BINNENLAND.
Fransch schip terstond kennis te geven aan den naastbij-
zijnden consulairen agent van Frankrijk en den betrokken
consul. In afwachting van de aankomst van den consul,
heeft hij de maatregelen te nemen, die de menschlievend-
heid en de openbare orde vorderen; maar met het beheer
der redding heeft hij zich niet in te laten dan in geval
van volstrekte noodzakelijkheid en op eigen verantwoording.
Bij eene latere medcdeeling zijn de burgemeesters-strand
vonders er opmerkzaam op gemaakt, dat zij dezelfde rege
len hebben in acht te nemen ten aanzien van schepen
uit Groot-Brittannië, Griekenland, Rusland, Costa Rica,
Turkije, Liberia, België, Culumbia (voor zooveel Nieuw-
Grenada betreft), Oostenrijk en de Vereenigde Staten van
Noord-Amerika.
De bevolking der provincie bedroeg op 31 Dec. 1868:
284,140 mannelijke personen
301,786 vrouwelijke
585,926 personen te zamen.
De bevolkingen der gemeenten in Noordholland, die ieder
meer dan 10,000 zielen hebben, waren
op 31 Dec. 1867. op 31 Dec. 1868.
Amsterdam 267938 271764
Haarlem 30781 30916
Helder 18407 19423
Zaandam 12341 12378
Alkmaar 11609 11650
In de in onze nabijheid gelegene gemeenten was de
bevolking, in vergelijking metdie van het vorige jaar, als volgt:
op 31 Dec. 1867. op 31 Dec. 1868.
Barsingerhorn 2383 2424
Broek op Langedijk 1005 1002
Callantsoog 693 667
Heerhugowaard 2022 2100
St. Maarten 1095 1082
Nieuwe Niedorp 1388 1400
Noordscharwoude 736 754
Petten 385 399
Schagen 2710 2748
Terschelling 3117 3106
Texel 6199 6163
Vlieland 694 715
Wieringen 2105 2073
Wieringerwaard 1221 1218
Winkel 1578 1600
Zijpe 6526 6685
In verband met de opgaven der bevolking, wordt in het
verslag een staat medegedeeld van de landverhuizingen
in 1868. Daaruit blijkt, dat uit de navolgende gemeenten
dezer provincie naar buiten 's lands zijn vertrokken 84
hoofden van gezinnen of op zichzelve staande personen,
als: uit Alkmaar 1, uit Amsterdam 31, uit Edam 3, uit
Haarlem 4, uit Haarlemmermeer 5, uit Helder 2, uit
Nieuwer-Ainstel 3, uit Schagen 2, uit Schoorl 3, uit
Terschelling 19, uit Texel 2, uit Wieringen 5, uit Zaandam
1, uit Zaandijk 1 en uit Zijpe 2. Met de bovenstaanden
zijn vertrokken 34 vrouwen en 130 kinderen. Van de
meesten wordt opgegeven, dat zij naar Noord-Amerika
zijn vertrokken; van sommigen wordt nog in 't bijzonder
vermeld, dat zij naar een bepaalden staat der Unie zijn
verhuisd, als naar Cincinnatie, Michigan, Illinois, New-York;
3 industriëlen uit Amsterdam zijn naar Brazilië verhuisd
en 1 naar Canada. Van 14 der vertrokkenen wordt in den
staat vermeld, dat zij tot den gegoeden stand behooren.
(Wordt vervolgd.)
HELDER en NIEUWEDIEP, 15 Julij.'
De Fransche Senaat is bij een keizerlijk decreet tegen
2 Augustus e. k. bijeengeroepen. De zitting van het
Wetgevend Ligchaam is daarop verdaagd tot een nader
te bepalen dag. De ministers zijn op het paleis te St. Cloud
vergaderd geweest en hebben allen hun ontslag ingediend,
dat door den Keizer is aangenomen. Tot aan hunne ver
vanging door hunne opvolgers zullen zij echter aan het
hoofd der departementen geplaatst blijven.
Men noemt al reeds de namen der nieuwe ministers,
waaronder voorkomt die van den heer Drouyn de Lhuys.
De gewone langzame behandeling van zaken in het Wet
gevend Ligchaam zal wel ten gevolge hebben, dat het Wetge
vend Ligchaam zeker niet spoedig weder bijeenkomen zal.
Ook Spanje mag zich weder (voor de hoeveelste maal?)
verheugen in het optreden van een nieuw ministerie,
waarvan evenwel Prim en Topete leden zijn, de eerste
tevens voorzitter.
