MAATSCHAPPIJ DE HAAItLEMSCIIE BROOD- l\ MEELFABRIEK. benoemingen en verplaatsingen bij marine en leger. BUITESVLA N I). INGEZONDEN. ADVERTENTI ËN. OPROEPING. J. ItllOXSDMK Dzsf., Langestraat te Helder. Groot bal in den Doelen, na afloop van liet vunriverk. Maandag 4 Oct. Afgifte en verzending. Openbare trekking der loterij ten 1 uur, op het raadhuis. Eerste prijs, tweepaards grasmaaiwerktuig van Samuelson. Verder, naar mate van deelneming, vet vee, hooischudder, enz. Op Woensdag, Donderdag, Vrijdag en Zondag tooncelvoorstelling door het gezelschap van de hceren Boas en Judels van Amsterdam. Aan den kapt. ter zee J. van der Meersch, directeur en comman dant der Marine te Hellevoetsluis, is vergunning verleend tot het aannemen en dragen der versierselen van officier der Leopolds-orde, hem geschonken door Z. M. den Koning der Belgen. België. Drie jonge lieden uit Brussel hebben per vélocipède den weg van Brussel naar Parijs in twee dagen afgelegd. Zaturdag morgen zijn zij te Charleville aangekomen, komende van Parijs, van waar zij, altijd op hetzelfde voertuig, in den namiddag naar Dinant (België) zijn vertrokken, waar zij den nacht dachten door te brengen. Frankrijk, De Chineesche ambassade, die geruimen tijd te Parijs vertoefd heeft, zal eindelijk die weelderige hoofdstad ver laten, om een bezoek te brengen aan streken van strengere zeden en gewoonten. De zonen van het hemelsche rijk zullen een bezoek brengen aan Pruissen, Zweden, Dene marken, Nederland, Rusland en zullen tegen nieuwjaar te Parijs terugkeeren. Een Fransch dagbladschrijver volgt hen op den voet en zal hen naar Peking vergezellen, waar hij een blad zal oprigten, ter opname van de reisherinneringen van de beroemde heeren Tehéko An en Sonne-Chia-Kang. De verontwaardiging van het publiek te Parijs over de daad van vandalisme, aan de beeldengroep van den heer Carpeaux gepleegd, is in niet geringe mate gestegen bij het zien van eene dergelijke verminking aan de marmeren groep van Acis en Galathea van de fontein van Medicis in den tuin van het Luxembourg, waartegen ook een flesch met inkt is geworpen. Het is te hopen, dat de politie spoedig op het spoor moge komen van den ellendigen bewerker van deze aan de kunst gepleegde gruwelen. Engeland. De vShipping and Mercantille Gazette" wees op een quaestie, die voor reeders en assuradeuren van veel gewigt is. Men herinnert zich, dat voor eenigen tijd een schip de //Blue Jacquet" genaamd, in volle zee eene prooi dervlam- men werd. Het schip werd op bevel van den kapitein door de bemanning geabandonneerd. Nadat de man het roer reeds verlaten had, gingen twee der manschappen op eigen ver antwoordelijkheid en zonder dat de officieren er iets van wisten; naar beneden en redden ieder een kist goud, die later bleken 12.000 p. st. te bevatten. De vraag was nu of deze zeelieden bergloon konden eisclien. Er bestaat op dit punt geen bepaalde wet; wel wordt door de wet ge zegd, dat het contract met de bemanning geëindigd is bij het verlaten van het schip, of wanneer de kapitein de zee lieden ontslaat. Hieruit concludeert de //Shipping Gazette," vooral met het oog op de uitspraken, in dergelijke aange legenheden in den vreemde gevallen, dat het redden dier kisten een daad van berging is, en dat zij dus het daarvoor bestemde loon kunnen eischen. Voor de regtbank van faillissementen te Londen werd jl. Vrijdag de zaak behandeld van Augustus Charles Hobart, vroeger een kapitein bij de marine, doch thans beter bekend als Hobart-Paclia, admiraal in dienst van het Turksche gouvernement. De admiraal is failliet verklaard op verzoek van iemand, die een wissel van 200 p. st. van hem disconteerde. Voor eenige dagen stond er te Londen eene vrouw een moeder van vijf kinderen voor de regtbank, beschuldigd van verzet tegen de wet op de vaccinatie. Zij weigerde haar zuigeling te laten inenten, en in Enge land is ieder burger verpligt zich te vaccineren of te laten vaccineren. Die vrouw muntte juist niet uit door zedelijk heid. Zij was niet gehuwd en ook geen weduwe. Maar, schoon hare kinderen niet wettig waren, nam dit niet weg dat zij deze zeer