1868. N°. 151.
Woensdag 16 December.
26 Jaargai
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
BINNENLAND.
HELDERSCHE
EX XIEUWEDIEPER COURAXT,
„Wij huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent, behalve 35 cent zegelregt.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Woensdag den 16 dezer vertrekt de Oost-lndlselie
mail over Triest, Donderdag 17 dezer over Ularseille.
HELDER en NIEUWEDIEP, 15 [December.
Zeer gespannen is op het oogenblik de verhouding van Grieken
land tegenover het naburige Turkije. De sympathie der Grieken
voor de Candioten zou zonder de tusschenkomst van de gezanten
der mogendheden oorzaak worden van een vredebieuk tusschen beide
natiËn. De Turksche agenten, die toezigt moesten houden op het
inschepen der naar Creta terugkeerende Candioten, zijn door de
bewoners van Aegina mishandeld en op onderscheidene wijzen pogen
de Grieken blijken te geven van medewerking om den opstand tegen
het Turksch gezag op Candia levendig te houden. De minister van
buitenl. zaken te Athene heeft in de kamer der vertegenwoordigers
in zijne mededeelingen omtrent den toestand des lands gesproken
van de grootmoedige ondersteuning aan Candia verleend en juist die
begunstiging door de Grieksche regering wordt door die van Turkije
zoozeer gelaakt, zoo dat zij er aan denkt om de betrekkingen met
Griekenland af te breken. In Thessalië zjjn 40,000 man Turksche
troepen bijeengetrokken, die bij het uitbreken van een oorlog bestemd
zijn een inval in Griekenland te doen. De Grieksche regering ver
zekert daarentegen, dat zij handelt in overeenstemming met de
waardigheid der natie. Doch hoe zeer tot nog toe de pogingen
der diplomatie om Griekenland deze gedragslijn te doen verlaten
zonder uitwerking zijn gebleven, gelooft men toch, dat voor den
17 dezer, door tusschenkomst der gezanten, wel eene schikking zal
tot stand komen.
Volgens berigten uit Athene van den 8 dezer heerschte er groote
opgewondenheid onder het publiek. De dagbladen waren vol oorlog
zuchtige berigteu. Er liep een gerucht van de vorming van dertig
bataillons vrijwilligers. Er zouden Grieksche troepen naar de grenzen
gezonden zijn.
De zuivere opbrengst van de buitengewone vergadering, op Don
derdag 10 dezer, door het Lettermiunend Genootschap Liefde tot
Kunstten voordeele der noodlijdenden door de zeeramp op Terschelling
gegeven, bedraagt 831.65.
Naar wij vernemen, zal op het aanstaande Kersfeest weder
eene openbare les worden gehouden voor de leerlingen der Zondags
school van de Hervormde Gemeente alhier.
Het is bekend, dat in de laatste jaren door de regering her
haaldelijk is verzekerd, dat zij geneigd is aan het Hervormde Kerk
genootschap in ons vaderland dezelfde vrijheid te verzekeren als
door de andere gezindheden genoten wordt. Tengevolge van het
aangenomen beginsel: scheiding van kerk en staat, is van wege de
regering bepaald, dat met 1 April 1869 de regtstreeksche tusschen
komst van den staat bij het beheer der goederen van de Hervormde
Kerk ophoudt. Met het oog op dat besluit, houden met genoemden
datum de tot nogtoe bestaande collegiën, belast met het beheer der
kerkelijke goederen van bedoelde gezindheid op te bestaan, als daar
zijn: de collegiën van kerkvoogden, notabelen, het provinciaal en
het algemeen collegie. Door het thans nog fungerende algemeen
collegie is nu vastgesteld een besluit ter voorloopige organisatie
van de Ned. Herv. Kerk, aangaande het beheer der kerkelijke
goederen en fondsen bij hare gemeenten en het toezigt daarop. De
voorschriften omtrent deze belangrijke aangelegenheid zijn in 28
artikelen nedergelegd. Wij ontleenen daaraan de meest gewigtige
bepalingen.
In de gemeenten zijn, naar gelang van hun zielental, twee, vier,
zes, acht, enz. notabelen en een, drie, vijf, enz. kerkvoogden. De
eersten worden door stemgeregtigde leden der gemeente, de laatste
door de notabelen gekozen. Stemgeregtigde leden eener gemeente zijn
alle manslidmaten, die onder haar ressort wonen, den ouderdom
van 23 jaren bereikt hebben en ten minste dén jaar geleden öf bij
den kerkeraad geloofsbelijdenis hebben afgelegd, öf op ingedilnde
attestatie of bewijs van lidmaatschap als lidmaten der gemeente
erkend z(jn Van de stembevoegdheid zijn uitgesloten; a. zij die
in het laatste jaar door eenig armbestuur zijn bedeeld geworden
i. de kerkelijk geeensureerdenc. die onder curatele staan.
