1869. N°. 68.
Zondag 6 Junij.
27 Jaarr
binnenland!
ADVERTENTIE N.
Uitgever
Bureau:
A. A. BAKKER Cz.
3ST A
10"!
W. J. KNOOP,
W. J. K N 0.0 P,
HELDERSCHE
EN NIEUWEDIEPER COURANT,
„W ij huldigen het goed e."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
MOLENPLEIN, N°. 163.
Prijs der Advertcntiën: Van 14 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent, behalve 35 cent zegelregt.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
De dag is nabij, waarop de kiezers in de onderscheidene districten,
naar het grondwettig voorschrift, aan de stembus worden geroepen
tot het doen ecner keuze voor het lidmaatschap der Tweede Kamer.
Zoo ooit, dau is thans de dag der verkiezing een gewigtige dag
voor ons vaderland. Bij deii verkiezingsstrijd staan ditmaal de
partyen heftig tegenover elkander, want in de meeste districten
wordt gekampt over het beginsel der gemengde school, in het
oog van den een het instrument van verlichtings—politiekbestemd
om het geloof en de godsdieust uit te roeijen, in de schatting
van den ander het sieraad van ons land, de kweekster van onderlinge
liefde en verdraagzaamheid.
De candidateu, die in ons district van weerszijden zijn aanbevolen,
zijn door onderscheidene couranten-artikelen, brochures, aankon
digingen, manifesten, vliegende blaadjes, euz. genoegzaam bekend
gemaakt, voor zooverre ze dit nog niet waren. Wij houden ons
daarom verschoond van de moeite ze nu nog nader te doen kennen.
Alleen willen we thans een waarschuwend woord doen hooren
tegen zorgeloosheid. Het is mogelijk, dat velen, die de menig
vuldige aanbevelingen van den heer Knoop lezen, in de mcening
zouden verkeeren, dat men zoo goed als zeker van zijne zaak kan zyn.
Wy gelooven echter, dat ieder, die de beginselen voorstaat, door den
heer Knoop beleden, dat ieder die zijne verkiezing wenscht, zich aan
een groot verzuim schuldig maakt, door van de stembus weg te blijven.
Wel is het in ons kiesdistrict het Luilekkerland niet der schoolwet
agitatie, maar toch is de partij niet ligt te achten, die de verkiezing
van den heer van Foreest als eene hoogst wenschelijke zaak beschouwt.
Het geldt de zaak der gemengde school, voor eiken verlichten burger
een heilige zaak, en daarom mag niemand zich van de stemming ont
houden; bij de kennisneming van den uitslag, mogt het ongebruikt
gebleven stembillet ons eens een ernstigen welverdiend verwijt doen.
Acht gij de verkiezing van den heer Knoop genoegzaam zeker,
welnu, voeg uwe stem by die der meerderheid, de zege is daar
door des te grooter. Wek kennissen en vrienden op, om mede ter
stemming te gaan! De oogen van heel ons vaderland zijn inzonderheid
ook op ons kiesdistrict gevestigd. Laauwheid en onverschilligheid
zouden den doodsteek kunnen zijn voor de gemeugde school, eene der
schoonste instellingen des lands, waarop elk Nederlander met regt
trotsch kau zijn.
De dag is nabij, waarop de stemming zal plaats hebben en de
nadering van dien dag doet ons met des te meer nadruk de aan
beveling tot de kiezers rigten: brengt uwe stemmen uit op den heer
Luitenant-Generaal.
HELDER en NIEUWEDIEP, 5 Junij.
Op zijn verzoek is, uithoofde van verandering van woonplaats,
eervol ontslag verleend aan deu heer mr. S. P. J. Kros, als auditeu r
bij den schuttersraad alhier en ter zijner vervanging is benoemd de
heer A. van Voomveld.
In zijne vergadering van gisteren, heeft het bestuur van het
Artillerie-Vrijkorps alhier de volgende benoemingen gedaan: tot
sergeant-majoorsde fourier P. Pinxter en de sergeant N. D. de Leur
tot fouriers: de sergeant G. A. Taylor en de korporaal J. van
Herwerden; tot sergeants: de korporaals J. J. Bekkers, F. J. "Bussing,
W. den Bakker en J. 8. Bakker; en tot korporaals: de gewone
leden J. Jurrie, J. C. Vrijvogel, C. Thomasz, D. V. van Hoolwerff
en C. Steeman.
