1869. N°. 10.
Vrijdag 22 Januarij.
27 Jaargang.
eerste bekendmaking.
LOTING VOOR DË NATIONALE MILITIE.
BINNENLAND.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
n
IPv»
lts va;
'ltatei
edieni
en
gebrti
hoi»,
ent q
)p ij
Upq
HELDERSCHË
EN NIEUWEDIEPER COURANT,
„Wij huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
M franco per post - 1.65.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent, behalve 35 cent zegelregt.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
'8i
154 4
8i BURGEMEESTER en "WETHOUDERS der gemeente HELDER maken bekend,
dat de LOTING over de in 1868 in deze gemeente ingeschrevenen voor de lig-
64 ting der Nationale Militie van 1869 is bepaald op VRIJDAG den TWAALFDEN
12^1 en °ZATURDAG den DERTIENDEN PEBRUARIJ eerstkomende, op beide
61 dagen des VOORMIDDAGS ten NEGEN URE, op eiken dag over die inge-
schrevenen, welke daartoe bij afzonderlijke billetten worden opgeroepen.
De loting zal plaats hebben in het WEESHUIS, in te gaan door de
Oostelijke Poort.
Gedurende vijf dagen, te rekenen van den dag waarop de loting heeft plaats
gehad, kunnen tegen de wijze, wa&rojj zij is geschied, bij de Gedeputeerde Staten
dik bezwaren worden ingebragt door belanghebbende lotelingen, of door huu vader
of voogd, bij verzoekschrift, op ougezegeld papier, onderteekend door hen die
ijzen,-het bezwaar inbrengt.
i- va: Dat verzoekschrift moet worden bezorgd bij den Burgemeester dezer gemeente.
le!l Voorts wordt in herinnering gebragt, dat zij, die vermeenen vrijstelling van
dienst te kunnen erlangen, daarvan bij de loting opgave moeten doen aan den
i Heer Militie-Commissaris.
a 28,
Bovendien zullen zij, die vrijstelling reclameren wegens broederdienst, gehouden
zijn, zich op Maandag den 15den Pebruarij, des morgens tusschen 9 en 12
a j, ore te vervoegen aan het Raadhuis, met de geboorte-bewijzen van al hunne
broeders en
aan het Raadhuis,
de bewijzen van dienst
11 dienst zij hnnne reclame gronden.
of zakboekjes hunner broeders, op wier
a Ui
Helder,
den 21 Jannarij 1869.
Bargemeester en Wethouders voornoemd,
STAKMAN BOSSE, Bargemeester.
L. VERHEY, Secretaris.
dat
nge:
HELDER en NIEUWEDIEP, 21 Januarij.
L'Indépendance Beige deelt het volgende, jl. Maandag van zijnen
Loedenschen correspondent ontvangen telegram omtrent den afloop
der Parijsche Conferentie mede„Het protocol is gisteren door de
tsai gevolmagtigden van Frankrijk, Oostenrijk, Groot-Briltannië, Italië,
itenl Pruissen en Busland onderteekend geworden. In dat stuk wordt
Belg. over de incidenten, welke tot de breuk tusschen Turkije en Grieken-
laad aanleiding gegeven hebben, niet uitgeweid. Het zegt alleen,
ca'1 dat die breuk en de gebeurtenissen, welke haar hebben veroorzaakt,
nla de oaderteekenaars van het Parijsche verdrag van 1856, bezield
door het verlangen om den vrede in het Oosten te behouden, hebben
lort genoopt zich te vereenigen, ten einde andermaal tot eene bepaling
der beginselen van het internationale iegt over te gaan. De gevol-
1111 magtigden verklaren in hun protocol op plegtige wijze, dat elke
staat, die den opstand op het grondgebied van een anderen staat
aanmoedigt, hetzij door zijne havens te openen voor kaperschepeo,
rkt. die eene wettig afgekondigde blokkade trachten te verbreken, hetzij
zei door zijne medewerking te verleenen tot het vormen op zijn gebied
van expeditiën, bestemd om invallen te ondernemen op het grond-
gebied van een anderen staat, waarin een opstand is uitgebarsten,
zich aan verkrachting van het volkenregt schuldig maakt.