De stemming tot verkiezing van nieuwe notabelen geschiedt in
de maand Januarij 1869, ten overstaan van de fungerende kerk
voogden of van eene door hen aan te wijzen commissie van ten
minste drie kerkvoogden of notabelen, op door hen te bepalen tijd
en plaats. Herstemmingen geschieden binnen drie weken na de
eerste stemming. Vier weken vóór de verkiezing van notabelen,
stellen de fung. collegiën van kerkvoogden gedurende ééne week de
lijst van stemgeregtigden ter inzage voor de leden der gemeente.
Nadat er een tijd verloopen is voor het inbrengen van bezwaren,
wordt tien dagen vóór de stemming de lijst vastgesteld. Ieder
stemgeregtigde ontvangt een stembiljet in blanco, waarbij gevoegd
is de opgave van het aantal te verkiezen notabelen en van plaats
en tijd der stemming. Het stemmen geschiedt op de tegen
woordig algemeen gebruikelijke wijze; de ingevulde billetten worden
door de stemgeregtigden zelve in een gesloten bus geworpen.
De gekozen notabelen worden binnen veertien dagen bijeengeroepen
tot de verkiezing van nieuwe kerkvoogden. In de maand Maart
1869 kiezen kerkvoogden en notabelen in eene gecombineerde bijeen
komst uit hun midden één of meer afgevaardigden naar de provinciale
kiesvergadering, die in de hoofdplaats der provincie wordt gehouden.
Deze kiesvergadering kiest een bepaald aantal leden, uitmakende
het provinciaal collegie; elk provinciaal collegie wijst éón lid uit
zijn midden aan om lid vaD het algemeen collegie te zijn.
Zoodra al deze verkiezingen zijn geschied, eindigt de tegenwoordige
wijze van beheer der kerkelijke goederen en fondsen en wordt
namens den staat het toezigt daarop aan het nieuw optredend
collegie plegtig overgedragen.
"Vrijdag avond a. s., ten half acht ure, zal door den heer
K. Lastdrager eene spreekbeurt worden vervuld in het gebouw tot
zedelijke ontwikkeling in de Nieuwstad. Het onderwerp waarover
ZEd. spreken zal, is getiteld: „Wat kan, tcat moet, wat zal er van
wee kinderen worden
Door het burger-muziekgezelschap Concordia zal in den loop
der volgende maand eene uitvoering gegeven worden ten behoeve
der armen in deze gemeente. Reeds circuleert daartoe eene lijst bij
de ingezetenen en wij zullen onzen lezers zeker niet behoeven te
zeggen, dat wij het menschlievende doel dier vereeniging ten sterkste
aanbevelen.
Het Israëlitisch Collegie Nut en Vermaak alhier hield jl.
Zaturdag avond in het lokaal Tivoli eene buitengewone vergadering.
De vergadering werd geopend met eene Inleidingsrede van den
voorzitter, den heer M. J. Manheim, welke toespraak werd afgewis-
seld door allegorische voorstellingen en koren, met begeleiding van
orchest-muziek, daartoe door den heer P. H. Polak vervaardigd.
Zoowel in voordragt als in zang kweten de jonge dames zich op
eene uitmuntende wijze van hunne taak. Uit het verslag van den voor
zitter bleek, dat de vereeniging zich in een bloeijeuden toestand
bevindt. Na eenige verpoozing werden achtereenvolgens de volgende
tooneelstukken opgevoerd1De dood van Saul en Jonathan, tafereel
uit de Bijbelsche geschiedenis, voorgedragen in de kleeding van dien
tijd; 2. Oost west, thuis best, of zes maanden in Engeland, blijspel
met zang, naar het hoogduitsch vrij bewerkt door den heer B. H.
Polak. Was het eerste stuk hoogst ernstig van inhoud, bij het
tweede ontstond er eene vrolijke stemming, die met het bal, waar
mede de vergadering besloten werd, tot laat na middernacht bleef
voortduren. Den werkenden leden en inzonderheid de beide jonge
dames, die in het blijspel optraden, komt welverdiend een woord
van hulde toe.
