1868. N°.77. Vrijdag 26 Junij. 26 Jaar; 3 BINNENLAND. U i t g' e v e r it ti r e a n A. A. BAKKER Cz. GEMEENTERAAD. nd- rij, 'je, rijg l H HELDERSCHE EN NIEUWEDIEPER COURANT, „W ij huldigen het goede.1 Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. franco per post - 1.65. MOLENPLEIN, N°. 163. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels GO cent, elke regel meer 15 cent, behalve 35 cent zegelregt. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Zitting van Dingsdag den 23 Junij 1868. Voorzitter de heer Burgemeester. Tegeuwoordig 15 leden; afwezig de heeren Janzeu en Jelgersraa. De aauteekeningen van bet verhandelde in de vorige zitting worden gelezen en goedgekeurd. Er wordt gelezen een verzoekschrift van den heer Joh. de Graaf, wonende te Altmaar, aannemer van het maken van een nieuwen mond aan het Heldersch Kanaal en het bouwen van een brug daar ter plaatse. Adressant verzoekt vrij - stelling van boete voor te late oplevering van het werk. Hij geeft de redenen op, die tot vertraging in de uitvoering van het werk hebben geleid, als: ongunstig weder, drukke vaart op 't Kanaal, beperkte ruimte voor de werkzaamheden, enz. De Voorzitter verzekert, dat dit verzoekschrift een punt van ernstige overweging bij de Commissie voor de gemeentewerken heeft uitgemaakt, eu zegt, dat de Commissie voorstelt om de toepassing der boete te matigen, door het bedrag daarvan (behalve de reeds betaalde boete tot een bedrag van 225) te bepalen op 275. De Voorzitter verzekert, dat er zoo goed als geen schade voor particulieren uit de late oplevering is ontstaan en dat de brug werkelijk op den bepaalden tijd is gereed geweest. Nadat nog de heer de Breuk (lid der Commissie voor de gemeentewerken) eenige opheldering heeft gegeven, wordt het voorstel om de nog te betalen boete op 275 te bepalen, met algemeene stemmen aangenomen. De Voorzitter deelt mede, dat aan den Heer Commissaris des Konings in deze provincie opgave moet worden gedaan van de bezoldiging voor den Isten luite nant-kwartiermeester en deo officier van gezondheid bij de op te rigten Schatterij alhier. In verband hiermede wordt, namens het Dagel. Bestuur, voorgesteld, die jaarwedden aldus te bepalen: voor deu lsten luitenant-kwartiermeester op 100 en voor den officier van gezondheid op 60. De heer de Breuk vraagt nadere opheldering omtrent deze voordragt. Naar zijne meening zijn die bezol digingen nog al laag gesteld. Hij wil de bepaling dier jaarwedden uitgesteld hebben, ten einde vooraf kennis genomen worde van eene circulaire, voorkomende in het Provinciaal Blad van 12 December 1828, waarin voorschriften omtrent deze aangelegenheid voorkomen. Nadat de heer Graat nog had medegedeeld, dat deze voordragt was geschied met eene wijziging van hetgeen daarvoor te Alkmaar is bepaald, wordt bij hoofdelijke omvraag het voorstel van het Dagel, Bestuur met 14 tegen 1 stem (die vnu den heer de Breuk) aangenomen. Voor kennisgeving worden aangenomen a. Eene mededeeliug des Voorzitters, dat door II.H. Gcdep. Staten van Noordholland zijn goedgekeurd de door den Raad dezer gemesnte vast gestelde wijzigingen en aanvullingen van het Reglement op de straten en wegen in deze gemeente; en b. Een brief van den heer C. J. Blok, houdende betuiging van erkentelijk heid voor de door den Raad betoonde belangstelling in zijne inrigting voor onderwijs. Naar aanleiding van het gesprokene door den heer Zur Miihlen iu de vorige zitting omtrent de plaatsing van zitbanken voor publiek gebruik