Heden kregen we onder de oogen eene aanbeveling om den
heer van Foreest voor het lidmaatschap der Tweede Kamer te ver
kiezen, gerigt aan de Catholijkeu en, zonder handteekeniug, het
onderschrift voerende„Een onderwijzer in Noordholland." Wij
willen geen enkel woord uit dit vuilgeschrevcn blaadje overnemen.
De N. Alkm. Cour., hoezeer overigens streng conservatief, spreekt
in haar nommer van heden haar afschuw uit over dit strooibillct,
het ellendigste artikeltje, dat wij in dezen verkiezingsstrijd gelezen
hebben. Geen regtgeaard Catholijk zal zeker met den inhoud van
dat stukje sympathiseren.
's Konings adjudant in buitengewone dienst, de gepensioneerde
vice-admiraal jhr. H. A. van Karnebeek, ridder der orde van den
Nederl. Leenw, is bevorderd tot commandeur dier orde.
Het examen der adspiranten voor de betrekking van adelborst
3de kl. zal aanvangen op Maandag den 21 dezer, te 's Hage.
Door den gemeenteraad van Alkmaar is benoemd tot hulp
onderwijzer aan de school voor gewoon en uitgebreid lager onder-
wys aldaar, de heer W. van Twisk, thans hulponderwijzer aan eene
der openbare scholen in den Anna Paulowna-Polder.
Tot secretaris der gemeente Beverwyk is benoemd de heer Boerlage
candidaat-notaris te Uithoorn, met het lot tegen den heer la Rivière,
te Soetermeer.
Men verneemt, dat de gevangenen van Leeuwarden naar
Medemblik zullen worden overgebragt in het gebouw van het voormalig
Koninklijk Instituut. Er zouden reeds plannen en teekeningen
gemaakt en ontworpen zijn.
Door het inslaan van het onweder in de R. C. kerk te Goirle
is het prachtig orgel van binnen bijna geheel gesmolten en de muur,
waartegen bet orgel stond, omvergeworpen.
Men schryft uit Wouterswoude, dat in dit voorjaar verschil
lende groote partijen oude vlas uit Groningerland in de Dokkumer
wouden zyn gehragt, om of voor de eerste maal of voor de tweede
geroot te worden. Zooals men weet, heeft men in Holland voor
vast de gewoonte tweemaal te roten, om, naar men verzekert, de
kwaliteit te verhoogen. Het is eene opmerking van onze vlasmannen,
dat bet roten, in den zomer 4 a 5 etmalen tijd vereischende, in het
voorjaar p. m. driemaal zoo lang duurt.
Den graaf van Vlaanderen is jl. Donderdag een zoon geboren.
Deze gebeurtenis zal in België voorzeker blijdschap verwekken, met
het oog op de troonopvolging, waarover, na den dood van den
Kroonprins, zoo veel werd geschreven en gesproken is.
Derde brief van den Alkniaarschen
Kruidenier, die er niets meer van
begrijpt.
Mijnheer de Redacteur! Mijn zoon zegt, dat ik een liberaal
ben, omdat ik in uwe krant schrijf. „Vader!" zegt hij, „gij wilt
zelf mee denken over 's lands zaken, dat is liberaalGij wilt niet
alleen meê denken, maar ook zonder zelf een grootheer te zijn, mee
praten, dat is erg liberaalGij hebt in de Heldersche en Nieuwedieper
krant laten drukken, dat de kinderen van verschillende gezindheden ver
draagzaamheid moeten leeren, dat is ook liberaal, en eindelijk gij
hebt gezegd, dat iedereen zijne eigene schulden moet betalendat
doet de deur digt, dat is zoo liberaal als maar mogelijk is!"
