1869. N°. 85. Vrijdag 16 Julij. 27 Jaargang. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. II. BOÖMSMA, S. BRAAKSMA, B. R. DE BREUK, D. DE LANGE C. W. K. VAN STRIJEN. PROTES T. DE GROOTSTE WINKEL DER WERELD. HËLDERSCHE U NIEUWEDIEPER COURANT, >»Wij huldigen het goede." Verschijnt Bingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaalf 1.30. t) franco per post - 1.65. Prijs der Advertentiën: Van 11 regels 60 cent, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. De verkiezing van Leden voor den Gemeenteraad zal plaats hebben op Dingsdag den 20sten dezer maand. De aftredende Leden zijn de Heeren: Wie protesteert en waartegen? 't Komt ons voor, dat alle eerlijke lieden protesteren tegen de wijze, waarop thans van zekere zijde het bekende strooibillet, bij de laatste verkiezing rondgezonden, wordt geëxploiteerd. Juist zij, die dit strooibillet als om 't zeerst een vuilaardig, oneerlijk wapen hebben genoemd, juist zij die den invloed dien dit billet zou hebben gehad, het breedst hebben uitge meten, het hoogst hebben aangeslagen, juist dezen schijnen thans met een wreedaardig en onedel genot het door de liberale partij verworpen en gedesavoueerde wapen te hebben opgevat, om een enkel persoon te treffen en te vernietigen. Te vernietigen niet in eens, te treffen niet voor goed, den steller van het beruchte stuk niet plotseling het afgetrokken masker voor de voeten te werpen, de beoordeeling dier daad over te laten aan liet geweten van het publiek; dat ware loyaal geweest; maar dat spelen met iemands eergevoel, dat dooden van zijn goeden naam bij stukjes en beetjes, dat insinueren met couranten artikeltjes, dat nu eens niets zeggen, om alles te laten raden, en dan weêr weinig te zeggen, opdat men er veel uit lezen zoude, dat behoorde even ver af te liggen van den weg eener politieke partij, als het afkeer verwekt in het hart van ieder eerlijk man. Gelooft niet, dat de „Heldersche en Nieuwedieper Courant" ook maar eenigzins genegen is om partij te trekken voor bet bekende, beruchte en veelbesproken blaadje, onderteekend door «een onderwijzer in Noordbolland." Dergelijke kies- manoeuvres, hetzij zij, zooals sommigen thans beweren, een grooten invloed hebben uitgeoefend, hetzij zij, zooals wij in dit geval gelooven, doelloos zijn geweest, omdat een- voudigen in den lande ze in tweërlei zin, voor en tegen, hebben opgevat, verdienen te worden gebrandmerkt. Maar er zijn grenzen aan alles. Als een regtbank op een schuldige, die een geldboete had verdiend, de doodstraf Het nieuwe maufacturen- paleis van A. T. Stewart te New-York. Bovengenoemde beroemde bandelaar heeft in de maand December van 1868 zijn prachtig nieuw etablissement geopend, dat, eens zoo groot als dat van de firma Morrison te Londen, thans de grootste bazar der wereld kan genoemd worden. Eene beschrijving van hetzelve, voorkomende in de „New-York Sun", komt ons allezins waardig voor onder de aandacht te worden gebragt, niet twijfelende of de lezers onzer Courant zullen met genoegen eenige oogenblikken aan de lezing willen wijden. Dit onmetelijk etablissement is gelegen aan den boek van Broadway in de 10de straat, en door de opening van hetzelve werd een droombeeld van jaren verwezenlijkt, waaraan de eigenaar met onver- moeiden ijver steeds in zijne belangrijke commerciële loopbaan was werkzaam geweest. Cijfers geven slechts een flaauw denkbeeld van de verbazende oppervlakte, die het geheel beslaat; maar wanneer wij mededeelen, dat het gebouw acht verdiepingen hoog is, en de afmetingen 200 bij 300 voet bedraagt, zoo zal men zich eenig denkbeeld kunnen vormen van de massa ijzer- en metselwerk, die daaraan besteed is. Neemt men daarbij in aanmerking, dat de oppervlakte, door de acht verdiepingen ingenomen, eene oppervlakte van 18 akkers bedraagt, zoo zal men begrijpen, dat men zich alleen door het aanschouwen een juist denkbeeld van bet geheel zal kunnen vormen. Het is als het