iu het Plantsoen cd in de laan aan de Hoofdgracht, wordt door deu Voorzitter medegedeeld, dat de kosten daarvan geen bezwaar opleveren eu dat hij voorstelt oxn als proef twee banken iu het Plantsoen nabij het station van deu Spoorweg te plaatsen. De Voorzitter zegt, dat onderscheidene bewoners vau de Hoofdgracht bezwaar schijnen te hebben tcgeu bet plaatsen van banken in de laan aldaar. De beer Zur Mühleu wil ze juist gaarne daar geplaatst hebben, ten behoeve van het publiek, dat daarvau gaarne gebruik zou willen maken. De heer de Breuk wil de proef ook genomen hebbea aau de Hoofdgracht. De heer Haagsma meent, dat dan in andere deelen van de gemeente zoodanige proefnemingen insgelijks behooren te geschieden. Tegen het plaatsen van banken in het Plantsoen bij het station heeft blijkbaar niemand eenig bezwaar; het plaatsen van banken in de bebouwde kom der gemeente wordt iu beginsel aangenomen, met 10 tegen 5 stemmen tegen stemden de heeren van Kelckhoven, Bakker, Graat, Boomsma en de Voorzitter. Daar echter de grond iu de laan aan de Hoofdgracht het eigendom is van 's Rijks Waterstaat, zal vooraf vergunuing worden aangevraagd. Bij de gewone rondvraag beveelt de heer Zur Mühlen den Voorzitter aan om er door de policie op te doeu letten eu overtreding te straffen, wat betreft de handhaving der bepaling dat de waterkarren, die duinwater vervoeren, en van eene duidelijk zigtbarc inscriptie op den achterkant van het vat moeten voorzien zijn. De heer de Breuk wijst op het noodzakelijke van toezigt op den verkoop van drinkwater, dat aangevoerd wordt met oude schuiten, waarin het water welligt niet voor vermenging met schadelijke vochten beveiligd is. De Voorzitter verzekert op een en ander te zullen doen toezien. Hierop wordt de vergadering gesloten. HELDER en NIEUWEDIEP, 25 Junij. Het aantal ingeschrevenen voor de loting der Schutterij, i welke op a. s. Vrijdag avond zal plaat9 hebben, bedraagt 107 personen. De jl. Dingsdag in publieken afslag, a contant geld, aangeboden Zoutevisch, heeft opgebragt: Zoutevisch van 18 tot/18,50 per ton, Leng 8,25 per ton, Kibbeling 8,00 per ton, Koolvisch 7,75 tot 8,00, 2/2 tonnen Heilbot 15,75, Traan 10,25 per ton, Lippen en Keelen 1/16 van 3,50 tot 3,75, 1/8 van 6,25 tot 6,75. (De opgave in het vorige nommer was foutief Tot kapt.-comm. der op te rigten dienstd. Schutterij te Wormerveer is benoemd de voormalige luit. ter zee 2de kl. C. J. M. Swaan. Tot heemraad van het waterschap Eijerland is benoemd mr. A. Blussé. De nieuw benoemde Pauselijke iuternuntius bij het Nederl. hof, mgr. Bianchi, is jl. Maandag avond, vergezeld van zijnen secretaris, in de residentie aangekomen. In de zitting der Tweede Kamer van jl. Dingsdag werden onderscheidene verslagen uitgebragt, waaronder het rapport der L commissie voor het onderzoek der onregelmatigheden bij de jongste 1 verkiezingen. Nanr aanleiding der conclusie van het rapport, deed B de heer van der Linden uitkomen, dat de vorige minister van Binnenl. Zaken, in strijd met de kieswet, de ingeleverde stembilletten uit Almelo had opgevraagd. De minister van Binnenl. Zaken verklaarde, zich met de meening van den heer van der Linden te kunnen vereenigen. Gisteren is het voorloopig verslag der Tweede Kamer omtrent het wets ontwerp tot bekrachtiging eener overeeukomst tot wijziging der concessie voor het maken van een kauaal ter verbinding vau de Noord- en Zuiderzee, bekend geworden. Eenige leden meenden, dat de overeenkomst na het bekende besluit van