BUITENLAND. liarer zuster, die zich ten vorigen jare in den regenbak verdronken heeft. //Veendam is het grootste dorp van Nederland", zoo hoorden de ingezetenen dier plaats dikwijls niet zonder trots beweren. Sedert echter de wet op het middelbaar onderwijs en de schutterijen dergelijke groote dorpen zekere verpligtingen opleggen, waaraan groote uitgaven zijn ver bonden, wordt het voorregt van in zulk een dorp te wonen gaandeweg minder op prijs gesteld, ja, ontstaat er zelfs een streven om zich minder groot voor te doen. Zoo heeft de gemeenteraad in zijne laatste zitting in een rapport over de schutterij-kwestie aldaar, de woorden doen liooren zijn er te Veendam binnen den besloten kring der gebou wen 2500 zielen? Men gelooft, dat de raad niet vreemd aan het denkbeeld is, om op grond daarvan pogingen in het werk te stellen, dat die gemeente verschoond blijve van de kostbare weelde eener dienstdoende schutterij. De exercitiën van het kader gaan anders uitmuntend en geven veel vertier zoo niet getier. Volgens het jaarboek der maatschappij «tot Nut van 't Algemeen,,/ voor 18671868, bedroeg het getal leden 13,635, onder welke 584 honoraire en 297 departe menten; 34 departementen gaven mededeelingen omtrent den toestand hunner instelling van voorbereidend onderwijs; 40 van het herhalings-, 33 van het zang-, 18 van het gymnastiek-. 27 van het teekenonderwijs; 46 van het onderrigt in vrouwelijke handwerken; 232 van de volks leesbibliotheken; 42 van de volksvoorlezingen; 9 van de spaarkassen; 17 van de hulp- of beleenbanken; 144 van de spaarbanken. Aan 70 personen werd het eereblijk gegeven, wegens merkwaardige voorbeelden van buiten gewone pligtsbetrachting, onder welke de goude medaille aan P. Jansen, werkman, te Alkmaar, wegens het redden van 9 menschenlevens, gedurende een reeks van jaren, en aan J. Figho, schipper te Kampen, wegens 6 ver schillende reddingen uit het water (18541867). De staat van bezitting der Maatschappij was op 30 Junij 1868 200,000 inschrijving Grootboek 2( pCt. Werk. Schuld; in diverse geldbeleeningcn 51,000; saldo in kas 849.201. Pro memoria: een huis en erve te Amsterdam, C, 294, eenig meubilair en het magazijn van boeken. De Engelsclie schrijver Gilbert heeft eene levens beschrijving uitgegeven van Lucrecia Borgia; men leest daarin, dat de modes in dien tijd veel overeenkomst hadden met de dwaze kleederdragt, waarop tegenwoordig het schoone geslacht zoo is gesteld. De auteur beschrijft de lange slepen der dames en de geweldige ceintures, door even feweldige vergulde gespen gesloten. De markiezin van lantua had zich een kleed laten maken van zwart satijn, geborduurd met muzieknoten van goud. Een andere adellijke dame droeg een costuum, waarop 600 figuurtjes te zien waren, voorstellende tafereelen uit het leven van Jezus, terwijl anderen op haar gewaad geborduurde beesten, als leeuwen, tijgers, panters en vooral apen droegen. Ook in parfumeriën was de buitensporigheid niet minder. Op de lijst van toiletbenoodigdheden komen voor poeder van witte champignons, rood en wit koraalstof, zwart blanketsel voor de wenkbraauwen, sneeuwachtig dito voor de wangen, en een reeks van huismiddeltjes om zwart haar in goudgeel te veranderen. Volgens statistieke opgaven worden er dagelijks, zoo voor binnenlandsch gebruik als voor den uitvoer 76,800,000 stuks lucifers vervaardigd. Een predikant kwam huisbezoek doen in eene armoe dige hut. Eenig linnen op de tafel ziende liggen, vroeg hij aan de vrouw: //hebt ge daar linnen?" ;/Ja, was het antwoord, dat heeft mijn man gister avond gestolen." //Foei! zei de dominé, dat is toch al te grof." //Ja, ant woordde zij, dat heb ik ook al gezegd, maar als het te grof is voor hemden, zal ik het maar voor lakens gebruiken." BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER. Tot commandant van het bat. Mineurs en Sapeurs is benoemd de majoor A. Tutein Nolthenius, van het corps Ingen., Min. en Sap. België. Volgens een berigt van de wlndépendance Beige, zal de Senaat van liet koningrijk Italië binnen kort te zamen komen, om als opperste geregtsliof regt te spreken over een van zijne leden, die tijdens de overdragt' van het tabakmonopolie door het Rijk aan eene particuliere maat