3868. N°. 119.
Vrijdag 2 October.
26 Jaargang.
j binnenland.
buitenland!
r
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
De laatste berigten
lidij
HELDERSCHE
z'
EN MIEUWEDIEPER COURANT,
„Wij huldigen het goede."
Verschijnt Dtngsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
It: franco per post - 1.65.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
Prijs der Ad vertent iënVan 1i regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent, behalve 85 cent zegelregt.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
HELDER en NIEUWEDIEP, 1 October.
De jongste berigten uit Spanje z(jn bepaald ongunstig voor de
Lgering van Koningin Isabella, hoezeer ook de officiële berigten van
50|aar de opstand als van zeer weinig gewigt doen voorkomen. Mogen
*6 ok al van de zijden der opstandelingen geruchten worden verspreid,
ie de waarheid zeer overdreven voorstellen, toch blijkt het steeds
-
ld
8q leer dat Koningin Isabella weinig sympathie beeft bij het volk,
rant zelfs het regiment, dat onder het opperbevel staat van haren
15 choonzooo, den Graaf van Girgenti, is in opstand gekomen en heeft
'Ifgich bij de insurgenten gevoegd. Wat Barcelona, de tweede stad
?®Jes rijks betreft, deze wacht, naar men verzekert, slechts op de
!g%ankomst van generaal Prim om zich bij den opstand aan te sluiten.
5en gerucht verzekert, dat ook zelfs Madrid in opstand verkeert en
djjat het koninklijk leger onder den maarschalk Novaliches door de
sjnsurgenten verslagen is. De Koningin bevindt zich alsuog te
Sebastiaan, waar men pogingen aanwendt om de geheele manne
lijke bevolking der Baskische provincie de wapenen te doen opvatten
5 ifoor de regering vau Isabella. De ministers Concha en Duero
1 nebben hun ontslag aangevraagd en de Koniugin tracht een nieuw
- kabinet te vormen, hetgeen in deze omstandigheden niet gemakkelijk
|zal vallen.
De voornaamste Spaansche familiën zien hlijkbaar de toekomst
donker in; gedurende de laatste dagen zijn aan het station van den
noorder-spoorweg te Madrid niet minder dan 2000 plaatsbiljettcn
eerste klasse afgegeven, allen met bestemming naar Parijs. De
aristocratie zoekt dus een goed heenkomen, de uitzigten zijn
stellig zoo helder niet als de regeringsberigten het willen doen
voorkomen.
In het oogvallend is de ondersteuning, die de opstand geniet van
.j? de zijde der vlotelingen. Volgens een berigt uit Bayonne heeft de
pp bemanning van het laatste oorlogsvaartuig, dat nog te St. Sebastiaan
ei was (dus in de ODmiddelijke nabijheid van het verblijf der Koningin)
zich ook voor den opstand verklaard en het ruime sop gekozen,
'P een kotter der Douane en verscheidene officieren, met zich mede
nemende.
De vraag ontstaat nu; hoedanig eene regering zal men in Spanje
verkiezen als de opstand zegeviert. Daarover zijn de hoofden van
den opstand het blijkbaar nog volstrekt niet eens. De een predikt
de volkssouvereiniteit en is volbloed republikeinde ander verlangt
de hertog de Montpensier tot Koning en weder een ander is voor
de verheffing van den kleinzoon van don Carlos.
Deze laatste moet reeds uit Duitschland naar de Spaansche grenzen
zjjn afgereisd, om het oog te houden op den loop der gebeurtenissen
in het land zijner vaderen.
De vrienden van vooruitgang juichen den opstand in Spanje in
zooverre toe, dat zij, even als de insurgenten, de dynastie der Bourbons
evenzoo uitgediend achten, als in Frankrijk en in Italië. Al is
het ook, dat deze revolutie wordt gesmoord, de geest van tegenstand
tegen de Koningin en haar stamhuis wordt niet onderdrukt. De
dagen der Bourbons in Spanje zjjn geteld. Hun val is zeker. Zij
zelve zijn de ergste vijanden van bun geslacht. De ziekte, waaraan
de regering van Isabella lijdt, is eene ongeneeslijke krankheid.
Koningin Isabella heeft aan den maarschalk Serrano doen voor
stellen, dat zjj ten behoeve van den Prins van Asturië zou abdiceren
de maarschalk heeft geweigerd op die voorwaarde te onderhandelen.