den gemeenteraad van Arasterdam vervallen was. De groote meerderheid deelde in dat gevoelen niet. Men vroeg of de tegenwoordige regering eene eigene overtuiging nopens de overeenkomst had en wilde doen geldeu. Er werden bedenkingen gemaakt ointreut de deugdelijkheid van het kanaalplan, uit een technisch oogpunt beschouwd. Eenige leden wilden, dat op de iu 1862 door de wetgeving geuomeu beslissing terug zou worden gekomeu; dat men het aanleggen van een kanaal door Holland op zijn Smalst vaarwel zeggen, en ,het Noordhollandsch kanaal afdoende verbeteren zou. Velen verklaarden zich levendig tegen dat denkbeeld. Vele anderen beklaagden zich er over, dat de zaak door de vorige regering niet voldoende was toegelicht. Nadere inlichtingen werden gevraagd nopens de onderhandelingen met de Kanaalmaatschappij gevoerd. Vrij algemeen wilde men de financiële gevolgen van den voorgestelden maatregel kennen. Sommigen beweerden, dat de over eenkomst niet moest worden bekrachtigd, en de staat het werk moest overnemen. Anderen kwamen met kracht tegen het deubceld op. Weder anderen achtten het 't verkieselijkst, dat de voltooijing van het kauaal, onder ruime ondersteuning van staatswege, aan de stad Amsterdam werd toevertrouwd. In het hoofdkiesdistrict Dordrecht zijn eergisteren uitgebragt 1645 stemmen, van onwaarde zijn echter 23 briefjes. Herstemmiug moet geschieden tusschen de heeren Gevers Deynoot, die 809 en Bichon van IJsselmonde, die 806 stemmen bekwam. In de laatste dagen is op verschillende plaatsen herhaaldelijk de warmte door het uitbarsten van een onweder een weinig afgekoeld. Die buijen bragten echter telkens een verkwikkenden regen mede, die voor land- en tuinbouw, na de lange dfcoogte, zoo noodig en gewenscht was. Zag meu de lucht overal met genoegen betrekken, de soms felle bliksem heeft, naar luid der verschillende berigten, onderscheidene onheilen berokkend. Te Haaksbergen sloeg jl. Zondag avond de bliksem in het huis, bewoond door A. Brevink, zoodat het in weinige oogenblikken een prooi der vlammen was. De bewoners bleven gelukkig ongedeerd. Bij de plas van Ommoorden onder Hillegersberg, is door het onweder, dat Zondag avond plaats had, een watermolen getroffen; de roede is gespleten. Te Krimpen aan den IJssel sloeg de bliksem in dén kerktoren, doch veroorzaakte weinig schade. Te Zevenhuizen werd van een watermolen de roede afgeslagen en werd een vrouw, die zich boven in den molen bevond, doodelijk daardoor getroffen. In de gemeente Westervoort is het te veld staand koren en tabak gedeeltelijk verwoest door de felle en groote hagelsteenende bliksem sloeg in een schuur die afbrandde. Te Giessen-Nieuwkerk is jl. Zondag de bliksem in de boerdery van van Kersbergen geslagenhet huis is met schuur en het pas geborgen hooi verbrand. Te Rijsoort zijn door het inslaan van den bliksem I vlasschuur en 1 hooischelf afgebrand. Te Venlo sloeg de bliksem in een arbeiders-woning, welke spoedig geheel is afgebrand. Te Rotterdam zijn den 23 dezer twee jongelieden, de een 18 en de andere 17 jaren oud, met baden verdrouken. Te Schiedam is bij het doen van werk aan het altaar in de R. K. St. Janskerk een bos latten op het hoofd van een werkman gevallen en deze daardoor schier doodelijk gewond. De wed. Boerma, te Noordijk (prov. Groningen), heeft dezer dagen afgeleverd een vacht wol van één schaap, wegende 21 pond 2 ons, oud gewigt. Gewooulijk weegt een vacht goede wol 8 tot 12 pond. In den tegen woord igen tijd klaagt menigeen bij de aan