1868. N°. 148. Woensdag 9 December. 26 Jaargang. binnenland! buitenland. AANBESTEDING. Uitgever A. A. BAKKER Cz. HELDERSCHE HO. EN NIEUWEDIEPER COURANT, „Wij huldigen het goede," Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal1.30. franco per post - 1.65. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. Prijs der Advertentien: Vran 14 regels 60 cent, elke regel meer 15 cent, behalve 35 cent zcgelregt. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Donderdag den ÏO dezer vertrekt de Oost- Indische mail over Southampton. Op Vrijdag den 18 December 1868, des avonds ten half zeven ure, zal, aan het Raadhuis der gemeente, in het openbaar, alleen bij inschrijving, worden aanbesteed De levering van SCHOOLBOEKEN en SCHOOLBEHOEFTEN aan de Openbare Lagere Scholen voor 1869. De voorwaarden van aanbesteding liggen, van heden af, op de gewone kantooruren, ter lezing aan de Secretarie der gemeente. Helder, den 8 December 1868. Burgemeester en Wethouders dier gemeente, STAKMAN BOSSE, Burgemeester. L. VERHEY, Secretaris. HELDER en NIEUWEDIEP, 8 December. Twee kabinets-veranderingen, bijna gelijktijdig voorgevallen, trekken thans in groote mate de algemeene opmerkzaamheid tot zich. Vooreerst de aftreding van het ministerie Bratiano in Rumanië, ten andere de vervanging van het ministerie Disraeli in Groot-Brittannië en Ierland. De kabinets-wijziging iu Rumanië is in het buitenland, inzonderheid in Oostenrijk, in Turkijë en in Frmkrijk met vreugde begroet. Als eene bijzonderheid dient men hierbij echter op te merken, dat het afgetreden bewind rekenen mogt op de meerderheid en wel eene aanzienlijke meerderheid in de Kamer der Afgevaar digden. In zulke omstandigheden is men in den regel niet gewoon van kabinets-wijzigingen te kooren gewagen. Op het oogenblik dat wij dit schrijven is zeker reeds de op treding van het nieuwe ministerie in Engeland eene besliste zaak. Reeds worden onderscheidene namen genoemd voor de vervulling der verschillende departementen. De aanbieding der lijst van ministers aan de Koniogin zou 11. Zaturdag door den heer Gladstone ge schieden. Naar men verzekert, zon lord John Russell als minister zonder portefeuille in bet nieuwe kabinet zitting nemen. De volksvoorlezing op Vrijdag den 11 dezer in het gebouw in de Nieuwstad, zal gehouden worden door den heer W. Kuijk, over de onderwerpen1°. Bet geheim van een arme en 2°. Wat een moeder vermag. Aanvang des avonds ten half acht ure. Een hevige storm werd gisteren iu den vroegen morgen alhier waargenomen. Wel duurde die stormwind niet zeer lang, maar in zjjn geweldige kracht was hij een zware beproeving voor daken, gevels en muren. Onderscheidene huizen zijn min of meer door den storm beschadigd. Aan de weerkundige waarnemingen, op het Prov. Observatorium alhier gedaan, ontleenen wij de volgende belangrijke opgaven: Normale stand van den barometer op 6 December 759.29 strepen. Werkelijk was de stand des barometers Zondag middag 753.40, 's namiddags 4 ure 761.10, 's avonds 8 ure 748, te middernacht 743.80 en 's Maandag 's morgens ten 4 are 740.40 strepen. Na dien t|jd werd weder rijzing waargenomen, zoo dat de stand ten 8 ure 's voormiddags 752.15 en gisteren middag ten 12 ure 757.02 strepen was. De winddruk was Zondag middag en ook gednreode den avond en naeht zeer afwisselend. Onder anderen werd Zondag 's avonds ten 6 ure eene drukking van 0.1 Ned. pond op de vierk. el en ten 10 ure daarna van 44 pond waargenomen, Ten 11 ure des avonds was de winddruk 18, ten 12 ure 24 en 's morgens ten 5 ure 22 Ned. pond op de vierkante el. Ten 6 ure echter nam de sterkte van den winddruk zoozeer toe, dat een wind druk van 107 Ned. pond werd waargenomen. Een uur daarna was de drukking weder 25 ponden op de vierkante el. De rigting van den wind vóór den storm ZW., was tijdens den grootsten wind druk NW. Nog teekenen wij het volgende aan omtrent de gesteldheid der lucht. De thermometer teekende; op 1 Dee. 2 3 4 5 6 1°.37 5°.00 8°.97 10°.17 10°.27 9°.67 dat is 4.03 onder den normaal. 