iin§
1868. N°.72.
Zondag 14 Junij.
26 Jaargang.
:S
BEKENDMAKING,
BINNENLAND.
BUITENLAND.
ADVERTENTIËN.
Cz.
SEREH
ÏNGEI
HËLDERSCIIE
U NIEVWEDIEPER COURANT,
„Wij huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post
1.65.
Uitgever
Bureau:
A. A. BAKKER
MOLENPLEIN, N°. 163.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent, behalve 35 cent zegelregt.
Groote letters of vignetten #6rden naar plaatsruimte berekend.
77}
109
84
'JU
zonde
f 205,
f 435,
icolaie!
zonde?
Berdi
:ontaai
laan*
215
a 40;
P.
n .'MD'
•N,
ïereo;
1 mei
110
i 279
Mid.
en
ijken
De
mud
•aren
o p,
voer
nin-
p de
last
10;
ge-
75
De BURGEMEESTER der gemeente HELDER maakt, ter voorkoming van
ongelukken, aan de ingezetenen bekend, dat de practische SCHIETOEFENINGEN
OP DE HORS met het geschut van Zr. Ms. instructie-vaartuig PRO PATRIA
neder zullen plaats hebben op Maandag, Dingsdag, Woensdag, Donderdag en
Vrijdag van iedere week, aanvangende den 15 Juuij eerstkomende.
Bij de gewone schietoefeningen wordt eene roode vlag aan den voortop van
genoemd vaartuig geheschen, en zal het strand op de Hors op een afstand van
4000 Ned. ellen, in de rigting van den Stuifdijk, onveilig zijn.
Bij het schieten met getrokken geschut worden aan de beide toppen van
genoemd vaartuig roode vlaggen geheschen, en zal het strand op de Hors op
een afstand van ruim 5000 Ned. ellen, in de rigting van den Stuifdijk,
onveilig zijn.
Genoemd gedeelte van de Hors zal worden afgepaald door paaltjes met
bordjes, waarop geschilderd is„Zr. Ms. instructie-vaartuig Pro Patria."
Aan het einde der rooilijn wordt eene blaauwe en op de ambtsnollen eene
Nederlandsche vlag geplaatst.
Ofschoon men zich buiten de boven omschreven grenzen veilig zou kunnen
achten, dient men in acht te nemen, dat, wanneer er met springgranaten
geschoten wordt, de stukken dezer projectielen tot over de grenzen kunnen
wordeu geworpen, en het alzoo raadzaam is, zich in dit geval ook niet aan de
binuenzijde des Stuifdijks in de mok op te houden.
Verder wordt in herinnering gebragt, dat het verboden is de projectielen en
verdere materialen, welke op genoemde plaats liggen, op te zoeken en zich toe
te eigenen, zullende deze handelwijze worden beschouwd als ontvreemding van
's Rijks goederen en degenen, die zich onverhoopt hieraan mogten schuldig
maken, als zoodanig worden vervolgd.
Helder, De Burgemeester voomoemd,
13 Junij 1868. STAKMAN BOSSE.
HELDER en NIEUWE DIEP, 13 Junij.
De verjaardag van Z. K. H. Willem Frederik Hendrik, Prins
der Nederlanden, broeder des Konings, wordt heden alhier op de
gebruikelijke wijze gevierd.
Met den 1 Julij a. s. wordt in dienst gesteld, met bestemming naar
Japan, Zr. Ms. schroefstoom-chip „Marnix", waarvan het bevel wordt opgedragen
aan den kapt.-luit. ter zee P. Toutenhoofd. Het verder etat-majoor zal bestaan
uit: den luit. ter zee 1ste kl. J. A. Greve, 1ste off.; de luits. ter zee 2de kl.
D. M. G. de Swart, J. C. Joekes en J. L. Dnker; de adelborsten 1ste kl.
E. Voetelink, J. van Scheers, J. W. Arkenhout Schokker en G. H Thomassen
h Thucs9ink van der Hoop; den off. van gez 2de kl L. P. Vlaanderen; den
off. van adm. 2de kl. J. C Coops en den scheepsklerk H. J. Knottenbelt.
