1868. N°. 150.
Zondag 13 December.
26 Jaargang.
^binnenland!
Uitgever
A. A. BAKKER
Cz.
HELDERSCRE
EN NIEUWEDIEPER COURANT,
„Wij huldigen het goede.'
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonaemeotoprija per kwartaal1.30.
franco per poat - 1.65.
Bureau:
MOLENPLEIN, N°. 103.
Prijs der AdvertentiënVan 11 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent, behalve 35 cent zegelregt.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Dingadag .den,'15 dezer vertrekt de Oost-Indisclie
mail over ülargeille, met de Messageries Imperiales.
IJELIjÉR en NIEUWEDIEP, 12 December.
Üfseh'jtrn de Spaansche omwenteling thans niet meer die opmerk
zaamheid tot zich trekt, die haar voor eenige weken werd gewijd,
en de naam van Koningin Isabella II als in het vergeetboek is
geplaatst, verdient van de brochure, waarin haar onschuld aangetoond
en de tegen haar ingebragte grieven wederlegd worden, wel met
een enkel woord te worden gewaagd. De schrijver acht de liberaliteit
der ex-Koningin boven eiken twijfel verheven en kan niet begrijpen
hoe men haar beschuldigt van schending der constitutie. Op
het privaat leven der ex-Koningin valt niets aan te merkenvolgens
den schrijver heeft zij altijd als eene kuische vrouw geleefd. De Span
jaarden zijn een ondankbaar en onhandelbaar volk, onvatbaar voor
het genot der zegeningen, met milde hand door Isabella tijdens
hare regering over land en volk verspreid. Olozaga en Serrano
zijn afschuwelijke wezensPrim daarentegen is een bovenste beste.
Wat deze uitzondering betreft is niet best te begrijpen. Men deukt
dat dit een looze streek is om verdeeldheid tusschen de hoofden
van het voorloopig bewind te zaaijen en beschouwt zulks iu verband
met verspreide geruchten, als zou Prim ijveren voor de verheffing
van den Prins van Asturië, onder voogdijschap van Prim, met de
Koningin als regentes. Deze brochure is in Frankrijk in het
licht versohenen, naar men gelooft, ook met de bedoeling om de
Spanjaarden in Frankrijk verdacht te maken.
Te Cadix en te Puerte Santa Maria, in Spanje, hebben dezer dagen
min of meer ernstige rustverstoringen plaats gehad. Een groote
troep volks eischte de afzetting van een alcade, die door het algemeen
stemregt was gekozen. Men vatte de wapens op tegen de overheid
en het garnizoen, die op krachtige wijze den opstand zijn te keer
gegaan, en o. a. getracht hebben de opstandelingen in het raadhuis
en eenige aangrenzende gebouwen te belegeren. Voor het overige
heerschte in de geheele provincie Andalusië eene gewensehte rust.
Een nader berigt omtrent de oproerige tooneelen aldaar, vermeldt het
volgende: „Door tusscheukomst der buitenlandsche consuls te Cadix is
aldaar een wapenstilstand van 48 uren aan de insurgenten toegestaan,
ten einde de dooden te begraven en de vrouwen en kinderen gele
genheid te geven de stad te verlaten. Eergisteren is de wapenstil
stand opgehouden en is, met medewerking van oorlogschepen, een
krachtige aanval op de insurgenten gedaan. De opstandelingen zijn
ongeveer 3000 man sterk, daaronder begrepen 700 door hen bevrijde
en gewapende misdadigers uit het bagno; zij worden aangevoerd
door zekeren Yunco, vroeger progessist en later republikein."
Naar men verneemt, zal de kapt. der mariniers J. A. Y. van Es
met 1 Jan. e. k. bij het gedeelte mariniers alhier worden geplaatst.
Door Z. M. den Koning is de heer mr. D. P. H. Aberson,
majoor-commandant van het Artillerie-Vrijkorps alhier, benoemd tot
eerelid van de vereeniging: „De Koninklijke Scherpschutters van
de Veluwe."
Ten dienste der bewapening van de stelling Helder, zy n in
deze week alhier aangekomen en aan 's Rijks werf gelost 4 achter-
laadkanonnen van 24 duim met eenige puntkogels, door het stoom
schip Astrea uit Gothenburg naar hier overgebragt.