schappij, eene som van 25,000 francs als gift van de oprigters dier maatschappij aangenomen zou hebben. De Onderkoning van Egypte is jl. Donderdag avond ten 9| ure te Brussel aangekomen. Eene aanzienlijke volksmenigte was op de been. Ook bevindt zich daar generaal Abdura-sul-klian, door den shah van Perzië met eene buitengewone zending bij de Belgische regering belast. Jl. Zondag namiddag konden erge ongelukken zijn voorgevallen in de St. Michielskerk te Gent. Op het oogenblik dat de processie de kerk rondging, geraakten twee vanen door de waskaarsen in brand. Het gezigt van het vuur bragt eene groote opschudding in de kerk en ver scheidene vrouwen vielen in bezwijming. Gelukkig heeft men terstond het vuur kunnen uitdooven, zonder dat andere ongelukken gebeurd zijn. F r a n k r ij k. In de vorige week heeft Keizerin Eugenie eene kabi netszitting gepresideerd. Vroeger lachte men haar uit; men zeide, dat zij grillig was en over niet anders kon spreken, of over niets dacht dan japonnen en hoeden. Die zoo oordeelde, sloeg den bal mis. De Keizerin werkt zeer veel, en niemand interesseert zich misschien zoo veel met de Fransclie politiek als zij, want zij leest bijna alles. Op een privaat-bal deed zij een Britsch staatsman van verba zing stom staan, zooveel wist zij te vertellen van de Iersclie zaken, waar zij even gemakkelijk over redeneerde als vóór haar, haar eerwaardige luisteraar. De moeder van den toekomenden Keizer heeft haar tijd niet verloren, maar heeft goed landen en volken bestudeerd. De troepen, die eenigen tijd in het legerkamp van Clifilons geoefend zijn, verlaten het, om er plaats voor anderen te maken. Den 27 Junij jl. heeft de opperbevel hebber, maarschalk Bazaine, afscheid van de vertrekkende officieren genomen met eene aanspraak, wier hoofdinhoud thans door de //Patrie" wordt medegedeeld. De berigt- gever van dit ministeriële orgaan schrijft: //Sprekende in den naam des ministers van oorlog, heeft de maarschalk verkondigd, dat het leger gereed was om, des gevorderd, te velde te trekken; dat de corpsen op het papier gevormd waren en op het eerste bevel, volko men georganiseerd, oorlog konden voeren; dat de officieren hunne reiskoffers, de bereden officieren het door de regi menten bepaalde aantal paarden hebben moesten; dat een ieder elk oogenblik gereed moest zijndat deze bepalingen geenszins als een voorbode van een aanstaanden oorlog moesten worden opgevat, vermits het voortaan en voor altijd regel zou zijn het leger op zoodanigen voet te hou den dat de divisiën georganiseerd waren en alles voor de orde op marsch geregeld was; dat er alzoo geenerlei be schouwing noch gevolgtrekking was af te leiden uit de bevelen, sedert eenigen tijd gegeven, ten einde het leger te brengen in zulk eenen staat, dat het kon oprukken, indien dit noodig wierd, enz. //De eigene woorden van den maarschalk ben ik natuurlijk (zegt de correspondent van de //Patrie") buiten staat mede te deelen; maar hunnen zin heb ik getrouw medegedeeld, zonder vergrooting of verkleining der bedui- denis van hetgeen hij, kennelijk naar instructiën van den minister, gesproken heeft. De beduidenis is dezede minister van oorlog is sedert zijne optreding werkzaam geweest om het leger op zulk eenen voet te brengen, dat het daags na het ontvangen bevel te velde kan trekken, zonder dat alles, gelijk vroeger, om mij zoo eens uit te drukken, overhoop en in de war geraakt. //Trouwens, het Pruissisclie leger houdt zijne organisatie altijd volledig, zijne bagage altijd gereed en reisvaardig. Per spoortrein kan een leger thans binnen eenige uren de defensielijn van den nabuur of de basis zijner operatiën bereiken. Het is dus enkel een voorschrift der voorzig- tigheid ons gereed te houden. De regel//die den vrede wil, moet gereed staan voor den oorlog», wordt door ons gouvernement naauwgezet gevolgd. Louis Blanc schrijft uit Londen in een brief aan den Temps, dat hij de toespraak van Napoleon III tot diens soldaten in het kamp van Chalons voor een voorlooper van oorlog houdt, en zij ook in Engeland dus wordt beschouwd. In dien brief wordt tevens met zooveel woorden gezegd, dat de Keizer, om zijnen troon te bewaren, en het prestige, aan dien troon verbonden, niet te