De Koningin wil de getrouw gebleven troepen achter den Ebro
bijeen trekken en den zetel van het gouvernement naar Pampelona
verplaatsen. Men verzekert^ dat Karei VII op de grenzen van Spanje
uit Spanje ontvaogen houden in, dat Madrid zich bij de
revolutionaire beweging heeet aangesloten. Alles
schijnt er vreedzaam in het werk te zijn gegaan; men heeft alleen
de Koninklijke wapenschilden voor de winkels en magazijnen in
gehaald, en de kreet: „weg met de dynastie!" „leve de nationale
souvereiniteit!" werd door de troepen en de bevolking aangeheven.
Zonder bloedvergieten dus, zonder oproer, zeer rustig en kalm heeft
de hoofdstad des rijks verklaard van Isabella II niets meer te willen
weten. De laatste slag is alzoo aan het Koningschap der Bourbons
in Spanje toegebragt. Generaal Novaliches, die met de Koninklijke
troepen afgezonden was om de opstandelingen te bestrijden, is door
deze overwonnen geworden en is gekwetst te Madrid teruggekeerd.
Dit feit was het sein voor de beweging in de hoofdstadde troepen
verbroederden zich met het volk en men mag nu gerust zeggen,
dat Isabella II hare kroon heeft verloren. De Koningin zal dus
een schuilplaats in het buitenland moeten zoeken. Waar heen?
Hierop is nog moeijeljjk met zekerheid te antwoorden. Hoe het
zij, zij heeft een zeer aanzienlijk vermogen in tyds in veiligheid
gebragt en zal dus in Europa wel een plekje vinden om hare
overige levensdagen onbezorgd te kunnen leven.
Hoewel de Moniteur het onwaar noemt, dat de Koningin van Spanje
dezer dagen een onderhoud heeft gehad met de Keizerin der Franschen
zoo verzekert de correspondent van den Times, dat het volkomen
waar is. Hij schrijft„In den nacht en verkleed heeft Isabella zich
yan St. Sebastiaan naar Biarritz begeven, en haar hart uitgestort
voor de medelijdende Keizerin. De twee vorstinuen weenden bitter,
doch de Keizer bleef bjj zijn vast besluit zich in Spanje's zaken
niet te mengen."
Koningin Isabella is gisteren morgen ten 10 ure te Bayonne
aangekomen.
Zr. Ms. stoomtransportschip Java ligt gereed om naar Oost-Indië
te vertrekken.
Etat-Major: kapt.-luit. ter zee Jhr. M. W. Bowier, kommandant;
luit. ter zee lste kl. H. J. S. van der Sloot, 1ste officier; luits. ter
zee 2de kl. J. W. Visser, T. K. Engelbreeht, W J. van Hoogen-
hujjze en E. Haitsma Muiier; off. van gez. 2de kl. J. Mijers;
off. van adm. 2de kl. G. H C. van Nuijs; scheepsklerken VV. A.
Le Batte en J. A. M. Korfershoek van der Kooy.
Bovenrol; kapt.-luit. ter zee J. H. K. Croes; luits. ter zee lste kl.
P. J. D. Breukelman, J. Scheurleer en H. E. A. Frucht; luits. ter
zee 2de kl. J. L. M. van Gorkum, H. J. Borgerhoff van den Bergh
en A. P. S. C. Gobee; adelborsten lste kl. P. H. Ledeboer, O. Kreet
de Virien, Jhr. J. C. B. Westpalm van Hoorn, W. M. J. Visser,
A. G. J. Plettenberg, J. E. Sickens, C. O. Heintz, W. H. Tromp,
H. J. Boissevain, B. P Kostener, T. Bohtlingh, T. Dalhuizen,
J. C. Schotborgh Kikkert, E. P. H Graaf van Limburg Stirum
en A. E. J. W. Juta; off. van gez. 3de kl. W. Schutte, VV. F. Clous,
J. A. G. Hulst, J. Messemaker en M. Steensma; off. van adm.
2de kl. J. P. Faubeloff. van adm. 3de kl. H. K. J. van den
Bussche, F. A. Frederiks en J. Gallas; adj.-adm. T. W. Sprenger.
Tot sluiswachter bij het kanaal van Zuid-Beveland is benoemd
de heer A. Hofstee, te Helder; op zijn verzoek is eervol ontslagen
ais sluismeester bjj dat kanaal de heer J. Schraver.
De noodige toebereidselen worden thans gemaakt voor de daar-
stelling van een gebouw tot huisvesting en opleiding der adelborsten
van het Koninklijk Instituut voor de Marine, in plaats van het
daartoe thans gebezigde wachtschip Kortenaar. Is eens een gebouw
in gereedheid, dan kunnen hoogstwaarschijnlijk, door de meerdere
ruimte welke op het wachtschip beschikbaar komt, de miliciens op
dien bodem overgaan, waardoor eene niet onbelangrijke besparing
van kosten zal verkregen worden.