0.30 boven 3.77 5.17 5.37 4.97 ii 6 en 7 Dee. als volgt De waterstand in het Marsdiep was op Eerste Ebbe 's midd. 5 n. 50 min. 0.650 el onder AP. Vloed 's avonds 9 u. 38 min. 0.801 boven Tweede Ebbe 's morg. 5 u. 52 min. 0.030 i, Vloed 's voorm. 9 n. 36 min. 0.694 jj Van Texel schrijft men ons, dat, toen de storm gisteren morgen II zoo hevig opstak, verscheidene vaartuigen in de haven van het f f Oude Schild lagen, wier touwen, waarmede zij aan den wal vast- gemeerd lagen, de hevigheid van den storm niet konden doorstaan. Het gevolg hiervan was, dat verscheidene vaartuigen op en tegen elkander geraakten. Zes schuiten geraakten geheel op drift. De equipagie der stoomboot Ada van Holland, kapt. T. Mets, spande 'in dat hagchelijk oogenblik alle krachten in, om aan de in nood verkeerende vaartuigen hulp te verleenen. Ondanks het noodweer V i wist zij den schuiten die reeds tot aan of buiten den mond der Jhaven waren weggedreven, te behovden en mogt zij het genoegen zes huisvaders voor armoede te be- ^.smaken om niet minder dan veiligen. Volgens een by het departement van Marine ingekomen rapport van den kapt.-luit. ter zee J. E. Buys, commanderende het schroef- stoomschip Djambi, is die bodem den 8 Nov. te Bahia aaogekomen. Genoemde commandant had bet voornemen den 12 daaraanvolgende Ie reis naar Batavia voort te zetten. Alles bevond zich wel aan boord. Op 22 Nov. jl. werd van wege den heer mr. L. J. Bouricius ontvanger der registratie alhier, in de brievenbus gestoken een gefrankeerde brief met het volgende adres: „Mademoiselle R. M. Bouricius, logóe chez mad. AdemaBouricius, Raauwerd pres de Heerenveen." De brief was vervolgens naar Leeuwarden opgezonden waar de geadresseerde op dat oogenblik woonachtig was. De afzender had in dien brief eigenhandig gesloten: Twee bankbilletten, elk groot 100, gemerkt Z. 6248 en L. 4332, en een brief van zijn broeder in Oost-Indië. Volgens berigt van de geadresseerde, is deze brief wel bezorgd, maar bleek bij het openen, dat de ouwel zeer gemakkelijk losliet en het bankbillet Z. 6248 daarin niet aanwezig was. Het heeft Z. M. behaagd HD. tevredenheid te doen betuigen wegens het gedrag der troepen te Rotterdam en de verleende mede werking der militaire autoriteit in het belang van rust en orde; diensvolgens heeft de minister van Oorlog, bij algemeene order voor het leger, den 24 November jl. hiervan kennis gegeven. In de jl. Donderdag gehouden zitting van den gemeenteraad te Rotterdam heeft de voorzitter aan de vergadering berigt, dat drie zeer geachte ingezetenen der gemeente bij hem geweest waren en hem medegedeeld hadden, dat zy ten gevolge van ongunstige berigten omtrent de uitvoering van het plan voor de doorgraving van den hoek van Holland, die werken waren gaan bezigtigen en bevonden hadden, dat een belangrijk gedeelte van de gracht, die gemaakt is, vooraan bij de zee, door deze is digtgestroomd tot eene hoogte van ongeveer 2,75 el en over eene vrij aanmerkelijke lengte. In de zitting der Tweede Kamer van den daarop volgenden dag is door den heer Viruly daaromtrent inlichting gevraagd. De minister van Binnenl. Zaken gaf echter de meest geruststellende