I GEMEENTERAAD. B I E L V N D. Hij moet dus kiezen tusschen tabak en sterken drank aan de eene zijde, voeding en kleeding aan den anderen kant. Maar zeg niet, mijn ligchaam heeft wat warms, wat versterkends noodig. Want dat is u zelf voor den gek houden. Genever versterkt niet, en verwarming hebt ge noodig; ja, maar alleen tengevolge van uwe keus, omdat uwe voeding onvoldoende is. Die enkele stuivers, voor tabak en drank uitgespaard, zullen niet maken, dat ik vleesch op tafel krijg! Zootel die enkele stuivers eens op, zie eens hoeveel ze 's jaars bedragen; zie om u heen hoeveel kroeghouders en tappers en slijters van die enkele stuivers leven! Het zou u beter gaan indien het dezen slechter ging. Neen! indien gij deze week ophoudt met rooken en uwen borrel afschaft, zult gij de volgende week geen vleesch hebben aan uwen dagelijkschen maaltijd, dat is zeker. Maar gij zult een man worden die een kans heeft in 't leven, een kans om vooruit te komen, die u vroeger of later moet te beurt vallen. Of, hoe dikwerf niet zegt de handwerksman, als ik nu vijftig gulden had, kon ik een karreweitje aannemen, waar wat aan te verdienen valt! Hoeveel gelegenheid is er niet om iets te verdienen voor den man, die een weinig heeft met onderaanneming, b. v. met 's winters te werken, als er niets te doen is voor den man zonder kapitaal, die alleen in daghuur kan werken? Maar zoodra de werkman geld moet leenen voor zoo iets, verslindt de rente, met zijne onaf hankelijkheid, zijne winst. Niet te vroeg trouwenLaat ons hierover kort zijn. Maar wat in de hoogere standen algemeen regel is, moest dat ook worden in de lagere. In onze maatschappij kan niemand met een huisgezin leven van zijn werk alleen. Niemand. En den hoogeren standen valt het leven misschien nog bezwaarlijker dan de lagere. Maar daarom verschaft zich iedereen in die hoogere klassen der maatschappij een kapitaaltje, voor hij zich belast met de zorg voor vrouw en kinderen. Hij weet dat de renten, inkomsten, opbrengsten van dat kapitaal, hem moeten doen leven. Alle werk heeft dan alleen waarde, indien het strekt tot vermeerdering van kapitaal. Hij dus, die zijn eigen kapitaal bewerkt, geniet dubbele winsten; die eens anderen kapitaal vrucht baar maakt, naauwelijks enkele. Indien nu de arbeider dikwerf de hoogere klassen benijdt, zijn deze dan niet in hun regt van hem te vergen dezelfde opofferingen? Belast u met de zorg voor huisgezin en kroost op uw 24ste jaar, en gij zult in den wedren des levens nimmer den man inhalen, die tot zijn 34ste heeft gespaard! Of dat nu goed is en gelukkig? Neen, maar zoo is de maatschappij, en geene klagten zullen haar verbeterenSlot volgt). Zitting van Dingsdag den 17 Augustus 1869. Voorzitter de heer Burgemeester. Tegenwoordig 13 leden; afwezig de lieeren: van Strijen, van Kelcklioven, Zur Mülilen en de Lange. De aanteekeningen van het verhandelde in de vorige zitting worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter stelt aan de orde het onderzoek der geloofs brieven van het nieuw gekozen lid van den Raad, den heer W. J. Ilidde Bok. Die stukken worden in handen gesteld eener commissie, bestaande uit de heeren de Breuk, Maalsteed en Jelgersma. Terwijl de commissie tot volbrenging harer taak zich verwijdert, wordt de vergadering voor eenige oogenblikken geschorst. Bij de heropening der zitting brengt de commissie bij monde van den heer do Breuk verslag uit van hare bevinding. Zij heeft de geloofsbrieven van den heer Hidde Bok in orde bevonden en stelt voor zijne toelating. Dienovereenkomstig wordt besloten. Hierop wordt aan de orde gesteld de rekening en ver antwoording der gemeente over het dienstjaar 1868. De commissie van rapporteurs, bestaande uit de heeren Boomsma, Maalsteed en Jelgersma, brengt verslag uit van het onder zoek dier rekening in de afdeelingen. Uit dit rapport blijkt, dat de heeren van Strijen, Ilaagsma en Werendlijn Smit aan dat onderzoek geen deel hebben kunnen nemen; dat geene onnaauwkeuriglieden in die rekening zijn aangetroffen, dat de posten van ontvang en uitgaaf door de noodige bewijsstukken behoorlijk worden gestaafd en dat de