1868. N°.77.
Vrijdag 26 Junij.
26 Jaar;
3
BINNENLAND.
U i t g' e v e r
it ti r e a n
A. A. BAKKER Cz.
GEMEENTERAAD.
nd-
rij,
'je,
rijg
l
H
HELDERSCHE
EN NIEUWEDIEPER COURANT,
„W ij huldigen het goede.1
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
MOLENPLEIN, N°. 163.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels GO cent,
elke regel meer 15 cent, behalve 35 cent zegelregt.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Zitting van Dingsdag den 23 Junij 1868.
Voorzitter de heer Burgemeester.
Tegeuwoordig 15 leden; afwezig de heeren Janzeu en Jelgersraa.
De aauteekeningen van bet verhandelde in de vorige zitting worden gelezen
en goedgekeurd.
Er wordt gelezen een verzoekschrift van den heer Joh. de Graaf, wonende te
Altmaar, aannemer van het maken van een nieuwen mond aan het Heldersch
Kanaal en het bouwen van een brug daar ter plaatse. Adressant verzoekt vrij -
stelling van boete voor te late oplevering van het werk. Hij geeft de redenen
op, die tot vertraging in de uitvoering van het werk hebben geleid, als: ongunstig
weder, drukke vaart op 't Kanaal, beperkte ruimte voor de werkzaamheden, enz.
De Voorzitter verzekert, dat dit verzoekschrift een punt van ernstige overweging
bij de Commissie voor de gemeentewerken heeft uitgemaakt, eu zegt, dat de
Commissie voorstelt om de toepassing der boete te matigen, door het bedrag
daarvan (behalve de reeds betaalde boete tot een bedrag van 225) te bepalen
op 275. De Voorzitter verzekert, dat er zoo goed als geen schade voor
particulieren uit de late oplevering is ontstaan en dat de brug werkelijk op
den bepaalden tijd is gereed geweest. Nadat nog de heer de Breuk (lid der
Commissie voor de gemeentewerken) eenige opheldering heeft gegeven, wordt het
voorstel om de nog te betalen boete op 275 te bepalen, met algemeene
stemmen aangenomen.
De Voorzitter deelt mede, dat aan den Heer Commissaris des Konings in deze
provincie opgave moet worden gedaan van de bezoldiging voor den Isten luite
nant-kwartiermeester en deo officier van gezondheid bij de op te rigten
Schatterij alhier.
In verband hiermede wordt, namens het Dagel. Bestuur, voorgesteld, die
jaarwedden aldus te bepalen: voor deu lsten luitenant-kwartiermeester op
100 en voor den officier van gezondheid op 60. De heer de Breuk vraagt
nadere opheldering omtrent deze voordragt. Naar zijne meening zijn die bezol
digingen nog al laag gesteld. Hij wil de bepaling dier jaarwedden uitgesteld
hebben, ten einde vooraf kennis genomen worde van eene circulaire, voorkomende
in het Provinciaal Blad van 12 December 1828, waarin voorschriften omtrent
deze aangelegenheid voorkomen. Nadat de heer Graat nog had medegedeeld,
dat deze voordragt was geschied met eene wijziging van hetgeen daarvoor te
Alkmaar is bepaald, wordt bij hoofdelijke omvraag het voorstel van het Dagel,
Bestuur met 14 tegen 1 stem (die vnu den heer de Breuk) aangenomen.
Voor kennisgeving worden aangenomen
a. Eene mededeeliug des Voorzitters, dat door II.H. Gcdep. Staten van
Noordholland zijn goedgekeurd de door den Raad dezer gemesnte vast
gestelde wijzigingen en aanvullingen van het Reglement op de straten en
wegen in deze gemeente; en
b. Een brief van den heer C. J. Blok, houdende betuiging van erkentelijk
heid voor de door den Raad betoonde belangstelling in zijne inrigting
voor onderwijs.
