B U I T E L A N D. opgeleverd. De oogst over het jaar 1869 schijnt in deze provincie over het geheel voordeelig te zullen zijn. Een Veluwsclie scherpschutter, die aan de Bilt een kristallen voorwerp als prijs had behaald, zag dit bij het uitpakken in zijne woning als scherven uit het pak komen. Z. M. den Koning, daarvan onderrigt, verzekerde hem een rijk geschenk in zilver in de plaats. Jl. Zaturdag stond voor het Prov. geregtshof te Middelburg weder teregt een der polderwerkers, die zich op den 26 April 11. aan de alstoen gepleegde ongeregeld heden had schuldig gemaakt; hij is genaamd J. C. Larerte, oud 30 jaren, en wordt beschuldigd: 1. van diefstal met geweldpleging; 2. het moedwillig en met voorbedachten rade toebrengen van slagen, en 3. liet moedwillig verbreken van afsluiting. Na verhoor van 15 getuigen heeft het O. M. de beschuldiging volgehouden en eene veroordeeling ge- eischt tot een gevangenisstraf van 5 tot 20 jaren. De advocaat inr A. J. van Deinse heeft tot vrijspraak ge concludeerd: de uitspraak is bepaald op Vrijdag a. s. Jl. Donderdag avond had te Tuil en Twaal een droevig ongeluk plaats. De fortwachter, van Honswijk, met vrouw en dochter en twee andere personen in een tentwagen van een bezoek, dat zij aldaar gebragt hadden, terugkeerende, weigerde het paard bij het oprijden tegen den vrij steilen dijk verder te gaan en begon het achteruit te loopen, waardoor het wagentje omtuimelde en het paard achterover viel op de vrouwen, die zich in het wagentje bevonden, zijnde de beide heeren er beneden dijks uitgestapt. De vrouw van den fortwachter heeft bij dit ongeluk het leven verloren; de dochter is zoo ernstig aan het hoofd gekwetst, dat men aan het behoud van haar leven twijfelt, en de derde vrouw heeft mede ernstige kneuzingen bekomen. Eenige dagen geleden had aan het station Hengelo het volgende droevig ongeluk plaats. Een jong man, pas drie dagen getrouwd en bezig met het rangeren der goederen wagens, struikelde en de opvolgende wagen scheidde hem beide beenen en een arm van het ligchaam. Hij was onmid- delijk een lijk. Jl. Woensdag trouwde te Harderwijk een zonderling paar, dat even voor de trouwplegtigheid op het raadhuis moest verschijnen, wegens fameuse vechtpartijen in hunne bruidsdagen, welke ongeregeldheden veroorzaakte. Die nobele lieden trouwden evenwel, zeker in de hoop dat het voortaan beter zou gaan. Hun huwelijksreis zal zijn eenige dagen te zamen in de doos door te brengen, kosteloos logies, enz. Te Harderwijk heeft een korporaal, bestemd voor O. I., voor een pas aangeworven persoon, die zijn hand geld ontvangen had en daarvan 100 aan zijne oude moeder wilde sturen, voor laatstbedoelde den brief gereed gemaakt, maar in plaats van liet bankbiljet daar een stuk uit een Stuiversmagazijn ingevouwen. Het bedrog werd natuurlijk spoedig ontdekt, de nog jeugdige misdadiger bekende, en zal nu, in plaats van naar O. I. te trekken, zeker een minder aangenaam verblijf moeten betrekken. Door de arrondissements-regtbank te Winschoten werd in hare zitting van jl. Woensdag van alle regtsvervolging ontslagen zekere spoorwacliter, te Nieuwe Schans gesta- tionneerd; het was geen spoorwegzaak, maar eene school- zaak, die den man op de bank der beschuldigden plaatste. Hij, gehuwd en vader van drie kinderen, werd eenigen tijd geleden vervolgd, wegens het niet betalen van schoolgeld; de man beweerde, daartoe niet in staat te zijn cn beriep zich op zijne geringe bezoldiging. De gemeentefiscus begreep het anders en liet een krijgsman bij den schoolgeld-belas tingschuldige inlegeren, ten einde hem tot betaling te dwingen; aan dezen werd al datgene toegediend, wat ook het deel was van de overige