Men meent te weten, dat er eene zamenzwering is ontdekt, gerigt tegen den Regent en de verdere hoofden der regering. Onderscheidene personen zijn tengevolge hiervan in hech tenis genomen. De uitslag der op eergisteren gehouden stemming voor vijf' leden van den gemeenteraad heeft de volgende uit komst opgeleverd: Uitgebragte stemmen 320 Van onwaarde 1 Geldige stemmen319 Volstrekte meerderheid. 160 Hiervan zijn op de volgende personen uitgebragt het nevens hunne namen vermelde aantal stemmen; de heeren B. R. de Breuk 258; R. Booinsma 251; S. Braaksma 224; D. de Lange 209; W. J. Hidde Bok 146; P. Groen 131; H. Janzen Ez. 63; C. W. K. van Strijen 57; W. C. M. van Bruggen 16; P. J. Heijning 7; M. J. Manheim 6; K. van Vliet, C. Giltjes en F. X. J. van Opdorp 4; J. J. A. Bedloo de Bronovo en C. Over de Linden 3; J. J. van Hees, M. L. van Gelder, P. van Woelderen, mr. D. P. H. Aberson, L. M. van Gelder en A. Metze- laar 2. Op een 28tal personen werd ieder één stem uitgebragt. Alzoo herkozen de heerenB. R. DE BREUK, R. BOOMSMA, S. BRAAKSMA en D. DE LANGE. llerNteinining moet plaats hebben tusschen de heeren: W. J. HIDDE BOK en P. GROEN. (Reeds gisteren bij afzonderlijke billetten aan de geabon- neerden binnen de gemeente medegedeeld) Zr. Ms. schroefstoomschtp Vice-Admiraal Koopman," onder bevel van den kapt.-luit. ter zee B. D. van Trojen, is gisteren alhier in dienst gesteld. Op Zondag 25 dezer zullen, bij goed weder, des namiddags muziekuitvoeringen plaats hebben op het stations terrein alhier, te geven door het muziekgezelschap Concordia. Men verneemt dat Z. H. Paus Pius IX, door tusschen- komst van zijnen nuntius bij het Nederlandsche hof, msgr. A. Bianchi, eene gift van 500 heeft geschonken, ten behoeve der op het eiland Aruba, in de West-Indische Koloniën, door hongersnood lijdende bevolking. Een opwekkend woord tot de kiezers in eene der groote gemeenten van ons van vaderland gerigt aan den vooravond van den jongsten verkiezingsdag, ving o. a. met deze woorden aan „De burger, die belang stelt in het welzijn der gemeente, zon zeer verkeerd doen, indien hij, zonder de uiterste nood zakelijkheid, a. s. Dingsdag zich niet naar de stembns begaf om zijnen kiezerspligt te vervullen. Zoo ooit, dan is er tegenwoordig wèl aan gelegen hoe de gemeenteraden zijn zaïnengesteld." Dit welineenend woord van opwekking verdient ook wel eens gehoord te worden in deze gemeente, waar jl. Dingsdag van de 741 kiezers slechts 320 (dat is 43 ten honderd) aan de stembus kwamen. Twee vlugschriften zijn ons ter aankondiging toe gezonden. Het eene, van eenen zich noemenden Justus, draagt tot opschrift: „Zijn onze volksvertegenwoordigers liberaal?" Die vraag wordt door den schrijver gesteld, naar aanleiding der debatten in de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Hij beantwoordt die vraag ontkennend en wel 1. omdat de kadets verpligtzijn op Zon- en Feestdagen kerkwaarts te gaan; 2. omdat men voor elk kadet eene jaarlijksche gift van 600 vordert, en 3. omdat men de kadets tot eene vijfjarige dienst verpligt. Verpligte kerkgang acht de schrijver in strijd met onze grondwet, in strijd met gewetensvrijheid. De jaarlijksche contributie van 600 noemt hij een aristocratische som, en hij acht die bepaling niet liberaal in een land, dat zich aldus noemt en waar men zou verwachten dat de leus zou zijnkosteloos onderwijs, althans op die inrigtingen waar men tot landsdienaar wordt opgeleid. Do verpligting tot een vijfjarige dienst is, naar de meening van den schrijver, in strijd met de bepalingen der wet, die aan minderjarigen o. a. verbiedt getuige te zijn. Dwaas noemt de schrijver deze bepaling, omdat een onwillig officier persé een slecht officier zal zijn. De tweede brochure heet: „Eerste en laatste woord aan de „Nieuwe Noordhollander." Het is van de hand des heeren mr. J. van der Drift, te Alkmaar. Zij handelt over het gebeurde bij en na de jongste verkiezing voor de Tweede Kamer, bepaaldelijk wat betreft het bekende strooibillet. Onze ruimtegedoogt niet het stuk in zijn geheel op te nemen, en voor het maken van een uittreksel achten