\0Ê 1868. N°.96. Zondag 9 Augustus. 26 Jaargang. binnenland! buitenland! HELDERSCHË KV NIEUWEDIEPER COURANT. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. franco per post - 1.65. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. Pnjs der AdvertentiënVan 14 regels 60 cent, elke regel meer 15 cent, behalve 35 cent zegelregt. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Dingsdag den 11 dezer vertrekt de Oost-Indisclie mail over Triest. HELDER en NIEUWEDIEP, 8 Augustus. Spanje is geen oogenblik zeker van zonder opstand te blijven. Pas zijn de Hertog en de Hertogin de Montpensier uit het koningrijk verwijderd of reeds doen zieb verschijnselen voor, die de regering van Koningin Isabella met zorg en schrik vervullen. De gouverneur van Cadix heeft eene waarschuwing naar de hoofdstad gezonden, dat hij in de onderscheidene deelen dier provincie voorteekenen van oproerige tooneelen waarneemt. Wel heeft hij voorzorgsmaatregelen genomen, om, zoo mogelyk, het gevaar af te keeren; maar het is de vraag of er kans zal zijn den storm te bezweren. Ook in de nabijheid van Malaga was de orde erstig gestoord en geruchten spreken van onlusten in Arragonië. De aloude partij van Don Carlos schijnt zich weer gereed te maken om benden op de been te brengen, ten einde de aanspraken van den pretendent dier partij te doen gelden. Te midden van dien onrustbarenden toestand verspreidt zich het gerucht, dat de Koningin ziek is geweest, anderen zeggen, dat zy ontydig bevallen is. Indien het in elk ander rijk nuttig wordt geacht om een man en dan nog wel een energiek man aan het hoofd des bestuurs te hebben, meer nog is dit noodig in het ongelukkige Spanje, waar, helaas! oproer en woeling gedurig aan de orde van den dag zijn en waar de krachtige hand van een hervormer, van een groot staatsman, zoo zeer noodig is. De verwijdering van de beide leden der koninklijke familie, is welligt voor tal van ontevredenen een spoorslag geweest om den opstand te beginnen. In het oosten van ons werelddeel is het ook verre van rustig en de doodstraf, die aan de zaamgezworenen tegen Vorst Michael van Servië is uitgevoerd, eindigt niet de verdeeldheid, die daar in den omtrek bestaat cn elk oogenblik met gevaar voor oproer dreigt. De Balgaren schijnen alles te hebben voorbereid om te eeniger tijd de vaan van den opstand tegen Turkije op te steken men meent genoeg zame bewijzen te hebben, dat Prins Karei van Rumanië niet onschuldig is aan het ondersteunen van die oproerige beweging en naar veler vermoeden is Vorst Michael het slagtoffer geweest van wraak over diens standvastigheid in het weigeren van hulp aau heu, die tegen Turkije zamènspannen. Te Sulina hebben de Turken niet minder dan 395 vaatjes buskruid in beslag genomen, die bestemd wareu voor den opstand. Aan den beneden-Donau schijnt alles georganiseerd te zijn, om ter bestemder iyd van uit een bepaald hoofdkwartier den tegenstand of liever den oorlog tegen Turkije aan te vangen. Hedeu is alhier aangekomen het nieuw gebouwde ramscbip ie Buffel. De 2de luitenant der Mariniers J. J. Reeringh is geplaatst bij het gedeelte van het corps alhier in garnizoen. Generaal Keiler, inspecteur der artillerie, heeft eergisteren alhier inspectie gehouden. Gisteren morgen werden twee manschappen van het corps Mariniers door de policie in verzekerde bewaring gesteld, wegens het ontvreemden van kousen uit den winkel van den heer W. B. Winter alhier. Jl. Dingsdag heeft een kind te Huisduinen, door het omvallen van een pot met kokend water, zware brandwonden bekomen. Bij koninklijk besluit van 