De ruime zaal van Tivoli was eergisteren avond eivol, bij
gelegenheid dat het Letterminnend Genootschap Liefde tot Kumt
eene openbare vergadering gaf ten voordeeie der noodlijdenden door
de jongste zeeramp op Terschelling. Regt aangenaam was de blik
op die welgevulde zaal, denkende aan het schoone doel waarvoor
men hier werkzaam was. Het werkend personeel dezer reeds gunstig
bekend staande vereeniging was op flinke wijze werkzaam om den
aanwezigen een genotrijken avönd te bezorgen. Het drietal stukken,
voor deze vergadering gekozen, werd op allezins verdienstelijke
wijze ten tooneele gevoerd. Wij gelooven, dat deze openbare ver
gadering met het zeer geanimeerd bal, dat er op volgde, een aller-
aangenaamsten indruk zal hebben achtergelaten.
By beschikking van den minister van Marine van 10 dezer
is aan den laten bootsmansmaat P. Rijsdijk toegekend de gouden
medaille ter geheele grootte, voor vijftig jaren eerlijke en getrouwe
militaire dienst.
De minister van Binnenl. Zaken heeft aan den voorzitter van
den raad te Rotterdam, in antwoord op diens schryvcn van den 4
dezer maand, eene missive gezonden, waarin Z. Exc. zegt, dat „de
ongunstige omstandigheden, die aan den nieuwen waterweg van
Rotterdam naar zee zouden hebben plaats gehad, in niets anders
bestaan dan in nederzetting van zand in den bodem van het gegraven
kanaal aan de Noordzee over ongeveer 100 el lengte, welke neder
zetting een gevolg is van de verbreeding van het kanaal door den
stroom. Het zand uit de verbreeding zet zich namelijk op den
bodem van het kaDaal neder, even binnen de gemaakte verbreediug.
Doch dit geval is dezen zomer reeds voorzien, en daarom is bij de
aanbesteding ter verbreeding van het kanaal, die den 20 Mei en
den 29 Julij 11. plaats hadden, bepaald, dat, tegelijk met de oplevering
dier verbreeding, de geul van het kanaal tevens op de vroeger be
paalde afmetingen moest worden gebragt. Daardoor zal het thans
nedergestorte zand weder worden verwijderd. De zaak levert voor
het overige geene bepaalde reden tot bezorgdheid op."
De beraadslagingen over het onderwys zyn thans in de
Tweede Kamer aan de orde. Langdurige, breedvoerige, maar ook
hoogst belangrijke discussiën worden daar gevoerd door voor- en
tegenstanders van de neutrale school. In de zitting van 11. Donder
dag werden algemeene beschouwingen gewijd bepaaldelijk aan het
middelbaar onderwijs. De middelbare school werd door de leden,
die' eene meer kerkelyke rigting bij het onderwijs verlangden, heftig
aangevallen. Die leden wezen op vermindering der belangstelling
in V middelbaar onderwijs; op eene al te kwistige inrigting
dier .scholen; op de middelbare school als toevlugtsoord voor
moderne predikanten, die het predikambt vaarwel zeggen, enz.
Door de heeren Dam, Jonckbloet en Lentlng werden deze beschul
digingen met kracht en nadruk wederlegd. Eerstgenoemde toonde
met cijfers aan, dat het getal leerlingen op de middelbare scholen
in ons land sterk toeneemt. Laatstgeuoemde kwam op tegen de
aauklagt van verkwisting en ried der regering aan volstrekt niet te
bezuinigen, waar het uitgaven geldt voor het zoo nuttige middel
baar onderwijs. Hij hield zich overtuigd, dat daardoor voor den
staat en de maatschappij een kapitaal zou worden verkregen, dat
veelvuldige renten zal afwerpen en voor de toekomst de rijkste
vruchten belooft. Deze spreker verdedigde de aanstelling van vroe
gere predikanten tot leeraren aan middelbare scholen, met te wijzen
op de omstandigheid, dat zij zelfs door de tegenpartij eerlijke
mannen worden genoemd. Naar sprekers oordeel, zullen ze dat ook
wel zijn in de vervulling hunner betrekkingen bij 't onderwys.