Zr. Ms. stoomfregat Adolf Hertog van Nasssau eu Zr. Ms.
schroefatoomschip het Metalen Kruis worden met den laat sten dezer
buiten dienst gesteld, en de bevelhebbers eervol van hun kommando
ontheven.
Zr. Ms. raderstoomschip de Valk is jl. Vrgdag naar
Birkenhead vertrokken om den monitor de Krokodil naar hier over
te brengen.
De monitor Heiligerleeonder bevel van den luit. ter zee
lste kl. H. A. ridder vau Rappard, is den 10 dezer van Birkenhead
naar Nederland vertrokken.
A.an mr. F. G. H. R. van Lilaar, minister van Justitie, is
eervol ontslag verleend als raadsheer in het Prov. geregtshof van
Noordholland.
De adj.-coramies bij de directie der Marine te Vlissingen,
J. van Reijn, wordt overgeplaatst bij de directie der Marine te
Hellevoetsluis.
Uit een verslag omtrent den staat van den landbouw en
veeteelt over 1867 in Zuid- en Noordholland door het hoofdbestuur
der Hollandsche Maatschappij vau Landbouw opgemaakt, blijkt o. a.
dat op dit oogenblik geen gevallen van veeziekte meer in Nederland
aaowezig of bekend zijn. Daarentegen verheft zich de longziekte weder
meer en meer, die echter bepaald bestreden kan worden door het middel
van inëuting.
Gedurende het jaar 1867 zgn in de Nederlandsche zeegaten
9037 schepen binnengekomen, en zijn daaruit 8367 schepen uitgezeild.
45 schepen zijn in dat tgdvak op de Nederlandsche kusten gestrand,
en daarvan zijn 6 roet man en muis vergaan. 11 der gestrande
schepen voerden de Nederlandsche vlag; 25 waren naar Nederlandsche
en 20 naar vreemde havens bestemd.
In de zitting der Tweede Kimer van jl. Donderdag zijn de hoofdstukkeu
IV en V der Staats-begrooting (Justitie eu Binuculaudsche Zaken) met algo
meene steramen aangenomen. Bij de discussie over eerstgenoemd hoofdstuk
is ten sterkste aangedrongen op het spoedig tot 9tand komen der wetten op
het reglswezen. De Minister beloofde,/hoe veel omvattend die arbeid ook is,
de hand aan het werk tc zulleu slaan om den tegenwoordigen toestand der
regterlijke magt zoo spoedig mogelijk te verbeteren.
Bij de behandeling van het hoofdstuk voor Biunenlandsche Zaken, werd door
den heer Gel ken aangedrongen op herziening der wet op het lager onderwijs.-
Toen de Miuister, de heer Fock, daarop ueantwoord had, dat z. i. die wet in
hare uitvoering zoo groote moeijelijkheden niet opleverde en dat de bijzondere
school zich vrij nevens de openbare ontwikkeleu kon, kwamen de heeren
van Wassenaer, Koorders en van Nispcu daar tegen op. Zij hielden vol d>-
vele grieven die bij zeer velen in den lande tegen de wet op het lager
onderwijs bestaan. - De Miuister verdedigde zich hierop met de verzekering,
dat hij zich niet ongeziud betooneu zou, om de grieven te onderzoeken en zoo
veel mogelijk weg te nemen. Hij bad gesproken van zijne eigene ervaring en
deze had hem niet doen blijken van de groote bezwaren, die door sommigen
worden aangevoerd.
Aan de beraadslaging over Hoofdstuk VI (Marine) der staatsbegrooting
voor 1868 hebben deelgenomen: de hh. Nierstrasz, de Bosch Kemper, Blussé
van Oud Alblas, Dumbar, Fransen van de Putte en de Caseinbroot. De heer
Brocx, minister van Marine, de sprekers antwoordende, daukt in de eerste
plaats den heer Nierstrasz, iu zoover hij een woord van lof heeft toegebragt aan
s ministers voorganger. De minister onderschrijft dit geheel. Het is toch
een feit dat de minister van Marine de eerste grondslagen heeft gelegd voor
een defensiestelsel, waarnaar wij jaren lang te vergeefs gewacht hebben. De
minister zegt nogmaals: hij onderschrijft die woorden geheel. Iu de tweede
plaats dankt de minister den spreker voor het loffelijk getuigenis omtrent hem
afgelegd. Hij hoopt aan diens spreker vertrouwen te zullen kunnen beantwoorden.