25 Julij zyn nader vastgesteld de sterkte, zamenstelling en indeeling van het 6de bataillon rustende schuttery in de provincie Noordholland. De sterkte van dat bataillon is gebragt op 463 man. De Commissaris des Konings in de provincie Noordholland heeft ter kennis gebragt van belanghebbenden, dat de jagt op klein wild in die provincie voor dit jaar zal worden geopend op 5 Sept. a. s. met zonsopgang; en dat de korte jagt dagelijks, met uitzondering van den Zondag en de lange jagt alleen op Woensdag en Zaturdag zal mogen worden uitgeoefend. Beroepen te Boven-Smilde (classis Assen) de heer V. F. Sikkes, predikant te Oude Schild op Texel. In de gemeente Grootebroek is bij gelegenheid der kermis de volgende gruwelijke baldadigheid gepleegd. De knecht van den broodbakker Schuurman had zich, vermoeid en waarschijnlijk te veel drank gebruikt hebbende, in de herberg ter ruste gezet en was in een vasten slaap gevallentoen twee daar aanwezige personen, dit bemerkende, zyn hoofdhaar met terpentijn bevochtigd en het daarna in brand gestoken hebben. De broodbakkersknecht stelde zich, en met reden, als een krankzinnige aan en was niet te houden, tot dat het aan eenige personen gelukte hem magtig te wordeu en den brand door afsluiting van lucht met doeken te blusschen. Ware dit niet het geval geweest, hy zou krankzinnig geworden of gestorven zijn. Te Beets is een boerendochter, bezig zynde om water voor het vee uit een put te scheppen, daarin gevallen cn verdronken. Het Amsterdamsche Volkeblad toont zich weinig ingenomen met het van Rusland uitgegane denkbeeld om te beraadslagen over het beperken van het gebruik van ontplofbare kogels. „Met helsche machines schepen te doen verongelukken, (zegt het), bruggen, waarop zich troepen bevinden, in de lucht te doen springen, wordt voor zeer geoorloofd gehouden; maar met geaffecteerde mensch- lievendheid delibereert men om het gebruik van ontplofbare kogels af te schaffen. Hoe meer over het oorlogsregt wordt nagedacht, des te bespottelijker wordt het, den oorlog als middel ter handhaving van regt te baat nemen." De kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente te 's Gravenhage is eergisteren avond vergaderd geweest over de zaak van ds. Zaalberg. Men verzekert dat de kerkeraad nog tot geen difinitief besluit is gekomen, en in de volgende week weder een vergadering honden zal. Intusschen zou voorwaardelijk besloten zijn herziening te vragen by de volle synode van het eerste gedeelte van bet vonnis der tynodus contracta. Te Rijswyk kwam den 3 dezer een met tarwe beladen wagen van bet landtwee jongens waren op de tarwe gaan zitten. De wagen viel om en de jongens op het land onder den last; een was dood, den ander hoopt men nog te behouden. Het Vtrechtsch Dagblad schrijft: Onze stad dreigt een groot verlies te zullen ondergaan. Wij vernemen namelijk, dat er plan bestaat om de kweekschool voor militaire geneeskundigen van Utrecht naar Amsterdam over te brengen; het rijks hospitaal zou hier ter stede gevestigd bljjven. De gemeenteraad van Arnhem heeft in zijne zitting van den 1 dezer de verordening op de algemeene begraafplaats en op de begrafenissen aangevuld met deze bepaling„Het is verboden lijken te vervoeren met op riemen of veeren rustende voertuigen, tenzy die daartoe uitsluitend bestemd en ten blijke daarvan voorzien zijn van het door burgemeester en wethouders te bepalen kennelijk teeken." Opmerkelijk is het, dat het getal geiten en bokken in ons land zoo toeneemt. Alleen Gelderland had in het afgeloopen jaar ongeveer 40,000 van die dieren. Ook in de