goed keuring van deze rekening, gelijk mede van die van het Burgerlijk Armbestuur en van het Algemeen Weeshuis, wordt voorgesteld. Achtereenvolgens worden daarop de drie genoemde reke ningen goedgekeurd en vastgesteld, sluitende als volgt De rekening der gemeente: Ontvangsten 167,692.411. Uitgaven - 154,357.10. Batig saldo./ 13,335.31 J' De rekening van het Burgerlijk Armbestuur: Ontvangsten 12,948. Uitgaven - 12,213.611. Batig saldo 734.381. De rekening van het Algemeen Weeshuis: Ontvangsten 14,562,471. Uitgaven - 14,412,09. Batig saldo./ 150.38 De ontwerp-besluiten tot goedkeuring en vaststelling worden daarop gelezen en met eenparige stemmen goed gekeurd. Er wordt gelezen een verzoekschrift van den heer M. L. van Gelder, concessionaris der Bank van Leening alhier, inhoudende, dat adressant verzoekt, dat de concessie, die met het einde dezes jaars zal zijn verstreken, weder voor den tijd van drie achtereenvolgende jaren worde verlengd. De Voorzitter beveelt het toestaan van dit verzoek, namens het Dag. Bestuur ten zeerste aan. Hij verzekert, dat de administratie der Bank steeds in uitmuntende orde is en dat er nooit klagten over het beheer dier instelling bij B. en W. inkomen. Het voorstel tot verlenging der concessie voor nog 3 jaren wordt met eenparige stemmen goedgekeurd. Er wordt voorlezing gedaan van een brief van den Commissaris des Konings in deze provincie, houdende mededeeling, dat eerlang het Kindergesticht te Veenhuizen door de regering zal worden opgeheven, uithoofde van het gering getal verpleegden aldaar. De zorg voor de daar verpleegde kinderen wordt door de regering geacht te behooren tot den pligt der gemeentebesturen. De kinderen, die uit de gemeente Amsterdam in bedoeld gesticht waren opgenomen, zullen met 1 Oct e. k. die inrigting verlaten en nu wordt het gemeentebestuur van den Helder ook uitgenoodigd de verpleegden, tot die gemeente behoorende, vóór of op dat tijdstip te doen afhalen. Het aantal be draagt 10. De regering vraagt kennisgeving, wanneer die kinderen zullen worden afgehaald. De Voorzitter zegt, naar aanleiding van dit schrijven, dat het eerst voor een paar dagen is ingekomen en dat dus het Dag. Best. nog niet in staat is daaromtrent een voorstel te doen. Zijn voorstel om deze aangelegenheid in de volgende bijeenkomst te behandelen, wordt met alge- meene stemmen aangenomen. Verder wordt gelezen een adres van eigenaars van bebouwde en onbebouwde perceelen in de beide Vroonstraten alhier, houdende herinnering aan een voor vijf jaren geleden reeds ingediend verzoek om bestrating in dat deel der gemeente. Zij herinneren verder, dat toon op dit verzoek afwijzend is beschikt en wijzen op de groote behoefte, die er bestaat op verbetering van den openbaren weg aldaar. De Voorzitter verzekert, dat deze aangelegenheid de aandacht van het Dagel. Bestuur in geenen deele is ontgaan, doch dat B. en W. dit verzoek in verband brengen met een ander plan, dat zij eerlang aan het oordeel van de commissie voor de gemeentewerken wensclien te onderwerpen. Zij zijn van oordeel, dat de veranderde toestand der gemeente noodwendig invloed moet uitoefenen op de bestrating, die tot nog toe geschiedde met kleine steentjes, maar die nu, met het vele rijden met zware vrachtwagens op deze wijze hoogst kostbaar en onhoudbaar is. Van daar dat het plan is geopperd om bijv. te beginnen met de Spoorstraat te bestraten met keijen en de stecnen, die daardoor ter beschikking ko men, aan te wenden voor de beide Vroonstraten. Dit plan zou echter bij uitvoering nog weder eene vrij groote uit gaaf vorderen. Het voorstel des Voorzitters, om op het gelezen adres nu geene beslissing te nemen, maar het in handen te stellen van B. en W., die daarop, in verband met het geopperde plan, het advies van de commissie voor de ge meentewerken zullen inwinnen, wordt eenparig goedgekeurd. Voor kennisgeving wordt aangenomen de mededeeling, dat hli. Gedep. Stalen hunne goedkeuring hebben gehecht, aan het raadsbesluit tot vaststelling van het tarief der vervolgingskosten van de dienstdoende schutterij alhier. Thans stelt de Voorzitter aan de orde, de beslissing