stelling te Amsterdam bezoeken. De kosten zullen gedragen worden door de spaarbank aldaar, welks bestuur eene som van 200 voor dat doel beschikbaar heeft gesteld. De tweede nationale schietwedstrijd is jl. Zaturdag met de uitreiking der prijzen aan de overwinnaars geëindigd. Utrecht, en inzonderheid de plek waar deze plegtige han deling, ten aanschouwe van duizenden geschiedde, was als in een groote feestzaal herschapen. Na het houden eener groote parade door het garnizoen en de stedelijke schutterij, reikte Z. M. zelve de prijzen uit, terwijl Z. K. H. de Prins van Oranje de namen der bekroonden opriep. Aan Z. M. werd, als overwinnaar in den wedstrijd, een iaauwerkrans aangeboden. Een alleraangenaamste indruk heeft deze wedstrijd achter gelaten, vooral ook door het versterken van den band tusschen vorst en volk. dat werk reeds vroegtijdig bezet door eene kompagnie infanterie, benevens een detachement artillerie en mineurs, terwijl het overige gedeelte van het garnizoen in de loop graven stelling nam, om ten 9 ure den aanval te onder nemen. Het oplaten eener vuurpijl was op dat tijdstip voor de mineurs het teeken, dat zij met de voorbereidende nie aanvalsmaatregelen konden beginnen. Zij rukten onder J 0p bescherming van tirailleurvuur vooruit naar den bedekten cv, weg, van waar men hen na korten tijd zag terugtrekken en.... 11a ecnige oogenblikken vloog eene geheele rei palissaden in de lucht. Door deze opening stormde nu het personeel, belast met het slaan eener tonbrug over de 8* gracht, voorwaarts, drong niettegenstaande het geschut en liet geweervuur der verdedigers tot aan de gracht en vol- tooide de brug in zoo wat 15 minuten; deze had eene lengte van 10 bij 4 meters en had tevens voldoend draag- vermogen om den overtogt der aanvalskolonne, p. m. 150 man sterk, te bewerkstelligen. De brug gereed zijnde, werd een tweede vuurpijl opgelaten, waarop de infanterie uit de loopgraven rukte om de brug over te trekken en de bestorming van het werk te ondernemen. Reeds had zij de kruin van den bedekten weg bereikt, toen men op een maal eene waterzuil zag oprijzen, bezwangerd met tonnen, fachinen, sparren, enz.de verdediger namelijk had eene torpedo onder do brug gelegd en deze door middel van gelei- vuur ontstoken, met dat succes, dat de brug totaal werd i vernield; de vergeefsclie pogingen van eenige mineurs, om van de hier en daar drijvende stukken een noodbrugje j 1 te maken werden met een nat pak beloond. De aanval 1 was hiermede afgeslagen en de manoeuvre geëindigd, welke 1 1 door duizende toeschouwers met groot genoegen en de j meeste belangstelling was bijgewoond. Naar men verneemt, zal nu de arbeid door de mineurs verder worden voort gezet, om op een later te bepalen dag tot den geregelden j aanval op het werk te kunnen overgaan. (Utr. Dagbl.) 1 stand voortgekomen, aanvankelijk ook in eene geringe betrekking geplaatst, heeft hij zichzelven door onvermoeiden ijver gevormd, zich op den maatschappelijken ladder omhoog gewerkt en een eervol standpunt verworven. Mogen velen daarin zijn voetspoor trachten te drukken! De leden der plaatselijke commissie alhier voor de oprigting van een monument in het Willemspark te 's Gra- venliage, ter herinnering aan de herstelling van Neêrlands volksbestaan in 1813, hebben dezer dagen eene uitnoodiging ontvangen tot bijwoning der feestelijke onthulling van dat monument, hetwelk zal plaats hebben op Woensdag den 17 November e. k. Op den 17 November 1863, ter ge legenheid van den 50sten verjaardag van onze onafhanke lijkheid, werd de eerste steen van dit monument gelegd. Z. M. de Koning wordt heden in de residentie terug verwacht. Z.M. de Koning heeft den griffier der Staten van Utrecht, mr. Y. J. H. de Koek, benoemd tot officier, en mr. G. A. van Doorn, comm. ter prov. griffie aldaar, tot ridder van de Eikenkroon. De heer E. C. U. van Doorn, commissaris des Ko- nings in de provincie Utrecht, is benoemd tot commandeur der orde van den Nederl. Leeuw. De heer Crétier, leeraar aan de burger-avondschool te Leiden, is benoemd tot leeraar aan de hoogere burger school te Zaandam. De gezamenlijke verdedigers der veroordeelden ter zake der Rotterdamsche ongeregeldheden hebben verzoeken om gratie voor hunne cliënten ingediend. Beroepen bij de Doopsgezinde gemeente te Broek op Langedijk,, de