De rede van dtra heer Nierstrasz beantwoordeude, geeft de minister te kennen,
dat de weg, dien hij zal inslaan, zich van zelf aanwijst; die weg ligt voor de
hand; zelfs voor een blinde is hij niet te ontwijken. Het is waar, de Kamer
is nog Diet gebonden aan eemg defensiestehel, maar het kan toch als uitgemaakt
worden beschouwd, dat de type van schepen, die in ons defensiestelsel passen,
door de Kamer is aangenomen. En nu zou het meer dan dwaas zijn om weder
een ander stelsel dan het tot dusverre gevolgde in te voereu en nu wil de
minister, zonder overdreven pantsering, bedaard en voorzigtig den ingeslagen
weg volgen. Alleen mo^t nog worden uitgemaakt hoeveel schepen er zullen
moeten worden gebouwd. Maar hoe matig men ook io zijne eischen zij, het
getal schepen, no op stapel, ia voldoende voor de defensie.
Met betrekking tot het rivier-vaartoig zegt de minister de noodzakelijkheid
daarvan niet te willen betwissen, maar hij wil dit onderwerp nog eens goed
overzien en bestuderen. "Wat betreft den aanbouw vau schepen voor Indië, hij
heeft de stukken hieromtrent nog niet allen kunnen nagaan; hij is in beginsel
voor den bouw der schepen in Iudië en wil men alle vruchten trekken van de
ook door hem doelmatig gekeurde scheiding tusscheu de uitgaven voor de
Marine in Indië en die voor Nederland, dan moet het Departement van Mariue
in Nederland niets te maken hebben met het bouwen io Indië en moet men
dit overlaten geheel aan de Indische begrooting en de minister zal dan ook
op de begrooting niets uittrekken, wat betrekking heeft tot den bouw van
schepeu voor Indië
Met opzigt tot het personeel wenscht de minister te overwegen of de thans
door hein ingetrokken wet niet op andere grondslagen is iu te rigti-n en daar
toe wil hij eene meer gunstige gelegenheid afwachten. Zijn voornemen is ook
de wet op de bevordering te herzien en hij zal trachten daarbij ook te voldoen
aan den wensch om aan bekwaamheid den voorraug te geven. Wat betreft het
opleidingsschip te Willemsoord, erkent de minister dat dit schip oud is eu dat
het dus meer dan tijd wordt hierin te voorzien en voor het instituut een ge
bouw aan den wal te vestigen. Als het kan zal de minister reeds bij een
volgende begrooting een daartoe strekkend voorstel doen.
De minister gelooft door het gesprokene de overtuiging te hebben gewettigd,
dat hij niet wild en woest wil doortasten in het gepantserd rnateriëel. Maar
men vergete niet: Oorlog eu Mariue zijn een noodzakelijk kwaad, zij kosten
veel geld, maar eenmaal het werk begonnen, moet men het ook voortzetten.
Wil men dat niet, dan zou de minister voorstellen te verkoopen hetgeen tot
nu toe aangebouwd is, want oin eukel te blijven bij hetgeen wij nu hebben, is
zoo goed als niets.
Tegen de begrooting hebben gestemd de heeren Reinders, Dumbar, Guljé en
Westerhoff.
De Hoofdstukken Oorlog, Koloniën en Marine, zijn in de zitting van gisteren
behandeld. De beide eerstgenoemde Hoofdstukkeu zijn met algcmeene stemmen
aangenomen.
Door de ministers van Oorlog en van Marine zijn ingetrokken de aan
hangige wetsoutwerpen betreffende de militaire pensioenen voor zee- en landmagt
door den minister van Binuenlandsche Zaken die betreffende de banken van
leeniug, de begrafenis-regten, het hooger onderwijs, de wijziging der wet op
het lager onderwijs, de wijziging der geneeskundige wet eu de wetten betreffende
de veeartsenijkunde.