Het Collegie Nut en Vermaak, dat hier thans reeds 14 jaren be
staat, blijve, ook om het liefdadig doel dat het beoogt, nog lang
bloeijen tot nut en vermaak der leden, ten zegen van hen, die
van deze zijde ondersteuning mogen genieten!
Als zeildag van Zr. Ms. schroefstoomschip 1ste kl. de Amstel,
van Hellevoetsluis naar de Kust van Gninea, noemt men a. s. Maandag.
Als leerlingen voor de telegrafie zjjn toegelaten: C. C. C.
Richten, klerk bij den rijkstelegraaf te Groningen; W. Otto, klerk
bij dien te Amsterdam; A. Minkema, te Knijpe; H. J. J.Janssen,
te Arnhem; G. A. C. Keyzer, klerk bij den rijkstel. te Kampen;
F. H. de Jong, te Sloten; D. H. W. Lajjendecker, te Breda; G. II.
Peerboom, klerk bij den rijkstel. te Rotterdam; W. J. Kreete, klerk
bij dien te Amsterdam; R. de Stoppelaar Blijdesteyn, te Sneek;
C. J. de Back, te KadzandC. C. Gorter, klerk bij den rijkstel.
te AmsterdamX. A. Poeschmann, te Heusden D. P. Rinders, te
Breskens; K. H. Gevi, te UtrechtJ. H. Carlier, klerk bij den
rijkstel. te Amsterdam; J. A. Hummelinck, te Hattem, en P. J.
Meerburg, te Leiden.
Tot ontvanger der dir. bel., in- en nitg. regten en ace. te
Ossendrecht c. a. is benoemd de heer J. P. S. Jonqnière, thans
ontvanger der dir. bel. en acc. te Ried; tot ontvanger der dir. bel.,
in- en uitg. regten en acc. te Noordwijk c. a., de heer A. Engelenburg,
thans ontvanger der dir. bel. en acc. te Prinsenhage; tot ontvanger
der dir. bel. en acc. te Veendam, de heer R. H. Koops, thans ont
vanger derzelfde middelen te Zuidbroek.
De algemeene beraadslagingen over het lager onderwijs zijn
in de avondzitting van jl. Vrijdag door de Tweeede Kamer ten einde
gebragt. Behalve den minister van BinnenlandscheZaken, bespraken
nog onderscheidene leden het vóór en het tegen der onderwijs-wet
in hare toepassing. De heer Godefroi wekte zijne tegenstanders
op om of art. 194 der grondwet of de wet van 1857 te doen wijzigen.
Spreker spoorde die leden aan, om gebruik te maken van hun regt
van initiatief tegenover een minister, die niet overtuigd is van het
gegronde der bezwaren.
De heer van Foreest zeide dat, nu de houding van de regering in
de onderwijs-kwestie de reden is, waarom hij zijne stem tegen deze
begrooting zal uitbrengen, hij zich genoopt voelt om zijne stem te
motiveren. Niemand zal spreker onder de agitateurs rangschikken.
Sedert 1857 heeft hij geene enkele maal over de kwestie van het
onderwijs gesproken. Bij het adres van antwoord heeft hij gezwegen.
Maar hij heeft de schoolwet-agitatie met klimmende belangstelling
gade geslagen, en daarvoor steeds groote sympathie gevoeld. Het
oogenblik tot volkomene oplossing is, z. i., echter nog niet gekomen.
Deze is niet door eene schoolwet-herziening, maar alleen door eene
grondwet-herziening te verkrijgen. Zoolang de grondwet voorschrijft,
dat overal van staatswegé openbaar onderwijs zal worden gegeven,
kan er naar letter en geest geen twijfel bestaan, dat aan het bij
zonder onderwijs geduchte hinderpalen zijn in den weg gelegd.
Voor eene grondwet-herziening was de kwestie tot op heden niet
rijp. Of zij nu rijp daartoe is, durft spreker niet beslissen. Een
voorstel tot eene grondwet-herziening verwacht spreker dus van
deze regering niet. Maar dit is zjjne grief, dat de regering hals
starrig weigert, de minste concessie aan de voorstanders van het
bijzonder onderwijs te doen, en dat zij zelfs niet het minimum van
het ontwerp-Heemskerk wil schenken, waardoor althans aan enkele
bezwaren zou zjjn te gemoet gekomen. Zijne stem tegen deze
begrootiug moet dus als een votum van wantrouwen tegen dezen
minister van Binnenlandsche Zaken worden beschouwd. Spreker
betoogde vervolgens in het breede, dat de schoolwet-agitatie niet is
een pogen van eene politieke partij om aan het bewind te komen,
noch ook afkomstig van eene godsdienstige partij, die in het neutraal
karakter der school aanstoot vindt; maar eene beweging, die voort
spruit uit het ontwaakte volksgeweten en den ontwaakten vrijheidszin
want deze zijn de twee nationale karaktertrekken: godsdienstzin en
vrijheidszin.