lief had, en daarom wilde zij niet dat hun iets gedaan werd, hetwelk zij als verkeerd voor hen beschouwde. Zij vond de inenting nadeelig, en daarom wilde zij liever met haar kind naar de gevangenis gaan, dan de vaccinatie toe te laten. De regter deed alles, om haar tot andere gedachten te brengen, doch zij herhaalde, hardnekkig; //ik wil het bloed van mijn kind niet vergif tigd hebben." Zij vertelde den magistraat, dat een harer kinderen ingeënt en, kort daarna ellendig gestorven was; het verrotte. De man vroeg der moeder, of zij wel wist hoeveel millioenen menschen door dr. Jenners uitvinding gespaard waren gebleven. Hij vertelde haar, dat de ge leerdste mannen van alle volken de vaccinatie voorstonden, ja de waardige heer verhaalde haar, dat hij zich driemalen vernederd had om zich te laten vaccineren en dat de kin deren van fatsoenlijke lui allen die operatie ondergingen. Het hielp niets. De vrouw zei: «wat groote lui willen doen, gaat me niets aan;» de mededeeling van den regter omtrent zijn eigen vaccinatie beantwoordde zij met de vraag: //Heeft het u eenig goed gedaan?» In het kort, zij was niet te overtuigen, èn daar zij geen boete van twintig shillings betalen wilde, ging zij in de gevangenis. Dat was hard, maar de wet gebood en de wet moet gehoorzaamd worden, zoolang deze van kracht is. Maar indien allen, die tegen de inenting zijn, naar de gevangenis moesten, dan zouden deze in Engeland zeker te klein wezen. Doctors en scheikundigen verklaren er zich ook in zekeren zin tegen, maar zij geven redenen op voor hunnen tegenzin. Een zekere dr. Blane betoogt, dat de vaccinatie op zich zelve goed is, mits men, even als dr. Jenner, de stof onmiddellijk van de koe neme. Wanneer men de smetstof neemt, die reeds op velen ingeënt is en zoo gecirculeerd heeft door het bloed van allerlei gestellen, dan wordt zij met allerlei nadeelige stoffen vermengd en dan kunnen daaruit schromelijke gevolgen voor den ingeente ontstaan. Iloevele moeders zeggen b. v. niet: mijn kind is hetzelfde niet meer sedert het ingeënt is. Het voorgestelde middel van dr. Blane is zeker niet onaannemelijk. Misschien was het de beste weg om het vooroordeel van velen tegen de vaccinatie weg te nemen. Een kruidenier te Londen, wiens winkel in Highstreet gevestigd is, is veroordeeld tot betaling eener boete van 400 p. st., omdat hij gemalen koffij verkocht, die met ge brand meel vermengd was. Eerlang zou, zoo als bekend is, te Agra, de hoofdstad van de Britsch-Indische noordelijke provincie van denzelfden naam, een plegtige //durbar» of receptie gegeven worden, bij gelegenheid van het bezoek van den Hertog van Edinburgh aan Britscli-Indië. Van officiëele zijde is echter door middel van den telegraaf gemeld, dat, ten gevolge van de schaarschte der levensmiddelen en van het gebrek, hetwelk in sommige noordelijke streken heerscht, die plegtige ontvangst niet plaats zal hebben. Duitse h land. Een acteur te Berlijn improviseerde in zijn rol eenige aardigheden op de kloosters. De intendant-generaal heeft hem eene boete van 40 thlr. opgelegd. Uit Krakau wordt gemeld, dat de abtdis van het klooster der karmelitessen en hare plaatsvervangende zuster bij regterlijk vonnis uit de gevangenis zijn ontslagen. Zij zijn onder militair geleide naar het klooster teruggebragt. Egypte. Ziehier wat een Egyptenaar denkt van de verzoening tussclien den Kliedive en den Sultan. De //Levant Herald» bevat eene Egyptische correspondentie, waarin men leest, dat voorzeker de Onderkoning alles doen zal om den vrede te behouden. «Het is niet onmogelijk, dat onder den drang der omstandigheden hij verklaren zal, dat de Chassepots en gepantserde schepen, die hij in Frankrijk besteld heeft, bedoeld waren als een geschenk aan den Sultan, en dat hij, om uit den klem te raken, werkelijk aan Z. M. dat kostbare cadeau zal doen. Maar hoe dit zij, het is aller waarschijnlijkst, dat hij niet anders doen zal dan «reculer pour mieux sauter.» Iedereen weet hier in Egypte, waar de Onderkoning naar streeft; alles is in het werk gesteld om den geest der inlanders voor te bereiden op een ver klaring van onafhankelijkheid; en die zaak zelf is in de laatste twee jaar door de geheele Europesche kolonie hier beschouwd als iets, dat niet lang meer kon uitblijven.