De heer Jonckbloet kwam in eene uitvoerige rede tegen het streven
op om het onderwijs te brengen onder 't gezag der kerk. Hij zeide
o. a.: „Wij mogen niet blind blijven voor den toeleg, om eerst de
school en dan den Staat te brengen onder de heerschappij van twee
kerkeD, die daarna een feilen, God geve geen bloedigen strijd zullen
gaan voeren over de alleenheerschappij." De heer Saaijmans
Vader merkte op, dat daar, waar de vreeze des Heeren gemist
wordt, het nooit goed kan gaan en dat zulks bij het onderwijs van
toepassing is. De minister van Binnenl. Zaken ontkende dat er
bij het middelbaar onderwijs eene rigting van materialisme bestaat;
hij vroeg de bewijzen daarvoor cn verzekerde, dat aan zyn depar
tement geene klagten daaromtrent zijn ingekomen. Hij verdedigde
de benoeming van leeraren en bestreed de beschuldiging van te
groote subsidiën. Het laatste gedeelte dier zitting was, gelijk mede
die van den volgenden dag, aan de bespreking van het lager onder
wijs gewijd. Onderscheidene leden hebben bezwaren ingebragt tegen
de gemengde lagere school; een der hoofdargumenten is, dat het
bijzonder onderwijs wordt gefnuikt door de overwegende kracht van
openbaar onderwys. De heer van der Linden verdedigde de
bestaande wet op het lager onderwijs, o. a. door te wijzen op de
omstandigheid, dat niet minder dan 300,000 leerlingen van de
openbare school gebruik maken. Zijns inziens is dit een blijk dat
de ouders niet afkeerig zijn van die school. Spr. gelooft ook niet,
dat al de 6500 hoofd- en hulponderwijzers ongeloovige menschen
zijn, die de kinderen tot het Heidendom opleiden. De discussiën
zijn in eene avondzitting voortgezet.
Cornelis van der Spek, oud 49 jaren, tuindersknecht van
beroep en te 's Gravenhage woonachtig, is jl. Donderdag door het
Prov. Geregtshof in Zuidholland schuldig verklaard aan moedwilligen
manslag (gepleegd op zijn vroegeren meester J. van der Kleij) en
veroordeeld tot confinement in een tuchthuis gedurende den tijd
van acht jaren.
Ook heeft het hof (kamer van correctionele appellen) drie knapen
van 14 jaren, respectivelijk stucadoor, behanger en loodgieter van
hun ambacht, die zich aan verschillende zeer brutale diefstallen
hadden schuldig gemaakt, veroordeeldtwee tot opsluiting in een
verbeterhuis voor den tijd van acht maanden, den derden tot
correctionneele gevangenisstraf van vier maanden.
Beroepen bij de Herv. Gemeente te Oosterland (op Wieringen)
de heer M. J. Scbröder, candidaat bij het Provinciaal Kerkbestuur
van Zeeland; bedankt voor het beroep naar 's Hertogenbosch
door ds. van Loenen, pred. te Hardegarijp; naar Hedel door den heer
J. Kraijenbelt, pred. te Heemstede.
Twaalftal en zestal te Bedijkte Schermer: de hh. Brink, te
Andijk; de Holl, te Nieuw-Vennep; van Leeuwen, te Kampereiland;
Paris, te Kwadijk; van Setten, te Purmerland; Zeeman, te Zonne-
maire; van Deinse, te Egmond a/d Hoef o. a.; van Ketel, te
GrosthuizenSchultz, te Briesch-Nieuwland; Schuurman, te Petten
en Wijs, te Oude Niedorp c. a. De 6 eerstgenoemden staan op
het zestal.
Wegens verhindering van den heer van Gorkom werd de
nieuw beroepen leeraar te Noord-Scharwoude, door den consulent
ingeleid naar Matth. IX 16, 17in het namiddaguur verbond
de heer M. Buys zich aan de gemeente naar Joh. VI 68, 69.
Als eene merkwaardigheid wordt medegedeeld, dat op 5 Dec. jl.
(St. Nicolaasfeest) tusschen de verschillende stations van de Hollandsche
Spoorweg-maatschappij zijn verzonden 10,890 bestellingen.
Onlangs werd berigt, dat van den Zeedijk te Texel 3 schapen
vermist en vermoedelijk gestolen waren. Thans zijn op nieuw weder
2 schapen vermist, en wel uit een perceel land, geheel omringd door
sloten, zoodat hier al weder aan diefstal kan gedacht worden. Het
is te hopen, dat de justitie de schapendieven moge opsporen.
Het aardappelgewas was dit jaar zoo aanzienlijk in de om
streken van Westwoude en het geheele district, dat, ofschoon er
eene groote menigte mudden verkocht zijn, zeer veel in de kuilen
geborgen is voor na den winter.
Door den hevigen orkaan van jl. Maandag morgen werd een
bootje, digt bij de zeeglooijingen te Andyk, over den dijk op een
huis geworpen, waar het door het dak op den zolder doordrong,
juist op het oogenblik, dat een der huisgenooten op sterven lag.
