HELDERSCHE MIEI1WEDIËPER COURANT. 4 N°.84. Zondag 12 Julij. 26 Jaargj BUITENLAND. Uitgever BINNENLAND. k en lieki „Wij huldigen, het goede." lonl t- oche grooi Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. franco per post - 1.65. Bureau: Ai A. BAKKER MOLENPLEIN, N°. 163. ^2 I rrijs der Advertentiën: Van 14 regels GO cent, I elke regel ineer 15 cent, behalve 35 cent zegelregt. j Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Ïèni pingsdng den 14 dezer vertrekt de Oost-Indische '°el)f ,nil over Triest Woensdag den 15 dezer inet de "hiei lessugeries Imperiales over Marseilie. irk lui ï'.f Btij HELDER en NIEUWEDIEP, 11 Julij. Jlen leest in het wekelijksch staatkundig overzigt van den Hm'lei"': „In de rede, die de minister van staat heeft gehouden aan het slot der algemeene begrootings-discussie, heeft deze in .oote trekken geresumeerd dc gevoelens cn de beginselen, welke de iaitenlandaehe staatkunde van Frankrijk bezielen. Hij heeft op lieuw geconstateerd dat het de wil des Keizers, vau het Wetgevend jgchaam en van het land is om den wereldvrede, de wezenlijke cont'.iarde voor den vooruitgang der beschaving, te handhaven. )oor de militaire organisatie, vastgesteld overeenkomstig de traditiën inzer geschiedenis, zijn wij voor de toekomst tegen alle gebeurlijk- leden gewapend. Die hervorming van de leger-inrigting is echter lechts een waarborg te meer voor de bevestiging der vredelievende jcokbeelden, waarvan Frankrijks diplomatieke vertegenwoordigers de toepassing in overeenstemming brengen met die waardigheid, welke een groot land betaamt." Onder de aangelegenheden van den dag, die onzes inziens eene der eerste plaatsen innemen onder de groote volksbelangen, behooren voorzeker deze genoemd te worden: algemeene ontwapening en als een gevolg daarvan vermindering van belasting. De toestand van agi ka Kij f2i gewapenden vrede mishaagt bet volk en legt het den meest drukkender) f Tast op om kostbare legers te onderhouden en tal van handen ongebruikt te zien, die zoo nuttig konden zijn voor landbouw en nijverheid. Geen - wonder dan ook, dat in onderscheidene landen van ons werelddeel de wensch luide wordt vernomen naar eene ilgemeene ontwapening bij de volken van ons werelddeel. Een belangrijk woord ter dezer zake werd dezer dagen gesproken door den heer Jules Favre in het Wetgevend Ligchaam te Parijs, toen PI deze begaafde spreker bij de behandeling der begrooting voorstelde, van wege de Fransche regering zoude uitgaan het voorstel om tot algemeene ontwapening over te gaan. De heer Favre stelde zich van het doen van zulk een voorstel de beste gevolgen voor, zoowel voor den vrede in Europa als voor de welvaart der volken. De minister vau buitenlandsche Zaken kwam echter met kracht tegen de beweringen van den heer Favre op. Hij deed uitkomen, dat 3. bet met het oog op Duitschland in het belang van den vrede is indien Frankrijk zich wapent, want dat bierdoor eene anders zeer 'pot mogelijke oorlogszuchtige uitbarsting tegengehouden wordt. De "j minister bragt in herinnering, dat van wege de Fransche regering reeds onderscheidene malen en bij verschillende gelegenheden de meest vredelievende verklaringen zijn afgelegd. Naar het inzien der rege ring moesten hierdoor zijn voorkomen of tegengegaan de vrees en den angst voor het uitbarsten van een Europeschen oorlogdoch i, zij schreef het bestaan van die onaangename verschijnselen toe aan de oppositie, die de verzekeringen der Keizerlijke regering steeds met stijfhoofdigheid en ongeloovigheid had onvangen. De laatste berigten uit Spanje spreken van oproerige tooneelen te 15J Valencia en te Barcelona, waaromtrent ons nog geene nadere bij zonderheden bekeud zijn. Wij vestigen de aandacht onzer lezers op eene der hierachter voor komende advertentiën, waarbij eene Matinee Musicale, te houden in het lokaal Tivoli, tegen morgen (Zondag 12 dezer), des namiddags, wordt aangekondigd. Wij vertrouwen dat eene zeer talrijke