ware een nieuw tijdperk in de handelsgeschiedenis. Ellewaren worden niet langer bij de el, maar bij den akker verkocht. De voornaamste magazijnen, die tot biertoe eene eerste plaats inna men, vallen weg bij bet grootsche paleis door Stewart gesticht. Eene gebeele beschrijving zoude een gansch boekdeel vullen. De oude winkel op Broadway zinkt bij deze als het ware in het niet en kan daarvan bijna de vestibule genoemd worden. In bet midden der eerste verdieping bevindt zich de Botunda, die door trappen voortgezet wordt tot de bovenste étage toe, en in bet geheel 120 voeten boog is. Zij biedt bet schouwspel aan van bet koor eener cathedraal en van boven af gezien heeft men een verblindend gezigt over het geheel met zijne honderden pilaren, die allen even schoon en kunstmatig geornamenteerd zijn. Beneden in de rotunda worden alleen handschoenen en zijden stoffen verkocht, en alleen in bet eerste artikel wordt voor een half millioen dollars 's jaars omgezet. De zijden stoffen worden rond de rotunda verkocht op de eerste verdieping, waarvoor vier toonbanken aanwezig zijn. Regts van dezelve bevindt zich het departement der pelterijen en links dat der zijden linten, fluweelen, satijnen en voeringstoffen. Nog verder zou willen toepassen, dan zou liet publiek partij kiezen voor den beklaagde. Niet omdat het publiek dien man voor onschuldig houdt, maar omdat liet de straf oneven redig acht met het misdrijf. Straffen, maar niet martelen, zegt het regtsgevoel, dat ieder mensch is aangeboren. Is het in zekeren zin ook niet hier het geval. Alle couranten, onverschillig van welke rigting, hebben in meer of minder gematigden vorm, hun spijt, hunne verontwaardiging zelfs, over steller en verbreider van het bekende strooibillet, te te kennen gegeven. Tot zoover hadden zij het publiek aan hunne zijde. Maar daarbij had het behooren te blijven. De schuldigen zouden gestraft en niet gemarteld zijn. Voor martelaren, zelfs voor martelaren van eene slechte zaak, heeft alles wat er goeds en edels is in de mensche- lijke natuur sympathie. Zoo bevindt zich thans ook de publieke meening op een keerpunt., dank zij den ijver van de Nieuwe Noordhollander, de Nieuwe Alkmaarsche Courant, het Dagblad van Zuidholland en 's Gravenhage, die, na eerst zich zelf tot regters te hebben opgeworpen, niet genoeg schijnen te hebben aan den val van den schuldige, maar nu nog hun krijgslied zingen met woest leedvermaak en het schandaalvuurtje stoken met alles wat zij vinden en grijpen kunnen; met alles, ook met logens; want toen het Dagblad in zijn nummer van jl. Vrijdag zijne lezers verhaalde van een spotliedje, dat de Alkmaarsche straat jongens zouden zingen, ter eere beter ter oneere van den verbreider van het strooibillet toen loog het Dagblad. Arm Dagblad! vraag uwen hoofdredacteur om terug te komen; bid hem, smeek hem; dat des noods alle commissarissen een voetval doen te Schwalbach; zonder hem, brandt gij telkens uwe waanwijze vingers. Maar met u hebben wij eigenlijk het minste te maken. Ook minder met de Nieuwe Alkmaarsche Courant; zij heeft haar best gedaan en Jan Gladpootjes de ver moedelijke rondbrenger-nachtwacht, van het strooibillet de beroemdheid van één dag verschaft. Maar het meest met de Nieuwe Noord-Hollander. Als Catlioliek orgaan willen wij hare bevoegdheid om deze zaak tot klaarheid te brengen niet betwisten, hoe sterke afkeuring overigens de heftige toon verdient, waarin deze zaak door hem wordt behandeld. Maar tegen hetgeen die courant later heeft gedaan en nog doet, protesteert met ons elk regtgeaard man. Wij hebben wel eens namen hooren noemen van redacteuren van dat blad; wij zijn niet bevoegd om die publiek te maken, maar wel mogen wij onze ver bazing uitdrukken, dat zulke mannen zulke taal gedoogen. Dat zij toestaan, dat alle wapens, ook de minst edele, die regts vindt men de flanellen, linnen en witte goederen, benevens de Eransehe en fijne Zwitsersche