De Nederlandse/ie Financier meldt, dat de gelukkige winner
van den hoogsten prijs a fl. 250,000, gevallen op serie 2172, n°. 54,
der Oostenrijksche loten 1864 a fl. 100, is een commies te Amsterdam.
De gemeenteraad van Beverwijk heeft tot wethouder benoemd,
in de plaats van den heer J. P. Haldcr, die bedankt heeft, den heer
A. Stumphius, directeur van het postkantoor aldaar.
Jl. Woensdag middag was er onder de vele trouwlustigen op
het stadhuis te Utrecht een paar, dat bijzonder veel opzien baarde
en tot groot rumoer aanleiding gaf. Het waren twee doofstommen,
die in den echt werden verbonden.
Te IJsselstein is jl. Woensdag aan den Panoven brand uit
gebarsten by van Zoelen, koopmanin vodden en beenderende
vlammen namen zoo toe, dat weldra zes woningen waren vernield;
van den inboedel is niets gered. De huizen waren allen verzekerd.
In den loop van dit jaar tot en met 30 Nov. jl., keerden ibij
het koloniaal werfdepot te Harderwijk terug uit Oost-Indië 590
onderofficieren en manschappen, waaronder 241 die met toekenning
van gagement en 73 die met gratificatie als onderstand voor eens,
de dienst hebben verlaten, terwijl van de overige 276 manschappen
zich een zeer groot aantal op nieuw voor de koloniale milit. dienst
hebben verbonden; uit West-Indië: 64 onderofficieren cn manschappen,
waarvan 19 de dienst met gagement verlaten hebben, zynde van de
45 overblyvenden verscheidene op nieuw geëngageerd.
Voor eenige dagen zijn te Olst per spoortrein uit Pesth 150
mudden rogge aangevoerd, waarvan de geadresseerde aldaar onbekend
en niet te vinden is.
Jl. Maandag heeft de heer Eduard Douwes Dekker te Leeuwarden
eene voordragt gehouden in de zaal van den heer van der Wielen.
De zaal was vol toehoorders, welke met gespannen aandacht de
dingen verwachtten, die komen zouden.
De veelbesproken en zeer verschillend beoordeelde Multatuli gaf
in eene inleiding zijne idée's omtrent litteratuur en dramatische kunst
in vrije bewoordingen te kennen, en daarna fragmenten uit een
onuitgegeven drama, dat de strekking heeft de verhouding van
vorstenzorg en volksbelangen aan te geven. Men kent den heer
Dekker als auteur, dus moesten deze fragmenten wel bont, gril
lig, wild-natuurlijk en in hooge mate satyriek zyn. De denkbeelden
der koningin omtrent den arbeid van gekroonde hoofden waren
subliem; de tooneelen in de koninklijke vertrekken, naar wy
hopen, nergens ter wereld fotografiënde schetsing van het hof
kabaal en van het eergevoel by den handwerksman prachtig.
Het nachtelijk tooneel in 's konings vertrek, voorafgegaan door
de allerdolste revue over de schouderbedekkingen is een juweel van
litterarische schepping; het hagelde sarcasmen over de dwaasheden
van aristocratischen waanhet flikkerde van pikante persiflages
tegen de ingebeelde vermoeienissen, door welke zich soms gekroonde
hoofden meenen geplaagd te zien.
Het laatste fragment, eene beschouwing der koningin over liberaal
en behoudend, was voorzeker niet het minst schoone gedeelte dezer
geheel schoone lezing.
Dr. E. Graaf van Bylandt komt op tegen de voordragt van
prof. Vogt, den modernen materialist, die leert, dat de mensch in
een tijdperk van millioenen jaren, zich uit den „Urbrei" of liever
„Urschleim" eerst tot den aap in drie rassen den Chimpance,
Orang en Gorill cn vervolgens door het idiotisme heen tot de
Papica, voorts tot den neger en eindelijk tot den volmaakt beschaafden
mensch ontwikkeld heeft. Hij wijst er op, hoe Th. Zoltmann deze
theorie heeft weerlegd in zyn bekroond Bibel und Natur.
Eek blik op zwitseelavo. Zwitserland is door de natnnr niet
zeer begunstigd met grondstoffen voor de nijverheid; de steenkolen
zyn in onvoldoende hoeveelheid aanwezig. Het is verre van de zee
gelegen en moet de meeste grondstoffen op grooten afstand aanvoeren.