houdende droogte, dat de vruchten gaan kwijnen. Het is zoo; doch er is een behoedmiddel, dat bij droogte eu sterkeu water toevoer den grond gelijkmatig vochtig houdt. Diep, zeer diep omspitten, is voor de zandgronden dat middel. Bij sterke droogte kan de plant zijn vochten dan dieper uit den grond halen en bij aanhoudenden regen het water wegzakken. Het oude spreekwoord de eer3te spit die men omkeert is „koper/' de tweede „zilver" en de derde „goud," wordt in de praktyk ten volle bevestigd. Eeu ieder doe er winst mede; met dat doel geeft steller dezes zijne opmerkingen gaarne ten beste aan de vele landbouwende lezers. Ook moge. velen boeren den ploeg wel wat dieper in den grond zetten, willen ze nl. jaarlijks van den oogst meer verzekerd zijn. Men schrijft ons uit Grand Rapids (Noord-Amenka), dd. 4 Junij het volgende: Reeds sedert lang was ik van plan u iets voor uwe Courant te zenden, inaar steeds waren er nu deze, dan weder andere redenen, die het mij deden uitstellen. Thans echter wil ik niet langer nalatig zijn en u, bij wijze van feuilleton, het een eu ander mededeelen, een onderwerp betreffende, dat mis schien ook bij uwe lezeressen met eenige belangstelling zal ter hand worden genomen, hoewel het reeds meermalen is besproken geworden, doch dat niette min voor den opmerker, die dagelijks gelegenheid heeft het na te gaan, over vloedige stof tot beschouwiug oplevert. Ik wensch u namelijk het een en ander mede te deelen over de vrouwen, zooals zij zich op den Amerikaanschen bodem in het dagelijksch leven voordoen. Zooals van algemeene bekendheid is heeft de vrouw in dit land groote voorregten en neemt zij daardoor een stand punt in, geheel cn al verschillend van dat harer sexse op Europcschen of anderen bodem. Over het algemeen is de Amerikaanschc vrouw vrolijk, levendig en geestig van natuur, en heeft zij in dit opzigt veel vau hare Fransche zusters, ook vooral wat hare zacht tot toilet betreft. Hoewel met betrekking tot uiter lijke bevalligheden men ook door de natuur minder bedeelden aantreft, is over het algemeen de type der Amerikaansche vrouwen fijn van trekken en is het getal der brunetten over het algemeen oneindig veel grooter dan der blondines. Vrij en ongedwongen in houding en manieren, hetwelk voor een voornaam deel toe te schrijven is aan het onafhankelijk standpunt dat zij bezitten, zijn zij bij lange na niet zoo beschroomd als hare Hollandsche zusters, durven zeer goed alleen op reis gaan, zijn beter achter een span vurige paarden betrouwd dan menig Europeesch koetsier, en weten zelfs wanneer het te pas komt zeer goed een revolver te hanteren. Hoewel het zeer moeijelijk is eene dienstbode of naaister van eene lady te onderscheiden, daar beiden dezelfde kleur van parasol, glacé handschoenen en snede van mantille of vorm van hoed dragen, is de onderlinge gelijkheid, die onder den Amerikaan zoo opvallend is voor den vreemdeling, onder de vrouwen ongekend. Het meerdere of mindere bezit van geld trekt in hunne maat schappelijke positie eene sterke grenslijn en zij zijn dan ook als het ware de oorzaak, dat er in de zamenleving standen bestaan en men zelfs in de oostelijke staten eene aristocratische caste vindt. Voor haar toilet levende en zich daar zelfs groote opofferingen voor getroos tende, zijn zij (de geciviliseerde standen namelijk) uitmuntend op de hoogte van wat de mode oplevert, maar daarentegen slechte huishoudsters, die het werk aan de meid, werkster en schoonmaakster ovcrlateu cn zeiven in