De minister van Binnenlandsche Zaken sprak in zijne beant
woording o. a. ook over schoolgeldheffing. Hij herinnerde daarbij
aan de geschiedenis van het daartoe betrekkelijk wetsartikel. Aan
vankelijk bestond het denkbeeld tot verpligte schoolgeldheffing, maar
de Kamer heeft uitdrukkelijk verlangd, dat aan dat denkbeeld geen
gevolg zou worden gegeven. Wat het kosteloos onderwijs betreft,
het is aan de gemeentebesturen overgelaten om ten dien aanzien te
beslissen. Men heeft daarbij Tolstrekt niet gedacht, het bijzonder
onderwijs te drukken, en bovendien heeft men in de laatste jaren
het schoolgeld al meer en meer zien heffen. De Minister verzekerde
ten slotte, dat de regering vasthoudt aan het denkbeeld om geene
wijziging te brengen in de wet, maar dat zij voor eene eerlijke toe
passing zal zorg dragen.
In de zitting van Zaturdag zijn de onderscheidene posten van
dit deel der begrooting aan de goedkeuring der Kamer onderworpen.
Door de heeren Gefken, van Kuyk en de Brauw werden verschil
lende amendementen voorgesteld, allen de strekking hebbende om de
sommen voor het openbaar onderwijs uitgetrokken of de snbsidiën
aan gemeenten voor het onderwijs te verminderen. Al deze amende
menten werden met meerderheid van stemmen verworpen.
In de zitting van gisteren (Maandag) waren de beraadslagingen
gewijd aan de 8ste afdeeling van Hoofdstuk V der begrooting
(Kunsten en Wetenschappen). Door den heer de Bruyn Kops is
een amendement voorgesteld, strekkende om de som van 12,000,
uitgetrokken voor herstellingskosten van het Paviljoen te Haarlem,
met 10,000 te verminderen. De voorsteller gelijk mede de heer
Thorbecke noemden het Paviljoen een lastpost voor het rijk en
wenschten, dat het gebouw mogt overgaan in handen van particulieren.
Andere sprekers, inzonderheid de beide Haarlemsche afgevaardigden,
de heeren Koorders en van der Ilucht, bestreden het amendement,
dat ten slotte met 49 tegen 18 stemmen verworpen werd. De
discussiën zouden gisteren in eene avondzitting worden voortgezet.
De Commissaris des Konings in de provincie Noordholland,
heeft ter kennis gebragt, dat dc sluiting van de jagt op klein wild
in Noordholland voor dit jaar is bepaald op 31 December e. k.,
en het verkoopen, te koop uitstallen en vervoeren van klein wild,
uiterlijk tot en met 14 Januarij 1869 zal mogen plaats hebben.
Ds. G. J. Hulsman, pred. te Westmaas, heeft toezegging van
beroep ontvangen naar de Herv. Gemeente te Broek op Langcndjjk.
Drietal te GroningenKuyper, te Utrecht; van Son, te Warmond
en Beman Brouwer, te Harderwijk.
Door ds. J. van Loenen Martinet, Herv., en ds. J. H. C. Heyse,
Evaug.-Luth. pred. te Zaandam, is het plan gevormd tot de uitgave
van een Nieuw Kerkelijk Weekblad, dat ten doel heeft de moderne
beginselen toe te lichten en te verdedigen.
Door den jongsten storm is aan de werken op den Hoek van
Holland geene schade ontstaan. De dammen in de Noordzee hebben
niets geleden. De geul in het strand tusschen de dammen is weder
eenigszins verdiept, en het kanaal aldaar door de zee verruimd,
waardoor nog eenig zand in de geul van het kanaal is nedergezet.
De vloed heeft de hoogte bereikt van 1.20 el boven gewoon hoog
water; de wind was bijna noordwest; de winddruk 125 pond en
golfdruk aan de zuidelijken dam in zee 7500 pond op de vierkante el.