Naar men verneemt wordt eene verandering van de uniform
der Mariniers, gewijzigd naar dat van de marine, waarin onze zee
soldaten zich gemakkelijker bewegen kannen, te gemoet gezien.
De vroeger voorgenomen tractcments-verhooging voor de kapiteins
en luitenants blijft ook nu nog, ora financiële redenen, achterwege.
Maar voor de soldijen der onderofficieren wordt dit jaar eene ver
hooging voorgedragen, terwijl tevens wordt voorgesteld het zakgeld
der soldaten tot 25 cents per vijf dagen te suppleren, in die garni
zoenen waar het zooveel niet bedraagt.
Onze geheele infanterie is thans voorzien van achterlaadgeweren
naar het stelsel Snider, waarvan een voorraad van 72,000 stnks
aanwezig is. Voor den aanmaak van nieuwe achterlaadgeweren zal
de keuze worden gedaan uit een der drie stelsels Peabody, Werndl
en Kerr of Bemington's bolt. Het nieuw aan te nemen geweer zal
een kaliber hebben van 11 strepen.
Voortaan zullen al de miliciens van de in te lijven ligting
bij de infanterie, tot hunne eerste oefening, 10 maanden achtereen
onder de wapenen blijven, en bjj de vestingartillerie, de pontonniers,
den trein en de mineurs en sappeurs 6 maanden.
In het jaar 1869 zullen onder de wapenen worden gehouden,
boven en behalve de officieren, 13,600 man kader en vrijwilligers;
6600 miliciens, die dienen moeten tot aanvulling van het incompleet
der vrijwilligers; 10,400 miliciens die 6, 10 maanden en 1 jaar
onder de wapenen moeten blijven; 7800 miliciens, bestemd tot het
bijwonen der najaars-oefeningen, waartoe zullen worden bestemd al
de miliciens behoorende tot de ligting van 1865 en verder die van
de overige ligtingen, welke tot dusverre slechts gedurende 5 maanden
in den wapenhandel zijn geoefend geworden, terwijl het getal paarden
zal bedragen; bij de Cavalerie 2300 en bij de Artillerie 1100.
In het volgende jaar zal er geen kamp bij Milligen worden
gehouden, maar zullen een gedeelte der artillerie en van het bataillon
mineurs en sapeurs weder in het kamp bjj Zeist en het corps
pontonniers in dat bij Andet worden geoefend.
Thans zijn op de begrooting van Oorlog de noodige gelden
aangevraagd tot oprigting van twee compagniën hospitaalsoldaten
en eene compagnie transporttrein.
De militaire geneeskundige kweekelingen voor de landmagt,
evenals zulks successivelijk voor die der koloniën en marine is
geschied, zullen eerlang verhooging van bezoldiging bekomen.
Aan den gewezen commissaris der loodsen, tevens ontvanger
der loodsgelden op Terschelling, den heer W. S. L. Eschauzier, is
ter zake van ligcbaamsgebreken, een pensioen verleend ten laste van
den staat, van 325 's jaars.
Men zegt dat de heer Insinger, lid van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal, besloten heeft zijn mandaat als zoodanig neder
te leggen.
De begrooting voor het departement van Marine, dienst 1869, bedraagt
f 9,383,561.52, dat ia f 740,869.06 minder dan voor 1868 was geraamd. Voor
administratie is 21,000 minder uitgetrokken, tengevolge der opheffing van
'8 Rijks werf te Vlissiugen cn vereenvoudiging van bet personeel op de werven
te Arasterdam en Hellevoetsluia. Verhooging van posten heeft plaats voor
loodsdienst 11,000, aanschaffing van stoomwerktnigen voor de kustverdediging
27,000, voor bezoldiging van mindere geëmployeerden op de werven
f 50,000, coz.
Bij de marine is een nieow ontwerp in bewerking van een gepantserd rivier*
vaartuig waarbij de afmetingen van reeds bestaande en hij de Brnziliaansche
mariue in dienst zijnde vaartuigen, van gelijke soort als wij behoeven, tot
grondslag zijn genomen.