proponent J. Schippers; bij de Hervormde gemeente te Vlissingen, ds. C. H. ten Harmsen van dei- Beek, pred. te Reitsum c. a. Ds. W. M. Langenberg, te Geldermalsen, heeft voor het beroep naar Monnickendam bedankt, en dat naar Wezcp aangenomen. Naar aanleiding van de noodzakelijkheid der afschaffing van de doodstraf, schrijft o. a. de ,/Goudsche Courant" //Als onze wetgeving het beginsel van de onschendbaarheid van des menschen leven erkent, zal men moeten gedenken aan de onzinnigheid van den oorlog; als wij het leven van den onwaardigsten eerbiedigen, dan zullen wij het dooden van broeders, die niets tegen ons misdeden, uit een ander licht gaan beschouwen en geen roemzucht zal ons bewegen, de heiligste geboden moedwilig te overtreden-ten gunste van oude vooroordeelen en dwaze grillen. Het moet anders worden, het zal anders worden. De menschheid nadert tot een nieuw tijdperk, waarin, welligt na bangen strijd, de vruchten geplukt zullen worden van de verbazende ont wikkeling van den menschelijken geest." Aangaande de werkzaamheden der Amsterdamsche kanaalmaatschappij wordt o a. medegedeeld, dat het werk in Julij werd voortgezet met 1070 tot 1210 arbeiders, 17 tot 19 paarden, 2 of 3 stoombaggervaartuigen, 5 of 6 loco motieven, 100 a 160 wagens, 2 sleepstoombooten, 12 zand- schouwen van 50 kub. meter inhoud, 6 tot 8 stoom- heistellingen en 3 stoompompwerktuigen. Op de tentoonstelling in het Paleis voor Volksvlijt, te Amsterdam, is in het gedeelte waar de Fransclie boeken zijn geplaatst 0. a. tentoongesteld eene kaart van Europa in vier kleuren. Het is een kaart, die door die verschillende kleuren den staat van het volksonderwijs in ieder land van dit werelddeel aanwijst. Geel duidt aan de hoogste trap van bloei; zwart de noodlottige kleur, waar de staat van het onderwijs het treurigst is. Nederland is op die kaart geel gekleurd en dus door den Franschen ontwerpei- gerangschikt onder die landen van Europa, waar het volks onderwijs den hoogsten bloei heeft bereikt. Die teekening komt dus weinig overeen met de meening der mannen van de schoolwet-agitatie, welke beweren, dat het onderwijs in ons vaderland in een bepaald ongunstigen toestand verkeert. De internationale tentoonstelling te Amsterdam telde jl. Zondag 5650 bezoekers. Opmerkelijk was het tevens, dat, onaangezien de duizendtallen, welke in de zaal circuleeren, een eerwaardig moedertje, dat den 12 September honderd jaar oud zal worden, als de beste jonge deern door de zaal flaneerde, aan den arm van haren kleinzoon, die zelf reeds grootvader is. De levenslustige en zoo zeldzaam krasse bezoekster trok dan ook aller aandacht. Bij de enfile ai- guille gekomen, nam zij, die nog dagelijksch zonder bril zooveel naatjes breidt, de naald en den draad, en, met de woorden: "die dingen heb ik niet noodig," stak zij, ten aanzien der omstanders, zonder bril te gebruiken, den draad door het oog van de naald. Zij heeft beloofd op haar honderdsten verjaardag weder het Paleis voor Volksvlijt te komen bezoeken. (Amst. Courant.) Jl. Zondag avond werd de aandacht en de rust in de kerk te Sclieveningen op bedenkelijke wijze verstoord, 't Was reeds laat geworden, ongeveer half acht, toen de zendeling, aan wien het predikingswerk was opgedragen, het doopformulier zou voorlezen; daar het evenwel reeds donker was geworden, werd het licht boven den predikstoel opgestoken; even flikkerde de vlam boven het glas uit, of de gedachte aan brand bragt de zenuwen van een paar Scheveningsche visclivrouwtjes in rep en roer, en zonder dat men eigenlijk wist, wat er gaande was, drong en stormde de groote meerderheid angstig gillende de kerk uit. De hoeden kwamen er wel het slechtst af, zij waren in het gedrang platgedrukt; van de kerkgangers heeft niemand echter eenig letsel bekomen. Aan de tegenwoordigheid van geest van den prediker had men het te danken, dat de doop- plegtigheid onder veel gedruisch en gepraat ten einde gebragt werd,. Uit Gorinchein zullen dezer dagen een aantal ambachts lieden onder geleide van een drietal heeren de tentoon Omtrent den belangwekkenden strijd van den kaval- lerist tegen den infanterist, die in het kamp bij de Bilt plaats had, deelt men nog het volgende mede: De correspondent van het //Dagblad" zegt: //Ofschoon de kavallerist in den strijd bezweek, mag