wij het minder geschikt. Het kome echter in veler handen, opdat over de bewuste zaak, die zooveel twistgeschrijf heeft uitgelokt, opdat deze aangelegenheid algemeen in het dui delijkst licht verschijne. Tot ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw is benoemd de heer P. J. Werden, kanunik en pastoor bij de R. C. gemeente te Breda. Tot rector-magnificus aan de hoogeschool te Groningen voor het academiejaar 18691870 is benoemd de hoogl. B. D. H. Tellegen. Op de synode der Christ. Afg. Geref. kerk, gehouden te Middelburg, den 16 Junij en volgende dagen, is de vereeniging gesloten tusschen die kerk en de Oud-Gere formeerde gemeenten, met wederzijdsclie erkenning van leeraars en gemeente. Tevens is op die synode besloten de aldus vereenigde kerk voortaan den naam zal dragen van „Christelijke Gereformeerde kerk," en dat van haar bestaan onder dien naam aan Z. M. den Koning zal wor den kennis gegeven. Beroepen bij de Herv. Gemeente te Monnickendam ds. W. M. Langenberg, pred. te Geldermalsen; bij de Evang. Lutli. gem. te Edam ds. de Meijere, pred. te Kuilenburg. Men schrijft ons van Texel, dd. 21 Julij: „Gisteren had alhier de verkiezing plaats voor 4 leden van den gemeenteraad. In het geheel werden 137 geldige stemmen uitgebragt, waarbij de volgende heeren werden herkozen: de heer J. Veenstra met 118, C. P. Kuiper met 88 en D. Bruin met 77 stemmen. De heer W. Hillenius bekwam 58, J. T. Zijm 48 en Coninck Westenberg 44 stemmen, zoodat tusschen deze heeren of tusschen de twee eerstgenoemden eene herstemming moet plaats hebben. Voorts bekwamen nog stemmen de volgende heeren: A. Bremer 38, Eschauzier 16, van Putten en K. D. Bakker 9, A. E. Stiggelbout 6, J. J. Kalis en P. K. Kuiper 4, Bruno Bok 3 en S. J. Keijser 2. Eenigen bekwamen één stem. De uitslag der verkiezing voor drie leden van den gemeenteraad te Schagen is als volgt: Aantal kiesbevoegden 188, waarvan opgekomen 127, (van onwaarde 1 briefje), volstrekte meerderheid 64. Uitgebragte stemmen op de heeren: Jacob Denijs- Wz. 58, Jan Govers Wz. 55, Jan Asjes 42, H. B. Voorman 41, F. O. van Dörnberg Heiden 35, II. R. de Meêr 33, Jan Noë Senior 29, Jan Borst Senior 23. Zoodat niemand is verkozen, en er tusschen de zes eerstgenoemden eene herstemming zal moeten plaats hebben De overige stemmen waren op 25 verschillende andere personen verdeeld, welke verdeeldheid dan ook ten volle de noodzakelijkheid bewijst van de oprigting eener kiesvereeniging. Bij de jl. Woensdag te Alkmaar plaats gehad hebbende opening der stembus is gebleken, dat voor de verkiezingen van leden van den gemeenteraad zijn uitgebragt 524 geldige stemmen Daarvan bekwamen de heeren P. Bruinvis de Lange 493, J. C. Koorn 423, T. L. Koorn 399, mr. W. van der Ivaaij 291, S. Blom Hz. 275, M. Cohen Stuurt 256 en C. Hattinga Raven 233. De vier eerstgenoemde aftredende leden zijn alzoo herkozen en het aftredende vijfde lid, de heer Stuart, is vervangen door den heer S. Blom Hz. Ter vervanging van wijlen mr. P. A. de Lange zijn ingekomen 522 geldige biljetten. Daarvan bekwamen mr. D. F. van Leeuwen 350 en de heer B. Preijer 166 stemmen, zoodat eerstgenoemde is gekozen. Tot leden van den gemeenteraad te Pui-merende zijn jl. Woensdag herkozen de hli. G. R. Abbring, P. Makkes en O. F. Apken. Tusschen de lili. A. Kerbert die 103 en J. Ch. Bemt, die 42 stemmen hadden bekomen, moet herstemd worden. Tot leden van den gemeenteraad te Zaandam zijn jl. Woensdag herkozen de hli. J. Zwaardemaker Hz., A. de Lange, J. Ebmeijer, C. C. Mats en dr. A. Sasse. Het Provinciaal Geregtshof van Noordholland heeft jl. Dingsdag de doodstraf uitgesproken, uit te voeren binnen Alkmaar, tegen Jan Ton, warmoezier, geboren en wonende te Alkmaar, wegens moedwillige brandstichting in een bewoond gebouw, waarbij gevaar voor menschenlevens bestond. Het onweder, dat jl. Maandag morgen woedde, heeft, naar de van verschillende zijden ontvangen berigten te oordeelen, op vele plaatsen schade veroorzaakt. Te Drie bergen heeft het aan twee menschen het leven gekost. Te Wijk hij Duurstede is de bliksem geslagen in de woning van den