bank van leening werden in 1867 beleend of werd de beleening vernieuwd van 23,908 panden, gelost 21,765 en verkocht 261. Op de beleende panden werd voorgeschoten 57,242.40, voor afgeloste panden terug betaald 53,670.50 en voor verkochte panden terug ontvangen 975 90. Omtrent het beheer der bank zijn geene aanmerkingen gevallen, noch klagten bij het dagelijksch bestuur ingekomen Het aantal deelnemers in de van wege de maatschappij tot Nut van 't Algemeen opgerigte spaarbank, bedroeg bij het opnemen der laatste rekening 178. In 1867 werd aan de deelnemers terug betaald 4442 22; het bedrag der inlagen was 8669.75. Het kapitaal der bank bedroeg/22,470.95 en het door haar verschuldigde 20,387 89 Uit Hoofdstuk XI (Landbouw en Veeteelt) nemen we deze aan- teekeningen over. De koop- en huurwaarde der landerijen onderging geene merkbare verandering. Naarmate van de meerdere of mindere waarde was de koopwaarde van ƒ1000 tot ƒ2500 per bunder en de huurwaarde van 100 tot 160 per bunder. De alhier gevestigde afdeeling der maatschappij van Landbouw telde in 1867 130 leden. De opbrengst van den oogst der hoofdgewassen was in deze gemeente als volgt: tarwe 24 mudden, rogge 780, zomergerst 840, haver 1700, erwten 50 en aardappelen 1300 mudden. De staat der wei- en hooilanden was bijzonder gunstig. Aanvorr van hooi van elders is niet noodig geweest. De landerijen onder Huisduinen hebben in het afgeloopen jaar weder door zandverstuiving van de duinen nadeel geleden. De toestand van den veestapel was gunstig. Veetyphus is in deze gemeente niet ontstaan. Alleen onder de schapen heeft water- en botziekte geheerscht. Bij het einde des jaars waren in de gemeente aanwezig: 40 veulmerriën, 24 venlens, 255 paarden, 12 ezels, 39 springstieren, 950 melkkoeijen, 270 kalveren en pinken, 4300 schapen onder 60 houders van schapen. Het aantal lammeren, buiten de gemeente vervoerd, bedroeg ongeveer 2000 stuks. Voorts waren er 75 geiten en bokken en ongeveer 260 varkens. Het aantal stuks pluimvee bedroeg 750 hoenders, 160 eendj 350 ganzen en 2 zwanen. De gemiddelde prijs was per hoender 60 ct3 per eend 60 ets. en per gans 2.50. De middenprijs van het vee was: paarden van 4 tot 5 jaJ 200 totf 300; runderen: kalfkoeijen 130 tot 150; geld koeijen 100 tot 120; vaarzen 70 tot 80; kalveren ƒ3 tot 40; schapen 12 tot 20 en lammeren van 8 tot ]jl De middenprijs van boter was per pond 1.— tot 1.20n] de kaas per 50 ponden: in den zomer 25 tot 30 en in U najaar 27 tot 32. De opgaven van bet laatste hoofdstuk: Nijverheid, Handelt Scheepvaurt zijn allen reeds vroeger door ons vermeld, behalve iW mededeeling, dat uit de bewaarplaats van oesters alhier werij geleverd ongeveer 50,000 stuks groote, tegen een gemiddelden pr van 40 per 1000 en 330,000 tegen een gemiddelden prijs ri 34 per 1000. De heer van Bosse, nieuw opgetreden minister van Financiè heeft in de zitting der Tweede Kamer van eergisteren, namens k ministerie eene rede gehouden, waarin hij de rilling en de vo« nemens der tegenwoordige regpring openbaarde. Hij deed opmerkr dat de ministers den tijd missen om nog vóór het verstrijken i den termijn voor de crediet-wetten een geregeld plan van werkzaal heden gereed te maken. Een overzigt van de thans aanhangi begrootings-wetten heeft tot het inzenden van nota's van wijziging aanleiding gegeven. Getrouwe handhaving der regten van de krot zal, zoo verzekert de Minister, hand aan hand gaan met naam gezette eerbiediging van de regten der Vertegenwoordiging. II kabinet zal streven naar gemeen overleg met de Vertcgpnwoordigi» zonder echter den strijd over beginselen, waar die noodig is, ontwijken. De rigting der tegenwoordige regering is bepaaldeli eene rigting van vooruitgang. Over de snelheid om in die rigtii voort te gaan en over de eiscTten van het oogenblik kan stri bestaan, ofschoon het doel hetzelfde is. Daarin zal men het echt": eens zijn, dat opbouwen en geen afbreken noodig is. Aan h[ slot zijner rede, waaraan wij hier enkele opmerkingen ontleendei riep de minister aller ondersteuning in bij zijn streven om voor he vaderland nuttig te zijn en dankte hij voor de welwillendheid, di hij nu twintig jaren lang in de onderscheidene betrekkingen var zijn parlementair leven had ondervonden. Aan den heer Koordei werd verlof verleend om op een nader te bepalen dag het ministeri te interpelleren. De minister van Marine heeft geschrapt de aangevraagd: sommen voor de verhooging van bezoldiging van reeds bij hel Departement van Marine in dienst zijnd personeel, waaromtrent de minister zich nader wenscht te beraden. Voorts zijn uit dt begrooting geligt 1°. de som van 3400 voor verbouwing en ver- grooting van eene loods te Willemsoord; en 2°. de aanvrage va» f 186,000 voor den aanmaak van een gepantserd rivier-vaartuig. Ook deze beide onderwerpen wenscht de minister nader te overwegen, om daarop, des noodig, later terug te komen. Het eindcijfei wordt door een en ander verminderd met 192,387. Snelpersdruk. A. A. Bakker. Nieuwediep.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1868 | | pagina 2