mousselines. Ook bevinden zich in de eerste verdieping de kantoren der verschillende klerken, als mede de apartementen van Mr. Stewart en diens boekhouder, die allen door sierlijke mahonijhouten balustrades van den winkel ge scheiden zijn. Ook vindt men op dezelfde verdieping eene donkere kamer, waar, bij gaslicht, zijden stoffen verkocht worden voor hals en partijen. Aan liet einde tegen deu muur hangt een prachtig tapijt d'Aubusson, geheel met de hand vervaardigd, de haven van Marseille voorstellende. Het werd vervaardigd voor de laatste Parijsche tentoonstelling en heeft niet minder dan 36,000 francs gekost; het is een der beste kunstvoortbrengselen in dat genre. Honderden bij honderden vergulden gaslampen en kandelahres verlichten des avonds het geheel en vooral dan biedt het een aan blik aan uit de Arabische nachtvertellingen. Zij worden door elec- triciteit aangestoken en werpen een schitterend licht op de verbazende verscheidenheid tentoongestelde goederen en de talrijke met rood fluweel bekleede stoelen, sofa's en spiegels. Zeer gemakkelijke trappen brengen den mannelijken bezoeker van de eene verdieping naar de andere; voor de dames zijn echter elevators en tramways aangebragt met groote gemakkelijke rijtuigen, waarin de dames plaats kunnen nemen en zich ieder oogenhlik naar de verdieping kunnen laten voeren, waar zij wenschen te zijn. Op de tweede verdieping worden mantels, shwals en dergelijke artikelen verkocht. Links van de rotunda op deze verdieping is de werkplaats der hoeden- en kleedermaaksters. Dames kunnen zich hier alles verschaffen, wat tot hun toilet behoort. Aan het einde der tweede verdieping is het magazijn voor dames- en kinderen- ondergoederen, benevens dat van allerlei soorten van hemden en boorden, wit en gekleurd. Tevens vindt men daar tapijtwerk tot bekleeding, henevens de fijnste zijden en fluweelen stoffen voor gor dijnen van Engelsch fabrikaat. Evenals de beneden-verdieping, is ook deze met tapijtwerk belegd en ontvangt licht door glasruiten, die lionderden dollars gekost hebben. Op de derde verdieping worden uitsluitend tapijten en karpetten verkocht. De vierde is geheel toegewijd aan het vervaardigen van allerlei artikelen, alle takken van bekleedwerk en alles wat daartoe in betrekking staat. Op de vijfde verdieping worden tapijten en kleeden op de maat ge sneden en genaaid. Tevens bevinden zich hier de waschmachiues. Op de zesde verdieping zijn verscheidene kolossale water-reservoirs voor het gebruik vau het personeel en het geval van brand. Achter deze verdieping bevinden zich de trappen, waarmede de werklieden, de borduursters, naaisters, bekleeders, enz. in en uit het etablisse ment gaan. Dit is de hoogste verdieping, want de twee anderen (er zijn er acht) bestaan uit de verwulven (basements) en kelders van het ge- van ironie en insinuatie, worden gebruikt door inzenders, in bijna elk na de verkiezingen verschenen nummer van hun blad. Wel mogen wij vragen: boe lang zult gij dat razen tegen een gevallene nog toestaan? Wel mogen wij zeggen: het publiek, ook uw eigen publiek, begint u te verlaten. Het geweten van allen zegthet is nu genoeg, overgenoeg, al liet overige is martelen, is een strijd tegen een persoon, waarbij de publieke zaak niets wint. En tegen dat „overige", dat „te veel", protesteren wij, uwe eigene lezers, en weldra in kalmer dagen, wij hopen en vertrouwen het, ook uwe eigene eerlijkheid! Uittreksel uit het Verslag van den toestand der provincie Noordholland, over het jaar 1868, gedaan aan de Provin ciale Staten van dat gewest, door de Gedeputeerde Staten, in de Zomerver gadering van het jaar 1869. I. In navolging van vroegere jaren, bepalen we ons ook thans tot het leveren van een uittreksel uit dit breedvoerig verslag, in een boekdeel van ruim 700 bladzijden vervat. Bij het verzamelen van onze aanteekeningen letten we op datgene, wat belangrijk kan worden geacht voor de ge meente Helder en hare