In het volgende jaar zulten slechts twee monitors worden aangebouwd, omdat
bij het vooroitzigt, dat bovendien een gepantserd riviervaartig op stapel zal
kannen gezet worden, een ruimere aanvraag de krachten vau onze pautseriurigting
zou te boveo gaan. Vooral met het oog op dcu diepgang acht de tegenwoordige
minister het raadzaam zich vooreerst te bepalen tot de monitors, welke vaar
tuigen, volgens hem, hoewel even krachtig gewapend als de rampschepen,
minder blootgesteld zijn aan het vijandelijk vuur, minder kosten en in onze
zeegaten steeds uitstekende strijders zullen blijven. De minister is een voorstander
van gepantserde zeeschepen, waarvoor hij de werkkrachten aan het etablissement
te Arasterdam wil beschikbaar houden. Daaruit blijkt, dat er geen voornemen
bestaat ora weder tot het buitenland de toevlogt te nemen.
Omtrent het corps vsn officieren van gezondheid bij de zeemagt bestaat het
voornemen eene reorganisatie voor te stellen, voornamelijk met bet oog op eene
voor de dieost ooodzakelijke lotsverbetering van dat personeel.
Beroepen te 's flertogenbosch, de heer J. Eigeman, predikant
te Delfshaven.
Gedurende de eerste 9 maanden dezes jaars heeft het Nederl.
Zendelinggenootschap aan giften en legaten ontvangen 47,449.44.
De heer F. H. Greb, die als dichter en als novellist niet
ongunstig bekend is in onze letterkundige wereld, is dezer dagen te
Botterdam overleden.
In het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam, heeft men dezer
dagen de tentoonstelling van de nijveren bij uitnemendheid namelijk
die van een glazen bijenkorf, waarin 20,000 bijen in volle bedrijvigheid.
De Latjjnsche school te Hoorn is opgeheven, tengevolge van
het oprigten van eene burgerschool.
In Augustus of September van het volgende jaar zal te 's Hage
het zevende internationale statistische congres worden gehonden.
Waarsehynlyk zullen hier te lande de handelingen slechts in éóne
taal, de Fransche, worden gedrukt. Bij het laatste congres te
Weenen had dit ook in de Duitsche taal plaats. De vergaderingen
zullen een tiental dagen duren en door gemiddeld 500 leden worden
bijgewoond.
De directie van de kommandietkas te Botterdam heeft een
telegram van haar kantoor te Antwerpen ontvangen, meldende dat
een bediende van dat kantoor, zekere Ch. Terbrugge, vermist wordt
met 93,000 fr. in Belgisch bankpapier, welke som hy in last had
bij de Banque Nationale te deponeren. De policie houdt zich met
jjverige nasporingen bezig.
In de gemeente Zwollerkerspel is dezer dagen een koe geslagt,
klein en fijn van bouw, die bij het gewigt van 720 halve Nederl.
ponden vleesch, het verbazend groot gewigt van 233 halve Nederl.
pond vet inhield; een gewigt, hetwelk gewoonlijk nog niet van koeijen
of ossen van 1600 pond verkregen wordt.
Te Leeuwarden zijn een zevental personen, na het gebruik'van
bessenwijn ernstig ongesteld geworden, terwjjl een is overleden.
Een is niet buiten gevaar; voor de anderen is het gevaar geweken.
De justitie doet onderzoek; het ljjk is geschouwd door de doctors
B. D. van Wageniogen, J. Baart de la Faille, en den heer
Chr. J. Winkler, in tegenwoordigheid van de apothekers Bloem
bergen en Bruinstna, welke laatsten het overige van den drank
moeten onderzoeken.
Vóór een paar dagen stierf in het weeshuis te Harlingen
plotseling een jongen. Aanvankelijk dacht men aan vergiftiging.
De lijkschouwing, dien ten gevolge ingesteld, moet hebben doen zien
dat de dood het gevolg is geweest van overmatig gebruik van voedsel,
met verscheuring van de maag.
7 Jl. Donderdag avond toen de spoorweg- of stationsbeambten
te Harlingen de passagiers meenden te ontvangen van Leeuwarden
en Franeker, bleek het dat de locomotief niets anders had getrokken
dan eenig vee. De personen-waggons waren te Franeker niet „aan
gehaakt" en op het sein van „gereed" was de locomotief verdwenen
zonder menschelyke passagiers. Naderhand zyn ze evenwel nog van
Franeker afgehaald.
Een statisticus heeft uitgerekend, dat Spanje sedert het begin
dezer eeuw reeds honderd-drie-en-twintig pronunciamentos heeft
gekend.
BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER.