Naar aanleiding van het gesprokene door den heer Zur Miihlen iu de vorige
zitting omtrent de plaatsing van zitbanken voor publiek gebruik iu het Plantsoen
cd in de laan aan de Hoofdgracht, wordt door deu Voorzitter medegedeeld,
dat de kosten daarvan geen bezwaar opleveren eu dat hij voorstelt oxn als proef
twee banken iu het Plantsoen nabij het station van deu Spoorweg te plaatsen.
De Voorzitter zegt, dat onderscheidene bewoners vau de Hoofdgracht bezwaar
schijnen te hebben tcgeu bet plaatsen van banken in de laan aldaar. De beer
Zur Mühleu wil ze juist gaarne daar geplaatst hebben, ten behoeve van het
publiek, dat daarvau gaarne gebruik zou willen maken. De heer de Breuk
wil de proef ook genomen hebbea aau de Hoofdgracht. De heer Haagsma
meent, dat dan in andere deelen van de gemeente zoodanige proefnemingen
insgelijks behooren te geschieden.
Tegen het plaatsen van banken in het Plantsoen bij het station heeft blijkbaar
niemand eenig bezwaar; het plaatsen van banken in de bebouwde kom der gemeente
wordt iu beginsel aangenomen, met 10 tegen 5 stemmen tegen stemden de
heeren van Kelckhoven, Bakker, Graat, Boomsma en de Voorzitter. Daar
echter de grond iu de laan aan de Hoofdgracht het eigendom is van 's Rijks
Waterstaat, zal vooraf vergunuing worden aangevraagd.
Bij de gewone rondvraag beveelt de heer Zur Mühlen den Voorzitter aan om
er door de policie op te doeu letten eu overtreding te straffen, wat betreft de
handhaving der bepaling dat de waterkarren, die duinwater vervoeren, en van eene
duidelijk zigtbarc inscriptie op den achterkant van het vat moeten voorzien zijn.
De heer de Breuk wijst op het noodzakelijke van toezigt op den verkoop van
drinkwater, dat aangevoerd wordt met oude schuiten, waarin het water welligt
niet voor vermenging met schadelijke vochten beveiligd is. De Voorzitter
verzekert op een en ander te zullen doen toezien.
Hierop wordt de vergadering gesloten.
HELDER en NIEUWEDIEP, 25 Junij.
Het aantal ingeschrevenen voor de loting der Schutterij,
i welke op a. s. Vrijdag avond zal plaat9 hebben, bedraagt 107 personen.
De jl. Dingsdag in publieken afslag, a contant geld, aangeboden
Zoutevisch, heeft opgebragt: Zoutevisch van 18 tot/18,50 per ton,
Leng 8,25 per ton, Kibbeling 8,00 per ton, Koolvisch 7,75
tot 8,00, 2/2 tonnen Heilbot 15,75, Traan 10,25 per ton,
Lippen en Keelen 1/16 van 3,50 tot 3,75, 1/8 van 6,25
tot 6,75. (De opgave in het vorige nommer was foutief
Tot kapt.-comm. der op te rigten dienstd. Schutterij te
Wormerveer is benoemd de voormalige luit. ter zee 2de kl. C. J.
M. Swaan.
Tot heemraad van het waterschap Eijerland is benoemd
mr. A. Blussé.
De nieuw benoemde Pauselijke iuternuntius bij het Nederl. hof,
mgr. Bianchi, is jl. Maandag avond, vergezeld van zijnen secretaris,
in de residentie aangekomen.
In de zitting der Tweede Kamer van jl. Dingsdag werden
onderscheidene verslagen uitgebragt, waaronder het rapport der
L commissie voor het onderzoek der onregelmatigheden bij de jongste
1 verkiezingen. Nanr aanleiding der conclusie van het rapport, deed
B de heer van der Linden uitkomen, dat de vorige minister van
Binnenl. Zaken, in strijd met de kieswet, de ingeleverde stembilletten
uit Almelo had opgevraagd. De minister van Binnenl. Zaken
verklaarde, zich met de meening van den heer van der Linden te
kunnen vereenigen.