opkomst van het publiek ter dezer plaatse zal toonen, hoezeer deze gelegenheid tot ontspanning wordt op prijs gesteld. De leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal zijn ter vergadering bijeengeroepen tegen Dingsdag den 21 dezer. De leden der Tweede Kamer zijn na aanneming der wyzigingen, door de regering voorgeslagen in de concessie tot het maken van een Kanaal ter verbinding van de Noord- en Zuiderzee op reces gescheiden, naar aanleiding waarvan de Friese/ie Crt. het volgende zegt: „De heeren hebben elkander „tot wederziens!" gewenscht met meer hoop van zekerheid, dan toen ze door de ontbindingen uit elkander werden gejaagd. En toen gingen ze een iegelijk naar zijn huis, om te zitten onder zijn wingerd of vijgeboom, om het regt vorstelijke, schoone maar eigelijk complimenterende en intrigerende 's Gravenhage te verwisselen met de nijvere koopsteden, de welvarende vlekken of zelfs stille dorpen. En verder gaat de een den Rijn op, om den somerneetar aan de bron van oorsprong te genieten en te dweepen met de romantiek van het verleden en te vergeten, dat een andere riddertijd over den „grootvorst vnu Europa's stroomen" en over het Zevengebergte is verrezen. Een ander gaat zich verlustigen te Parijs, waar de prachtigste Hausmannerie zich huwt aan de fijnste genietingen der weelde. Een derde, die den heuvel weuscht nader te komen, begeeft zich naar de Zwitsersche Alpen en de wieg en bakermat van echt kerksclie lectuur in vroegeren of lateren tijd. Nog anderen blijven te Scheveningen hangen, gaan een toertje binnenslands maken, bezoeken huoDe familie, die elders woont, of genieten den omgang van de zoons, die van de akademie van Breda of Willemsoord met vacantie thuis zyn gekomen en die papa van zeer nabij op de hoogte brengen van de onvermijdelijke uitgaven, aan het studenten leven op zoo lastige wijze verknocht. Maar allen hebben de Edel- mogendheid aan den kapstok gehangen, vergeten de groene banken, de besogne-kamer het sectiegescharrel en zelfs het Bijblad, om eens uit te blazen van den inderdaad vermoeijenden, soms zeer vervelenden en altijd afmattenden arbeid van het politieke gesjouw (met permissie!). Wij gunnen de heeren van ganscher harte die rust, gunnen ze niet alleeD, maar wenschen innig, dat ze zich mogcu ontspannen en den boozen, harden leertijd, die achter ligt, vergeten. Zeifs is het onze vurige wensch, dat mannen als Koorders, Haffmaus en dergelijken, al die zegeningen mogen smaken, welke aan gemoedsvrede en zielernst zijn verbonden." Jl. Woensdag heeft aan het Prov. gouvernement van Noord- hollaud de aanbesteding plaats gehad van het bouwen eener haven meesterswoning nabij de Koopvaarders-schutsluis te Nieuwediep. Minste inschrijver de heer E. J. Knoppert te Nieuwediep, voor/7930. Door de Nedefl. Handel-Maalschappij is bevracht: voor Amsterdam, het schip 's Gravenhage, kapt. W. Alberts. Jl. Maandag had te Scliagerbrng de aangekondigde harddraverij plaats, waaraan werd deelgenomen door 18 paarden. De prijs en premie, ter waarde van 200, werden behaald: de eerste door het paard Eva, van den heer A. de Wit, teZijpe, beredeu door den heer C. de Wit, en de tweede door het paard van den heer P. Smit, te Schermeer, beredeu door den heer L. G. Latupe. De eerste haringjager is gisteren morgen te Hellevoetsluis binnengeloopen. De geheele vracht nieuwe haring is terstond naar Vlaardingen overgebragt. Te Zalt-Bommel is eene nieuwe schietbaan voor de schutterij daarge8teld. Het gemeentebestnur heeft daarvoor de som van 2750 ten koste gelegd. Op het Zendingsfeest, te houden den 29 dezer op het land goed Middachten, nabij het station de Steeg, zullen zich onder scheidene sprekers doen hooren. Ds. Cohen Stuart, van Rotterdam, zal de openingsrede houden. Het verslag omtrent den toestand der Zendingsvereenigingen zal gedaan worden door den heer Looman, van Amsterdam. De slotrede des avonds ten 6 ure zal gebonden worden door den heer P. Huet, laatst