arbeider Limkolk in de Langscheiding. In een oogwenk stond het huisje in brand, zoodat met moeite de kinderen en eene koe gered werden; alles is overigens door brand vernield. Te Geldermalsem sloeg de bliksem in bij den landbouwer Nout en veroorzaakte brand, waardoor het huis en een korenberg afbrandden. Te Drcumel sloeg de bliksem in een hofstede, die met daarbij staande schuur en berg geheel afbrandde, zoodat niets kon gered worden en waardoor ook 3 varkens een prooi der vlammen werden. Ook loopt er een gerucht, dat te Leeuwen en Devl hofsteden zijn verbrand. Een meisje op den Waaldijk bij Tiel werd door den bliksem getroffen en bleef op de plaats dood. Zij was over het gelieele ligchaam deerlijk verbrand. Zelfs haar hoofdhaar was gezengd en hare kleederen waren brandende. Anderen, die te gelijkertijd met haar op den weg waren neergeworpen, bleven ongedeerd. Te Kapel-Avezaatb sloeg de bliksem in den molen, veroorzaakte veel schade, maar geen brand. Onder de gemeente Venray is de bliksem in een der kloosters geslagen en heeft brand veroorzaakt. Zekere C. W. C. is den 20 dezer door de regtbank te Rotterdam veroordeeld. In eene tapperij aan de Nieuwe- liaven aldaar had hij uit de lade der toonbank eenig geld genomen. Toen hij hiermede bezig was, door over de toonbank heen zijne hand in de geldlade te steken, werd dit door den bediende opgemerkt, welke zijn meester waarschuwde, hetgeen de beklaagde bespeurde, die daarop de vlugt nam. Onder het geroep van „houdt den dief," volgden hem den tapper en zijn knecht, totdat hij op het Haringvliet door twee policie-agenten is gearresteerd. Er kennende in de tapperij te zijn geweest, ontkende de beklaagde aldaar geld uit de lade te hebben ontvreemd, doch beweerde de tapperij te hebben verlaten uit nieuws gierigheid, daar hij „houdt den dief" hoorde roepen en toen medegeloopen is om den vermeenden dief te achter volgen. Toen hij evenwel bemerkte dat men hem bedoelde, zou hij hebben stilgestaan. Den beklaagde, welke reeds eenmaal wegens diefstal veroordeeld is en nog onlangs bij gebrek van bewijs is vrijgesproken van diefstal, is eene gevangenisstraf van een jaar opgelegd. (N. Rott. Crt.) Men schrijft uit Tiel, dd. 19 Julij jl.: „In den vroegen ochtend van dezen dag, omstreeks vijf uur, kwam er een onweersbui opzetten uit het NW. Welhaast ontlastte hij zich boven deze stad en omstreken. Was de in overvloed nedervallende regen zeer gewenscht voor wei- en bouwland, boom- en veldvruchten, toch waren de gevolgen overigens in vele opzigten noodlottig. De bui woedde het hevigst tusschen acht en negen ure. De slagen waren zoo geweldig, België. dat de huizen er van dreunden. Op onderscheidene plaatsen o. a. te Dreumel, aan den overkant van de rivier, ontstond brand. Heden ten vier ui-e in den middag stijgen er nog dikke rookkolommen omhoog. Een huisgezin even buiten de stad, aan den Waaldijk, gemeente Drumpt, is in diepen rouw gedompeld. Een meisje, 21 jaren oud, verliet de ouderlijke woning om een jongere zuster, die een boodschap in de stad deed, ie gemoet te gaan. Met deze terugkeerende, werd zij niet verre van huis door den bliksem getroffen en bleef op de plaats zelve dood. Met haar werden haar 1 zuster, een man en een jongen ter aarde geworpen, die er j met den schrik afkwamen Te Zelhem werd dezer dagen eene bouwplaats ver kocht voor p. m. 17,000, terwijl diezelfde bouwplaats, I nog geen twintig jaar geleden, door den vorigen eigenaar werd aangekocht voor 6500. Thans wordt het buurtschap Uddel door 2 a 300 vreemdelingen, zoo niet meer, bezocht. Het zijn evenwel geen Zigeuners of heeren, maar het is een gezelschap vogels, die in vederdos, vorm en geschreeuw veel op de zoogenaamde i bonte kraaijen gelijken, hoewel hun snavel meer naar het witte dan naar het zwarte overhelt. Die ongevraagde i bezoekers zijn, gelijk hunne daden tooncn, groote liefhebbers van aardappelen. In de nabijheid van met die vrucht bepote akkers houden zij zich dan ook algemeen op, om er zoo menigmaal zij verkiezen op neêr te vallen en te rooven naar hartelust. Met behulp van hunne pooten en hunnen