leden des gezins. Bij het naderen van den avond maakte men het den logé duidelijk, dat hij op den grond zoude moeten overnachten, omdat het getal slaapplaatsen niet meer dan twee bedroeg en het hoofd des gezins vermeende, niet verpligt te zijn, vrouw of kroost tot dat einde van den vloer gebruik te doen maken. Het hoofd des bestuurs, hiervan onderrigt, beschouwde zulks als eene weigering, in strijd met de wet, waarbij o. a. de inlegering van een krijgsman wordt geregeld, en ver- balizeerde deswege. Het openbaar ministerie eisclite ver oordeeling tot eene geldboete van tien gulden of een dag gevangenisstraf, de regtbank sprak evenwel den beklaagde vrij tot niet geringe voldoening van hen, die berekenen kunnen, dat met eene verdienste van negentig cents per dag misschien in de ligcliamelijke behoeften van een gezin, uit vijf personen bestaande, kan worden voorzien, maar niet in die van ligchaam en geest beide. (U. D.) De algemeene armvoogdij te Balk heeft dezer dagen onder hare zorg opgenomen een 12jarige knaap, die door een gezelschap kermis-muzikanten daar is achtergelaten. Ouderloos thans, had het jongmenscli vroeger met zijne ouders ook België, Frankrijk, enz. doorgezwalkt, doch was later na onderscheidene lotswisselingen in genade aangenomen bij bovengenoemd gezelschap, dat op zijne doorreize van daar op Bolsward hem onbarmhartig verstiet. De jonge Pierre Martron gaat thans daar school en ofschoon hij even vlug zijn Franscli en Duitsch als Hollandscli spreekt, legt hij zich toe op de allereerste letterkennis en geeft blijk binnen kort, althans bij verblijf van eenigen duur, goede vorderingen te zullen maken. Wie weet, of dat achterlaten niet voor hem de weg is, een nuttig lid der beschaafde maatschappij te worden en op fatsoenlijke wijze eens het dagelijksch brood te verdienen. Dank zij der humane han deling van dat armbestuur! Te Assen vierden jl. Woensdag de lieer en mevrouw Oosting hun diamanten bruiloft. De heer Oosting is sedert 1804 in 's lands dienst. Door de vele nachtvorsten der afgeloopen week heeft de boekweit, voornamelijk de veenboekweit te Assen veel geleden. De schade, daardoor in deze en naburige gewes- teweeggebragt, is, naar men verneemt, belangrijk. Er is eene groote vlieg, die zich bij voorkeur op het paard zet en dit óf ondeugend óf ziek maakt. Zij zoekt vooral den buik van het paard op, omdat het vel daar minder dik is, zoodat haar angel er beter doorglijdt. Men heeft een eenvoudig middel om die vlieg te verdrijven of te vernietigen: men neemt een handvol notenboombladeren, hakt die goed fijn, stampt zo en laat ze vervolgens gedu rende eenige dagen weeken in een kan koud water. Men bestrijkt den buik van het paard met dit aftreksel en iedere vlieg, die er zich aan vasthecht, is terstond dood. Hoe sterker het aftreksel is des te geweldiger is zijne uitwerking. Men leest in de „Friesche Courant" „De koninklijke familie heeft medailles beschikbaar gesteld voor hen, welke uitmunten door hunne ingezonden voor werpen op de tentoonstelling van „het Roode Kruis." Zonderling. Onlangs, nog niet vele dagen geleden, wer den eereblijken uitgereikt aan hen, welke het best de kunst verstonden, om op den grootsten afstand een man den doodenden kogel in het hart te jagen. Thans geeft men eerbewijzen aan ben, welke het lijden weten te verzachten van diegenen, welke minder afdoend op het veld van eer Werden getroffen. Zoo is 's werelds loop. Bij de Biltsclie feesten dacht niemand misschien aan de wezenlijke bedoeling van goede schoten; te 's Gravenliage, waar die matrassen, windselen, veldbedden, amputatie-toe stellen en dergelijke liggen uitgespreid, vaart den bezoeker eene rilling door de leden, is