verliezen, moet oorlogen en.... overwinnen. Van de redevoering, welke verleden week door den Keizer van Frankrijk in het kamp van Chalons werd nit- gesproken bij gelegenheid van den veijaardag van den slag bij Solferino, is een enorm aantal exemplaren, afgedrukt in een formaat ter grootte van een speelkaart, die als souvenir aan den 24 Junij aan ieder soldaat zijn uitgereikt. Men leest in den //Public» de volgende beschrijving van het door mevrouw de Hertogin de Mouchy op het bal van Beauvais gedragen toilet: De diamanten, die zij aan hals, hoofd, ooren en armen droeg, worden op eene waarde van anderhalf millioen francs geschat. Het toilet van de jeugdige en bekoorlijke vrouw onderscheidde zich zoo wel door sierlijkheid als door oorspronkelijkheid. Zij droeg een wit gazen sleepjapon met zilveren loovertjes, over welke geweven wolk, zoo als Horatius zich uitdrukken zou, een tweede kortere rok van roode zijde in bevallige plooijen afhing, met een zeer laag vierkant uitgeneden lijfje, op gehouden door schouderbekleedsels, die van edelgesteenten schitterden. Een soort van echarpe van bloemen met zilveren loofwerk en van eene ongehoorde ligtheid, hing van den linkerschouder schuins over het kleed naar de prachtige ceintuur. De //Moniteur Algérien» meldt, dat de drie Arabische Kaids, welke door de Algerische regering bij de grenzen van Tunis als agenten van policie, en ter handhaving van de veiligheid, waren aangesteld, op den 15den April jl. eene uit Tunis vertrokkene karavaan van 28 personen, in de nabijheid van Qued-Madhouine, in het gewest Constantine, vermoord en uitgeplunderd hebben. Twee hunner zijn gevat, en zullen voor eenen krijgsraad worden teregt gesteld, de derde is naar Tuneescli grondgebied ontvlugt, doch zal ongetwijfeld uitgeleverd worden. In verband hiermede deelt de //Gaulois» mede, dat, in de jongste ver gadering der Algerijnsche commissie, de maarschalk Randon en de generaal Desvaux zich met de meeste bepaaldheid voor het invoeren van een burgerlijk régime in de kolonie hebben verklaard. Engeland. De heer luitenant Warren, van de Engelsclie genie, eenigen tijd geleden naar Palestina afgezonden om in de voornaamste steden van het H. Land en vooral te Jeruzalem opgravingen te doen, maakt in en rondom de hoofdstad belangrijke vorderingen; door tachtig voeten (Rhijnlandsch) heeft hij reeds heen gegraven; vele geheimen van de groot heid der oudheid zijn reeds door hem aan het licht gebragt; het is gebleken dat onze topographie van het oude Jeru zalem niet juist isdat de oude gebouwen veel grootscher zijn, dan wij ons tot hiertoe hadden voorgesteld. De buiten tempelmuur, uit zeer goote steenen zamengesteld, was behalve de colonnades 150 voeten hoog. Rondom den heuvel aan de voorzijde (Odhel) was er een verdedigings muur ten minste 100 voeten hoog; een colossale brug verbond den tempel met den berg Sion. Aan de noord zijde is een uitgestrekt reservoir, nu nog volgens de over levering bekend als de Bethesda. Op de laagste steenen vond luitenant Warren inschriften van Phoenicische letters ten minste zoo oud als de oudste op de muren van Sidon. Aangaande de vergiftiging van een huisgezin van acht personen, in den nacht van Zondag op Maandag jl. te Londen gepleegd, is weinig anders bekend dan hetgeen reeds gemeld werd. De aanleiding, die den vader des huis- gezins dreef tot deze schrikkelijke gruweldaad, welke hij met zelfmoord besloot, wordt nog verschillend berigt. Verlies van broodwinning en verpligte verhuizing schijnen de ware oorzaak te zijn. De man werd verdacht van oneerlijkheid en jl. Maandag morgen ten 12 ure zou zijn plaatsver vanger (als zetbaas) het huis betrekken dat hij tot dusverre had bewoond, en hetwelk aan den zilversmid, voor wien hij werkte, behoorde. Het gebezigde vergif was liydrocianic, een vocht dat, naar men verneemt, in de zilversmederij gebruikt wordt en waarmede Duggen (zoo heette de man) dus bekend was. De fleschjes in huis gevonden droegen het opschrift met het woord vergif in groote letters daaronder. De regtbank te Londen, Queen's Bench genaamd, heeft de groote Noorder-spoorwegmaatschappij veroordeeld tot uitbetaling van 1500 pd. st. aan mejufvrouw Warren, daar zij in April 1868, doordien