noordelijke provinciën houdt men elk jaar meer geiten. De meer behoeftige heeft er veel voordeel van en bij elke kudde schapen ziet men een zeker getal bokken en geiten. De boer is van meening, dat zij voor de gezondheid van de schapen nuttig zijn. De krekels zijn in sommige streken Van Limburg dit jaar zoo menigvuldig, dat daar bijna geen huis is waar de kleine zangers hun eentoonig gefluit niet laten hooren. Men wil hieruit afleiden, dat de winter zoo buitengewoon koud zal zijn, als de zomer thans heet is. De buitengewone weersgesteldheid in onze dagen geeft ons aanleiding tot de mededeeling van het volgende lijstje van die jaren, welke over een tydsverloop van elf eeuwen in de geschiedenis staan .opgeteekend als merkwaardig door de buitengewone warmte. In het jaar 738 was de zomer, zoowel in Frankrijk als in geheel Europa, zoo warm, dat de meeste bronnen uitdroogden en duizende personen stierven door kwelling en dorst. In 879 vielen de maayers, die het waagden op het midden van den dag uit te gaan, dood op het veld. In 990 en 994 was de oogst geheel verbrand. Een vreesselyke hongersnood volgde daarop. In 1000, een zeer merkwaardig jaar, waren al de rivieren en bronnen in Duitschland opgedroogd. De visch bezweek, bedierf en verwekte eene epidemie. Volgens de begrippen dier tijden was men van gevoelen, dat de wereld door vuur zou worden verwoest. Iu 1022 stierf een onberekenbaar aantal mensehen ten gevolge der warmte. In 1132 spleet de aarde; de rivieren en bronnen in den Elzas verdwenen. De Ryn werd droog. In 1152 werden verscheideuene eijeren in het zand gekookt. In 1210, bij den veldslag van Bela, stierf een groot aantal sol daten door de hitte. In 1276 en 1277 had Frankrijk volslagen gebrek aan levens middelen door de warmte. In 1303 en 1304 liep men droogvoets door de Seine, de Loire, den Rijn en den DonaU. In 1393 en 1394 vielen de dieren overal dood neder en de ingezamelde vruchten verzengden. In 1440 groote warmte; gedurende vier op elkander volgende jaren, 1538 1541, heerschte eene buitengewone warmte, die bijna al de rivieren in Frankrijk deed opdroogen. In 1556 groote droogte in geheel Europa. In 1615 en 1616 drukkende warmte in Frankrijk, Italië en de Nederlanden. In 1646 had men acht en vyftig dagen achtereen buitengewone warmte. In 1678 was de hitte zeer sterk. Het eerste jaar der 18de eeuw en de twee volgende wareu buitengemeen heet. In 1718 regende het geen enkele maal van April tot October. De veldvruchten waren verbrandde rivieren droogden op en de schouwburgen werden op hoog bevel gesloten. De thermometer teekende 36° Reaumur. In de boomgaarden, waar men water kon aanbrengen, bloeiden de vruchtboomen tweemaal. In 1723 en 1724 was de warmte buitengemeen groot. In 1749 viel er by een zeer droogen en heeten zomer, die de veldvruchten verzengde, gedurende verscheidene maanden geen water. In 1748, 1754, 1760, 1767, 1774 en 1778 was de warmte niet minder groot. In 1811, het jaar van de vermaarde komeet, was de zomer zeer heet en de wijn, zelfs te Suresnes, uitmuntend. In 1818 bleven de schouwburgen gedurende byna een maand ge sloten. Het maximum der warmte was 35° R. In 1830 teekende de thermometer op de gedenkwaardige July- dagen 36 centigr. In 1832, by den stryd van 3 en 6 Junij in België, stond de thermometer op 35 graden. In 1836 was de Seine bijna droog, en teekende de thermometer 34 centigr. In 1850, in de maand Junij, tijdens de tweede verschijning der cholera, rees de thermometer tot op 34 centigr. Op 17 Julij 1852 teekende de thermometer van Fahrenheit des morgens ten 9 ure 