zijne dankbare bewondering altijd nog met vele deelen weemoed en afschuw vermengd, en toch, deze tentoonstelling bedoelt slechts de wonden te heelen, die men aan de Bilt leerde toebrengen. Zonderling, maar de wereld is eenmaal niet anders.» De „Telegrapli» heeft het bitter bij de dames ver bruid, nu het blad gewezen heeft op de tegenwoordig in zwang zijnde belagchelijke kleederdragt en gewaarschuwd heeft tegen het ongezonde van het inrijgen en tegen het gevaarlijke der „Fransche hakjes.,/ „Verontwaardigde da mes» vinden het hoogst ongepast dat de bemoeizieke pers zich nu „ook al» speciaal met de zwakke sekse gaat bezig houden. Dat „inrijgen» ongezond zou zijn, daarvan wil men niets weten. Integendeel. De talrijke brieven, die bij de bladen worden ingezonden, getuigen allen „dat rijgen niet alleen geen kwaad doet, maar dat het zelfs bcvorde- lyk voor de gezondheid en buitengewoon prettig is.» Voor het overige verzoekt men op bitsen toon dat men de dames met rust late, en eens aanmerking ga maken op de „dunne middeltjes» der officieren. Uit de brieven blijkt overigens dat men in Engeland volstrekt geen lust heeft om aan den raad van de „Telepraph» gehoor te geven. Volgens de „Figaro» schieten er in het menschelijk leven slechts vijf of zes jaren over voor werkelijk levens genot. Zie, hoe zij deze stelling verdedigt. Nemen wij, zegt het blad, een man die zestig jaren leeft; de slaap ontneemt hem de helft van dien tijd; indien men daaren boven niet in rekening brengt de jaren der kindschheid, de jaren voor de scliutterijdienst, de eerste vaderjaren en dikwijls nog meerdere vaderjaren, de aanvallen van hoofd en kiespijn, de mislukte rendez-vous, de hemden die geen knoopen hebben, enz., zal men den termijn van vijf of zes jaren, waarin men in wezenlijkheid leeft, niet te ruim genomen hebben. In het apartement van een spoorwegrijtuig, dat geheel vol was, bevonden zich negen reizigers met een sigaar in den mond. De tiende zeide met de grootste beleefdheid: „Het hindert u toch niet mijne heeren, dat ik niet rook?» Tot een lang leven is bovenal noodig eene vaste en regelmatige levenwijze. Zoo was Annibal Camoux, gestorven op 121jarigen leef tijd, een groot liefhebber van wijn, maar dronk .alle dagen zijne vaste hoeveelheid. De chirurgijn Polotiman, gestorven op 140jarigen leef tijd, liet geen dag voorbij gaan zonder zich dronken te drinken. De boerin Obst, die 155 jaar werd, en tot op hare laatste dagen in liet land werkte, dronk alle dagen twee glazen brandewijn. Om echter geene redeneeringen, dat dronkenschap noodzakelijk is voor het menschelijk leven, uit te lokken, voegen wij het volgende er aan toe. Eleonor Spiecer stierf op 121jarigen leeftijd en had nooit sterken drank geproefd. Graiulez stierf 126jnren oud en had nooit wijn gedronken. Jan Etfingham werd 144 jaar oud en had nooit sterken drank gezien. Jean Laffitte bereikte een ouderdom van 144 jaar en baadde zich sedert zijne jeugd 2 of 3 maal per week. Pierre Zorta werd oud 185 jaar en voedde zich slechts met groenten. Jean Causeur, gestorven in zijn 137ste jaar, was een groot liefhebber van melk. Thomas Parr bereikte een ouderdom van 152 jaren 9 maanden en voedde zich zijn gelieele leven met brood, oude kaas en melk. Toen hij 101 jaar oud was verleidde hij een jong meisje. De volgende aardige anecdote vindt men in den „Gaulois:" „De zoon van een rijk koopman in bronzen, van Parijs, was op eene figurante van het theater verliefd geworden. De vader, die het spel van zijnen zoon met een wakend oog gadesloeg, vond weldra (lat dit niet kon blijven duren. Hij deed den verliefden jongeling bij zich komen, geboodhem alle betrekking met die julfer af te breken en om meer zekerheid hier van te hebben zond hij hem in de omstreken van Versailles bij een priester. 