Deze verklaring der gevolmagtigden zal ter kennis van het Helleen-
sche gouvernement worden gebragt door middel eener collective nota
der zes mogendheden, die het protocol onderteekend hebben, onder
uitaoodiging om daaraan zijne adhaesie te schenken, in welk geval
pen Turkije zijn bekend ultimatum zal intrekken.»
ra De rede, waarmee Keizer Napoleon jl. Maandag de zitting van
het Wetgevend Ligchaam opende, geeft overvloedige gelegenheid om
daaraan tjjdsbeschouwingen vast te knoopen. Let men op hetgeen
de Keizer zegt betrekkelijk de binnenlandsche politiek, dan bemerkt
men, dat hij er niet tegen op ziet om over zijne eigene regerings
daden de loftrompet op te steken. Het evangelie wordt zelfs te hulp
geroepen om de kracht der Keizerlijke staatkunde te versterken.
„Aan de vruchten kent men den boom", die sprenk van den
stichter des Christendoms, wordt gebezigd, om, met den blik op den
tegenwoordigen toestand van Frankrijk, aan de vergadering en het
53t volk te verkondigen, dat het zich gelukkig mag rekenen onder de
zegeningen van het Keizerlijk bestuur. „Gedurende de laatste twintig
L jaren, ben ik mij niet bewust eene enkele gedachte gekoesterd of
«ene enkele daad verrigt te hebben, die niet het belang en de
grootheid van Frankrijk beoogde." Aan toejuichingen bij deze zin-
snede ontbrak het niet. Echter zijn allen in Frankrijk het niet
met die toejuichers eens. Le Siècle meent te kunnen ontkennen,
ooi dat de drie wetgevende zittingen heilzame vruchten hebben opge-
80, leverd en zou bet dan ook als eene onherstelbare ramp beschouwen,
indien dezelfde afgevaardigden door de kiezers op nieuw verkozen
77 mogten worden. „Met eene meerderheid als de tegenwoordige,"
zegt het oppositie-orgaan, „moet men zich niet voorstellen het lot
78. van Frankrijk te kunnen vestigen op het innige bondgenootschap
tusschen het gezag en de vrijheid."
d" Van de conferentie gewaagde Keizer Napoleon als van eene gewigtige
fj tn grootsche handeling; hij heeft echter slechts gesproken van het
ten einde loopen en niet van de beëindiging van de taak der
l0i conferentie. Het Journal officiel bewaart daaromtrent ook nog het
;a stilzwijgen. Andere bladen beweren echter dat de werkzaamheden
ten einde gebragt zijn. De Tnrksche gevolmagtigde heeft van zijn
gouvernement last ontvangen om het protocol te onderteekenen en
aan het Grieksche kabinet zal door een secretaris kennis gegeven
worden van den inhoud van bedoeld stuk.
L'Etendard zegt„De redevoering des Keizers is herhaaldelijk
e doos' teekenen van instemming en door toejuichingen afgebroken,
i welke vooral krachtig waren bij die gedeelten, waarin de Keizer
c zijn vast voornemen te kennen gaf om de rnst in het binnenland
o en den vrede in het buitenland te handhaven. De rede in haar
geheel wordt teregt als vredelievend en vrijzinnig beschouwd." La
France zegt: „Nimmer heeft de troonrede beter overeengestemd met
het billyke gevoel van waardigheid, hetwelk Frankrijk in zijne be-
trekking tegenover het buitenland bezielt, en met Frankrijks liberale
aspiratiën met betrekking tot de binnenlandsche aangelegenheden.
Frankrijk wil in het buitenland vrede, een Frankrijk waardigen
vrede. Het gevoelt zich sterk genoeg en gereed om aan alle gebeur
lijkheden het hoofd te bieden, en om in den raad der volken die
moderne begrippen te ondersteunen, waarop, onder waarborging van
Frankrijks eigene belangen, de rnst van geheel Enropa behoort ge
grondvest zijn. Wij vreezen den oorlog niet, indien de omstandig
heden ons daartoe dwingen, doch onze wapenen behoeven de andere
mogendheden geenszins schrik aan te jagen, indien zij zelven slechts
met vredelievende bedoelingen bezield zyn."
Het gerucht als zou de Hertog van Aosta, tweede zoon van
Victor Emmannel, door de voorloopige regering in Spanje tot
kandidaat voor den Spaanschen troon gesteld zijn, wint meer en
meer veld. De laatste berigten uit het Pyreneesche schiereiland
luiden, dat van de 350 gekozen afgevaardigden 300 tot de monarchale
30 tot de republikeinsche partij en 20 tot de Bonrbonsgezinden
behooren.