de rocking- chair uren achtereen zitten verdiept in de lectuur van een nieuwsblad of iets dergelijks. Uit een en ander is ligt op te maken, dat met dergelijke gegevens eene Amerikaansche huishouding niet vau de allergoedkoopste is, vooral wanneer men daarbij bedenkt dat de meid, die veelal ook uit de fatsoenlijke burgerklasse is, ook niet veel van werken houdt, en in geen geval na zes uur 's avonds iets meer uitvoert en buiten kost en inwoning een weekloon van minstens 2, maar in zeer vele gevallen 3 dollars loon heeft en meestal nog eene aparte wasch- vrouw verlangt van 1 dollar daags. Over het algemeen bemoeit de man zich meer met het huishouden dan de vrouw en is hij het die dagelijks de boodschappen doet, vleesch koopt, bij den kruidenier inslag doet van het benoodigde en dit alles netjes in een mandje te hnis brengt. De voornaamste heeren ziet incu in Amerika, fijn gekleed, met een wandelstok en glacétjes aan, de gewone dagelijkschc bood schappen doen, en dit is niet alleen in het westen, maar overal, tot in New- York en Washington hetzelfde. Zoo de persoon, die het mij vertelde, niet een hoogst geloofwaardig en intieme vriend van mij was, zoude ik het niet gelooven, maar de ex-president der Vereenigde Staten, rar. Fillmore, te Detroit woon achtig, de voornaamste stad in den staat waartoe zij behoort, kan men aldaar verscheidene malen tegenkomen, van den eenen of anderen winkel naar huis gaande, met het traditonele mandje aan den arm. Ook de tafel is geen voornaam pont van behartiging. De Amerikaansche tafel is, volgens mijn inzien, de minste die men denken kan cn verliest het verre tegen de fijne tafel van Frankrijk, de solide kost van Engeland, dedoor- etngekookte Duitscbe geregten en den smakelijken disch van ons vaderland. Eene zeer eigenaardige eigenschap is, dat het meeste eten bedorven wordt door dat men het niet weet klaar te maken, ofschoon het echter ook niet te ontkennen valt, dat vleesch en groentespijzen op verre na de vergelijking met Nederland niet kunnen doorstaan. Goed dat de Yankee geen epicurist is, zijn maaltijd meer inzwelgt dan geniet, en alleen eet om te leven. Wat echter zindelijkheid over huis en kleederen aangaat, geloof ik dat de Amerikaansche vrouw wel de eerste plaats toekomt na de Hollandsche. Hare ontwikkeling is over het algemeen goed, zij zijn bij de hand, van geen klein geruchtje vervaard, liefhebsters van muziek en zang, weten uitmuntend te leven cn zijn voor den vreemdeling, die er nu en dan mede in aanraking komt, zeer aangenaam, daar ze hem door losheid van toon zeer spoedig op zijn gemak stellen. Om met eene Amerikaansche dame, gehuwd of ongehuwd, in aanraking te komen, is er echter ééne formaliteit noodig, namelijk eene presen tatie. In gezelschap knnt ge niet het woord rigten tegen iemand zonder dat, of ge wordt verbaasd aangestaard en krijgt in geen geval antwoord terug. Bewijs zelfs eene dame, die u onbekend is, eene dienst, bijv. wees haar behulp zaam in het inklimmen vau een rijtuig, geef haar iets aao, wat zij heeft achtergelaten of liet vallen, ruim in een omuibus uwe zitplaats voor haar, ge zult niet met het minste hoofdknikje voor uwe beleefdheid beloond worden. Alhoewel zij in het algemeen niet zulke ijveraarsters voor het vronwelijk stemregt zijn, als men in Europa gelooft, bemoeijen zij zich, vooral in de fashionable standen, veel met politiek, behooren ook tot eene der beide partijen, en zouden zeker, wanneer ze moesten stemmen, meer reden van hun stem weten