predikant aan de Kaap. Ten 2 uur en ten 3£ uur zal door onderscheidene sprekers van verschillende spreekplaatsen het woord gevoerd worden. Er heerscht te Harlingen een groote watersnood, tengevolge niet van overvloed, maar van gebrek aan het noodige voebt. De nood is zoo hoog geklommen, dat sommigen van elders water doen aanvoerendat er tusschen buren, die gczamentlijk panden bewoneD, oneeuigheden, ja dikwijls processen ontstaan. Het is eene jonge dame uit de Lemmer, mej. A. Wiegers Visser, dochter van den apotheker Visser aldaar, die bij het in het begin dezer week te Meppel plaats gehad hebbend examen voor den rang van leerling-apotheker, als zoodanig diploma bekomen heeft, zoo als uit Meppel onlangs gemeld is. Io de Comédie Contemporaioe, het Zondags-feuilleton van Le Temps, levert Augnste Villemot een geestig betoog, ten bewijze, dat het hedendaagsebe tooneel en in het algemeen de hedendaagsebe Fransche zeden ofschoon ver van lolfelijk toch inderdaad niet zooveel achterstaan bij die van andere tijden als men schijnt te meenen. Het groote publiek, dit geeft hij gaarne gewonnen, houdt blijkbaar veel meer van een grove klucht, van ligte muziek, van allerlei zotternijen, dan van een ernstig klassiek drama, of zelfs vau dc fijnste scherts der tooneelstukkcn van b^ter allooi Maar, zoo vraagt hij, was dit niet ten allen tijde het geval? Heeft zelfs eene Molière niet de meeste eer ingelegd met zijne Scapins en Mascarilles? Maar, zal men welligt tegenwerpen, toen vonden slecht9 de lagere klassen smaak in deze dingen, thans beijveren zich ook de hoogere en hoogste standen om het voorbeeld te geven. Villemot antwoordt: wat was io de tweede helft der vorige eeuw de meest geliefkoosde uitspanning van Marie Antoinette en haar hof? Dit, dat zij in eene kermistent de kluchten gingen zien van zekeren Volange, die met de rol van Janot zich een gelijksoortigen naam verwierf als Brnnet later met zijn Jocrisse. En welk tooneel vond het meeste bijval? Janot was de type van domheid en onzindelijkheid; in een stok komt hij ten tooneele met een slaapkamer-instrument, dat niet nader kan worden aangeduid; hij steekt er den vinger io, brengt dien aan zijn neus en roept: «c'en est!" „c'en est F' Dan lachte het ganschc hof van Lonis XVI, en dit „c'en est" van Janot werd er hij elke gelegenheid te pas gebragt, zoo als thans „je le savoore." "Was het in andere opzigten beter, vraagt Villemot. Men leze in St. Simoo, hoe het hof van Louis XVI zich vermaakte met banken en hoe de Chalabre den Koning te kennen geven moest, dat hij de bank niet wilde houden, wanneer er niet voor gezorgd werd, dat de Hertoginnen hem niet zoo bestolen. „Derhalve" zoo zegt de vriend, dien Villemot sprekende invoert, „derhalve troost gij u over de verdorvenheid vau vroegere eeuwen." „Ik schik mij er in," zegt Villemot. „Er zijn maatschappelijke kwalen even als er ligchaamskwalea zijn. Ten tijde van Hvpocrates had meu reeds pleuris en tering; men heeft ze nog. Waarom zouden de maatschappelijke ziekten ver dwijnen, zoolang de toestand niet verdwijnt, waarvan zij het gevolg zijn IJdelheid, zinnelijkheid, liefde, haat, heerschzucht zijn menschetijke zwakheden, zij zullen worden begraven, wanneer de laatste mensch ten grave daalt. BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER. De luit. ter zee 26e kl. L. Voute, behoorende tot de rol van het wachtschip te Willemsoord, wordt met den 10 dezer op non-activiteit gebragt. De scheepsklerk W. A. Ouwerkerk, dienende op Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord, wordt met den 11 dezer op non-activiteit gebragt. De graaf en de gravin van Vlaanderen zijn jl. Donderdag uit Brussel vertrokken met het doel om een vrij langdurige reis door Duitschland, Zwitserland en Italië te maken. Volgens bij de Fransche regering ontvangen berigten uit Jeruzalem zal de herstelling der kerk van het H. Graf weldra geheel voltooid zijn. „Met ongeduld (zegt de Moniteur) verbeidt