In Engeland vordert steeds meer de behandeling der
Iersche kerkwet bij het Hoogerhuis. Zeer tegen den zin
der behoudende partij, zijn dezer dagen de beide volgende
amendementen aangenomen: 1°. de Iersche bisschoppen
zullen niet meer zitting hebben in het Huis der Lords en
2°. de bisschoppen der R. C. kerk in Ierland zullen met
betrekking tot de dotatiën op een voet van gelijkheid met
de Protestantsclie geestelijkheid worden geplaatst. Het is
niet vreemd, dat lord Derby, het hoofd der oppositie, terstond
tegen die besluiten protest deed aanteekenen.
Per het schip ,/Raphaël", kapt. H. van de Velde Smit,
zullen 23 militairen naar Cura9ao worden overgevoerd.
Embarkement 7 Aug. e. k. alhier.
De kermisvermakelijkheden naderen hun einde. Het
terrein, door tenten en kramen ingenomen wordt van
lieverlede ontruimd en spoedig zal het gevierde volksfeest
slechts in de herinnering leven. Moge die herinnering
voor niemand onaangenaam zijn! Zijn onze informatiën
juist, dan is er ditmaal druk geprofiteerd van de vele
gelegenheden tot ontspanning. Inzonderheid zijn de tooneel-
matige voorstellingen van Albregt en van Ollefen en die
van Stoete, Jacqui en C°. telken reize door een talrijk
publiek bezocht.
De kinderen, die in het Algemeen Weeshuis alhier
worden verpleegd, zijn gisteren avond door den heer
Koppen in zijne beignets-kraam onthaald. Wij vernemen,
dat de heer van der Kam morgen avond die kinderen in
zijne poffertjes-kraam een onthaal bereiden zal. Met veel
genoegen maken we van zulke berigten melding.
Heden hadden we het genoegen te bezigtigen den
prijs, door Z. M. den Koning, ten behoeve van den schiet
wedstrijd van het Artillerie-Vrijkorps alhier, ten geschenke
gegeven, bestaande in een sierlijk bewerkte sigarenkist,
met antiek zilver gemonteerd.
De leden der Provinciale Staten van Noordholland
hebben jl. Dingsdag, gebruik makende van een uitnoodiging
van hun medelid, den heer Joan Muller, per extra stoomboot
een togtje gedaan naar de kanaalwerken van Hollands
doorgraving. Het eerst werd een bezoek gebragt aan de
werken nabij Schellingwoude en van daar heeft men zich,
nadat door den gastheer aan het gezelschap een lunch
was aangeboden, terug begeven om het Noordzeekanaal
nabij Velsen te bezigtigen. De werkzaamheden op de
onderscheidene der bezochte gedeelten des werks maakten
op de bezoekers blijkbaar een gunstigen indruk.
De ongesteldheid van II. M. de Koningin is zoo
goed als geweken.
Tot predikanten bij de Protestantsche Gemeenten in
Nederl. Oost-Indië zijn benoemd de heeren I. Faber DJz.,
pred. te Ossendrecht c. a.Y. Radersma, pred. te Britsum
J. de Jong, pred. te Nieuwe NiedorpS. H. A. Begemann,
pred. te Ankeveen en W. P. M. Moulijn, pred. te Schoonoord.
Tot plaatsvervangend kantonregter te Medemblik is
herbenoemd de heer D. M. Alewijn.
In de zitting der Eerste Kamer van jl. Maandag
zijn onderscheidene wetsontwerpen behandeld, waaronder
dat tot onteigening van perceelen ten behoeve van den
spoorweg van Dordrecht naar Rotterdam. Onderscheidene
bezwaren zijn tegen deze wetsvoordragt in het midden ge
bragt en vooral is daarbij ook gewaagd van de noodzake
lijke verbetering der haven te Harlingen en van de aan
sluiting der noorderlijn HarlingenNieuweschans hij de
Pruissischo westbaan. De minister van Binnenlandsclie
Zaken verdedigde de wet tegen de bezwaren van kostbaar
heid en van ondoelmatigheid der voorgestelde aansluiting.
Verder verzekerde de minister, dat hij zeer gunstig gezind
is jegens de verbinding der noorder-spoorwegen met de
Pruisische spoorwegen, maar dat hij het noodzakelijk acht,
dat ook het Pruissische gouvernement van zijne belang
stelling doe blijken in het tot stand komen eener verbinding,
die ter weerszijden voordeelen opleveren zal. Het ontwerp
der verbinding te Rotterdam is met 30 tegen 2 stemmen
aangenomen.
In de zitting van jl. Dingsdag heeft de minister van
Koloniën bij de behandeling van eenige ontwerpen, tot
zijn departement behoorende, gezegd, dat sedert het ge
beurde op de Kust van Guinea in de Tweede Kamer
werd ter spraak gebragt, geene nadere berigten van de
Kust ontvangen zijn.