Daarbij zijn de loonen er hoog. Het is ingesloten door landen, waar
het beschermende stelsel geldt. In bijna alle opzigten is Zwitserland
ongunstig gelegen. Toch bezit dat land eene groote en voordeelige
nijverheid, vooral in zjjde, katoen, uurwerken en stoomwerken.
Deels is dit verschijnsel te danken aan de vrijheid, die er heerscht,
deels is het een der schoone gevolgen van een goed bestuur.
Het mist een der grootste plagen van een volkeen staand leger.
Een groot aantal handen wordt dus niet nutteloos onttrokken aan
de voortbrenging; ontzaggelijke sommen worden er door uitgespaard.
Een hof is er niet en de bezoldiging van ambtenaren die slechts
voor een tyd gekozen worden, is gering. De hoogste bezoldiging
is die van den bondspresident, te weten nog geen f 5000.
Pensioenen heeft Zwitserland niet te betalen. Een zoogenaamde
ambtenaarsstand ontbreekt, en met hem al zijne nadeelige gevolgen
en invloeden.
Niettegenstaande volkomen drukpersvrijheid en regt van vereeniging
en vergadering, is geen land zóo rustig als dit.
Sedert eenigen tijd is het onderscheid tusschen de kantons opge
heven, door aan alle inwoners in elk kanton gelijke regten te geven.
Daardoor is tevens het kantonnalisme voor eeo groot deel verdwenen.
De belastingen zyn gering; die op het vermogen is gemiddeld 1
a H per mille, met uitzondering van Glarus en Appenzell-Innerrhoden.
Grondbelasting treft men niet aan, behalve in Genève, Waadt en
een gedeelte van Bern.
Verder zijn er tollen en belasting op het zout; doch deze is zeer
laag en daardoor valt het meerder verbruik te verklaren, en dien
tengevolge mindere ziekten.
Elk Zwitser gebruikt jaarlijks 27.17 pond zont tegen een Pruis 17.
Onder de indirecte belastingen komen verder voor zegel, successie
en een paar andere, weinig noemenswaardige.
De Zwitsersche beschaving iB groot en algemeen.
Elk inwoner ontvangt per hoofd in het jaar 13 brieven; een
Nederlander 6.
Hoewel de bevolking nog geen drie millioen telt, komen in Zwitserland
nagenoeg 400 dagbladen uit. Bij ons te lande lang de helft niet.
Zwitserland kan aan alle staten van Europa tot voorbeeld gesteld
worden en levert tevens het bewijs, dat de gunstige ligging van een
land geen vereisehte is voor zijn bloei en welvaart.
Een ijshoi. in califoenië. De ontzettende massa ijs, die men, volgens
de Amerikaansche gewoonte, in Califoroië verbruikt, komt bijna geheel uit een
bol, dat onder de wonderen der natnur mag worden gerekend. Dit bol, een
waarlijk ouuitpultclijk ijsmagazijn, ligt aan den oever van eeB water, dat men
den naam van „de witte forel" geeft, op ongeveer 30 Eng. mijlen afstands van
de rivier Colombia. De ingang van het hol bevindt zich aan den voet van
den Adamsberg, onder welke het verscheidene mijlen voortloopt, Het schouw
spel, dat zich daar binnen vertoont, is toovcrachtig en waarlijk grootsch. Men
ziet er geweldige zuilen van ijs, gevormd door het water, dat door het hol
stroomt en in zijn val bevriest. Welke ook de oorzaken van dit natuurver
schijnsel zijn mogen, onder welke men ongetwijfeld de sneeuwmassa's moet
rekenen, die den Adamsberg bedekken men breekt van deze zuilen stukken
af, die men op den rog van muildieren naar de Colombia transporteert, van
waar zij per schip naar hunne bestemming worden gebragt. Onze Tijd.)
BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER.
Dc luit. ter zee 1ste kl. J. B. Everwijn wordt met den 15 dezer maand
eervol ontheven van het bevel over het schroefstoomscbip de Amstel, en is dat
bevel opgevolgd door den luit. ter zee 1ste kl. K. C. Bnnnik.
De luit. ter zee» 2de kl. G. van Herwaarden, onlangs ter overgang op het
schroefstoomschip de Amstel, naar de Kust van Guinea vertrokken, en wegens
het intusschcn plaats gehad hebbende vertrek van dien bodem naar Nederland,
met particuliere gelegenheid, den 4 dezer maand, vandaar in bet vaderland
ernggekomen, wordt met het tijdstip zijner terugkomst op non-activiteit gebragt.