snavel delven zij de te veld staande aardappelen uit den j grond en vliegen er vervolgens mede weg; menige akker I getuigt reeds van hunne vernielzucht. Of liet inlandsche I vogels of vreemde indringers zijn, is nog een punt in kwestie, i Men noemt ze daar karkanen en acht de thans aldaar ver- j keerende voor dezelfde die men kort geleden in den om trek van Nijkerk en Putten heeft verjaagd; althans op die plaatsen worden zij, sedert zij hier zich nederzetten, niet meer vernomen. Men meldt uit Kampen, dd. 19 Julij jl-: „Als waar schuwend tegen onvoorzigtigheid met brandstoffen, vooral met petroleum, diene het volgendeEen man en een vrouw alhier werden dezen nacht gewekt door angstkreten van hun kind, dat voor hetbed in eene wieg lag. Zij hadden op den kap over de wieg een nachtlicht van petroleum geplaatst, hetwelk waarschijnlijk door het woelen van het kind omsloeg, waar door het kleed en beddegoed van de wieg, alsmede de gordijnen van de bedstede vlam vatten. Gelukkig werd het kind spoedig door den vader uit de wieg genomen, zoodat het geen letsel bekomen heeft. In een Friesch dorpje bevond zich onlangs een rond reizend tandmeester, die ter bevordering zijner praotijk, den omroeper van het dorp bij de gemeente liet rondgaan, om den volke van zijne tegenwoordigheid kond te doen. Er kwam echter niemand opdagen, en toen nu onze tandmeester daarover zijne verwondering te kennen gaf, werd hem meegedeeld, dat de man zich met het omroepen had ver gist, door, in plaats tandmeester, „dansmeester" te roepen, waaraan natuurlijk niemand zijn gebit had willen toever trouwen, uit vrees tanden en kiezen grande promenade te zien maken. De heer S deed in het begin van dezen zomer zijn landgoed herstellen. Op een morgen dat hij het werk kwam nazien, vond hij een schilder, met het dringendst werk belast, onder een boom liggen slapen. „Schelm riep de heer S„heet ge dat werken?» De schilder werd wakker en bezag den toornigen meester, doch scheen niet voornemens om op te staan. „Ge zijt. niet waard," ging de heer S... voort, „dat de zon u beschijnt!» "Dat heb ik ook gedacht," antwoordde de schilder, „daarom ben ik in het lommer gaan liggen.» - Op eene kostschool brak onlangs eene hevige op schudding uit onder de jonge dames, omdat het in eene bovenzaal spookte. Een meisje had de deur dier zaal in het duister willen openen, dat niet dan met groote inspanning gelukte, maar was aanstonds terug gedeinsd, toen zij een aantal witte handen naar zich zag uitgestrekt. De maagd viel flaauw, en aanstonds heette het, dat het spookte. De directrice verwon echter haren schrik en deed onderzoek, waaruit bleek, dat de huishoudster van die zaal gebruik had gemaakt, om de gewasschen handschoenen der talrijke pensionnaires te droogen te hangen en deze waren door den togtwind in beweging gekomen. HUT E X L A X I). Eenige dagen geleden hebben de dagbladen, onder voor behoud, gesproken over een beambte van een ontvanger van contributiën te Antwerpen, die met eene zware som zou opgestoken zijn. Het feit is naauwkeurig. Het is de klerk van den ontvanger der 9de en 10de wijken. De overleden ontvanger had gedurende zijne ziekte M. Rifflart, in wien hij het volle vertrouwen had, met de ontvangsten belast. Na den dood van dien ambtenaar moest men tot het overzigt der boeken overgaan, doch op het oogenblik dat men zich daartoe gereed maakte, was M. Rifflart ver dwenen. Men had weldra do verklaring dier verdwijning. Het onderzoek der boeken deed uitkomen, dat er in de kas een tekort was van 48,000 francs. Men gelooft, dat die beambte het grootste gedeelte der som, vóór zijn vertrek, reeds had opgemaakt. Het meesje, dat sedert vier jaren in de brievenbus van den eerwaarden heer pastoor te Oost-Eecloo komt nestelen, heeft gedurende dezen zomer reeds voor de tweede maal jongen gekweekt. Zonder het beestje eenigszins te storen in het maken van zijn nest en 'in het voeden der jongen, opent de pastoor dagelijks de bus en neemt er zijne brieven en couranten uit, welke de facteur er in laat vallen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1869 | | pagina 2