De minister van Binnenl. Zaken heeft eene memorie
van beantwoording ingezonden op het verslag der Eerste
Kamer, naar aanleiding van het onderzoek, dat in de
afdeelingen heeft plaats gehad, betreffende het wetsontwerp
tot onteigening van perceelen ten behoeve van den spoorweg
van Zaandam naar Amsterdam. De minister wijst o. a.
op de groote voordeelen, die door deze wet zullen worden
verkregen boven de rigting, die het centraal punt der
vereeniging aan de zuidzuide der hoofdstad zoude plaatsen.
De minister doet uitkomen, dat handel en scheepvaart door
de voorgestelde verbinding aan de noordzijde der stad zeer
worden gebaat, terwijl de aanleg van ruimte langs het
station door aan te leggen kaden den bestaanden toestand veel
verbeteren zal. Nu toch bestaat de gemeenschap tussclien
de haven en de stad niet anders dan over smalle en
moeijelijk te bereiken steigers.
In de zitting der Eerste Kamer van gisteren is dit wets
ontwerp behandeld, in stemming gebragt en met 24 tegen
8 stemmen aangenomen.
De Provinciale Staten van Noordholland hebben,
gelijk reeds door ons is berigt, besloten de heeren
K. Breebaart en A. Wiegel Czn. niet als leden der Staten
toe te latendoch de gronden waarop zijn nog niet bekend
gemaakt. De verkiezing van eerstgenoemden is vernietigd,
omdat, bij de opening der stembriefjes, een der stembussen
nog niet was ingekomen; die van den laatsen, om dat hij
zelf als voorzitter van het stembureau heeft gefungeerd.
Jl. Dingsdag stond voor het Prov. Geregtshof van
Noordholland teregt Jan Ton, oud 33 jaren, warmoezier,
geboren en wonende te Alkmaar, beschuldigd ter zake van
moedwillige brandstichting, waarbij was te voorzien dat
menschenlevens in gevaar konden worden gebragt, gepleegd
in een door hem bewoond huis te Ropjeskuil, in den Berghout,
bij Alkmaar. De beschuldigde wordt verdedigd door mr.
G. I. J. Waterschoot van der Gracht. 23 getuigen zijn
gedagvaard, waarvan 3 zijn gehoord. Woensdag en Don
derdag voortzetting.
Aangenomen het beroep naar de Rem. gem. te Leiden,
door dr H. G. Rogge, thans leeraar aan de Hoog.Burgers. aldaar.
In het jaar 1870 zal er binnen Schagen eene
landbouwtentoonstelling worden gehouden.
Aan de Oudesluis, nabij Schagen, was jl. Zondag een
schippersknecht bezig met zwemmen, toen hij, door kramp
aangetast, eensklaps wegzonk. Onmiddelijk werd moeite
gedaan om hem te redden, maar vruchteloos. Zekere...,
de Vries, schipper, inmiddels op de plaats des onheils
gekomen, begaf zich gekleed te water, dook en bragt de
drenkeling boven. De ongelukkige is den volgenden morgen
evenwel aan de gevolgen overleden.
Jl. Maandag middag werd door de Holl. Spoorweg
maatschappij in het stations-gebouw te Amsterdam publiek
aanbesteedhet uitvoeren van eenige herstellingen en voor
zieningen aan de verhoogde steigers in de goederenloods
aan de spoorweg-haven te Helder Aangenomen door de
heeren gebrs. Moorman, voor 3685.
Te Amsterdam viel dezer dagen een kind in het
water. Dadelijk springen twee mannen in het water en
redden het kind van een wissen dood. „Ik heb het gered,"
zeide de een. //Neen, ik!" verzekert de ander. Eene
hevige ruzie begint, die weldra in eene duchtige kloppartij
ontaardde, waaraan eerst door de politie een einde werd
gemaakt, toen zij elkaar reeds bont en blaauw hadden
geslagen.
Maandag middag is een milicien van het 4de reg.
infanterie in het Noorder-Spaarne bij Haarlem met zwemmen
verdronken. Men vermiste hem eerst toen allen weder
bezig waren zich aan te kleeden en er een pakje kleeding-
stukken overbleef. De militaire autoriteit had het zwemmen,
anders dan onder surveillance als het gekommandeerd werd,
verboden, zoodat deze man voor zijne overtreding zwaar
gestraft is.
Jl. Zondag was een ware feestdag voor de Evang.
Luth. gemeente te Beverwijk, die haar eerste eeuwfeest
vierde. Zeer talrijk was dan ook de schare van belang
stellenden, die zich in het vroege uur naar het nette
kerkgebouw begaf, ten einde eene kernachtige prediking
van haren predikant, den heer W. J. Manssen, naar aan
leiding van Psalm XCIII 5 en Jes. XL 7 en 8 te
hooren, terwijl de plegtigheid van dezen dag werd ver
hoogd door de uitmuntend uitgevoerde zangstukken van
een goed koor, dat uit verschillende personen van daar en
elders bestond. Des avonds vereenigde men zich aan een
vriendscliappclijken maaltijd.