86°, ten 12 ure 91°.5, en ten 3 ure 92°.5. De grootste temperatuur, die een mensch eenigen tijd kan ver dragen, varieert naarmate het gestel, tusschen 40 en 45 graden. De matigheid in het gebruik van spys en drank is het zekerste preservatief tegen den invioed van buiteugewoneen langdurige warmte. BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER. De luits. ter zee 2de kl. tV. F. tVcsseliuk en P. M. W. T. Kraijenhoff van de Lenr, beiden laatst behoord hebbende tot bet escadcr in Oost-Indië en van daar den 31 Julij jl. in Nederland teruggekomen, worden met dat tijdstip op non-activiteit gebragt. De toestand van den jeugdigen Kroonprins van België wekt bezorgdheid. Hy is 9 jaar oud. Bij het duiven-concours, hetwelk door Belgische duivenhouder9 dezer dagen gehouden is, en waaraan ook door eenige Franschen en Duitschers uit de Rijn-provincie wordt deelgenomen, zijn de drie hoogste prijzen door Luiksche eigenaars van duiven behaald. Van de honderd tachtig duiven, die den 28 Julij te Rome zijn opgelaten, is de eerste Maandag 3 Augustus, omstreeks twee ure des namiddags te Ougrée teruggekomen, en heeft aan haren eigenaar een prijs ter waarde van 300 francs bezorgd. De tweede is den 4den des avonds te 8 ure, de derde is den 5den des ochtend op hare til teruggekomen. Er zijn in het geheel 18 prijzen uitgeloofd. De Moniteur du Soir vangt haar wekelijksch staatkundig overzigt aan met het getuigenis, dat de twee Wetgevende Kamers, welker zitting dezer dagen gesloten is, „eene krachtige ondersteuning ver leend hebben aan de denkbeelden van verzoening en vooruitgang, die de staatkunde des Keizers bebeerschen en niet enkel aan Frankryk, maar ook aan al de overige natiën tot nut strekken." Eergisteren ochtend is de Koningin van Engeland te Parys aangekomen. De Keizerin heeft haar 's middags een bezoek gebragt. Dienzelfden avond te 7£ ure zou Koningin Victoria de stad weder verlaten. Als „een bewijs van booge persoonlijke achting en bewondering voor een man van het karakter en de grondbeginselen van Cobden" heeft Keizer Napoleon aan de Londensche commissie, die het initiatief genomen heeft tot oprigting vau het standbeeld voor Cobden te Camdentown, een bydrage van 1000 fr. gezonden. Mlle Nillsson, wier engagement met de groote opera te Paryt in Mei a. s. eindigt, wil geen nieuw aangaan, dan tegen een jaargeld van 180,000 francs. Teregt vraagt iemand, of zy, na zoo dikwyls de rol van Ophelia gezongen te hebben, zelve gek geworden is. Over de volgende anecdote vermaakt men zich thans te Parys: Te Fontainebleau amuseerde men zich op zekeren avond met gezelschaps spelen en de vraag werd gedaan„Hoe kan men de waarheid van den leugen onderscheiden?" „Daardoor," antwoordde de Keizer, „dat men ze beiden door dezelfde deur laat binnenkomen; gy kunt er zeker van zijn, dat de leugen altijd het eerst binnentreedt." Op dat oogenblik werd de deur geopend en de ministers Rouher en Pinard verschenen. Elk hunner wilde den ander de voorrang laten, tot Pinard zich op zijn jeugdiger leeftijd beriep en alzoo Rouher, als ouder, noopte het eerst binnen te gaan. Een uitbundig gelach volgde nn, waaraan de Keizer insgelyks deelnam; en Rouher lachte ook mede, zonder dat hy wist waarom. Het verslag van den internationalen jury over de ten vorigen jare gehouden Parysche wereldtentoonstelling is voltooid; het is een werk van 13 octavo deelen en door 250 medearbeiders vervaardigd Elk afzonderlijk rapport is door zijnen steller onderteekend. Het eerste deel, de inleiding, heeft Michel Chevallier tot schrijver, en bevat algemeene