Zeer interessant zijn in de laatste dagen de politieke beschouwingen
geweest, die de bladen der conservatieve rigting ter gelegenheid der optreding
van het tegenwoordig bewind hebben ten beste gegeven. Reeds bij wijze van
uittreksels medegedeeld, leveren die staatkundige beschouwingen stof tot ver
makelijke opmerkingen. Het is niet onbekend, dat bij de plaats gehad hebbende
ontbindingen der Tweede Kamer onder bet vorige ministerie en bij de daarop
gevolgde verkiezingen telkens de opmerking werd gemaakt: men wil deu
Koning dwingen, zijne tegenwoordige ministers, die zijn volkomen vertrouwen
verdienen, te ontslaan. Tegenstand tegen do beginselen der door den Koning
benoemde ministers werd als tegenstand tegen den Koning zelve beschouwd.
Maar nu is het ministerie gevallen en een liberaal bewind heeft de ledige
plaatsen ingenomen. Nu zou men van de bladen der conservatieve partij mogen
erwachten, dat zij de vroeger verkondigde leer in toepassing breugende, zich
zouden nederleggen bij de door den Koning gedane keuze van manDen, die hem
voortaan als zijne raadslieden zullen ter zijde staan. Die mannen verdienen,
hunue benoeming is daarvau een sterksprekend blijk, het volkomen vertiouweu
des Konings. Volgens de eigene leer der conservatieven, zouden zij nu de
nieuwe ministers rnstig aan het werk moeten laten gaan, om in de verte
den schijn niet op zich te laden van den Koning te dwingen zijne ministers
(e oDtslaan.
Het tegendeel is echter het geval. De gewone wijze van verdacht maken
vau hatelijkheid te zeggen tegen de staatspartij, die thans aan het bewind
is, het inbrengen van valsche beschuldigingen tegen den heer Thorbecke, die
door zijne beinoeijingen het vaderland aan zich verpligt heeft, dit alles
behoort tot de gewone taktiek van hen, die eene staatkundige zedeleer verkoudigen,
waarnaar zij anderen beoordeelen, maar die zij voor zichzelven niet van toe
passing verklaren.
Door de Nederlandsche Handelmaatschappij zijn bevracht voor
Arasterdam de navolgende schepen, als: Tweelingen, Louise, Jacob
Roggeveen, Nicolaas Witsen en den Etahout.
Als eene zeldzaamheid wordt ons uit Wieringerwaard gemeld,
dat op den 11 dezer aldaar i3 geboren Coruelis, zynde de tiende
zoon van Gerrit Bouwman en Pietertje Slikker. Deze echtelieden
hebben geen enkele dochter gehad. Negen zijn van dit tiental in leven.
In de nachten van 8 op 9 en 9 op 10 Junij 11. heeft de
vorst sommige aardappelen- en boekweitvelden in den omtrek van
Amerongen schier geheel vernield.
Eene schaakpartij, alsof men nog in de middeleeuwen leefde, heeft er te
Heilouw (Gelderland) plaats gehad. De dochter van zekeren B,. ex-schipper op
genoemde plaats, had miunarijen aaugeknoopt met den man van hare overledene
zuster A. v. B. te Brakel. De vader van het meisje wilde dit in geen geval
toestaan, doch de moeder begunstigde de minuarijen iii bet geheim. In de
vorige week werd de minnares des avonds tusschen 10 en 11 ure heimelijk
door haar minnaar ontvoerd en naar Brakel gebragt. Kort daarna werd de
minnares door twee geregtsdienaars, uitgezonden door den vader, huiswaarts
geleid onder den stroom van eene menigte volks, die bet aan luidruchtige
scherts niet liet ontbreken. Doch naauwelijks in de ouderlijke woning terug
gevoerd, neemt zij het besluit te vlugten en neemt met haren minnaar, die
haar gevolgd was, dravende, alsof de dood hen op de hielen zat, de terugreis
weder naar Brakel aan. Te Herwijnen moest zij overvaren eu daar de
schipper weinig lust had de vlugtelingen over te brengen, zou zij in de rivier
zijn gesprongen, als hij niet eindelijk aan haar verzoek voldaan had. Aan de
overzijde gekomen, ziju ze arm in arm, vermoeid van de harddraverij, naar
Brakel gewandeld. De vader doet alle moeite haar huiswaarts tc krijgen en
heeft het voornemen haar andermaal te laten halen en te doen opsluiten als
zij niet vrijwillig van haren minnaar afstand wil doen.