Men verneemt dat men te Rotterdam pogingen aan
wendt tot het in het leven roepen van een directe stoom-
bootdienst tussclien die stad en New-York. Voorloopig
zou men volgens het ontwerp slechts twee booten in de
vaart brengen, met ruimte voor 400 tusschendeks-passagiers
en 40 a 50 der 1ste klasse. Elk der booten zou minstens
ruimte van 1200 ton lading en 200 ton steenkolen hebben.
Daarmede kon eene geregelde maandelijksche vaart in het
leven geroepen worden, die bij gunstigen uitslag in eene
14daagsche kon veranderd worden.
In de ,/Rott. Crt." leest men:
»Zoo is dan over Jacob de Vletter het regterlijk vonnis
geveld. Nu het regt over hem en anderen uitspraak gedaan
heeft, en aan den eisch der geregtigheid wordt voldaan,
mag ook de stem van het medelijden zich doen hooren;
medelijden met den man die, blijkbaar van geen alledaagsche
gaven en van een in het privaat leven onbesproken karakter,
door zucht naar valsche populariteit gedreven, hoe zeer
dikwijls ook met goede bedoelingen, zich zoo ver heeft
laten vervoeren dat hij een geest van oproer en verzet
tegen orde en wet onder een groot deel van het volk heeft
gewekt en nu in het einde zich zeiven en anderen in het
ongeluk heeft gestort.
Maar medelijden vooral niet minder met die anderen,
ongelukkige misleiden, en die ook bij de billijkste toe
passing der wet misschien het zwaarst boeten zullen voor
de ligtste schuld; die zich als redelooze werktuigen hebben
laten gebruiken in de hand van anderen, en de slagtoffers
geworden zijn van hun dwaze volgzaamheid en verblinding.
Mogt het volk toch flink en uit eigen oogen leeren zien,
wie de ware leidslieden en veilige gidsen zijn, op wie zij
zich mogen verlaten, en wie hen daarentegen om den tuin
leiden en bedriegen. Die volksbedriegers moeten aangewezen
en ontmaskerd worden. De vijanden en verraders des volks,
dat zijn dezulken die het opzetten tegen overheid en wetten,
tot werkstaking dwingen, tot woeste kermisvreugd lokken,
in drankverzoeking brengen, dat zijn schimp- en schot
blaadjes als het //Rotterdamsclie Volksblad", dat spoedig
een smadelijken dood sterve onder de verachting van het
volk, dat is de dienst van den sterken drank, die kanker
van Nederland; dat zijn ook dezulken, met wie wij geen
medelijden hebben, die tijdens het jongste oproer met laffe
boosaardigheid anderen hebben opgezet tot weerstand, ter
wijl zij zich zelf hebben schuil gehouden. Hen kan de arm
der wet niet bereiken; moge althans hun eigen beschuldigend
geweten hun veroordeeling zijn
Jl. Maandag namiddag is te Hellevoetsluis binnen
gekomen de tweede haringjager van Maassluis met 1071 ton
volle- en 105 ton maatjes-haring.
Bij den schietwedstrijd van den Weerbaarheidsbond,
van 16 tot 21 Aug. e. k. nabij Utrecht te houden, zullen,
voor zoover tot dusver bekend is, nagenoeg 1500 schutters
aanwezig zijn, zijnde 1000 van de verschillende burger-
vereenigingen en 500 schutters en militairen van het leger.
Ten behoeve van de kamperenden zijn bij het rijk aange
vraagd 2 generaals-tenten, 15 hoofdofficiers en 24 officiers
tenten, terwijl voor de mindere schutters ruim 200 tenten
verzocht zijn. De restauratie-tent zal 250 personen aan
tafel kunnen bergen, naar men verneemt tegen betaling
van 1.50 per couvert voor het middagmaal, terwijl voor
de mindergegoeden eveneens eene tent wordt opgerigt,
waar men voor slechts 50 cents zich van het noodige
ontbijt en middagmaal zal kunnen voorzien,
In het huis van arrest te Breda is opgenomen zeker
persoon, vroeger aldaar als bode van een begrafenis- en
levensverzekeringfonds werkzaam, maar thans in eene andere
betrekking elders geplaatst, en op wien het vermoeden rust
van vele opligterijen te hebben gepleegd. Ook een jufvrouw
uit die stad, die van medepligtigheid aan die opligterijen
verdacht wordt, is te gelijker tijd in verzekerde bewaring
gesteld. De regter van instructie doet ijverig onderzoek.
De zaak beloofd eene groote uitbreiding te zullen erlangen.
Een menigte getuigen zal worden gedagvaard.
Ten bewijze dat ook buiten Noordholland groote prijzen
voor het rundvee bedongen worden, kan dienen, dat den