aangaande het in de vorige vergadering gedaan voorstel om eene som van 150 beschikbaar te stellen, ten behoeve van werklieden, om de tentoonstelling te Amsterdam te bezoeken. De heer Berghuijs betoont zich weinig inge nomen met dit voorstel en gelooft dat de werklieden, die van die tentoonstelling willen profiteren, in de goedkoope volkstreinen gelegenheid vinden om met geringe kosten daarheen te gaan. De heer Boomsma is er tegen, de Voor zitter is er voor, om ook de vrouwen van werklieden hiertoe door tegemoetkoming in de kosten in de gelegenheid te stellen De heer Graat doet uitkomen het groote nut voor de werklieden van het bezoeken der tentoonstelling; dringt er op aan, dat ze in staat gesteld worden, om ten minste langer dan één dag daartoe de gelegenheid te hebben en wil aan de plaatselijke commissie overlaten de hoegrootheid der tegemoetkoming van ieder en de keuze der werklieden. De heer de Breuk vereenigt zich met het gevoelen van den heer Graat; bestrijdt het gevoelen, in de vorige ver gadering door een der leden geuit, als zoude de tentoon stelling niet aan het doel beantwoorden; maar kan ook niet goedvinden om de vrouwen der werklieden te laten medegaan. De heer Braaksma wijst op het verlies, dat de werklieden moeten lijden door het verzuimen van hun arbeid en wil daarom niet dat de tegemoetkoming aan ieder zoo laag zij. De Voorzitter verdedigt de aangewezene som van 150; hij doet opmerken, dat in's Hage daarvoor 300 is beschikbaar gesteld. De heer Braaksma ver duidelijkt nog zijne meening. Hij vindt, dat 1 of 1 50 voor een persoon al te weinig zoude zijn als tegemoetkoming in de kosten. De heer Jelgersma is tegen het voorstel hij vreest dat het veel aanleiding tot nijd en wangunst zal geven. De Voorzitter merkt op, dat alle zaken bezwa ren hebben bij de uitvoering. Hij wijst op het voorbeeld van andere gemeenten, die ook dusdanig besluit hebben genomen. De heer Werendlijn Smit oppert het plan om het aantal der uit te kiezen werklieden te bepalen en bijv. ieder 7,50 te geven. De heer de Breuk verdedigt nog nader het voorstel, door te wijzen op het voorbeeld van Middelburg, van waar onderscheidene werklieden naai de tentoonstelling zijn gegaan onder het geleide van een der leden van de plaatselijke commissie. Welligt zou dat hier ook mogelijk zijn. De heer Haagsma is tegen het voorstel; hij wijst op meer noodzakelijke behoeften in de huishouding der gemeente en gelooft ook dat de werk lieden wel met de volkstreinen kunnen gaan. Ten slotte wordt het voorstel om voor opgemeld doel eene som van 150 beschikbaar te stellen, alleen echter voor werklieden, met 7 tegen 6 stemmen aangenomen. Tegen stemden de heeren Werendlijn Smit, Boomsma, Jelgersma, Berghuijs, Haagsma en Hugenholtz. Het tweede gedeelte van het voorstel, om de gelden te stellen ter beschikking van de plaatselijke commissie alhier, onder verantwoording aan het Dagel. Bestuur, wordt met eenparige stemmen aangenomen. Niemand der leden vraagt meer het woord; de vergadering wordt daarop gesloten. HELDER en NIEUWEDIEP, 19 Augustus. De 100ste verjaardag der geboorte van Keizer Napoleon I heeft ten minste deze goede uitwerking gehad, dat de tegen woordige Keizer aan een aantal gevangenen vrijstelling van straftijd verleend heeft. Zijn amnestie-besluit heeft allerwege den gnnstigsten invloed uitgeoefend. De gevangenen, door dit besluit op vrije voeten gesteld, verlieten de gevangenis onder de luide jubelkreten van: //Leve de Keizer!" Uit Spanje verneemt men het berigt eener overwinning, door de troepen der regering op eene Carlistische bende van circa 600 krijgslieden behaald. De overwinnaars hebben zich van den voorraad krijgs- en levensbehoeften der over wonnenen weten meester te maken. Van onderscheidene kanten wordt medegedeeld, dat in het binnenlandsclie bestuur van den Kerkdijken Staat belangrijke hervormingen zijn te wachten. De regtspleging en de wetgeving zouden eene gewigtige wijziging ondergaan en nog voor het bijeenkomen van het concilie zou deze hervorming in werking gebragt worden. Reeds voor meer dan 20 jaren stond Paus Pius IX bekend als een verlicht