De conferentie heeft gisteren ten 3 ure eene zitting gehouden.
Het Journal Officiel berigt, dat de laatste moeijelijkheden, die het
ten einde brengen van de taak der conferentie vertraagden, uit den
weg zyn geruimd, en dat de Turksche gezant magtiging heeft out-
vangen om zijne goedkeuring aan de besluiten der conferentie
te hechten.
Gisteren avond had in een der lokalen van Tivoli eene vergadering
plaats van de kiezers-vereeniging Evangelie en Vryheidwelke ver
gadering was bijeen geroepen tot het kiezen van candidaten voor
de betrekkingen van notabelen der Hervormde Gemeente alhier.
Deze vergadering werd door 33 leden bijgewoond. Door den president,
de heer D. de Lange, werden eenige bepalingen medegedeeld van
het besluit van het Algemeen Collegie voor het beheer der kerkelijke
goederen te 's Gravenhage, waarna werd overgegaan tot de keuze
van 14 candidaten. Met volstrekte meerderheid van stemmen werden
gekozen de heerenJ. Goedkoop, H. Daarnhonwer, S. Braaksma,
W. J. Maalsteed, P. C. de Winter, C. Bakker Bz., C. Boon,
C. J. Blok, B. Werendlijn Smit, J. Venster, W. Kok, P. A. C.
Hugenholtz, Chr. van Veen en L. Jelgersma.
Tot lid van het bestuur der kiezers-vereeniging, in de plaats van
wijlen den heer J. van der Haar, werd gekozen de heer P. Üurbanus.
Tot griffier bij het kantongeregt te Sohagen is benoemd
mr. S. P. J. Kros, advocaat alhier.
De Koninklijke goedkeuring is verleend aan de statuten der
Vereeniging tot bevordering van Christelijk onderwijs alhier.
Jl. Dingsdag werd alhier op plegtige wijze uitgereikt de gou
den medaille voor 36 jaren onafgebroken, eerlijke en trouwe dienst
aan den sergeant van het corps mariniers H. F. Brackel. De
jubilaris heeft, gedurende zijn loopbaan bij het corps, een reeks
van jaren in Nederlandsch-Indië doorgebragt en ontving de Militaire
Willemsorde, als belooning wegens zijne onderscheiding by de
expeditie op het eiland Sailoos. Te meer prijkt dit eermetaal,
gevoegd nevens den lauwer van moed, beleid en tronw.
Ook de marinier 1ste kl. D. Craymes werd dien dag met de
gouden medaille versierd. Ook hy onderscheidde zich steeds als
een flink soldaat, wiens naam mede met eere bij het corps wordt
genoemd.
Te Amsterdam werd dat zelfde eereteeken toegekend aan den
sergeant-majoor van der Horst en aan den marinier 1ste kl. Prins.
Tot lid van de Vereeniging voor de statistiek in Nederland is
o. a. benoemd mr. A. P. de Lange, leeraar aan de hoogere burger
school te Alkmaar.
Z. M. heeft aan A. Geillet, door het hof in Zeeland tot de
doodstraf veroordeeld, gratie verleend, en die straf veranderd in een
tuchthuisstraf van 20 jaren.
Z. M. heeft benoemd tot lid van den Baad van State,
mr. J. H. Geertsema Cz., lid der Tweede Kamer, oud-minister van
Binnenlandsche Zaken.
Te Amsterdam overleed dezer dagen de gepensioneerde schout
bij-nacht Prederik Anton Jöhr.
Beroepen tot tweeden predikant te Dedemsvaart, dr. J. A.
Gerth van Wijk, te Kampen; bij de Christ. Afg. gemeente te
Haarlem ds. J. Holster, te Leiden.
Drietal te Alkmaar: van der Linden te Zevenbergen, van
Maasdjjk te Katwijk aan Zee en Vliegenthart te Vreeland.
Gedurende het jaar 1868 zyn te Enkhnizen geboren 231
kinderen en overleden 207 personen. De bevolking bedroeg den
81 December 11. 5601 zielen.
Naar de AmstCrt. verneemt, heeft mevr. Nieman-Seebach,
die thans in het Grand Théatre van v. Lier als gast is opgetreden,
van H. M. de Koningin eene uitnoodiging ontvangen, om Maandag
25 dezer eene voorlezing aan het hof te houden.