Gisteren is het voorloopig verslag der Tweede Kamer omtrent het wets
ontwerp tot bekrachtiging eener overeeukomst tot wijziging der concessie voor
het maken van een kauaal ter verbinding vau de Noord- en Zuiderzee, bekend
geworden. Eenige leden meenden, dat de overeenkomst na het bekende besluit
van den gemeenteraad van Arasterdam vervallen was. De groote meerderheid
deelde in dat gevoelen niet. Men vroeg of de tegenwoordige regering eene
eigene overtuiging nopens de overeenkomst had en wilde doen geldeu. Er
werden bedenkingen gemaakt ointreut de deugdelijkheid van het kanaalplan,
uit een technisch oogpunt beschouwd. Eenige leden wilden, dat op de iu 1862
door de wetgeving geuomeu beslissing terug zou worden gekomeu; dat men
het aanleggen van een kanaal door Holland op zijn Smalst vaarwel zeggen, en
,het Noordhollandsch kanaal afdoende verbeteren zou. Velen verklaarden zich
levendig tegen dat denkbeeld. Vele anderen beklaagden zich er over, dat
de zaak door de vorige regering niet voldoende was toegelicht.
Nadere inlichtingen werden gevraagd nopens de onderhandelingen met de
Kanaalmaatschappij gevoerd. Vrij algemeen wilde men de financiële gevolgen
van den voorgestelden maatregel kennen. Sommigen beweerden, dat de over
eenkomst niet moest worden bekrachtigd, en de staat het werk moest overnemen.
Anderen kwamen met kracht tegen het deubceld op. Weder anderen achtten het
't verkieselijkst, dat de voltooijing van het kauaal, onder ruime ondersteuning
van staatswege, aan de stad Amsterdam werd toevertrouwd.
In het hoofdkiesdistrict Dordrecht zijn eergisteren uitgebragt
1645 stemmen, van onwaarde zijn echter 23 briefjes. Herstemmiug
moet geschieden tusschen de heeren Gevers Deynoot, die 809 en
Bichon van IJsselmonde, die 806 stemmen bekwam.
In de laatste dagen is op verschillende plaatsen herhaaldelijk
de warmte door het uitbarsten van een onweder een weinig afgekoeld.
Die buijen bragten echter telkens een verkwikkenden regen mede,
die voor land- en tuinbouw, na de lange dfcoogte, zoo noodig en
gewenscht was. Zag meu de lucht overal met genoegen betrekken,
de soms felle bliksem heeft, naar luid der verschillende berigten,
onderscheidene onheilen berokkend. Te Haaksbergen sloeg jl. Zondag
avond de bliksem in het huis, bewoond door A. Brevink, zoodat
het in weinige oogenblikken een prooi der vlammen was. De
bewoners bleven gelukkig ongedeerd. Bij de plas van Ommoorden
onder Hillegersberg, is door het onweder, dat Zondag avond plaats
had, een watermolen getroffen; de roede is gespleten. Te Krimpen
aan den IJssel sloeg de bliksem in dén kerktoren, doch veroorzaakte
weinig schade. Te Zevenhuizen werd van een watermolen de roede
afgeslagen en werd een vrouw, die zich boven in den molen bevond,
doodelijk daardoor getroffen. In de gemeente Westervoort is het te
veld staand koren en tabak gedeeltelijk verwoest door de felle en
groote hagelsteenende bliksem sloeg in een schuur die afbrandde.
Te Giessen-Nieuwkerk is jl. Zondag de bliksem in de boerdery van
van Kersbergen geslagenhet huis is met schuur en het pas geborgen
hooi verbrand. Te Rijsoort zijn door het inslaan van den bliksem
I vlasschuur en 1 hooischelf afgebrand. Te Venlo sloeg de bliksem
in een arbeiders-woning, welke spoedig geheel is afgebrand.
Te Rotterdam zijn den 23 dezer twee jongelieden, de een 18
en de andere 17 jaren oud, met baden verdrouken.
Te Schiedam is bij het doen van werk aan het altaar in de
R. K. St. Janskerk een bos latten op het hoofd van een werkman
gevallen en deze daardoor schier doodelijk gewond.