verzekeringen. Door in- en uitstrooming is water in het kanaal gekomendaardoor is de mond van het kauaal breeder geworden. Door die verbreeding is zand uitgestort op den bodem van het kanaal en over eene lengte van p. m. 100 el heeft eene opstopping van zand plaats gehad. Maar op de voornaamste punten heeft het werk geen nadeel geleden. In de zitting van de Tweede Kamer der Stateu-Generaal van gisteren zijn de beraadslagingen voortgezet over het Yde hoofdstuk der staatsbegrooting voor 1869 (Dep. van Binnenl. Zaken). Bij koninklijk besluit van 30 Nov. jl. is, met wjjziging der koninklijke besluiten van 25 Jan. 1854, 16 Sept. 1859 en 12Sept. 1867, bepaald, dat de werken van de vesting Breda, alsmede de toren Nassau en het fort Erederik Hendrik, bij Breskens, gecne vesting werken meer zullen zijn. Even als Dikaiophilos behandelt ook Aristarchos in een brochure den toestand van het korps Mariniers. De eerste, getiteld„Leve de Marine," wijst op het nadeel, dat aan het hoofd van het korps Mariniers een marine-officier is geplaatst. Ook Aristarchos toont al de verkeerdheid daarvan aan en evenzeer van de zonderlinge in- rigtiog, naar aanleiding waarvan het korps eigenlijk geheel afhangt van den militairen intendant, zoodat de administratie de hoofdzaak is geworden. De schrijver geeft het schema voor eene administratie, welke niet alleen billijker en doelmatiger, maar ook minder kostbaar zou wezen. De noodzakelijkheid wordt door hem aangetoond, door deskundigen steeds erkend, dat ook de soldij en de tractementen der officieren in verhouding worden gebragt tot die der andere wapens, terwijl het personeel der onderofficieren moet worden uitgebreid. Bq de lezing van al deze grieven, die in een kort bestek tegen de organisatie, soldij en kleeding van het korps Mariniers worden aan gevoerd, komt men tot de conclusie, dat er veel te verbeteren is; maar zoolang het korps geen hoofd heeft en slechts geadministreerd wordt door een intendant, terwijl eene officier der Marine in naam het bevel voert, is er weinig verbetering te wachten. We hopen, dat de lezing van de bezadigde en met kennis van zaken geschreven brochure „Stemmen nit het korps Mariniers" er toe moge leiden, om der regering de oogen te openen voor dit stiefmoederlijk behandelde korps. De heer de Roo van Alderwerelt levert in het Bibliographisch Album." van de Gids, December-aflevering een gunstig oordeel over het bekende werk: „De Geschiedenis der Mariniers van liet jaar 1665 tot op heden," door P. A. Leupe, oud-Majoor en F. A. van Braam Houckgeest, 1ste Luitenant bij het korps Mariniers, (uitgave van L. A. Laurey alhier. De inrigting van dat korps, vooral met het oog op onze koloniën besprekende, zegt de heer de Roo o. a.„Ook moet er meer gedaan worden om het korps te verheffen, waartoe zeker geen goed middel is dat met voorbijgang van de daarbij dienende officieren steeds een hoofdofficier der Marine aan het hoofd daarvan wordt geplaatst; eene regeling, die niet alleen strydig schjjnt met het karakter van deze troepensoort, maar ook met de duidelijke bepa lingen (art. 31, laatste alinea) van de wet op de bevordering bjj de zeemagt. Nog beter ware het in elk geval wanneer op een gegeven oogenblik in het corps zelf geen geschikte chef aanwezig mogt zijn, daarvoor een hoofdofficier van de Infanterie aan te wjjzen. Maar de opleiding der officieren voor de Mariniers behoort zoodanig geregeld te zyn, dat de commandant in den regel in het korps te vinden zij." Tot burgemeester der gemeente Enkhuizen is benoemd de heer G. Brnynis, onder toekenning van eervol ontslag als