1869. N°. 108.
Woensdag 8 September.
27 Jaargang.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
BINNEN I, N I).
HELDERSCHE
EN NIEUWEDIEPER COURANT,
,W ij huldigen het goed e."
Verschijnt Bingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
tt franco per post - 1.65.
Prijs der Advertentiën: Van 1i regels 60 cont,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Donderdag den 9 dezer vertrekt de Oost-
Indisclie mnil over 91ar§eil!e.
HELDER en NIEUWEDIEP, 7 September.
Er is zeker wel eens een tijd geweest, dat de tegen
woordige belieerscher van Frankrijk niet dacht een zóó
gewigtig persoon te zullen worden, als de jongste tijd hem
aan de wereld doet kennen. Zijne pogingen, hoewel
mislukt, om den troon van Frankrijk magtig te worden,
toonden wèl, dat hij gedurende zijne ballingschap zich een
grootsche toekomst zocht te scheppen, doch welligt heeft
hij nooit durven denken, zoo een overwegenden invloed te
zullen verkrijgen. Men herinnert zich, dat, toen in het
jaar 1855 Keizer Nicolaas I van Rusland overleed, de
geldmarkten geen daling, integendeel eene belangrijke
rijzing aantoonden. De overledene was de magtige alleen-
heerscher over een zielental van ruim 60 millioen, een
niet onwaardig nakomeling van den grooten Peter. Voor
eenige dagen verspreidde zich met bliksemsnelheid het
berigt naar alle deelen der wereld: «Keizer Napoleon is
min of meer ernstig krank" en dadelijk is eene hoogst
ongunstige houding der beurs het gevolg van die mare.
Zoo iets moet zeker wel de eigenliefde streelen van den
man, die, hoewel zich vroeger noemende een parvenu,
thans ondervindt, dat alle geldmarkten van ons werelddeel
door het berigt zijner ongesteldheid worden geschokt. Zijn
leven heeft blijkbaar eene groote waarde. Gelukkig dat
het officiële blad spoedig een geruststellend berigt deed
hooren, waardoor de fondsen zich dan ook weldra herstelden.
Napoleon wil de regering nederleggen ook dat
berigt en de daaraan verbondene beschouwingen hebben
in de jongste dagen stof geleverd voor dag- en weekbladen.
Niet eenstemmig is het oordeel over de gevolgen, indien
werkelijk Keizer Napoleon tot dien stap overging. Sommigen
voorzien niets dan jammer en ellende uit die gebeurtenis;
anderen gelooven, dat zij hoogst nuttig voor Frankrijk's
toekomst zou wezen. Hot gerucht van dit voornemen des
Keizers heeft velen zeer verrast. Napoleon III is toch
zoo zeer gehecht aan het gezag, dat men moeijelijk kan
gelooven aan eene opoffering, die alleen kan geboren worden
door eene wijze berekening van de vermoedelijke gevolgen,
die uit den plotselingen schok zouden ortstaan, welko te
eeniger tijd het berigt van zijn dood zal veroorzaken. Om
dit te verhoeden, om het daaruit dreigend gevaar voor zijn
Huis te voorkomen, om ter bestemder tijd het hoofd rustig
op de doodspeluw te kunnen nederleggen, zou het plan
veel voor zich hebben om den keizerlijken Prins op den
troon te verheffen onder het regentschap zijner moeder en
de voogdijschap zijns vaders. Vroeger nam de Keizer
ter gelegenheid zijner reis naar Algerië reeds een proef
er van, om de regering aan zijn gemalin tijdelijk op te
dragen. Mogt het gerucht, hier bedoeld, waarheid behelzen,
het zou een nieuw en krachtig bewijs leveren voor de
schranderheid en het berekenend overleg van Napoleon III.
Voor den Spaanschen troon heeft men thans weder een
nieuwen candidaat weten te vinden. Het is de Hertog van
Genua, een Italiaansche Prins, 16 jaar oud, die thans nog
in Engeland verblijft, ten einde aldaar eene wetenschappelijke
opleiding te ontvangen. Ofschoon zijn candidatuur ook al
weer wordt tegengesproken, zijn er toch ook die daar ernstig
aan tgelooven en die er reeds van spreken om bij eene te
ontwerpen wet de meerdeljarigheid der Prinsen te bepalen
op 16jarigen leeftijd.