11e jongeling was beleefd en in weinige dagen had hij zich de vriendschap van den goeden man verworven. Hij wist zich zoo stil en zoo goed te gedragen, dat hij weldra de toelating verkreeg om een zijner makkers van Parijs uit te noodigen. Den volgenden dag kwam er inderdaad een fraai jongeling bij den priester aan. Hij wierp zich in dc armen van zijnen makker, en den ganschen dag hadden zij elkander zoo omhelsd, dat dc pastoor zich de handen van tevredenheid wreef. En dit was zoo alle dagen 11e jongeling was weldra het kind van den huize en onze geeste lijke mankte er een misdienaar van. Eenigen tijd later kwam de koopman in bronzen zijn ouden vriend de pastoor en zijn zoon bezoeken. Niemand was te huis. Hij treedt in de kerk. De priester was zijne mis aan het lezen. Verbeeldt u de verwondering van den koopman, toen hij in den misdienaar de kleine figurante van het theater, de minnares van zijn zoon herkende." De „Courier des Etats-Unis" levert een verslag van een executie, dat zeker levendig genoeg is, om zelfs de warmste voorstanders van de doodstraf een oogenblik tot nadenken te brengen. Den 25 Sept. 11. slaagden twee jongelieden, Williain Brooks en Charles Orme, er in aan den logementhouder Thomas Brodhead, I te Dutotslmry, (Pensyivanië) een tiental dollars te ontvreemden. De kastelein, die de beide vreemdelingen verdacht, zette hen met zijn broeder na, en toen hij hun den diefstal verweet, ontstond er een gevecht, hetwelk aanhield tot Brodhead's broeder een doodelijk schot had ontvangen en hij zelf, vreeselijk mishandeld, mede voor dood aan den weg bleef liggen. De moordenaars werden gevat, voor den regter gebragt en veroor deeld oin opgehangen te worden. In afwachting werden beide in eenzelfde cel opgesloten. Daar wisten zij zich van hunne ijzers te ontdoen, den cipier verraderlijk ncêr te vellen en te ontsnappen. Van Brooks vernam men niets meer; Orme echter werd spoedig weêr gegrepen en op nieuw in handen van het geregt overgeleverd. Nu kort geleden heeft hij zijn straf ondergaan. Het schavot was op het binnenplein der gevangenis opgeslagen, en slechts een 50tal toeschouwers waren tot het bijwonen van de ijselijke vertooning toegelaten. Alvorens den noodlottigen sprong te maken, hield Orme eene vrij lange toespraak, waarin hij zich beklaagde, dat men hem gedurende zijn kerkerstraf nooit veroorloofd had schoon linnen aan te trekken, zoodat hij aan de gruwelijkste onreinheid ter prooi was geweest. Deze aantijging werd, te regt of ten onregte, door den Slierif gelogenstraft en dat wel in zulke hevige bewoordingen en met zulke dreigende gebaren, dat de bemiddeling der omstanders noodig was, oin handtastelijkheden tussclien den magistraat en den misdadiger te voorkomen. Eindelijk, ten halt twaalf ure, was t' oogenblik daar. Op verzoek van den geestelijke echter, liet zich de Slierif bewegen, de executie nog een uur te verschuiven, met 't oog op de kans dat de eerst volgende spoortrein een bevel tot opschorting van het vonnis zon medebrengen. Zoo verstreek voor den ongelukkigen Orme een uur van hoop en vrees, van doodsangst, nog pijnlijker gemaakt door de onzekere verwachting op een mogelijke genade. Doch geen bode kwam opdagengeen uitstel baatte meerten twee ure werd de jonge moordenaar op nieuw de trappen van 't schavot opgeleideen oogen blik later en hij spartelde in de ruimte. Maar wie beschrijft de ontzetting der toeschouwers, toen zij de koord zagen breken, en den gehangene op 't plaveisel ploffen, bloe dend, met half verbrijzelden schedel! Een nieuwen strop werd gereed gemaakt, en ten derden