Op de week- en jaarmarkten te Hoorn werden gedurende het
jaar 1868 aangevoerd: 1740 paarden, 14,670 koeyen, 1790 kalveren,
19,380 schapen, 12,130 lammeren, 19,445 varkens, biggen en
zeugen, 1056 bokken en geiten, 1,741,129 N. p. kaas, 109,000 kop
boter, 11,280 kippen en 6150 eenden.
Jl. Zondag had te Beverwijk eene eenvoudige plegtigheid plaats,
die algemeen sympathie vond bij de ingezetenen. Den burgemeester
dier gemeente werd door de Noord- en Zuidhollan'dsche reddings
commissie, waarvan ZEd. mede-lid is, namens het bestuur teAmsterdam,
aangeboden een groote zilveren medaille, als blijk van waardeering
van den moed door den burgemeester aan den dag gelegd, toen op
29 December 1868 onder Velsen gestrand was het Fransohe schip
Scabieuse, en ZEd. met voorbijzien van eigen levensgevaar zich aan
het roer der reddingboot plaatste en bevel gaf om in spyt van
de woedende zee eene poging te wagen tot redding van de
schipbreukelingenwelke poging voor twee van dezen het behond
geweest is.
Te 's Hage is sinds eenigen tijd sprake van een adellijk heer
uit Parijs, die op den Scheveningschen weg doofstom was gevonden.
Allerlei verhalen zijn daaraan verbondenmeu spreekt van de ge
heimzinnige verdwijning uit Parijs van een geleerde, lid der academie
van wetenschappen; maar een lid der academie zal wel een spreker
zijn en de man in kwestie was doofstom.
Onder de passagiers, die dezer dagen in een der Delftsche
stoombootjes scheep gingen, was er een in beschonken toestand.
Op de hoogte van den zaagmolen des heeren Mutzuy kwam deze
man uit de achterkajuit en sproDg onverhoeds in de Schie. Of hy
in den toestand van verhitting, waarin hy verkeerde, behoefte ge
voelde aan een koud bad, dan wel geen vrede meer had met dit
leven en daarom den dood in de golven der zacht vloeyende rivier
wilde zoekenmaar indien 't eerste het doel is geweest, dan heeft
de man het alleen aan de hulp der werklieden van een der zaag
molens in den omtrek te danken, dat dit doel niet is voorbij
gestreefd geworden. Door die werklieden uit het water gehaald,
heeft men in zyn gemoedstoestand (het kille water had de uitwerking
van den jenever niet overwonnen) reden gevonden, om hem te
Overschie in verzekerde bewaring te brengen.
Te Megen heeft H. S., na eene hevige woordenwisseling, zyn
zwager met een broodmes in den buik gestoken en eene gapende
wonde toegebragt. Men hoopt nog op het behoud van den verwonde.
De dader is gearresteerd en naar 's Bosch overgebragt.
Te Zwolle is jl. Vrjjdag 35.25 voor vat boter van 20 "S
besteed. Voor omstreeks 25 jaren kostte dezelfde hoeveelheid
circa ƒ7.
De heer Janssen, gepensioneerd kolonel der Nederlandsche
Marine, heeft dezer dagen eene conferentie gehad met de Kamer
van Koophandel en Fabrieken te Middelburg, om te beraadslagen
over een door hem ontworpen plan eener stoombootdienst van daar
op Noord-Amerika, zoodra de spoorweg- en kanaalwerken zullen
zyn voltooid.
De Engelsche bladen behandelen nog altijd de vraag of
Gibraltar moet worden opgegeven of niet. De Friesche Courant
bepaalt zyne aandacht bij die kwestie, en merkt op dat de Engel
schen sinds den Krimoorlog tot het besluit zijn gekomen dat het
bezit van vaste punten over den ganschen aardbol Dog niet de
wereldheerschappij in handen geeft. Vandaar dat ze de Ionische
eilanden aan Griekenland afstonden en nu ook de Spanjaarden (even
als tjjdens den afstand der Ionische eilanden aan Griekenland) in
eene periode van regeringsverwisseling verkeeren, willen ze
Gibraltar wel slijten en dat verruilen tegen Ceuta, op de
Afrikaansche kust gelegen. Als reden voor het opgeven van
Gibraltar noemen de Engelschen de omstandigheid, dat het zijn
belang als maritime sterkte heeft verloren, sedert de oorlogsvloten
uit stoomvaartuigen bestaan. Zeer waar! Door de moeyelykheid om
den sterken stroom in de straat van Gibraltar te overwinnen, konden
vroeger oorlogschepen voor die vesting heel gemakkelijk in den
grond geboord worden, voor ze den tijd hadden de zeeëngte te
passeren. Thans strijken oorlogsbodems met stoomvermogen voorbjj
de kanonnen der batterijen en geven de zware, geblindeerde drijvende
batteryen „vrij schot."