De luit. ter zee 2de kl. J. R. Eek, laatst behoord hebbende tot het eskader
ia Oost-Indië en van daar den 21 dezer in Nederland teruggekomen, en de
lnit. ter zee 2de kl. jhr. F. van Hogcndorp, laatst gediend hebbende op het
schroefstoomschip Soembing te Cura^ao, en den 24 dezer in Nederland terug
gekomen, zijn met genoemde datums op non-activiteit gebragt.
De off. van gez. 2de ki. W. Pannevis, laatst behoort hebbende tot het cscader
in Oost-Indië en van daar den 22 Sept. jl. in Nederland teruggekeerd, is met
dat tijdstip op non-activiteit gebragt.
Met den laatsten Dec. a. s. wordt een eervol ontslag uit 's rijks dienst
verleend; aan den hoofd-ing. bij de dir. der marine te Hellevoetsluia P. F. Jansen,
en aan den ing. bij 's rijks stoomvaartdienst te Amsterdam D. van den Bosch
beiden met dankbetuiging voor bewezen diensten; aan den griffier bij de dir.
der marine te Vlissingeo F. de Vries en de ndj.-comm. bij die dir. C. V. Riemens
en J. c. Ockers, alsmede aan den hootmeter bij de dir. der marioc te Amsterdam
F. J. Schuijt; allen onder toekenning van zoodanig pensioen of wachtgeld, als
waarop zij zullen bevonden worden aanspraak te bebbeD.
Drie Fransche oorlogschepen hebben bevel gekregen om naaf
de Spaansche kusten te vertrekken, ter bescherming van de Fransche
onderdanen, die zich in Spanje bevinden. Men vreest bombardementen.
Zoo heeft reeds het gerucht geloopen, dat Prim, die zich met gepant
serde schepen in het gezigt van Carthagena bevindt, gedreigd heeft
die stad te bombarderen, indien zjj niet tot de insurrectie overging.
In 1867 zijn in Engeland 104,500,408 ton steenkolen verbruikt
tegen 84,638,338 ton in het vorige jaar.
Op het eiland IJsland is men beducht voor een hongersnood.
Niet alleen is de visscherij dit jaar totaal mislukt, maar de schapen
teelt heeft door ziekteu en gebrek aan voeder allertreurigste resultaten
opgeleverd. Er is een beroep gedaan op de openbare milddadigheid,
om den „verschrikkelyksten hongersnood" te ontgaan.
Uit Solothurn meldt men het volgende treurige voorval: Een
Poolsch majoor, Beduarsky, nit Lublin, even 36 jaar oud, die 15
veldslagen heeft bijgewoond, kwam voor eenige dagen naar Zuchwyl.
om hulde te brengen aan het graf van den held Koszinsko, en
buurde kamers in eene boerenwoning. Op een avond, terwijl eene
afdeeling infanterie aan het schijfschieten was, verliet hy zyne
woning, om met zijn zoontje van anderhalf jaar aan den oever van
de Aar te gaan wandelen, en om, meende zyne vrouw, het schieten
en het snorren der kogels te hooren, wat steeds op hem een eigen
aardige aantrekkingskracht had geoefend. Hoewel hy op een afstand
van circa 2500 pas van de schietende manschappen verwijderd was,
- doch in de lijn van het schot, - trof hem een kogel, die hem
onmiddellijk dood deed neervallen. Na eene afwezigheid van twee
uur liet zyne vrouw naar hem zoeken en het duurde niet lang of
men vond zijn lijk en daarop liggende zijn zoontje, dat zeker ver
moeid van het weenen, op de borst van zijn dooden vader lag te slapen.
De vele sekten, die aan de Bussische staatskerk zoo menige
moeijelijkheid berokkenen, zyn dezer dagen te Sarapul met eene
vermeerderd, welke, alleen God erkennende, al het overige, zooals
gebed, kerkgang, heiligenbeelden, enz. afgeschaft heeft, zoodat de
regering zich genoodzaakt zag de hoofden dezer sekte in de gevangenis
te werpen. De afvalligen van de orthodoxe leer, die zieh bij de
nieuwe sekte hebben aangesloten, eischten nu dat men hen met
hunne aanvoerders zou in verzekerde bewaring nemen, en dit
geschiedde dan eindelijk ook, voor zooverre de ruimte het toeliet.
Pogingen om die lieden tot de staatskerk terug te brengen zyn
vruchteloos gebleven, tot dat eindelijk van overheidswege met zeer
krachtige en afdoende middelen bjj iedereD afvallige nadrukkelijk
werd aangedrongen cle ketterij te verlaten en in den schoot der kerk