De wed. Boerma, te Noordijk (prov. Groningen), heeft dezer
dagen afgeleverd een vacht wol van één schaap, wegende 21 pond 2 ons,
oud gewigt. Gewooulijk weegt een vacht goede wol 8 tot 12 pond.
In den tegen woord igen tijd klaagt menigeen bij de aan
houdende droogte, dat de vruchten gaan kwijnen. Het is zoo;
doch er is een behoedmiddel, dat bij droogte eu sterkeu water
toevoer den grond gelijkmatig vochtig houdt. Diep, zeer diep
omspitten, is voor de zandgronden dat middel. Bij sterke droogte
kan de plant zijn vochten dan dieper uit den grond halen en bij
aanhoudenden regen het water wegzakken. Het oude spreekwoord
de eer3te spit die men omkeert is „koper/' de tweede „zilver" en
de derde „goud," wordt in de praktyk ten volle bevestigd. Eeu
ieder doe er winst mede; met dat doel geeft steller dezes zijne
opmerkingen gaarne ten beste aan de vele landbouwende lezers. Ook
moge. velen boeren den ploeg wel wat dieper in den grond zetten,
willen ze nl. jaarlijks van den oogst meer verzekerd zijn.
Men schrijft ons uit Grand Rapids (Noord-Amenka), dd. 4 Junij het volgende:
Reeds sedert lang was ik van plan u iets voor uwe Courant te zenden,
inaar steeds waren er nu deze, dan weder andere redenen, die het mij deden
uitstellen. Thans echter wil ik niet langer nalatig zijn en u, bij wijze van
feuilleton, het een eu ander mededeelen, een onderwerp betreffende, dat mis
schien ook bij uwe lezeressen met eenige belangstelling zal ter hand worden
genomen, hoewel het reeds meermalen is besproken geworden, doch dat niette
min voor den opmerker, die dagelijks gelegenheid heeft het na te gaan, over
vloedige stof tot beschouwiug oplevert. Ik wensch u namelijk het een en
ander mede te deelen over de vrouwen, zooals zij zich op den Amerikaanschen
bodem in het dagelijksch leven voordoen. Zooals van algemeene bekendheid is
heeft de vrouw in dit land groote voorregten en neemt zij daardoor een stand
punt in, geheel cn al verschillend van dat harer sexse op Europcschen of anderen
bodem. Over het algemeen is de Amerikaanschc vrouw vrolijk, levendig en
geestig van natuur, en heeft zij in dit opzigt veel vau hare Fransche zusters,
ook vooral wat hare zacht tot toilet betreft. Hoewel met betrekking tot uiter
lijke bevalligheden men ook door de natuur minder bedeelden aantreft, is over
het algemeen de type der Amerikaansche vrouwen fijn van trekken en is het
getal der brunetten over het algemeen oneindig veel grooter dan der blondines.
Vrij en ongedwongen in houding en manieren, hetwelk voor een voornaam deel
toe te schrijven is aan het onafhankelijk standpunt dat zij bezitten, zijn zij bij
lange na niet zoo beschroomd als hare Hollandsche zusters, durven zeer goed
alleen op reis gaan, zijn beter achter een span vurige paarden betrouwd
dan menig Europeesch koetsier, en weten zelfs wanneer het te pas komt zeer
goed een revolver te hanteren.
Hoewel het zeer moeijelijk is eene dienstbode of naaister van eene lady te
onderscheiden, daar beiden dezelfde kleur van parasol, glacé handschoenen en
snede van mantille of vorm van hoed dragen, is de onderlinge gelijkheid, die
onder den Amerikaan zoo opvallend is voor den vreemdeling, onder de vrouwen
ongekend. Het meerdere of mindere bezit van geld trekt in hunne maat
schappelijke positie eene sterke grenslijn en zij zijn dan ook als het ware de
oorzaak, dat er in de zamenleving standen bestaan en men zelfs in de oostelijke
staten eene aristocratische caste vindt.