burgemeester der gemeente Brielle. Met 1 January wordt de ingenieur J. M. F. Wellan belast met het arrondissement Alkmaar. Tot hoogleeraar in de wis- en natuurkundige faculteit aan de hoogeschool te Groningen is benoemd dr. R. S. Tjaden Modderman, thans directeur der hoogere burgerschool te Arnhem. In den loop van 1869 zullen geene officieren van het leger hier te lande bij dat in Oost-Indië worden gedetacheerd, dan alleen officieren van gezondheid, voor zoover die benoodigd mogten zyn. Het eereteeken, ingesteld tot belooning van eervolle langdurige werkelijke dienst by de schutterij, is o. a. toegekend aanM. Cohen Stuart, kapitein by de dd. schutterij te Alkmaar; aan P. Klinkert, 2den luitenant bij de dd. schutterij te Pnrmerendaan J. II. Smits, sergeant by de dd. schutterij te Hoorn, eD aan M. J. ten Houte de Lange, kapitein en A. van Waalwjjk, tamboer-majoor by de dd. schuttery te Haarlem. Namens 2297 rijks-commiessen is door eene commissie uit hun midden een adres aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal gerigt, houdende verzoek, dat de Kamer bij de regering er op aan- dringe dat onderzocht worde, in hoeverre de bijdragen tot het bur gerlijk pensioenfonds evenredig zijn aan de behoeften en tevens de weduwen en weezen der ambtenaren in het fonds kunnen deelen. Adressanten geven te kennen, dat bun des noods zelf eene verhooging der doorloopende korting wenschelijk voorkomt, indien daardoor aan hunne weduwe de helft verzekerd wordt van het pensioen aan den ambtenaar toegekend. Aangenomen het beroep naar de Hcrv. Gemeente te Zierikzee door ds. H. A. Gillot, te Assendelft; Aangenomen het tweede beroep naar Kralingen, door ds. Duval Slothouwer, pred. te Wezep; naar de Christ. Afg. Gemeente te Utrecht door ds. J. R. Kreulen, te Haarlem; naar 's Ilagc door P. Dijksterhuis, te Arnhem; beroepen bij de Doopsgezinde Gemeente te Hoorn (op Texel), de heer P. S. Bakels, prop. bij de Alg. Doopsgezinde Sociëteit. Zestal te Groningen: van Son, te Warmond; Koningsbergen, te Velp; dr. Kuyper en Huët, te Utrecht; Beman Brouwer, te Harderwyk en Ploos van Amstcl, te Ridderkerk. De Tijd [Noordh. Courant) zal, te beginnen met 1 Jan. e. k., in groot formant verschijnen. De redactie wordt verBterkt; de strekking van het blad ondergaat geene verandering. Jl. Donderdag heeft te Nibbixwond de plegtige inwyding plaats gehad der nieuwe school. De gemeenteraad te Velsen heeft jl. Vrijdag tot secretaris dier gemeente benoemd den heer J. H. de Vidal de St. Germain, te Zutphen. Voor deze betrekking hadden zich 106 sollicitanten aangemeld. Met 1 January 1869 zal de belasting op de honden te Deventer worden afgeschaft. Jl. Vrijdag zijn te Leeuwardeu, even als in het vorige jaar, door de zorg eener dames-commissie, daartoe in staat gesteld door de bijdragen van vele stadgenooten, aan ongeveer 1300 kinderen van de stads-armenschool en eene der tusschenscholen St.-Nicolaas- geschenken uitgereikt, die voor ieder kind afzonderlijk in een korfje waren bijeen gevoegd en bestonden uit voorwerpen van nut en ver maak, als kleedingstukken, speelgoed, boekjes, gebak, enz. Naar men verneemt is het model voor het monument, op te rigten te Heiligerlee, thans gereed, bewerkt door de hand van den heer Geefs, te Antwerpen. De commissie zal nu plannen beramen, om tot de uitvoering te komen. Het algemeen overzigt van den Javabode luidt aldus: „Bandjar is genomen. De vyand heeft vele dooden. Er is man tegen man gevochten. Aan onze zijde zijn vier gesneuvelden en 12 gewonden, waaronder luitenant de Njjs. De zaak is zoo goed als geëindigd." Zoo luidde