Jl. Dingsdag werd te Deventer een persoon op de veemarkt
aangehouden, die te Dieren een paard ontvreemd heeft en het hier
verkocht had. Juist toen hij het geld daarvoor ontving, werd hg
door de policie in hechtenis genomenWoensdag is hij geboeid
naar Arnhem overgebragt.
De hooioogst is in het voornaamste deel van Friesland bgna
afgeloopen (14 dagen vroeger dan andere jaren), en brengt omstreeks
de helft meer dan gewoonlijk op.
Aan boord der Sneeker stoomboot Aurora is een koopvrouw
voorspoedig bevalleu van een kind. Te huis gekomen kwam er nog
eentje. Dit is de derde keer dat deze vrouw de blijde moeder van
tweelingen werd.
Op de jl. Donderdag te Meppel gehouden eerste wolmarkt
waren de prgzen tegen den afloop dalende. Had de handel zich in
het begin grootendeels tot eigen gebruik voor particulieren bepaald
en werd alstoen voor witte wol lste kwaliteit tot zelfs 75 ets. het
halve Nederl. pond besteed, tegen 85 ct9. de puik zwarte, later
daalde zulks aanmerkelijk, als wanneer de partgen tegen 50 a 60 ct9.
werden opgekocht. De volgende marktdag, zoogenaamde wollen-
Donderdag, is voornamelijk aan den handel in dit artikel gewijd;
duizenden bij duizenden ponden worden alsdan aangevoerd, waarbg
het gewoonlijk niet aao kooplieden ontbreekt, vooral uit den vreemde.
De kwaliteit wordt zeer geroemd.
In den nacht van 6 op 7 dezer werden in de hoofdstad van Luxemburg
en in andere gemeenten van het. groothertogdom plakkaten op de muren gehecht,
houdende oproeping der bevolking mede te werken tot een inlijving vau het
landje bij Frankrijk. De policie, vooraf onderrigt, zorgde dat de heer Ileintze,
drukker van de annexionnistische bladen 1'Union en 1'Avenir, achter slot werd
gebragt. Ten gevolge van gedane huiszoeking werd de woning van Heintze ver
zegeld Zie bier den woordelijken inhoud der aangeplakte proclamatie:
Luxemburgers! Waarde landgeDootenOntwaakt uit uwe sluimering? Rigt
u op, en verklaart voor Europa dat de toestand waarin men u gebragt beeft
niet langer te dulden is Pruissen, dat gij verafschuwt, slaat begeerige blikken
naar u. Wijst de valsche patriotten af, die, onder het masker der autonomie,
u de inlijviug bij Pruissen prediken. Frankrijk, dat gij allen liefhebt, roept
u toe: Arbeiders! Broeders! Frankrijk geeft u werk en algemeen steraregt
Grondbezitters! Frankrijk zal zorgen dat uw eigendom zijne waarde niet verlieze!
Huisvaders! Frankrijk zal al uwe kinderen in den boezem van zijn groot en rijk
gezin opnemen!" LuxemburgersStaat op! De plooijen van de roemrijke vaan
uwer vaderen zullen uwe kudden en uwe woonsteden beschermen. Reed9 lang
lijdt gij zonder te morren! Spreekt! Handelt! De onzijdigheid is de verlooche
ning van het vaderland. Verraders hebben het woord gevoerd tot u, zonder ons
te kennen. Pruissisch of Fransch! hierover moet door de natie gestemd
worden! Leve de politiek des Keizers! Leve Frankrijk!
De hoedenhandel zal weldra met een nieuw product voorzien
worden. Het i9 een zomerhoed, die buitengewoon ligt i9. Hg is
gemaakt van Manilla-papierpap, en ziet er uit even als een 9troogen
hoed. Hij is, hoe ligt ook, ondoordringbaar voor water en zoo
elastiek, dat er geen vouwen of breuken in kunnen komen, zoo als
dit zeer dikwgls bij stroo het geval is.
De troep Japansche kunstemakers, welke eenige maanden
geleden ons land bezocht en zich thans te Londen bevindt, heeft
een nieuw lid verkregen. Een der Japansche kunstzusters is
jl. Zaturdag van een welgeschapen dochter bevallen. Zg is de eerste
Japanesche, die buiten Japan geboren is.
BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER.
De kapt. ter zee F R. Toe Water, gedetacheerd bij het ministerie van Marine,
wordt, op zijn verzoek, eervol van zijn detachement ontheven en op non
activiteit gebragt.
De off. van gez. 3de kl. J. Keijzer wordt geplaatst in de rol van het wacht
schip te Willemsoord, om gedetacheerd te wordeu op het instructie-vaartuig
Pro Patria.
De lnit. ter zee lste kl. R. A. Houck en de off.-machinist H. Hardes
zijn, met ingang van den l Julij a. s., op pensioen gesteld; respectivelijk
f 1100 en f 600; aan den eersten is den titulairen rang verleend van kapt.-
luit. ter zee.
De luit. ter zee 2de kl. C. A. Jeekel is bevorderd tot luit. ter zee lste kl.
en tot luit. ter zee 2de kl. de adelborst lste kl. H. J. F. Mirandolle.
De Markies Hastings heeft te Parijs met zijn paard de Earl
280,000 verdiend, behalve 5000 aan prijzen als anderszins Daardoor
zegt men, zal hy al zijne schulden ten volle kunnen afbetalen.
De componist Anselm Hüttenbrenner in wiens armen Beethoven
den 26 Maart 1827 den geest gaf, is den 5 Junij jl. in den
ouderdom van 74 jaren te Gratz overleden.
Als eene voorzeker niet alledaagsche bijzonderheid verdient
vermelding, dat de regtbank van Chur (kanton Graauwbunderland)
in Zwitserland, dezer dagen voor zich had staan als beklaagde haren
eigenen voorzitter, dien zjj, ter zake van aanslag op de eerbaarheid,
moest veroordeelen tot eene geldboete van 200 fr. en tot het
betalen eener schadevergoeding van 600 fr. aan de eischeres.
De nitroglycerine-fabriek te Stockholm, is in den namiddag
van den 10 dezer in de lucht gesprongen. Vijftien menschen hebben
bij deze ramp het leven verloren; in de omgeving van de plaats
des onheils zijn groote verwoestingen aangerigt.
Den 3 Junij jl. ontspoorde by Dunaburg de St. Petersburgsche
posttrein. Bij dit ongeluk hebben tien menschen het leven verloren
en zijn velen min of meer ernstig verwond geworden.
Weder is een Vorstenmoord in de Europesche jaarboeken op
te teekenen. De regerende Vorst van Servië, Prins Michael Obrenovitsch,
is den 10 dezer 's namiddags ten 5 ure, in zijne hoofd-en residentie
stad, terwijl hij in een park wandelde, door drie personen aange
vallen die met een pistoolschot een einde aan zyn leven maakten.
Een telegram uit Belgrado meldt, dat de moord op den Vorst
van Servië gepleegd, niet is een politieke misdaad, maar aan persoon
lijke wraak moet toegeschreven worden. De moordenaars zijn eene
vader met zijne twee zonen; eeu dezer laatste is aan de justitie
ontsnapt. De kogels der moordenaren hebben, behalve den Vorst,
nog vier andere personen van zyn gezelschap getroffen. Zijne nicht,
Auca Constantinovicz, werd gevaarlijk gekwetst en is reeds over
leden, zoo althans beiigt een telegram uit Belgrado aan de Kölnische
Zcitung. De drie andere verwondden zijn: Catharina, dochter van
Anca; kapitein Gasaschoni, 's Vorsten adjudant, en de lijfknecht
van den Vorst.
Het verschrikkelijk misvormde lijk van den Vorst is den 12 dezer
gebalsemd en zal waarschijnlijk den 14 dezer ter aarde besteld worden.
Eene epidemie van een bijzonderen aard heerscht er thans
onder het hoornvee io Illinois (Noord-Amerika). Eenige honderden
ossen en koeyen zyn binnen eenige dagen omgekomen, na eene
ziekte, die slechts 3 a 4 uren heeft geduurd. Voor deze ziekte staan
de meest ervaren veeartsen stil.
Getrouwd
K. DEKKER
EN
C. M. D IJ K E R.
Nieuwediep, 11 Junij 1868.
Algemeene kennisgeving.