Voor haar toilet levende en zich daar zelfs groote opofferingen voor getroos
tende, zijn zij (de geciviliseerde standen namelijk) uitmuntend op de hoogte van
wat de mode oplevert, maar daarentegen slechte huishoudsters, die het werk
aan de meid, werkster en schoonmaakster ovcrlateu cn zeiven in de rocking-
chair uren achtereen zitten verdiept in de lectuur van een nieuwsblad of
iets dergelijks.
Uit een en ander is ligt op te maken, dat met dergelijke gegevens eene
Amerikaansche huishouding niet vau de allergoedkoopste is, vooral wanneer
men daarbij bedenkt dat de meid, die veelal ook uit de fatsoenlijke burgerklasse
is, ook niet veel van werken houdt, en in geen geval na zes uur 's avonds iets
meer uitvoert en buiten kost en inwoning een weekloon van minstens 2, maar
in zeer vele gevallen 3 dollars loon heeft en meestal nog eene aparte wasch-
vrouw verlangt van 1 dollar daags.
Over het algemeen bemoeit de man zich meer met het huishouden dan
de vrouw en is hij het die dagelijks de boodschappen doet, vleesch koopt, bij
den kruidenier inslag doet van het benoodigde en dit alles netjes in een
mandje te hnis brengt. De voornaamste heeren ziet incu in Amerika, fijn
gekleed, met een wandelstok en glacétjes aan, de gewone dagelijkschc bood
schappen doen, en dit is niet alleen in het westen, maar overal, tot in New-
York en Washington hetzelfde. Zoo de persoon, die het mij vertelde, niet een
hoogst geloofwaardig en intieme vriend van mij was, zoude ik het niet gelooven,
maar de ex-president der Vereenigde Staten, rar. Fillmore, te Detroit woon
achtig, de voornaamste stad in den staat waartoe zij behoort, kan men aldaar
verscheidene malen tegenkomen, van den eenen of anderen winkel naar huis
gaande, met het traditonele mandje aan den arm.
Ook de tafel is geen voornaam pont van behartiging. De Amerikaansche
tafel is, volgens mijn inzien, de minste die men denken kan cn verliest het
verre tegen de fijne tafel van Frankrijk, de solide kost van Engeland, dedoor-
etngekookte Duitscbe geregten en den smakelijken disch van ons vaderland. Eene
zeer eigenaardige eigenschap is, dat het meeste eten bedorven wordt door dat
men het niet weet klaar te maken, ofschoon het echter ook niet te ontkennen
valt, dat vleesch en groentespijzen op verre na de vergelijking met Nederland
niet kunnen doorstaan. Goed dat de Yankee geen epicurist is, zijn maaltijd
meer inzwelgt dan geniet, en alleen eet om te leven. Wat echter zindelijkheid
over huis en kleederen aangaat, geloof ik dat de Amerikaansche vrouw wel de
eerste plaats toekomt na de Hollandsche.
Hare ontwikkeling is over het algemeen goed, zij zijn bij de hand, van geen
klein geruchtje vervaard, liefhebsters van muziek en zang, weten uitmuntend
te leven cn zijn voor den vreemdeling, die er nu en dan mede in aanraking
komt, zeer aangenaam, daar ze hem door losheid van toon zeer spoedig op zijn
gemak stellen. Om met eene Amerikaansche dame, gehuwd of ongehuwd, in
aanraking te komen, is er echter ééne formaliteit noodig, namelijk eene presen
tatie. In gezelschap knnt ge niet het woord rigten tegen iemand zonder dat,
of ge wordt verbaasd aangestaard en krijgt in geen geval antwoord terug.
Bewijs zelfs eene dame, die u onbekend is, eene dienst, bijv. wees haar behulp
zaam in het inklimmen vau een rijtuig, geef haar iets aao, wat zij heeft
achtergelaten of liet vallen, ruim in een omuibus uwe zitplaats voor haar, ge
zult niet met het minste hoofdknikje voor uwe beleefdheid beloond worden.