het telegram, den 19 Oet. jl. door ons uit Soerabaija ontvangen en zoo veel mogelyk aanstonds ter kennis van onze lezers gebragt. Het wordt door de Javasche Courant van den 20sten op de volgende wyze uitgebreid en bevestigd. Blijkens van Bali ontvangen telegrafische berigten, van 24, 25 en 26 Oet., zijn de troepen, nadat het 11de bataillon den 21 en 22ste te Teboenkoes gedebarkeerd was, in den morgen van den 24sten tegen Bandjar opgerukt. Na de hoofdkampongs Dcntjarik, Bandjar di atas, Bandjar di bawa en Kalianget genomen en verbrand te hebben, waren zij de9 namiddags op alle punten meester van bet terrein, en was de v|jand met groote verliezen verdreven. Van onze zyde sneuvelden drie man en werden twaalf gewond, waaronder de luit. de N|js. Er is met groote verbittering gestredentelkens waren de onzen handgemeen met den vijand, wiens voorvechters tot in onze gelederen doordrongen. Van de opgcëischte muitelingen viel nog alleen Ida Njoman Goenoeng iu onze handen. Ida Madé Rahi en de overigen zjjn naar het gebergte gevlugt. Onze troepen zyn te Bandjar gebivceakeerd, waar in alle rigtingen detachementen zijn uitgezonden om de overige kampongs zoo noodig te tuchtigen. Een gedeelte der vijandelijke bevolking heeft de zijde van Ida Madó Rahi verlaten en is in onderwerping gekomen. De Bataviasche nieuwsbladen raeenen de juistheid van het berigt (aan het slot van het door hen ontvangen telegram medegedeeld), dat de expeditie hiermede afgeloopen zou zjjn, in twijfel te moeten trekken. Zoolang toch Idah Madeh Rahi zich niet levend of dood in handen der Nederlanders bevindt, achten zij het doel der expeditie niet bereikt; vooral niet, omdat de regering indertijd den eisch tot uitlevering van dien persoon in haar ultimatum heeft opgenomen. BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER. De kapt.-luit. ter zee A. L. Pfilm wordt met den laatsteu dezer eervol oet- heven van de waarneming der betrekking van eqoipage- en havenmeester der Marine bij 's Rijka werf te Ilellevoetsluis, en op non-activiteit gebragt. Do waarneming dier betrekking wordt met 1 Jan. opgedragen aan den luit. ter zeo late kl. J. M. Broers, fang. oudre-equipagcmecster aldaar. Ie Monde onderwerpt het manifest van den heer Victor Hugo aan „de burgers Spanje in Europa", ten gunste van de afschaffing der slaverny, aan eene scherpe kritiek. „Waarom (vraagt zjj) eischt de schryver die afschaffing? Omdat de republiek eene maagd is. En waarom is Spanje eene republiek? Omdat dat land „het groote Spanje" is. En waarom is Spanje „groot"? Dit zou de heer Hugo moejjelijk kunnen zeggen; want tot nu toe heeft dat ryk getrouw het katholicismus en het goddelijk regt, de twee nachtmerriën van den schryver, verpersoonlijkt. De heer Hugo is in zijne philantropisch- dichterlyke ontboezeming er in geslaagd om aan een voor het overige allezins regtmatig en christelijk denkbeeld, de afschaffing der slaverny, een gèheel verkeerd karakter by te zetten." Het krijgsonderrigt wordt op de collegiën en lyceën der hoogeschool van Frankrijk ingevoerd. Eenige honderden Chassepot- geweren zijn door den minister van oorlog op aanvraag van den minister van openbaar onderwijs rondgedeeld tusschen die verschil lende gestichten van onderwijs. Een artillerie-officier zal in ieder lyceum den leerlingen de behandeling van het wapen en de verschil lende oefeningen iu de krijgskunst leeren. Het Journal de Clier meldt, dat het lyceum van Bourges 20 Chassepots heeft ontvangen en dat een officier de lessen zal aanvangen. 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1868 | | pagina 1