De Vereenigde Staten van Noord-Amerika laten tegen
woordig, wat de financiën betreft, zeer gunstig van zich
hooren. Met schulddelging is het den nieuwen President
Grant ten volle ernst. In de vorige maand is de staats
schuld met 5| millioen dollars verminderd. Sedert Maart 11.
zijn niet minder dan 49| millioen dollars tot delging van
schuld aangewend. Dat is een voorbeeld ter navolging voor
andere natiën, die vaak nog meer aan renten voor staats
schuld moeten opbrengen.
De gemeente der Bisschoppelijke Clerezy alhier vierde
jl. Zondag een eigenaardig feest: de pastoor dier gemeente,
de wel-eerw. heer C. Diependaal, vierde dien dag zijne
1^-ijarige priesterlijke bediening. In de voormiddag-gods
dienstoefening wierp Z. Eerw., naar Psalm CVIII (Staten
overzetting CIX) vs. 30, een terugblik op het afgeloopen
tijdperk, herinnerde hij zich zijne tekortkomingen in het
goede, en erkende hij hooger hulp in het verrigtte werk.
Na den afloop der godsdienstoefening ontving de jubilaris
een bezoek van een zevental gemeenteleden, die hem,
namens de gemeente, een niet onbelangrijk geschenk aan
boden, hetwelk vergezeld was van eene schriftelijke aan
bieding, waarin o. a. de woorden voorkwamen: «Aanvaard
dit geschenk, dat U door al Uwe leeken wordt aangeboden,
daar zoowel het penningske der schamele weduwe, als de
gift der meergegoede het mogelijk heeft gemaakt, U dit
geschenk te kunnen aanbieden." Dit mag wel een voor
beeld van algemeene eendragt worden genoemd.
Regt feestelijk was deze dag verder voor die gemeente.
Onverwacht ontving de feestvierende een bezoek van zijnen
broeder, den wel-eerw. heer G. Diependaal, pastoor te
Zaandam. In eene avond-godsdienstoefening trad deze voor
de gemeente op, in eene rede naar Gen. XYII vs. 1,
wijzende op den weg der zaligheid, zoowel voor den
bedienaar des Evangelies, als voor hen, die zijne prediking
hooren.
Het is wel vermeldenswaardig, dat de gemeente-leden,
allen behoorende tot den handwerksstand, getoond hebben
hoeveel liefde, belangstelling en eendragt vermogen, want,
naar men ons verzekert, is niemand der leden achtergebleven
om eene grootere of kleinere bijdrage te leveren en niet
een bleef in gebreke bij dit kerkelijk feest tegenwoordig
to zijn.
Wij maken onze lezers attent op het groot militair
concert, hetwelk heden avond in «Musis Sacrum" zal wor
den gegeven door het muziekkorps van liet 7e regement
infanterie, onder directie van den kapelmeester F. W. Noot.
Tot officier der orde van de Eikenkroon is benoemd
de heer P. M. Jongeneel, oudste raadslid van Utrecht,
en tot ridder dier orde jhr. mr. W. H. de Watteville, se
cretaris dier stad.
De plaatselijke- en garnizoens-kommandanten zijn door
den minister van oorlog geautoriseerd jongelingen van
15 jaren oud en niet kleiner dan 1,5 meter als tamboer of
hoornblazer hij de infanterie voor het regiment hunner keuze
aan te nemen, ongeacht of daarbij militairen van die cate-
goriën al of niet ontbreken.
De tegenwoordige vergadering van de Staten-Generaal
zal worden gesloten op Donderdag den 16 September a. s.,
des namiddags te twee ure.
De «Stoompost" verneemt dat de hoofdinspecteur van
den waterstaat Conrad, voornemens is de plegtige opening
van het kanaal van Suez bij te wonen, waarvoor hij een
tweeledige invitatie, zoowel van den Khédive zelf, als van
de maatschappij heeft ontvangen.