// T u r k ij e. De kleine huishoudelijke -/brouille» tusschen den Sultan en den Onderkoning van Egypte heeft zegt de ,/Saturday Review» ten slotte aanleiding gegeven tot een hechter vastknoopen van den vriendschapsband, die meester en vasaal tot één behoort te maken. De Sultan staat op het punt een leening te sluiten met de groote Europesche geldschieters 12,000,000 p. st. heeft hij noodig niet meer. En zal nu de Kliedive hem in de uitvoering van dit plan den voet dwars zetten! Neen, veel liever slaan beiden de handen ineen en helpen elkander, waar het een zaak van zoo veel gewigt geldt. Daarom heeft Ismaël-pacha wijselijk besloten de minste te zijn; de eene dienst is immers de andere waard; en zijn heer en meester kan nu in geinoede wel niet anders dan een weinig de oogen luiken, wanneer ook hij door den nood gedrongen wordt een pruimpje te veel te plukken in den rijkbeladen Egyptischen boomgaard. Het is waar, de beheersclier der geloovigen heeft grootmoediglijk besloten van de geleende som ongeveer 12 pCt. interest te betalen en de vraag doet zich voor: hoe en van waar brengt hij die 12 pCt. bijeen? Doch wie hierin een bezwaar ziet, vergeet, dat niets den Sultan belet nogmaals en telkens weêr bij zijne westersche kapitalisten aan te kloppen, tot dekking der renten van elke vorige subsidie. Yoorloopig zijn leenheer en leenman beide geholpen. En als zij voortgaan, zoo fijn te spelen als zij tot nu deden, kan het uur van afrekening nog langen tijd verschoven worden. Amerika. Een gevecht van zeldzamen aard, en waarvan de groote veldslagen-zanger Homerus niets droomde, heeft op 11 Aug. in den staatNew-York, bij den Albany-Susquehanna-spoorweg gewoed. De Erie-maatschappij namelijk en de Albany-maatschappij betwistten elkander een brok spoorweg, tusschen het Tunnel station en Harpersville. Deze strijd is met troepen-massa's uitgestreden, hoedanige vele kleine Duitsche staten niet bij magte zijn te veld te brengen. Ongeveer 1400 spoorweg arbeiders en ambtenaren stonden met pistolen, knuppels en andere wapenen tegen elkander over. Ongeveer 4 uur 's namiddags, bezette een 800tal spoor wegwerkers en ambtenaren van de Erie-maatschappij het Tunnel-station, terwijl de Albany-maatschappij met p. m. 500 man het andere einde van den Tunnel bezet hield. De Erie-maatschappij opende den kampstrijd ter verovering van het bestreden gebied. Twee wagens werden met 250 man gevuld; een locomotief werd voorgespannen en onder den «hurra-kreet» ging men door den Tunnel. In den Tunnel zeiven trof men geenen wederstand aan. Aan de andere zijde echter was eene scheen uitgebroken. Spoedig werd die weder ingevoegd en de togt voortgezet, tot dat hun, aan de kromming van den weg, het Albany-leger met zijnen locomotief te gemoet kwam. Met eenen geweldigen schok botsten de beide machinen tegen elkander, terwijl de kam pioenen afsprongen en handgemeen werden. Bij dit gevecht kreeg de Erie de nederlaag en vlood men door en over den tunnel, terwijl de locomotief, erg beschadigd, insgelijks den terugtogt aannam. Middelerwijl trachtte het Albany- korps met den meesten spoed, zijnen minder beschadigden en gedeeltelijk uit het spoor geraakten locomotief wederom op het spoor te brengen en door het vervolgen van den vijand zijne zege te bekroonen. Aan de andere zijde echter van den Tunnel aangekomen, vonden zij déir den vijand geschaard en versterkt, zoodat de kampstrijd op nieuw met de grootste woede losbrak. De aanval was inderdaad im posant. Onder verschrikkelijke bedreigingen en woeste vervloekingen werden de pistolen losgebrand, steenen ge slingerd en knodsen gezwenkt. Eerst te 8 uur des avonds maakte deels de aanbrekende duisternis, maar voornamelijk de krachtdadige tusschenkomst van het 44ste regiment een einde aan het gevecht. De lijst der gekwetsten is tamelijk lang. Het Erie-korps was er het ergste afgekomen, doch kon op eenen gevangene roemen. Men zou hem doodgeslagen hebben, ware niet een bekende voor