te geven, dan menig Nederlandsch kiezer. Dikwijls gebeurt het ook, dat, terwijl de man republikeinsch is, de vrouw de democratische rigting is toegedaan, of omgekeerd. Wat de zedelijkheid aangaat der Amerikaansche vrouwen, laat dezelve, hoewel zij in de kleinere plaatsen en op het platte land wel schikt, in de groote steden veel, zeer veel te wenschen overig. De zoogenaamde babyqnestion is in Europa te berucht en te veel besproken om dienaangaande in bijzonderheden te treden, en ofschoon ik daar vroeger veel van toeschreef aan overdrijving, moet ik het eerste Amerikaansche gezin nog zien met vijf of zes kinderen. Vier is het hoogste getal, maar liefst daar beneden, because it is too much trouble. Te betreuren is het echter, dat zoo vele jonge moeders het slagtoffer worden hunner handelwijze ten dien opzigte. Zooals ik reeds vroeger opmerkte en van algemeene bekendheid is, heeft de vrouw volgens de wet groote regten. Beviudt haar echtgenoot zich in financiële moeijelijk heden, hij behoeft zijne goederen die jaren lang in zijn bezit geweest zijn, slechts op zijne vrouw te laten overschrijven en behoeft voor niets te vreezen. Het artikel echtscheiding i9 in Amerika tevens van zoodanigen aard, dat het als het ware dagelijks voorkomt, vooral in de groote steden, en daaronder niet te vergeten Chicago, die daarom „the City of divorces" genoemd wordt. Om de nietigste, kinderachtigste dingen worden de echtscheidingen in de meeste gevallen aangevraagd en door den regter toegestaan. Voor eene of andere zaak zelve voor den regter moetende verschijnen, hetzij als getuige, aanklaagster of als aangeklaagde, is haar woord voldoende en behoeft zij geene verklaring onder eede af te leggen. Op vroegeren leeltijd openbaart zich reeds het onafhankelijke standpunt waar zulks het huwelijk betreft, daar geen der ouders het regt heeft de dochter tegen te werken of daarin te verhinderen, zoodat dan ook tullooze huwelijken, zonder dat iemand van de betrekkingen er iets van weet, in stilte voor den vrederegter wordeu voltrokken. Niet lang geleden huwde in Brooklyn een meisje van 15 jaar met een knaap van 17; de moeder van den laatste, niets van het geheele geval af wetende, ging naar de bruiloft en haalde de jongen naar huis; de jeugdige vrouw begaf zich echter naar den regter en eischte haar man terug; de regter beloofde daaraan dadelijk gevolg te geven, zooals ook gebeurde. Overigens zij men zeer voorzigtig met jegens meisjes of vrouwen met woor den of daden eenige den minsten aanstoot te geven, want een enkel woord of handgebaar, dat niet aan het goede adres komt, is in staat u achter slot te brengen; een kas is daardoor aan velen wel eens duur te staan gekomen, daar in het geval dat de beleedigende partij bekend staat gdd te hebben, het aan het meisje staat de gevangenisstraf te verwisselen, tegen eenige honderde dollars. Ook waarborgt de wet de jonge schoonen voor de wispelturigheid der andere sexse. Eene trouwbelofte moet, zoo zij het wil, volvoerd worden, tenzij gij verkiest dat uwe beurs bloedt, of niet de gewone gevangenis, maar de state prison (tuchthuis) u voor eenige jaren wacht. Nog geen veertien dagen geleden heeft in den staat Virginië eene jonge dame, die op zoodanige wijze bedrogen was geworden, eene schadeloosstelling verzocht van niet minder dan 100,000 dollars, welke echter door deu regter wat hoog werd gevonden en daarom gereduceerd werd op 15,000. De aangeklaagde was natuurlijk eeu goed melkkoetje. Ongelukkig zijn er