Het kanaal stroomde in den namiddag van 7 dezer ten 12J uur,
tegen het laatst van het getij, nog met eene snelheid van ongeveer
2 el in de seconde. Ook aan de havenwerken in dc Noordzee, bjj
Wijk aan Zee, is geene schade toegebragt. Stoompost
Jl. Zaturdag is te Utrecht door Graaf Schiraraelpenninck tot
Nyenhuis, 'sKonings commissaris bij den Nederl. Weerbaarheids-Bond,
aan de permanente afdeeling van het Centraal Comité, namens Z. M.,
het pracht-stambock voor den Bond overhandigd. Dit vorstelijk geschenk,
in formaat grand aigle en gebonden in een Nassauër-blaauwen lederen
baud, is van oranje-moirée-zijden schutbladeren voorzien en verguld
op snede. De besteekbauden dragen de nationale kleuren met het
oranje daarboven. De vergulding van den rug en de beide platten
zijn, met uitzondering van den titel op het voorplat, geheel uit de
hand bewerkt; zoo ook het basreliëf en de afronding der kanten.
Op de eerste bladzijden van het boek, het telt in het geheel ruim
800 folio's, staat in gouddruk het gedicht van mr. Buriage, van
den 26 Oct. jl., voorafgegaan van den titel: „Stamboek," die mede
in gouden letteren prijkt. Het geheel is met zilver versierd. Aan
de acht hoeken der beide platten zijn sierlgke wapen-tropheeën in
zilver aangebragtaan de bovenzijde is de vaandel-medaille in zilver
en aan de onderzijde het Nederl. wapen, mede in zilver, geplaatst,
en zilveren sloten sluiten het boek.
Jl. Zaturdag werd te Utrecht in het gebonw voor Kunsten en
Wetenschappen eene vergadering gehouden door hen, die eene conser
vatieve „algemeene kiesverecniging" voor de verkiezing van leden
der Tweede Kamer en der Provinciale Staten wenschen opgerigt te
zien. Er waren vele personen uit alle oorden des rijks bijeengekomen,
die een reglement voorloopig hebben aangenomen, waarvan de redactie
nog nader in eene vergadering in April definitief zal worden vast
gesteld. Daar men openbaarheid wil, zal dat reglement, zoodra
doenlijk, aan alle bladen ter opname worden medegedeeld. (U. D.)
Te Baarn werd dezer dagen de diaconie aangenaam verrast
door een legaat van 1200, 3 pCt. vermaakt door wijlen Anna
Adriana Schultz, die sedert jaren dienstbode was bij eene zeer aan
zienlijke familie, aldaar woonachtig.
Een gedeelte der te Deventer wonende Israëlieten van orthodoxe
denkwijze, heeft zich van de Israëlitische gemeente afgescheiden en
een „nieuwe Israëlitische gemeente" gesticht. Door het voorloopig
bestuur is aan den Koning het verzoek gerigt om erkenning als
regtspersoon, en aan den gemeenteraad, om aan de nieuwe gemeente
te verkoopen een stuk grond tot het aanleggen eener begraafplaats.
Sedert eenige maanden regeren te Genderen de mazelen zoo
verschrikkelijk, dat daarvan als het ware geen enkel huisgezin ver
schoond bleefveelal was die ziekte van een kwaadaardig karakter
vooral in de laatste weken. Thans echter, nu men zoogenaamd
doorgeziekt is, zjjn ze zeer aan het verminderen. Dat die ziekte
aldaar in den omtrek zoo vele slagtoffers gemaakt heeft, wordt door
de doctoren vooral toegeschreven aan het ongunstige saizoen.
Men kan zich naauwelijks herinneren ooit zoo laat als dit jaar
het vee in de weide te hebben gezien. Er zijn te Genderen nog vele
boeren, die al hun vee nog in het land hebben, hetwelk aan zeer
velen goed te pas komt, aangezien men door de buitengewone
droogte van dezen zomer niet genoegzaam voor wintervoeder heeft
kunnen zorgen.
Berigten van het eiland Java, loopende tot 4 Nov., luiden
omtrent de Balische expeditie zeer gunstig. Het einde schijnt nabij
te zijn, hoewel het hoofddoel der expeditie, de gevangenneming of
het voor altijd onschadelijk maken van Ida Madeh Raki, nog niet
is bereikt.
Armoede en sterfte gaan hand aan hand. G. Fr. Kolb geeft
in zijn handboek der statistiek belangrijke cijfers ten bewijze van
den invloed, dien welvaart en ellende hebben op den levensduur