Intusschen geven de heeren Engelschen niet de ware reden op
van hunne bereidvaardigheid om Gibraltar op te geven. Het zal
omstreeks veertig jaar geleden zijn, dat een Hollandsch officier de
vestingwerken van Gibraltar in oogensohouw nam. Daar de forti
ficatiën grootendeels in de rotsen zyn uitgehouwen, maakte onze
landgenoot de opmerking dat deze rotsvesting in de praktijk geen
penDy waard was, aangezien bij eene wel onderhouden kanonnade
de artilleristen van den rook zouden moeten stikken. De Engelschen,
die tydens de verdediging van Gibraltar door Elliot tegen de
Franschen wel zullen hebben ondervonden dat het beweerde waar is,
verboden sedert den toegang tot het binnenste der vestingwerken
aan eiken vreemdeling, inzonderheid aan Nederlanders. Mogt Gibraltar
eens door eene vloot, op de hoogte van onzen tyd, worden aan
gevallen, dan zou het hoogst waarschijnlijk blijken, dat het by
lange na niet zoo onoverwinnelijk is als men elkander iu Engeland
wijs wil maken.
Door den heer Edmond About is dezer dagen een zeer be
langrijk artikel geschreven over de Grieken en de Turken, wier
zeden en gewoonten hij van nabij heeft bestudeerd. Van de eersten
zegt hy, dat zij zeelieden, kooplieden, bankiers en diplomaten van
de beste soort zyn, met wie men zich kan verstaan zonder ze juist
lief te hebben, maar men kan hun geen uitmuntende verdiensten
ontzeggen.
Van de Turken zegt hij het volgende: De Turk heeft met eenige
uitzonderingen veel minder arglistigheid en kunstvlijt dan de Griek,
maar ik daag u uit om mjj een volk aan te wijzen, dat in den
grond eerlijker, welwillender en verdraagzamer is. Hij is dapper op
het vlakke veld en met open vizier heeft hij gestreden om zich in
een gedeelte van Europa, Azië en Afrika te vestigen. Wjjs mij een
mensch aan, die waarlijk meer meDseh is dan de Turk! Hij deinst
niet terug voor de ruwste werkzaamheden en is van veroveraar
landbouwer geworden, zoodat ik n kan verzekeren, dat een Turk
aan den ploeg niet minder geduldig of waardig is dan Cincinnatus.
Zijn godsdienst is wel niet de uwe, maar hij aanbidt denzelfden
God als gij, gelooft aan Hem in dezelfde mate, doch bewijst Hem
een grootere en meer naauwgezette hulde. Om God te behagen, wascht
hij zich zooveel keeren op een dag als de laag-Bretonsche boer in
een jaar, en in zijn gebeden, vasten en aalmoezen is hy stipter dan
elk Christen. Gij zult het hem misschien tot een verwjjt maken,
dat hy een verachting aan den dag legt voor degenen, die niet
gelooven aan de openbaring van Mohammedmaar gij zelven, gelooft
gij u niet verheven boven de Joden, omdat dezen de openbaring
van den Christns hebben ontkend? Men moet niet uit het oog
verliezen, dat het Christendom een Joodsche, het Islamisme een
Christelijke secte is en dat die dtie godsdiensten niets anders zyn
dan de takken van een ouden Indlschen stam. De Turk blyft
onafscheidelijk aan zijn geloof vasthouden, doch bij is daarom
volstrekt geen vervolger.
BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER.
De lnit. ter zee 2de kl. J. T. F. Bruyn, dienende op het wachtschip te
Hellevoetsluis, wordt den laatsten dezer op non-act. gesteld, en den 1 Febr.
daaraanv. op dien bodem vervangen door den luit. ter zee 2de kl. P. J. L. do
Chatelenx.