men het feest waarop het nieuwe koepeldak, gebouwd onder mede- werkiog van Keizer Napoleon III, den Russischen Czaar en den Sultan van Turkije, boven het graf vau Jezus Christus zal prijken als een zinnebeeld van vrede tusschen verschillende geloofsmeeniugen en als een getuigenis van de zucht naar verzoening, welke de geuoemdc Souvereinen bezielt." Men heeft te Parijs in de laatste dagen herhaaldelijk de komst aangekondigd van H. M. Fatuma-Djombé, Koningin van Mohely. De waarheid echter is, dat zij eerst jl. Maandag ten 6 ure gearriveerd is, vergezeld van haren schoonzoon, een prachtige neger, en twee niet minder zwarte bedienden. De Koningin is klein en tenger, heeft uitpuilende oogen, een fijn mondje cn witte tanden. Op haar hoofd draagt zij een gouden diadeem en om hare beenen een Oostersche pantalon. Zij wandelt in een paar Fransche laarsjes, maar als iemand die liever blootvoets zou loopen. Zij logeert in bet Louvre. Terstond na hare aankomst heeft een van hare bedienden, die de kok bleek te zijn, eeo jonge kip gevraagd, zijn zwaard getrokken, en den kip den kop afgesneden. Dit was eea bewijs dat Koningin Fatuma honger had. Zij is dus wel. Jl. Maandag was op het paleis te Fontainebleau bijna een groot ongeluk gebeurd. Naauwelijks waren de Keizer en de Keizerin uit de Chinesche zaal gegaan, of de groote luster of kristallen arm- kroon viel naar beneden. Dit voorval heeft vooral de Keizerin zeer getroffen. Koningin Victoria heeft aan beiden Huizen van het Parlement het voorstel 'onderworpen, om aan maarschalk Napier een jaargeld van 2000 pd. st. toe te kennen, als dankerkenning voor de groote diensten door dien veldoverste aan den lande bewezen bij dc leiding der Abessinische expeditie. De Exprest zegt, dat sir Napier tot pair zal worden verheven, onder den titel van baron Napier van Magdala. Inmiddels heeft de gemeenteraad van Londen hem bij acclamatie tot eereburger der city benoemd, hem daarbij vereerende met een degen van groote waarde. Den 21 dezer zal in Guildhall de plegtigheid der uitrei king plaats hebben. Dienzelfden dag zal de lord-mayor aau sir Rohert een schitterend diner aanbieden. De Koningin zal kort na de sluiting van het Parlement zich naar Lucern begeveq, om zich in de nabijheid dier stad naar een voor lmar ingerigt verblijf te begeven. Zij zal zich te Parys ophouden en daar zoo wel als op het overige der reis het stipste incognito bewaren. Gedurende de vorige week hebben te Londen plaats gehad 2093 geboorten en 1516 sterfgevallen. Het warme zomerweder duurt in Engeland steeds voort, zonder door regen te worden afgewisseld, hetgeen een zorgbarenden invloed uitoefent, dewijl, behalve wat den graan- en den hopoogst betreft, het nitzigt op andere veldgewasseu met eiken dag niet slechts ongunstiger wordt, maar bijna verdwijnt, terwijl het vee aan schaarschte van gras en water lydt. Het staatsgeregtshof in Pruissen heeft den voormaligen Hanno- verschen minister van buitenlandsche zaken, graaf Platen, wegens hoogverraad, by verstek, tot 15jarige tuchthuisstraf veroordeeld. Door zekeren graaf von Limburg Stirum (een Pruissisch staatsburger) te Gross-Pelerwitz, by Canth, is den 5 dezer het door hem gesticht gedenkteeken onthuld, ter eere van graaf von Bismarck verrezen. Bij die gelegenheid werd door genoemden graaf von Stiaum eene toespraak gehouden, waarin de bondskanselier als de groote staatsman, die Pruissen op eene ongekende hoogte in magt en aanzien bragl, werd verheerlijkt. Dezer dagen is te Posen zekere boekbinder, met name Wittmann, ter dood veroordeeld. Deze man schijnt eene bijzondere voorliefde voor het verkrijgen van erfenissen gehad te hebben, en daarby al te logisch zich gehouden te hebben aan den regel, dat om eene erfenis te maken altijd iemand moet sterven, en dat om iemand te doen sterven arsenicum een geschikt middel is. In 1858 kwam Wittman te Wolion wonen, waar hij vroeger kennis gemaakt had met Pirsch en zijne