hem met het voorstel opgetreden om hem als krijgsgevangene te behandelen. Den volgenden dag betrokken de beide spoorweg-corpsen weder hunne positiën; gelukkig echter was het 44ste reg. nog aanwezig en wist eene tweede editie van het gevecht te verhinderen. De gouverneur nam de baan voorloopig in bezit, en belastte eenen hoogen politic-ambtenaar met de leiding van het verkeer, tot dat het verschil door het geregtsliof zou zijn uitgemaakt. In New-York worden thans aan de hoeken van de straten vruchten uit Californië aangeboden. De reusachtige peren trekken vooral de aandacht; zij zijn zoo groot, dat ééne peer voor een niet te talrijk huisgezin allezins vol doende is. Zij dragen dan ook teregt den naam van familieperen. De heer George Peabody bevindt zich nog steeds te White Sulphur Springs. Hij is zoo zwak, dat men reden heeft te vreezen dat hij spoedig zal overlijden. Zoo als bekend is, begeeft zich dagelijks een grooter of kleiner getal oogzieken naar liet hospitaal der K. N. Zeemagt alhier, om daar eene hulp te zoeken die ze elders, niet dan met veel moeite en kosten, verkrijgen kunnen. Dr. van Leent heeft regt op de erkenning dat hij elk, zonder aanzien van stand, even bereidvaardig de hulp en de hulpmiddelen verstrekt, die Prof. Donders ter beschik king van zijne leerlingen gesteld heeft. Die hulp, zoowel in als buiten het hospitaal verleend, moet in het gemoed van velen, wien het gezigtsvermogen verbeterd of hergeven is, een gevoel van dank hebben doen ontstaan, voor welks uiting ze misschien gaarne eene gelegenheid zouden vinden. Welnu! er is eene gelegenheid, en eene goede ook. De verzameling boeken, voor lektuur der verpleegden in het hospitaal, wordt veel gebruikt. Alle zieken zouden zich ver heugen als die boekerij door inzending van eenige geachikte tijd schriften, zoo als er in menigte bestaan, nu en dan verfrischt werd. En voor hen die het helderder voor de oogen is geworden moet het bijzonder aangenaam zijn anderen helderder van geest te maken. De eene bijstand moge zoodoende de andere uitlokken en een dubbele verligting van lijden zal het gevolg er van zijn. Aan de Redactie der Heldersche en Nieuwedieper Courant. Vergun me, u met een enkel woord dank te zeggen voor het genoegen, dat de in Nos. 97, 100 en 103 onder den titel Arbeiders en werkgevers" voorkomende artikels mij verschaften. Zij munten m. i. uit door degelijkheid en eenvoud en zullen daarom zekerlijk door de eenigzins ontwikkelden des volks begrepen en gewaardeerd worden. Vele daarin voorkomende denkbeelden verdienen eene ernstige overweging en mogen gerustelijk meermalen gelezen en overdacht worden. Daarom waag ik het, u met alle bescheidenheid in overweging te geven, om deze artikels in eene kleine brochure te vereenigen. Mogelijk worden er onder hen, die door het verspreiden van tractaatjes het volk trachten voor te lichten en te verbeteren, eenigen gevonden, die van mecning zijn dat ook op deze wijze iets toe te brengen valt tot de veredeling der menschen, en zullen zij zich gedrongen gevoelen tot de verspreiding dezer stukjes mede te werken. Indien deze wensch vervuld wordt, dan zult ge voorzeker in mijn schrijven meer zien dan eene eenvoudige pligtpleging. Hoogachtend heb ik de eer te zijn, Helder, Uw Dw. Dienaar, 31 Augustus 1869. K. De IiOONElV voor bet bergen van het graan uit de Stoomboot SEVERN, zullen volgens accoord worden EITBETAAIiD op Woensditg den Sstcn September n. b., des namiddags ten één ure, in het Bierhuis uDE BROUWERte Helder. De schippers worden alzoo opgeroepen om in persoon, of bij behoorlijke volmagt ter plaatse voormeld te verschijnen. De Gemagtigden van Assuradeuren. De Directie berigt dat tot Depóthouder te Helder en Nieuwediep tot verkoopen van in hunne Fabriek vervaar digd BUOOU en lUEEIi is aangesteld Dat het Brood vervaardigd wordt van de beste en zuiverste grondstoffen, en dat de Depóthouder voorzien zal zijn van schalen en gewigt, om de nemers van het juiste gewigt te overtuigen. Het Depót wordt GEOPEND llaandag 30 Augustus ISO O. DE DIRECTIE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1869 | | pagina 3