male moest de ongelukkige het nood lottig getimmerte bestijgen. „O," riep hij met zwakke stem tot den geestelijke„laat er spoedig een einde komen aan mijne marteling!" Zijne bede zou niet verhoord worden. Wel brak niet nogmaals de koord doch onder zijne stuiptrekkingen bezweken dc banden waarmede hein handen en voeten gesnoerd waren; al slingerend trachtte hij, nu eens met de regter-, dan weêr met de linkerhand zich aan 't galghout vast te klemmen: een oogenblik zelfs gelukte 't hem den verstrikkenden strop boven zijn hoofd te grijpen en zich krampachtig bij de armen op te hijschen; maar zijne krachten waren eindelijk uitgeput en, na een doodstrijd van vijf en twintig minuten, hing hij roerloos. Behoeft 't gezegd te worden, dat allen die gekomen waren om zich aan dit schouwspel te verlustigen, plegtig zwoeren, dat 't voor hen de laatste maal zou geweest zijn BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER. De plaatsing met den 16 dezer maand op het wachtschip te Willemsoord van den scheepsklerk A. A. Pronk, wordt ingetrokken. Frankrijk. Het hippodrome te Parijs geeft eiken avond natuurlijk buitengewone voorstellingen, vol afwisseling en halsbrekende nieuwigheden. Zoo kwam dezer dagen onder het programma van vélocipède wedrennen, steeple chase, enz. ook voor een duel op het koord door eene dame en een heer van het gezelschap Te Luchon in de Fransche Pyreneën heerscht nog een gebruik, dat waarschijnlijk uit den overouden tijd af komstig is. Op den avond vóór St. Johannesfeest is het daar de gewoonte, levende slangen te offeren. In het midden van de voorstad wordt uit vlechtwerk eene ongeveer 60 voet hooge zuil opgerigt en met bladen geheel omvlochten. Dan wordt de zuil met brandbare stoffen gevuld en des avonds komt den stoet in feestgewaad en werpt zooveel slangen als men maar kan zamenbrengen in de zuil, die dan aan den voet in brand wordt gestoken. Een aantal omstanders danst nu om den brandende kolom, terwijl de slangen, om aan het vuur te ontkomen, tot in het hoogste punt kruipen, van waar zij zich echter spoedig in den vuur gloed moeten laten vallen. Over de zeden en gewoonten van de vroegere be woners van Anjou en Maine leest men in den „Droit» o. a. het volgende: Diefstal van geringe voorwerpen jwerd in Anjou met het verlies van een oor gestraft bij een eerste vergrijpeen tweede diefstal met het verlies van het andere oorvoor de derde maal op een diefstal betrapt, moest de delinquent het ontgelden met het verlies van een der voeten en voor de vierde maal werd de man ge hangen en de vrouw verbrand. In Poitou verloor de dief dadelijk bij het eerste vergrijp het oor; voor de tweede maal gestolen hebbende, werd hij gehangen, zoo de dief stal eene waarde van 18 penningen beliep. Zoo deze straften nog van kracht waren het de Hemel moge ver hoeden zou men welligt niet zoo vaak kassiers in ver zoeking zien komen, om met pak en zak de plaats te poetsen. Aan boord van de „Aigle» heeft zich dezer dagen de jeugdige graaf Bacciocchi door een pistoolschot van het leven beroofd; naar men zegt moet eene hartstogtelijke liefde voor de Keizerin hem tot zelfmoord hebben gebragt. Engeland. De Londensche „Daily News» geeft eene korte levens beschrijving van den heer de Lesseps, den hoofdontwerper en uitvoerder van het Suez-kanaal. Reeds op 26jarigen leeftijd begon hij er over na te denken, het grootsclie plan uit te voeren, aan welks goeden uitslag hij toenmaals echter nog twijfelde. Gedurende vele jaren droeg hij zijn ontwerp met zich rond, tot dat eindelijk in 1854 zich een gelegen heid tot verwezenlijking voordeed. Mahomed Saïd, de toen-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1869 | | pagina 2