huishoudster, Marie Gehm. Weinig dagen later stierf Pirsch, en mejufvrouw Gebm kreeg de erfenis. Een jaar later huwde Wittman op nienw. Na eeuige maanden stierf zijne tweede vrouw, en kreeg hij weder eene erfenis. Kort daarna trouwde hij voor de derde maal. Vier maanden, later stierf de derde vrouw, die vrij bemiddeld was, en Wittmann kreeg de erfenis. Nu wachtte hy slechts twee maanden, om zijne vierde vrouw te nemen, die nog rijker was, maar een zoon had. Die zoon stierf den dag na het huwelijk, en de vierde mevrouw Wittmann kreeg de erfenis. Toen ging Wittmann te Posen wonen. Doch zyne vierde vrouw had nog geen testament ten zijnen gunste gemaakt. Zij deed dat eerst anderhalf jaar na haar huwelijk, ten gevolge waarvan zij ook eerst in September 1866 stierf, en Wittmann kreeg de erfenis. Zijne vrouw was zoogenaamd aan de cholera gestorven en moest dus den eerstvolgenden dag begraven worden. Doch Wittmanns buitengewoon erven was in Posen bekend geworden. Men verwonderde zich. Men kreeg achterdocht. Men bemerkte, dat de vrouw zonder doctor ge storven was. Het huis werd doorzocht en in eene kist eene massa arsenicum gevonden. De lyken der vierde, derde, tweede en eerste vrouw werden opgegraven en bleken arsenicum te bevatten. Witt mann werd gevat en ter dood veroordeeld. Als men Pirsch en de tante der eerste vrouw, den zoon der vierde vrouw, en nog een eigen zoon van Wittmann mederekent, wiens dood wij niet eens vermeld hebben, dan krijgt Wittmann acht moorden op zyne reke ning, welke hem een niet onaanzienlijk vermogen, benevens de doodstraf hebben opgebragt. Dezer dagen is een 18jarige Spaansche Prins, Don Aiphonsns, tweede zoon van den Infant Don Jnan en van eene zuster van Frans V, gewezen Hertog van Modena, te Rome aangekomen om dienst bij het zouaven-corps te nemen. De jeugdige Vorst heeft den Hertog van Chambord en den Hertog van Modena op hunne jongste reis naar Griekenland en Konstantinopel vergezeld, en heeft vervolgens met zijn genoemden oom Egypte en Jeruzalem bezocht. Thaddeus Stevens, de onvermoeide tegenstander van President Johnson, berust niet in diens vrijspraak, maar doet een nieuwe poging om hem te doen veroordeelen. Vier nieuwe grieven tegen het hoofd van het staatsbestuur der Unie, die niet vermeld waren in de eerste acte van beschuldiging, zouden volgens de Amerikaansche bladen den inhoud vormen van een tweede dusdanig document. Men mag aaunemen dat deze vervolging, een uitvloeisel van persoonlijken wrok, evenmin als de afgeloopene leiden zal tot het doel door Johnson's vijanden beoogd, en ofschoon tusschen hem cn het Congres op nieuw geschillen zijn gerezen, zal Johnson ver moedelijk wel zijne waardigheid kunnen vervullen tot 3 Maart 1869, het tijdstip waarop zijn mandaat eindigt. Den 2 December a. s. wordt de nieuwe President gekozenop herkiezing bestaat voor den aftredenden geen of weinig kans, daarentegen vermeerdert die voor generaal Grant, wiens kandidatuur nog al bijval vindt. Tegen hem over is gesteld de heer Chase, door de democraten en zelfs door Johnson aanbevolen. Ofschoon radicaal, heeft de heer Chase de sympathie der democraten verworven, door de onpartijdigheid, waarmede hij als voorzitter de behandeling van het proces Johnson voor den Senaat als hoog-geregtshof geleid heeft. Zy zijn echter verdeeld en het gebrek aan eensgezindheid onder de democraten zal er niet weinig toe bydragen de verkiezing van generaal Grant te bevorderen. Men herinnert zich dat de beruchte Suratt, betrokken in het proces van de moordenaren van President Lincoln, cn wiens moeder op het schavot den dood heeft gevonden, door de Egyptische regering aan de Amerikaansche is uitgeleverd geworden. Thans wordt bcrigt dat hij den 22 Juny jl. door den jury is verklaard niet-schuldig aan moord, maar ter zake van zamenzwering vervolgd zal worden, en inmiddels onder borgtogt op vrije voeten gesteld i9.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1868 | | pagina 1