omstreken, en tevens geven we aan leiding tot eene vergelijking van de huishouding onzer gemeente met die van andere groote gemeenten in dit gewest. Tot de nabijgelegene gemeenten rekenen wij: Barsingerhorn, Broek op Langedijk, Callantsoog, Heer- hugowaard, St. Maarten, Nieuwe Niedorp, Noordschar- woude, Petten, Schagen, Terschelling, Texel, Vlieland, Wieringen, Wieringerwaard, Winkel en Zijpe. Het eerste gedeelte van het verslag bevat, als gewoonlijk, eene mededeeling der genomene besluiten, ten aanzien van hangende of ontstane vraagstukken. Onder deze rekenen we de volgende niet zonder gewigt Strandvonderij. Tengevolge van het tractaat van 7 Julij 1865, tusschen Frankrijk en Nederland gesloten, strekken zich de bemoeijingen der plaatselijke besturen hij stranding niet verder uit aan tot het bewaren der orde, het waar- horgen van de belangen der redders en de handhaving der voorschriften omtrent den in- en uitvoer der geredde handelsartikelen. Het beheer der reddingen van Fransche schepen is echter opgedragen aan de consuls van Frank rijk. De burgemeester heeft dus hij de stranding van een bouw, en hier bevindt men zich op den top der rotunda en van hier af naar de eerste verdieping ziende (zooals wij vroeger zeiden eene hoogte van 120 voeten), gelijken de wandelaars als dwergen. Een der meest merkwaardige zaken in de inrigting is de ventilatie-toestel, die, hoewel een enorme som gekost hebbende, een waar succes is te noemen. De gewelven van het gebouw bieden een vreemd gezigt aan door liet boschvan pilaren en kolommen, die men daar ziet. Tevens vindt men er de machinekamer, die zich onder het geheele gebouw uitstrekt. In het eerste bevinden zich tien dubbele cylinders, zeven stoompompen, acht Harrison stoomketels, benevens ook de machinerie der elecvators. Van de laatste zijn er vier, en machines van 180 paardenkracht zijn gedurig bezig met dezelve te besturen. Eene daarvan is uitsluitend voor de werklieden bestemd, die er mede van en naar hunne verschillende werkplaatsen gebragt worden. In het onderste gewelf kan men zich een denkbeeld maken van de verbazende 9terkte der tallooze pilaren, die het geheel steunen. Hier worden de goederen opgeslagen en vindt men ook de stoom pijp, die het geheel verwarmt. Wij hebben nu een vlugtig overzigt over het geheel genomen. Geen wonder, dat Stewart's etablissement dagelijks door duizenden bezocht wordt; van den werkman af tot de elite van de 5de Avenue vinden er allen wat zij behoeven. Meer dan 2000 personen zijn er werkzaam. Den vorigen winter stonden er 1400 borduursters en naaisters te hoek, en waren er minstens 500 wettige bedienden in deze „18 akkers ellewaren." Natuurlijk varieert het kapitaal dat er wordt omgezet met de algemeene tijdsomstandigheden. Het laatste jaar was echter zeer goed, daar de firma toen voor 64 millioen dollars omzette. Stewart is, naar men algemeen zegt, de eerste in rijkdom der Vereenigde Staten, hij begon zijne zaken van den grond af, en is heel en al een „zelf made man" Bij de opening van zijn tooverpaleis zag men den nu bijna zeventigjarigen eigenaar met jeugdigen ijver alles rondloopen. Hij ziet er niet ouder uit dan 48 'of 50 jaren, en is dagelijks van 's morgens tot 's avonds bezig met zijne kolossale zaken. Niet alleen bepaalt zijn verkoop zich tot den toonbank, maar ook tal van winkels (secund hand) worden in Oost en West door zijn huis voorzien. Hij heeft zijne vaste agenten in Erankrijk, Engeland, Duitsehland en België, die, ruim betaald wordende, steeds bezig zijn met de fijnste artikelen voor zijne magazijnen te koopen, zoo dat de groote manufactuurman alle concurrentie het hoofd kan bieden. De heer A. T. Stewart, de eerate secretaris van President Grant, had in 1868 het grootste inkomen van alle Amerikanen. Het bedroeg 3,019,218 dollars. Hij betaalde aan inkomsten-belasting 150,384 dollars.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1869 | | pagina 1