bestuurder van zijn volk, die het welzijn zijner onderdanen beoogt, en welligt zouden, zonder de min gunstige tijds omstandigheden, veel eerder dan nu de noodige hervormingen reeds tot stand gebragt zijn. In Engeland doet zich de bijzonderheid op, dat eene ver- eeniging van talentvolle mannen ijvert voor de keuze van mannen uit den werkenden stand tot leden van het Parlement. De vereeniging draagt den naam van Labour-Representation- League. Het muziekgezelschap //Concordia" zal zich bij gunstig weder Zondag namiddag van 5 tot 7 uur doen hooren op het terrein voor het stationsgebouw. Z. M. de Koning heeft den heer N. P. J. Kien, burgemeester van Utrecht, het grootkruis van de Eikenkroon geschonken. Z. M. heeft benoemd tot lid van het collegie van regenten over het huis van arrest te Alkmaar, mr. C. R. A. van Lelvveld, president van de arrond.-regtbank aldaar. Bij koninklijk besluit van 3 dezer is bepaald, dat alleen dan aan éénigo zoons vrijstellingvan de militaire dienst kan worden verleend, wanneer zij eenige zoons zijn, zoowel van vaders- als moederszijde, en geen halve broeders hebben. Aan den heer A. Hoogeveen is o. a. eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van ontv. der dir. bel. te Zwolle, behoudens aanspraak op pensioen, en in zijne plaats is als zoodanig benoemd de heer H. Bijleveld, thans con troleur der dir. bel., in- en uitg. regt. en acc. te Hoorn. De controleur der dir. bel., in- en uitg. regt. en acc. G. P. van Vladeracken, is o. a. verplaatst van Rotterdam naar Hoorn. De kapitein ter zee J. van der Meersch, directeur en commandant der marine te Hellevoetsluis, is door Z. M. den Koning van België benoemd tot officier der Leopoldsorde. De heer J. W. Kaiser, directeur der graveerschool bij de koninklijke academie van beeldende kunsten te Amsterdam, is o. a. tot ridder van het Legioen van Eer benoemd, bij gelegenheid van de jl. Vrijdag te Parijs plaats gehad hebbende uitdeeling der bekrooningen aan de inzenders ter Parijsche tentoonstelling van schoone kunsten. Door den minister van Oorlog is bepaald, dat aan de militairen, die de Israelietische godsdienst belijden, van 2 Sept. e. k. tot primo Oct. e. k. verlof zal worden verleend tot het vieren van hunne godsdienstige feesten. Beroepen te Doesburg, ds. Rappard, pred. te Sixbierum. Bedankt voor het beroep naar Scheveningen door ds. W. J. Geselschap, te Delftshaven. Jl. Dingsdag middag werd door het bestuur der Amsterdamsche Kanaal-maatschappij, aan het bureau te Amsterdam, in het openbaar aanbesteed: het maken van den put voor de draaibrug over het Noordzee-kanaal, buiten Velzen, in de rigting van den spoorweg tusschen Haarlem en Uitgeest. Aannemer de heer J. C. Slebe, te Haarlem, voor 28,500. Aan het verslag van de verwachtingen omtrent den oogst in de prov. Drenthe ontleenen wij het volgende: De berigten omtrent de uitkomsten van den rogge-verbouw luiden zeer gunstig. De berigten omtrent de boekweit als mede de haver zijn niet gunstig. Ook de paardenboonen beloven niet veel. De aardappelen-verbouw laat zich niet gunstig aanzien. Hoewel ze in het begin goed stonden, zijn ze door de droogte in hunnen groei belemmerd, zoo dat ze klein van stuk blijven. De graslanden staan goed. Er is veel en goed hooi gewonnen. De landlieden in den omtrek van Alkmaar hebben veel last van liet broeijen van het hooi. Ter voorkoming van onheilen moeten de meesten het hooi laten spitten en het geheel of gedeeltelijk uit de bergplaatsen halen. In de Boekelermeer, onder Ileilo, is eene boerenplaats, bewoond door P. Bakker, in brand geraakt, waarbij de gelieele inboedel en een 200tal groote kazen eene prooi der vlammen zijn geworden. Het //Utr. Dagblad" geeft de volgende beschrijving van het kamp: //Bij het inkomen van het kamp ontmoet men het eerst het veldstuk, dat eiken dag het begin en het einde van den wedstrijd luide met een 'schot verkondigen zal. Daarnaast vindt men de veld wacht, bezet door een 50tal soldaten, die de wachten moeten betrekken. Verder ontwaart men, met een paar rijen bloemen en oranjeboomen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1869 | | pagina 2