wel eens enkelen aan toegeweest, die op deze wijze eene vrouw hebben moeten huwen, die zij bijna niet kenden en bij wie van trouwbelofte geene sprake was, maar die het eenvoudig voor de bevoegde autoriteit verklaarden; ofschoon zulks natuurlijk niet veel plaats heeft, daar alsdan het karakter op een zeer laag standpunt moet staan. Er zijn daarvan toch ook voorbeelden genoeg van aanwezig. Wanneer men dit een en ander iu aan merking neemt, zal het ook geene verwondering baren dat het bekende wets artikel uit het Code Napoleon, „la recherche de la paternité est interdite", hier iets ongekends is. In dat geval heeft men zich ook alleen over te leveren aan den goeden wil der tegenpartij, die eenvoudig huwelijk of de door haar te bepalen schadeloosstelling eischt, tenzij ge liever verkiest de deuren der staats* gevangenis voor zes jaren achter u te zien sluiten. Ook op crimineel gebied heeft de vrouw regten, die haar in vele gevallen vrijwaren. Eene dame die eenige maanden geleden een heer in den spoortrein doorschoot, omdat hij haar jaren lang geleden eens beleedigd had, waarom zij steeds op hem geloerd had, werd door de jury vrij gesproken. De maitresse van iemand, die verleden jaar te Chicago in een koffijhuis haar miunaar door vijf schoten van haren revolver van kant maakte, omdat hij nog met eene andere in kennis stond, werd gearresteerd en na een paar zittingen der jnry weder in vrijheid gesteld. Eenigen tijd geleden bragt een jong mensch in diezelfde stad een bezoek bij eene jonge schoonheid, tot de demi-monde behoorende; daar hij zich eenige vrijheden veroorloofde, die haar op dat oogenblik niet schenen aan te staan, vermaande zij hem om daarmede uit te scheiden, onder bedreiging hem anders de hersens te zullen inslaan, zooals zij, toen hij bleef voortgaan, dan ook onmiddelijk deed met den pook van de kagchel. Zij ging vervolgens naar beneden aan de buren vertellen wat er gebeurd was, begaf zich naar het policie-bureau, werd gearresteerd en twee dagen later weder ontslagen, onder verklaring dat hare daad haren oorsprong te danken had aan zelfverdediging. Nog iets heb ik vergeten, wat ik een aangename zijde vind van het vroowelijk standpunt alhier, nl. dat men ontslagen is van het vervelend salueren op 's Heeren wegen, als inen niet particulier met iemand bekend ie, daar de Amerikaansche vrouw eerst groet en zich dat als een regt toeeigent, daardoor het in haar magt hebbende zich niet te laten groeten door iemand waarmede zij zich kan gecompromitteerd gevoelen en dus wederzijds geene beleefdheid behoe vende in acht te nemen jegens iemand, waaraan zjj die niet besteden wil. En hiermede wil ik eindigen, in de hoop dat ge dit dienstig zult achten voor uw blad. J. W. v. d. 11. BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER. Z. M. de Koning heeft HD. nienwbenoemden adjudant-generaal, den gen.-maj. J. A. van den Bosch, tevens benoemd tot gröot-officier van zijn Huis en hem als zoodanig toegevoegd aan den Prins van Oranje. Op zijn verzoek is gepensioneerd de majoor J. P. Heil, van het 4de reg. Infanterie, met den rang van luit.-kolonel. Tot majoor van het 4de reg. Infanterie is benoemd de kapt. F. G. H. Driessen, adj. bij het 7de reg.; tot majoor bij den grooteu staf de kapt. 1ste kl. jhr. K. W. de Koek, adj. van Z. K. H. den Prins van Oranje; tot kapt. 3de kl. bij het wapen der Infanterie: de 1ste luit. C. C. L. de Gee, bij het leger in O. T.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1868 | | pagina 1