het niet onopgemerkt blijven, dat de overwinning voor den infanterist van vele omstandigheden ongelukkig voor zijn tegenpartij heeft afgehangen. Het paard van den kavallerist was al te dartel en niet zeer gewillig aan den ruiter; het terrein was voor den kavallerist misschien wel wat al te klein en de touches niet allen even schoon. Zeer te regt toch maakte men deze opmerking. De eerste bajonet-stoot van den infanterist kwam onder het zadel van het paard te regt en werd door een paar fiksche hoofdslagen van den kavallerist gevolgd. Stel nu die beide uitvallen in een ernstig geineenden strijd tegen over elkander, wie wint dari? De kavallerist. Wel is waar is het paard geraakt, maar de infanterist ontving op het zelfde oogenblik een paar zóó hardvochtige vegen, dat het hem niet mogelijk zou zijn geweest een nieuwen uitval op den kavallerist te doen. Ergo: het paard zou gewond zijn, maar de infanterist verslagen. Men neme dus nog maar niet aan, dat die kwestie van den krachtigste door Sterk, wien niettemin alle lof toekomt, is uitgemaakt." De correspondent van «het Vaderland" schrijft: «De strijd was alleropmerkelijkst. Het eerst bragt. de infanterist den kavallerist een steek toe, maar kreeg twee maal achter elkaar de volle laag, die hem, als het einst ware geweest, reeds lang naar de andere wereld had doen verhuizen. Nu echter werd de mogelijkheid ondersteld, dat, terwijl de infanterist twee hevige sabelhouwen op het hoofd ontving, deze nog eens kalm en bedaard een stelling innam, om het in vollen draf op hem afrijdend paard niet alleen te weerhouden, maar den kavallerist twee bajonet steken toe te brengen. Welnu, hij deed het en was de overwinnaar in den strijd. Uitgelaten van blijdschap sprong en danste de sergeant Sterk door het strijdperk. «Hij ontving de noodige gelukwenschen, waaronder in de eerste plaats die van de vorstelijke personen, en werd op lionderde schouders naar de kantine gedragen." De burgemeester van Utrecht heeft de volgende procla matie tot de ingezetenen dier gemeente gerigt«Als burge meester van deze stad, heb ik mij van eene hoogst vereerende en zeer aangename taak te kwijten, mij door Z. M. den Koning opgedragen, namelijk door u allen 's Konings Hooge in genomenheid en tevredenheid te betuigen voor de uitste kende wijze, waai-op Hoogstdezelve door Utrecht's burgerij is ontvangen, bij Hoogstdeszelfs verblijf in deze stad, ter gelegenheid van den tweeden nationalen schietwedstrijd. //Gij hebt op de ondubbelzinnigste en meest gepaste wijze van Üwe liefde en gehechtheid voor onze Vorsten uit Jiet Huis van Oranje doen blijken en alzoo er op nieuw toe bijgedragen om den band tusschen den Koning en zijn volk te versterken. «Van Uwe zijde is er alles toe bijgedragen, om aan de gehouden feestvieringen den meesten luister bij te zetten en door het bewaren van eene uitmuntende orde medege werkt om den goeden afloop van dezelve te verzekeren. «Na het vertrek van Z. M. den Koning, haast ik mij aan de eervolle bevelen van Iioogstdenzelven te voldoen en daarbij tevens ook mijnen bijzonderen dank aan Utrecht's burgerij te voegen." Voor een paar dagen waren te Endhoven 's avonds twee oude vrouwtjes, biddende in de kerk, in slaap ge vallen ze werden door den koster bij het sluiten der kerk niet opgemerkt. Later in de duisternis wakker wordende, was goede raad duur. Zij wisten eindelijk het touw der klok te vinden en begonnen te luiden, tot schrik der burgerij, die dacht dat er brand was. Daar niemand echter last had gegeven tot luiden, kwam men eindelijk op de gedachte, dat er iemand in de kerk was opgesloten, en verloste de goede oudjes. (Alg. Dagbl. v. N.) Jl. Zaturdag heeft voor het Provinciaal Geregtshof in Zeeland teregt gestaan de persoon van C. F. de Bruine, een van de polderwerkers, die heeft deelgenomen aan de gepleegde ongeregeldheden op Walcheren in de maand April. Hij werd beschuldigd van een der Belgische werk lieden zoodanig te hebben geslagen en mishandeld, dat deze gedurende ruim vier weken verhinderd is geweest zijn beroep uit te oefenen. Het O. M. eischte een tucht huisstraf van 5 tot 15 jaar. De advocaat van den be schuldigde, mr. A. E. Donkers, concludeerde tot vrij spraak, op grond dat het feit niet wettig bewezen was. Het Hof heeft den beschuldigde veroordeeld tot eene correctionele