Zie, mijnheer de Redacteurik heb geredeneerd naar mijn gewoon
dom menschenverstand, en daarom kan ik niet denken, dat mijn
zoon gelijk heeft. Want ik ben en ik blijf conservatief, en ik heb
veel eerbied voor mijnheer Foreest; alleen aan dat twist stoken
tusschen oude vrienden heb ik het land. Och, mijnheer! als wij
nu niet juist elkaar de hand hadden gereikt, zoodat wij thans geene
geheimen meer voor elkander hebben, dan ware het bij deze ver
kiezing aan onwaarheid en partijdigheid gelukt ons geheel tc
scheiden.
Gisteren kom ik te huis en vind daar een gedrukten brief van
eenige heeren, groote lui, waarmee ik nog al was ingenomen.
„Jongen", zeg ik tegen mijn zoon, „daar, lees dat eens, dat is een
dingetje van de Atgemeene Kiesvereeniging in Nederland, en dat
wordt je vader toegezonden, omdat hij zoo'n trouw conservatief is,
en altijd zijn hoed heeft afgenomen, als mijnheer Foreest voorbij
kwam!" Mijn zoon las het geschrijf van die Heeren, en toen hij
't uit had, lag hij 't 'stil op tafel, en zei niets. Mijnheer de
Redacteur! dat verwonderde mij van den jongen, omdat hij anders
brutaal genoeg is, en met alles lacht. „Vindt ge 't niet mooi Laat
daar nu die liberalen iets tegen zeggen als ze kunnen" zei ik en
wreef in mijne handen. „Vader ik wil er liever niets van zeggen,
begon mijn zoon. Ik moest nu toch weten wat de jongen man
keerde, en beval hem te spreken. „Vader, sprak hij, en voortgaande
wond mijn jongen zich al meer en meer op, zoodat op 't eind zijne
oogen glinsterden van vuur en overtuiging: vader, dat blaadje is
een gemeen blaadje al staan er nog zulke mooije namen onder,
en al vinden die menschen zich zelf nog zoo eerlijk en zoo braaf,
en zoo gemoedelijk conservatief
Dit blaadje beveelt zeven oud-ministers aan, en 't is nog naauw
een jaar geleden, dat diezelfde heeren riepen om nieuw bloed in de
Kamer. En toen onlangs met de Kamerontbinding onze geliefde
Koning tot zijn volk sprak, toen lieten diezelfde mannen, die nu
worden aanbevolen tot kamerleden, die toen ministers waren,
's Konings woord drukken op kleurige papiertjes, en maakten van
's Konings ernstig onpartijdig verlangen, eene partijzaak, een geknoei
ten bate van 't ministerie Heemskerk. Diezelfde mannen, zie, hoe
hoog zij thans opgeven van hunne liefde voor OranjeVader, gij
weet wat de heer Fock gezegd heeft van de onderwijswet, niet
waar Dat hij de beginselen dier wet ongeschonden zou handhaven.
Wat maken die heeren er van: dat hij onwillig is om aan de
gemoedsbezwaren te gemoet te komen, en dat hij die zelfs niet
in overweging wil nemenIk zal maar zwijgen, vadermaar
zie, dat blaadje, verschenen met een' rouwrand, is een teeken,
dat de schrijvers de moraliteit en de goede trouw grafwaarts hebben
gedragen?"
Ik moest dien jongen uit laten praten, daar was geen tusschenkomen
aan, en wat zou ik zeggen? Wat de jongen vertelt is waar, maar
ik vind, als ge zelf conservatief zijt, dan moet men zich dat zoo
niet laten zeggen! „Jongen!" en ik keek zoo boos als ik kon,
„jongen! bemoei je met je schoolboeken, en laat de politiek aan ons
over. Toen ik twintig jaar was, was ik beleefd en voorkomend,
en dacht om 't spreekwoord: „Met den hoed in de hand, komt men
door het gansche land!"
Ik was toch wel een beetje uit mijn humeur, toen ik bij Schrapper
kwam. Wat die overgekomen was? In iedere hand een scheermes,
liep hij door den winkel, en zwaaide met zijne armen en trapte met
zijne voeten. „Drie honderd jaardat ik dat nooit geweten heb
dat schreeuwt om wraak. Wel vervloekt! ik zal
„Wat zult ge doen, Schrapper?" vroeg ik.
„Eigenlijk moest ik je niet aanzien, gij hebt mij gemeen behandeld,
onderdrukt, geknepen, alles."