beschouwingen, waarvan het Journal des Débat» in zijn nommer van jl. Dingsdag zeer belangrijke uittreksels geleverd heeft. Gedurende de vorige week hebben te Londen plaats gehad 2106 geboorten en 1665 sterfgevallen. Het Engelsche publiek is uiterst vertoornd over de belangryke verhooging van vrachten voor reizigers op de zuidelyke spoorweg- lijnen van Londen, welke gezamenlijk besloten hebben, 30, 50 en in sommige gevallen 80, ja zelfs 100 pCt. opslag te nemen, nu het Hoogerhuis het plan eeoer zamensmeltiog verijdeld heeft, zoodat twee of drie groote spoorwegmaatschappijen, in plaats van door mededinging een billyk tarief te waarborgen, thans eene zamen- zwering tegen het publiek gesmeed hebben, uit teleurstelling haar centralisatieplan verydeld te zien. La Correepondanee iu Nord-Eet deelt een schryven uit Belgrado, van 28 Julij mede, waarin een verslag voorkomt van het voltrekken der vonnissen van de betrokkenen in het regtsgeding wegens den vorstenmoord; welke voltrekking dien 'ochtend te zes ure op eene vlakte buiten de stad had plaats gehad. Zoowel by het voorlezen van hun vonnis, den vorigen avond, als by hunne weg leiding naar de strafplaats, hadden de veroordeelden dezelfde gelatenheid en tegenwoordigheid van geest aan den dag gelegd, waarvan zij gedurende den geheelen loop van het regtsgeding blyken hadden gegeven. Op de strafplaats gekomen, hadden de vier gebroeders Radovanovich elkander omhelsd en de drie jongeren bovendien den oudsten broeder de hand gekust. Al de veroordeelden waren ver volgens aan palen gebonden, die aan den rand eener groeve waren geplaatst. Daarna was de eerste van de ry geblinddoekt en door een detachement gendarmes gefusilleerd geworden. Op die wyze waren al de veroordeelden, één voor één, ter dood gebragtterwijl dezelfde blinddoek voor allen diende. De voornaamste schuldigen onder gingen hunne straf het laatst. Kosta Radovanovich, die Prins Michaël nog nadat hij gevallen was verminkt had, werd op één na het laatst gefussilleerd, en het allerlaatst de directeur der gevangenis, Svetozar Venadovich, die twee der gebroeders Radovanovich en nog andere zaamgezworenen in de gelegenheid had gesteld om, ter vol voering van den moord, uit den kerker te ontsnappen. By deze strafoefening, die ongeveer een half uur duurde, en onder welke de volksmenigte herhaaldelijk hare verbittering tegen de veroordeelden lucht gaf, is een der dienstdoende officieren door een, naar gezegd wordt, terngloopenden kogel aan het voorhoofd doodelyk getroffen geworden. De heer Jefferson Davis is, met zyn gezin, jl. Woensdag te Liverpool aangekomen. In het Iersche stadje Doneraile (graafschap Cork) verschenen voor weinige dagen drie vreemdelingen die er zeer geheimzinnig uitzagen. De in hun bezit zynde boeken, landkaarten en photo- graphische toestellen wekten te meer het vermoeden op dat men hier met fenians te doen had. De policie zorgde dat die heerlyke vangst haar niet ontglipte en legde bij de vermomde hoofdlieden een bezoek af. De vreemdelingen waren byzonder innemend en gaven aan de mannen van de orde alle mogelijke inlichtingen, waaruit ten slotte bleek dat een dezer gevaarlyke „Fenians" niemand anders was dan Charles Dickens! Hoe grond naby spoorwegen in waarde vermeerdert blykt o. a. uit de navolgende opgaaf. Te Hastiogs is een stuk land, waarvoor niemand «enige jaren geleden 1000 p. st. wilde geven; nu is de waarde op 30,000 p, st. geschat; .te Red-Hill kocht de maatschappij voor 36 p. et. de morgen, en nü ie bet verkocht voor

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1868 | | pagina 1