gevangenisstraf van drie jaren en eene geld boete van 25. Jl. Vrijdag avond werd door de troepen van het garnizoen te Nijmegen eene groote manoeuvre in het vuur uitgevoerd. Er werd verondersteld, dat de aanvaller door middel der loopgraven reeds den voet van het glacis buiten de Hezelpoort had bereikt, en hij van uit de daar aange legde 3de paralel beproefde het ravelijn, omgeven door een gracht, stormenderhand te veroveren. Tot dat einde was Als iets bijzonders dient vermeld te worden, dat zich bij den landbouwer Klaas de Vries, te Ten Post, gemeente I Ten Boer, eene hen bevindt die in het laatste gedeelte der maand April een toom kiekens heeft uitgebroeid waarvan twee reeds zes eijeren hebben gelegd. Diezelfde oude hen heeft na dien tijd vijf-en-dertig eijeren gelegd en mag zich thans verheugen in het bezit van tien kiekens, die nagenoeg half volwassen zijn. Te Schalsum, nabij Franeker, hebben zich slechts twee candidaten aangemeld voor de vervulling der vacature van predikant bij de Hervormde gemeente. Daar de voor waarden aldaar niet ongunstig zijn te noemen, blijkt hieruit duidelijk, hoe gering het aantal candidaten is. De vorige leeraar in die gemeente is tot het middelbaar onderwijs overgegaan. De hier te lande ontvangen berigten van het eiland Java loopen tot 9 Julij. De //Java-Bode" zegt, vernomen te hebben, dat de zaken te Bekassie thans zoo ver gevorderd zijn, dat het tijdelijke veldtelegraaf-kantoor aldaar met ultimo Junij is ingetrok ken, alsmede dat de militaire commandant van Bekassie het Militair Departement heeft voorgesteld, het aldaar aan wezige detachement infanterie te doen inrukken. Twee der voornaamste opstandelingen in zake Tamboen, Bapa Sellan en Raden Moestapa, zijn, volgens die courant, nog niet ge vat kunnen worden. Zij moeten gevaarlijker zijn dan Bapa Rama, die in hechtenis is genomen. Aan het «N. Bat. Handelsblad" is medegedeeld, dat 185 van de 260 ter zake der onlusten te Bekassie in hechtenis genomen personen op vrije voeten zijn gesteld. Door den gouverneur-generaal van Ned. Oost-Indië is benoemd tot onder-inspecteur over de bebakening, de kustverlichting en het loodswezen de heer R. J. A. Bouricius. Eene advertentie van wege de Apostolische gemeenten te Amsterdam en Enkhuizen, geplaatst in het «Algemeen Dagblad van Nederland," (No. 46), vangt aan met een driemaal uHoort'!Christus wederkomst wordt daarin als «thans zeer nabij" voorgesteld eD de verzekering wordt er bijgevoegd, dat «de Heer sprekende door den Heiligen Geest in onze vergadering zulks, met bevel dit openlijk te verkondigen, heeft aangezegd." Deze kennisgeving wordt besloten met opwekking om zich voor te bereiden voor den welhaast te wachten gebeurtenis. In eene annonce, die in hetzelfde nommer onmiddellijk op het vorenstaande manifest volgt, ontkent Dirk Bergvelt, te Amsterdam, vader te zijn van zeker kind, «dat in over spel geboren is." Hij verzekert te staan op zijn regt en geeft aan zijne aankondiging den titel: „Eere wien eere toekomt." Een correspondent van «het Handelsblad» zegt: «Er zijn bedilzieke lieden, die letterlijk met niets vrede hebben en dan ook van oordeel zijn dat het eene dwaasheid is, 1,000,000 frs. te besteden aan het vergulden van een koepel, waaronder het stoffelijk overschot rust van Napoleon I, «aan de oevers van de Seine, te midden van het volk, dat hij zoo zeer beminde," terwijl men verleden jaar 300,000 francs weigerde om het lot van arme en verhongerde onderwijzers te verbeteren. Hoe zot! Wie ziet het, wie weet het, wanneer een nederig en onbekend onderwijzer van honger omkomt? Wie daarentegen ziet niet den ver gulden koepel in de stralen der zon van Austerlitz?» Voor eenigen tijd moest een besteller van een veer, die door snuggerheid nog al uitmuntte, o. a. een geit bestellen, waarvan hij het adres naar gewoonte in den zak stak. Op weg zijnde met het dier, en het eind van het touw waaraan de geit was vastgemaakt, goed vasthoudende weet het beest echter te ontsnappen. Wel verre van zich hier over ongerust te maken, of moeite te doen om de geit weder magtig te worden, laat de man het dier gerust loopen en roept hem achterna. «Loopt jij maar ouwe, je weet toch niet waar je wezen moet, want ik heb het adres».

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1869 | | pagina 2