„Maar Schrapper, hoe kunt ge dat zeggen, ik heb niets tegen
je, en
„Gij ook niet alleen, maar gijlieden allemaal, al die Protestanten,
die geuzen, die
„Wat, hebt gij al uwe Protestante klanten verloren, dat 's erg!"
want ziet UE., mijnheer! Schrapper scheert haast alleen Protestante
kinnen; die gedachte: klanten verliezen, scheen indruk op hem
te maken.
Een beetje meer bedaard zeide hijik heb al mijne klanten nog,
daar, lees dat eens! Weer een papiertje, ditmaal aan Schrapper te
huis gezonden; 300 jaar waren de Catholieken verdrukt, en nu was
de gelegenheid daar om er een eind aan te maken, Nederland zou
weer een Roomsche Staat worden, indien maarde Heer Foreest
in de Kamer komt; dit alles staat in dit velletje.
Wat ik een moeite gehad heb om Schrapper te doen inzien, dat
dit weêr een van de vele middelen was, waardoor men ons ophitst
tegen elkaar, en twist en tweedragt stookt!
Schrapper bleef er maar bij, dat hij 300 jaar onderdrukt was
geworden! Wel erkende hij, dat hij persoonlijk er nooit iets van
bemerkt had en dat hij zelfs als barbier „van de Protestanten moest
eten," en hij gaf toe, dat zijne vrienden, zijne ouders, en voor zoo
ver hij zich herinneren kon zijne voorouders, nimmer over onder
drukking hadden geklaagd, maar Ze zouden het toch niet zeggen,
als 't niet waar was. Ze is voor Schrapper het wezen, dat alles
doet, wat hij niet begrypt; buitendien is Schrapper een beetje bang
voor Ze. Éindelijk ben ik met mijn vriend den barbier tot een
einde gekomen. Schrapper gelooft, dat een zekere dr. Nuijens in
Westwoud, een knap man, die een splinter nieuwe vaderlandsche
geschiedenis heeft uitgevonden, net omgekeerd als de vad. gesch.
altijd geweest is, en een zekere mijnheer Brouwers in Amsterdam,
die niet knap is, maar toch ook iets met de vaderlandsche geschie
denis heeft uitgevoerd, dat dezen Heeren onregt wordt gedaanwant,
zegt Schrapper, als 't niet zoo was, zouden ze 't niet zeggen. Maar
overigens, dit is Schrapper nu volkomen eens, is die onderdrukking
van de Catholieken in Nederland, die 300jarige marteling een...
infame leugen. Het spijt mij, dat ik zoo'n hard woord gebruik,
maar, mijnheer de Redacteur, als wij zien hoe oude vrienden tegen
elkaar worden opgejaagd, ten voordeele van een paar raddrnayers
en politieke tinnegieters, dan word ik warm.
YVeet. UEd. wat Jansen tc huis, heeft gekregen? Ook een papier
tje over den post. Als men dat ding eerst ziet, dan is 't alsof 't
onderteekend is door den heer mr. van Leeuwen, en mr. Binkhorst
uit Alkmaar, door den heer mr. Aberson aan den Helder, en door
nog veel andere deftige, fatsoenlijke heeren. Maar. mijnheer't is
niets dan boerenbedrog! Die Heeren hebben het nooit ondertee
kend! Boven die zoogenaamde handteekeniug staat: „Wij herinne
ren dat deze candidatuur ook is aanbevolen door de Heeren..." en
dan volgen de namen. Waar is het, dat die candidatuur van
mr. C. v. Foreest door die Heeren is aanbevolen, maar aan dat
schandelijke blaadje zijn ze vreemd, zoo vreemd als ik cn gij. En
om de wille van de eerlijkheid en de goede trouw, hoop ik, en
Jansen, dat gij dit drukken zult, hoewel die Heeren tot uwe politieke
tegenstanders behooren.