De gepensioneerde binnenloods bij het Nedcrlandsche
loodswezen, M. van de Yelde, een der weinige overgeble
venen, welligt de laatste, van de bemanning der Nederl.
kanonneerboot, onder bevel van van Speyck, is overleden.
De Hulpvereeniging voor Gereformeerd schoolonderwijs
te Hoofddorp, in Haarlemmermeer, is als regtspersoon erkend.
Beroepen te Scheveningen ds. H. J. B. van der
Linden, pred. te Zevenbergen; te Scharwoude, ds. L. W. de
Grient Dreux, candidaat bij het prov. kerkbestuur van
Overijssel.
Even als in vorige jaren zal ook dit jaar in de maand
November a. s. te 's Hage een examen voor onderofficieren
van het leger tot het verkrijgen van den rang van 2den
luitenant gehouden worden. Voor het wapen der infanterie
worden 30, voor dat der kavallerie 9 en der artillerie
3 plaatsen opengesteld, zijnde onder het aantal vacatures
voor elk wapen ook die begrepen, welke door de adspiranten
voor het ligte examen kunnen worden vervuld.
Bij de aanstaande verpligting om bij maten en ge-
wigten gebruik te maken van de nieuwe of systematische
benamingen, zal de regering op vrij wat moeijelijkheden
stuiten. Het is toch bekend, hoe ongaarne men zich in
zulke gevallen schikt, hoe gehecht men aan de gewoonte
blijft. Zoo hoort men nu zelfs nog van duiten, stooters,
schellingen, daalders, enz. spreken, ofschoon de invoering
der centen en nieuwe munten reeds bijna 50 jaren oud
is. En hoe algemeen is nog het gebruik van voet, van
roede, morgen, enz. Het zou toch wenschelijk wezen, dat
er eens eindelijk éénheid en gemakkelijkheid kwam! Maar
nu moet men ook konsekwent wezen en de flesschen en
kruiken afschaffen, als zij niet ee'n Ned. kan of liter of
een halve kan, dat is vijf deciliters, bevatten. En zoo is
het ook met botervaten, met olievaten, met vischtonnen,
kortom met allerlei gewigten, met allerlei lengte-, vlakte
en inhoudsmaten. Denkt men daar wel aan?
(Gron. Cour.)
Men schrijft ons van Texel dd. 6 September:
Jl. Zondag werden vele kerkgangers in hunne namiddag
godsdienstoefening gestoord, door het zich als een loopend
vuurtje verspreidende berigt, dat in de Eijerlandsche gronden
een schip was gestrand. Dadelijk werd door een aantal
schippers zeil gemaakt, en koers naar de strandingsplaats
gezet. Nog waren zij echter niet op de plaats hunner
verwachting gearriveerd, of zij moesten de teleurstelling
ondervinden, dat er noodeloos alarm was gemaakt, wijl er
zich in de nabijheid der gemelde gronden wel een vaar
tuigje bevond, doch dat rustig ten anker lag in het ruime sop.
Het bedoelde scheepje was een Engelsch sclioenertje,
beladen met zout en bestemd naar Harlingen, en was
alleen onze kust zoo digt genaderd om verkenning te doen
op wat hoogte men zich bevond."
Men berekent het getal schapen, hetwelk dezer dagen
te Texel gekocht en verzonden is, op p. m. 10,000, welke
gemiddeld 10 per stuk hoven den prijs van verleden jaar
opbragten, en alzoo eene ontvangst van een ton gouds
meer voor den veefokker opleverden.
Men schrijft ons uit Schagen, dd. 6 dezer:
«Jl. Zaturdag namiddag te 1 ure werden de bewoners
alhier door het geroep van brand verschrikt. Aangekomen
in het achtergedeelte van het boerenhuis op het Noord,
bewoond door C. Stroomer en door nog twee huisgezinnen,
deelde de brand zich spoedig mede aan de op eenige
passen van daar staande boerenplaats, bewoond door P.