Alhoewel zij in het algemeen niet zulke ijveraarsters voor het vronwelijk
stemregt zijn, als men in Europa gelooft, bemoeijen zij zich, vooral in de
fashionable standen, veel met politiek, behooren ook tot eene der beide partijen,
en zouden zeker, wanneer ze moesten stemmen, meer reden van hun stem
weten te geven, dan menig Nederlandsch kiezer. Dikwijls gebeurt het ook,
dat, terwijl de man republikeinsch is, de vrouw de democratische rigting is
toegedaan, of omgekeerd.
Wat de zedelijkheid aangaat der Amerikaansche vrouwen, laat dezelve, hoewel
zij in de kleinere plaatsen en op het platte land wel schikt, in de groote steden
veel, zeer veel te wenschen overig.
De zoogenaamde babyqnestion is in Europa te berucht en te veel besproken
om dienaangaande in bijzonderheden te treden, en ofschoon ik daar vroeger
veel van toeschreef aan overdrijving, moet ik het eerste Amerikaansche gezin
nog zien met vijf of zes kinderen. Vier is het hoogste getal, maar liefst daar
beneden, because it is too much trouble. Te betreuren is het echter, dat zoo
vele jonge moeders het slagtoffer worden hunner handelwijze ten dien opzigte.
Zooals ik reeds vroeger opmerkte en van algemeene bekendheid is, heeft de
vrouw volgens de wet groote regten. Beviudt haar echtgenoot zich in financiële
moeijelijk heden, hij behoeft zijne goederen die jaren lang in zijn bezit geweest
zijn, slechts op zijne vrouw te laten overschrijven en behoeft voor niets te vreezen.
Het artikel echtscheiding i9 in Amerika tevens van zoodanigen aard, dat het
als het ware dagelijks voorkomt, vooral in de groote steden, en daaronder niet
te vergeten Chicago, die daarom „the City of divorces" genoemd wordt. Om
de nietigste, kinderachtigste dingen worden de echtscheidingen in de meeste
gevallen aangevraagd en door den regter toegestaan. Voor eene of andere zaak
zelve voor den regter moetende verschijnen, hetzij als getuige, aanklaagster
of als aangeklaagde, is haar woord voldoende en behoeft zij geene verklaring
onder eede af te leggen.
Op vroegeren leeltijd openbaart zich reeds het onafhankelijke standpunt waar
zulks het huwelijk betreft, daar geen der ouders het regt heeft de dochter
tegen te werken of daarin te verhinderen, zoodat dan ook tullooze huwelijken,
zonder dat iemand van de betrekkingen er iets van weet, in stilte voor den
vrederegter wordeu voltrokken. Niet lang geleden huwde in Brooklyn een
meisje van 15 jaar met een knaap van 17; de moeder van den laatste, niets
van het geheele geval af wetende, ging naar de bruiloft en haalde de jongen
naar huis; de jeugdige vrouw begaf zich echter naar den regter en eischte
haar man terug; de regter beloofde daaraan dadelijk gevolg te geven, zooals
ook gebeurde.
Overigens zij men zeer voorzigtig met jegens meisjes of vrouwen met woor
den of daden eenige den minsten aanstoot te geven, want een enkel woord of
handgebaar, dat niet aan het goede adres komt, is in staat u achter slot te
brengen; een kas is daardoor aan velen wel eens duur te staan gekomen, daar
in het geval dat de beleedigende partij bekend staat gdd te hebben, het aan
het meisje staat de gevangenisstraf te verwisselen, tegen eenige honderde dollars.