Daar staat in dat blaadje, dat mr. Foreest voor de neutrale
school is, en dat maakte Jansen boos, want ten eerste is hij vóór
de secte-scholen, en ten tweede zegt hij, dat mijnheer Foreest in
de Kamer juist bet omgekeerde beloofd heeft. Dat laatste is waar;
weet u hoe dat blaadje zich er uit redt Het zegtmr. Foreest
is een grondwettig man, de volksschool staat in de grondwet, dus
is mijnbeer Foreest voor die gemengde school! Mooi gevonden,
niet? maar ook eerlijk? Mijnheer Foreest wil immers juist de grond
wet veranderd zien! Dat hij de school en het staats-onderwijs niet
zal vernietigen, zoolang de grondwet onveranderd blijft, dat weten wij
allen wel, want dat kan hij evenmin als een ander doen!
En waarom of Jansen voor de secte-scholen is? Kijk, hij is
cathechiseermeester en 't behoort zoo wat bij 't vak I Want dat hij
van godsdienstloos en Christendom boven geloof en dogma's, en dat
alles iets begrijpt, dat geloof ik nooit, omdat,... nu omdat, ronduit
gezegd, niemand het begrijpt, zelfs niet degeen, die 't heeft uitgevonden.
Wat verder dat blaadje vertelt van de liberalen, ik ben goed
conservatief, maar daar haal ik de schouders voor op! Dat ze
Indic zouden willen verdeclen onder de goede vriendenof 't een
groote koek wasdat ze Nederland 20 millioen meer zouden willen
doen opbrengen! „net of ze zelf niet meê betaalden!" Zulke dwaze
dingen! Ik ben wel conservatief, maar niet gek, en geloof niet alles
wat strooibilletten vertellen!
En nu, mijnheer de Redacteur! ten slotte, anders wordt mijn
brief te lang. Ik ben er uren lang meê bezig geweest, en we heb
ben de zaak van alle kanten bekeken, we blijven ieder in zijn
schuitje; Jansen antirevolutionair, Schrapper Catholiek cn wij allen
conservatief; maar ditmaal stemmen wij den Generaal W. J. KNOOP.
Schrapper, omdat hij toonen wil een goed rustig burger te zijn,
en 't een slecht bewijs vindt van liefde voor Oranje om dc voor
ouders van ons vorstengeslacht voor te stellen, zooals dat door den
heer Brouwers geschiedt. Jansen, omdat hij verontwaardigd is over
de wijze, waarop met ons wordt omgesprongen, waarop misbruik
van onze goedgeloovigheid wordt gemaakt, omdat, zooals hij zegt,
„ik mij niet wil laten ophitsen tegen mijne medeburgers." Én ik,
geachte Redacteur! ik stem met vele andere conservatieven voor den
Luitenant-Generaal
omdat ik houd van oud-Nederlandsche vrijheid van geweten, omdat
ik een vriend ben van onderwijs en verlichting, omdat ik geloof in
Gods kerk, niet in de leeringen der menschen!
Toch blijf ik conservatief, en herhaal, dat ik er niets meer van
begrijp. J. PEPERMEIJER, kruidenier.
Door grooten toeloop van klanten in mijn winkel, ten gevolge van de
markt vandaag, heb ik mijn brief eerst heel laat gereed kunnen krijgen.
Getrouwd:
A. C. KLOK
en
N. D E W IJ N.
Helder, 5 Junij 1844.
Helder 5 Junij 1869. Bevallen
M. G. BOOM—FERCKEN.
van een Meisje
Ons kinderlijk gevoel dringt ons om hier
een opentlijk blijk van dank te brengen
aan den zeer bekwamen arts, F. X. J.
VAN O P D O R P en aan de OFFICIEREN VAN
GEZONDHEID DER MARINE, die hem hebben gead-
sisteerd bij eene gedane operatie aan onzen 70jarigen Vader
S. SLOT, die een geruimen tijd lijdende was aan kanker
aan een der lippen en reeds door meer dan een Genees
kundige voor onherstelbaar was verklaard.
Aan de kunde en zeer liefderijke bejegening van den
Heer VAN OPDORP en bedoelde OFFICIEREN VAN
GEZONDHEID, hebben wij naast God het behoud van
onzen Vader te danken, en is hij thans weder volkomen
in staat om zijne gewone werkzaamheden te kunnen
verrigten.
Nieuwediep, 5 Junij 1869.
Kinderen en Behuwdkinderen.
D. MAKELAAR en D. SLOT.
J. VAN TOREN en J. SLOT.
J. SLOT en C. FLENS.