Heddes. De brandweer van Schagen, bijgestaan door die
van Scliagerbrug, was ijverig in de weer om verder onheil
te stuiten. Omstreeks 6 uur des avonds was men den
brand meester en lagen de beide gebouwen geheel in puin
en asch. Lr het gebouw waarin de brand is ontstaan (de
oorzaak is niet met zekerheid bekend) bevond zich behalve
hooi, stroo, vijf wagens vlas en in het andere ruim zestig
wagens hooi. Beide gebouwen waren tegen brandschade
verzekerd, behalve het hooi en het vlas.
Dingsdag 11. herdacht de heer C. Siemers, die ver
zocht had bij eene verkiezing niet meer in aanmerking te
komen, zijn 53jarigen diensttijd, aan de gemeente Zijpe
gewijd. Een sierlijke toespraak van den heer burgemeester
getuigde van de belangstelling der gemeente, terwijl hem
door de leden van den gemeenteraad, den secretaris en den
gemeente-ontvanger een zilveren tabakspot met inscriptie
werd aangeboden, waarop door den jubilaris, hoezeer aan
gedaan, werd bedankt.
Sedert eenigen tijd noemt zich het Hoornsche korps
scherpschutter-s: «de Prins van Oranje." Men verneemt
dat bij het jongste nationale concours aan de Bilt, Z. K. H.
de Prins van Oranje aan den majoor-kommandant, den heer
van Haersolte, zijne toestemming in het verzoek en inge
nomenheid met het voornemen heeft te kennen gegeven,
om het korps 's Prinsen naam te doen voeren.
Jl. Vrijdag namiddag te 5 ure is te Hoorn een
hevige brand ontstaan in de touwbaan, even buiten de
Oosterpoort. Men herinnert zich niet daar zulk een feilen
brand hij dag gezien te hebben, sedert den brand van de
Groote Kerk in het jaar 1838. Het gebouw met den
geheelen voorraad van touw, pek, enz. is in zeer korten
tijd vernield. Zes brandspuiten waren spoedig ter plaatse
van het onheil; aangaande de oorzaak van den brand is
nog niets bekend.
De tentoonstelling in het Paleis voor Volksvlijt te
Amsterdam, is den 31 Aug. 11. onder het geleide van eenige
leden der plaatselijke commissie en uil* de bij haar door
bijdragen van particulieren beschikbare gelden, bezocht
geworden door 65 te Alkmaar woonachtige handwerks
lieden, die daardoor een zeer genoegelijken en leerrijken
dag hebben doorgebragt, en de verpligting op zich hebben
genomen om ploegsgewijze, naar gelang hunner verschil
lende beroepen, verslagen over hunne bevinding in te leveren.
Jl. Zaturdag had in de gemeente Stein nabij Gouda
een treurig ongeval plaats. Een boerenjongen stond met
zijn meester voor den slagboom van den spoorweg te wach
ten tot dat een lange goederentrein, komende van Utrecht,
was gepasseerd. Naauwelijks was die trein voorbij, of de
jongen ging onder den slagboom door den spoorweg over,
terwijl er juist van de tegenovergestelde zijde een perso
nen trein aankwam, welke hem letterlijk verpletterde. Zijn
meester, welke was blijven staan en het gevaar zag, riep
hem nog toe, doch te laat, de trein was te kort bij hem,
zoodat hij niet meer van de baan kon komen. (Dagblad.)
Aan het verslag van de verwachtingen omtrent den
oogst in de provincie Utrecht over 1869, ontleenen wij
het volgende:
Van het winterkoren heeft het Koolzaad eene slechte
opbrengst opgeleverd; de Rogge en Gerst daarentegen zijn
voordeelig uitgevallen, dat evenzeer met de Tarwe het
geval zal zijn, die zeer voordeelig staat en een ruimen
oogst belooft. Van het zomerkoren staan de Boonen en
Erwten gunstig; de Haver heeft van de koude geleden,
doch men verwacht nog een redelijk goeden oogst. De
Boekweit zal een redelijk goeden oogst opleveren. De
vroege Aardappelen hebben een goede opbrengst gehad;
de late zijn op vele plaatsen door de gewone ziekte aan
gedaan, en daarvan laat de oogst zich minder gunstig
aanzien. De Hooilanden hebben een zeer ruim gewas