Ook waarborgt de wet de jonge schoonen voor de wispelturigheid der andere
sexse. Eene trouwbelofte moet, zoo zij het wil, volvoerd worden, tenzij gij
verkiest dat uwe beurs bloedt, of niet de gewone gevangenis, maar de state
prison (tuchthuis) u voor eenige jaren wacht. Nog geen veertien dagen
geleden heeft in den staat Virginië eene jonge dame, die op zoodanige wijze
bedrogen was geworden, eene schadeloosstelling verzocht van niet minder dan
100,000 dollars, welke echter door deu regter wat hoog werd gevonden en
daarom gereduceerd werd op 15,000. De aangeklaagde was natuurlijk eeu goed
melkkoetje. Ongelukkig zijn er wel eens enkelen aan toegeweest, die op deze
wijze eene vrouw hebben moeten huwen, die zij bijna niet kenden en bij wie
van trouwbelofte geene sprake was, maar die het eenvoudig voor de bevoegde
autoriteit verklaarden; ofschoon zulks natuurlijk niet veel plaats heeft, daar
alsdan het karakter op een zeer laag standpunt moet staan. Er zijn daarvan toch
ook voorbeelden genoeg van aanwezig. Wanneer men dit een en ander iu aan
merking neemt, zal het ook geene verwondering baren dat het bekende wets
artikel uit het Code Napoleon, „la recherche de la paternité est interdite",
hier iets ongekends is. In dat geval heeft men zich ook alleen over te leveren
aan den goeden wil der tegenpartij, die eenvoudig huwelijk of de door haar te
bepalen schadeloosstelling eischt, tenzij ge liever verkiest de deuren der staats*
gevangenis voor zes jaren achter u te zien sluiten.
Ook op crimineel gebied heeft de vrouw regten, die haar in vele gevallen
vrijwaren. Eene dame die eenige maanden geleden een heer in den spoortrein
doorschoot, omdat hij haar jaren lang geleden eens beleedigd had, waarom zij
steeds op hem geloerd had, werd door de jury vrij gesproken. De maitresse
van iemand, die verleden jaar te Chicago in een koffijhuis haar miunaar door
vijf schoten van haren revolver van kant maakte, omdat hij nog met eene andere
in kennis stond, werd gearresteerd en na een paar zittingen der jnry weder
in vrijheid gesteld.
Eenigen tijd geleden bragt een jong mensch in diezelfde stad een bezoek bij
eene jonge schoonheid, tot de demi-monde behoorende; daar hij zich eenige
vrijheden veroorloofde, die haar op dat oogenblik niet schenen aan te staan,
vermaande zij hem om daarmede uit te scheiden, onder bedreiging hem anders
de hersens te zullen inslaan, zooals zij, toen hij bleef voortgaan, dan ook
onmiddelijk deed met den pook van de kagchel. Zij ging vervolgens naar beneden
aan de buren vertellen wat er gebeurd was, begaf zich naar het policie-bureau,
werd gearresteerd en twee dagen later weder ontslagen, onder verklaring dat
hare daad haren oorsprong te danken had aan zelfverdediging.
Nog iets heb ik vergeten, wat ik een aangename zijde vind van het vroowelijk
standpunt alhier, nl. dat men ontslagen is van het vervelend salueren op
's Heeren wegen, als inen niet particulier met iemand bekend ie, daar de
Amerikaansche vrouw eerst groet en zich dat als een regt toeeigent, daardoor
het in haar magt hebbende zich niet te laten groeten door iemand waarmede zij
zich kan gecompromitteerd gevoelen en dus wederzijds geene beleefdheid behoe
vende in acht te nemen jegens iemand, waaraan zjj die niet besteden wil.
En hiermede wil ik eindigen, in de hoop dat ge dit dienstig zult achten voor
uw blad. J. W. v. d. 11.
BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER.
Z. M. de Koning heeft HD. nienwbenoemden adjudant-generaal, den gen.-maj.
J. A. van den Bosch, tevens benoemd tot gröot-officier van zijn Huis en hem
als zoodanig toegevoegd aan den Prins van Oranje.
Op zijn verzoek is gepensioneerd de majoor J. P. Heil, van het 4de reg.
Infanterie, met den rang van luit.-kolonel.
Tot majoor van het 4de reg. Infanterie is benoemd de kapt. F. G. H. Driessen,
adj. bij het 7de reg.; tot majoor bij den grooteu staf de kapt. 1ste kl. jhr. K.
W. de Koek, adj. van Z. K. H. den Prins van Oranje; tot kapt. 3de kl. bij
het wapen der Infanterie: de 1ste luit. C. C. L. de Gee, bij het leger in O. T.