haar voet in een gat van het tapijt der wachtkamer haakte, zoodanig viel, dat zij zich de ruggegraat en de borst bezeerde en hare brood winning, die in dans-onderwijs bestond, aan een ander moest overdragen. De oudste reliquie van den historischen mensch is de mummie van den eerste der Pharao's, welke 18 a 20 maanden geleden in het Britsche museum werd gedepo neerd, en voor een bijzonderen archeologischen schat wordt gehouden. Het is het stoffelijk overschot van Z. M. Pharao Mykerimus, die ongeveer 10 eeuwen voor J. C. leefde. De mummie ligt nog in lijnwaad, waarin zij zooveel eeuwen was gewikkeld en is geheel gaaf en ongesehonden. Terwijl in Ierland het publiek in beweging wordt gebragt om vrijlating der nog gevangen zittende Fenians te verlangen, en om hunne behandeling in de gevangenis als te hard af te keuren, is in het Lagerhuis door twee Iersche leden op eene algemeene amnestie voor politieke misdadigers aangedrongen. Dit denkbeeld heeft er niet de minste ondersteuning gevonden. Duitscliland. De geographisclie maatschappij te Berlijn zal den honderd jarigen geboortedag van Alexander von Humboldt den 14 Sept. a, s. feestelijk vieren. Te Berlijn is een predikant bij de Waalsche gemeente tot eene boete van 300 thaler of 4 maanden gevangenisstraf veroordeeld, omdat hij bij de inzegening van een huwelijk, de bruid, die in gezegende omstandigheden verkeerde, een slag in het aangezigt gegeven had. Te Leipzig heeft zich onder de studenten een commissie gevormd, met het doel den bouw eener Protestantsche kerk te Madrid te bevorderen. Zweden en Noorwegen. Dezer dagen is te Arplunda in het noordelijk deel van Westmanland eene door duizend personen bijgewoonde ver gadering gehouden, waarin tot de oprigting eener land verhuizing-maatschappij besloten werd. 260 mannen, zeer vele vrouwen en ook kinderen lieten zich als leden dezer vereeniging aannemen en verpligtten zich elke maand 3 rijksd. te betalen. Zoodra de bijdragen beginnen in te komen, worden de deelnemers op hunne beurt, naar door het lot aangewezen volgnommers, naar Amerika gezonden, en dezulken, die zich reeds daar bevinden, nemen de verpligting op zich, aan de in het vaderland achtergeblevenen geld over te maken. Italië. In Italië is de politieke toestand alles behalve gunstig. Koning Victor Emmanuel slaapt niet op rozen, evenmin als de ministers, die hij met de leiding der zaken heeft belast. Van dag tot dag neemt de verbittering des volks toe over het bederf, dat in de hoogere kringen heerscht, en ten gevolge van het ingesteld onderzoek naakt en ver achtelijk aan den dag komt. De regering laat door hare organen dagelijks verkondigen, dat de stemming des volks van uur tot uur verbetert, maar de arrestatiën, die zij dagelijks laat doen, bewijzen het tegendeel. Vódr eenige dagen had te Milaan een koddig tooneel plaats. Op een concert in een der openbare tuinen ontdeed onverwacht een bejaard man zich van zijn pantalon, sprong in het water, en ontplooide eene roode vaan, die hij zwaaide onder den kreet van: //Viva la Republica! Viva Lobbia! Abbasso amingioni!» Twee policie-agenten geboden hem van den oever te zwijgen, doch de republikein noodigde hen uit te water te gaan en hem te komen halen. De toejuiching van het talrijk publiek toonde genoeg de gezind heid die in de stad heerscht. Egypte. Een nieuwsblad te Memphis meldt, dat een jury, die iemand schuldig had bevonden aan moord, gepleegd op een burger, die nog in leven en gezond is, beraadslaagt over het punt, om óf de uitspraak te vernietigen, óf den burger door den veroordeelde te laten vermoorden. N o o r d - A in e r i k a. Noord-Amerikaansclie bladen melden het volgende: «Te Boston werd in Maart jl. een koopman failliet ver klaard. Het akkoord kwam niet tot stand, en de schuld- eischers gingen over tot verkoop van zijn huis, zijn eenig eigendom. De schuldeischers waren gekomen om te bieden plotseling verscheen de 13jarige zoon van den gefailleerde en riep: ////Hier is mijn spaarkasboekje met 84 dollars als inzet! Een schurk, die meer durft bieden!"» Niemand had den moed daartoe, en de koopman behield zijn huis als geschenk van zijnen zoon."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1869 | | pagina 2