1869. N°. 115.
Vrijdag 24 September.
27 Jaargang.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN, N". 163.
EENE VOLKSZIEKTE EK DE MIDDELEN
TER GENEZING.
HELDERSUHE
EN NIEUWEDIEPER COURANT,
,,W ij huldigen het goede."
Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalf 1.30.
franco per post - 1.65.
Prijs der AdvertentiënVan 11 regels 60 cent,
elke regel meer 15 cent.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
BINNENLAND.
HELDER en NIEUWEDIEP, 23 September.
Men heeft de Oostenrijksche staat wel eens vergeleken
met een lappendeken. De onderscheidene deelen, waaruit
dit rijk bestaat, de verschillende nationaliteiten, die zich in
dit Keizerrijk hebben opgelost en naar wier eenheid wordt
gestreefd, geven aanleiding tot die vergelijking. Telkens
te vergeefs heeft de regering van dien staat pogingen
aangewend om die verschillende volken tot eenheid te
brengen, maar telkens ook stuitten die pogingen af op
verschil van taal, zeden, gebruiken, op onderlingen naijver
op aloude overleveringen, die hij de onderscheidene volken
van den Keizerstaat al heel sterk zich doe'h gelden. De
graaf von Beust, Oostenrijks eerste staatsdienaar, heeft in
den jongsten tijd krachtig bijgedragen om die inwendige
verdeeldheid, om die verwijdering te doen verdwijnen en
ten minste haar onschadelijk te maken voor de binnen-
landsclie welvaart. Aan de eischen van Hongarije, dat
zich nog altijd een Koningrijk blijft noemen en in den
Keizer van Oostenrijk niet anders dan den Koning van
Hongarije erkent, aan die eischen is door de oprigting
van een bijzonder ministerie voor de niet Duitsche landen
voldaan. Thans echter dringen andere volken in andere
erflanden evenzeer er op aan, dat er voor den Slavonischen
volksstam een afzonderlijk Slavisch koningrijk zal worden
gesticht. De regering is in den jongsten tijd den weg dei-
staatkundige hervorming opgegaan, en hoezeer toegejuicht
door een groot deel der bevolking, wordt die rigting in
Tyrol eenparig en ten strengste afgekeurd. De Bohemers
blijven niet achter om met de andere ontevredenen te
doen uitkomen, dat de erflanden slechts ten bate van
Oostenrijk worden geëxploiteerd. Nu staan de verkiezingen
voor de gewestelijke landdagen voor de deur en het is
zeer te vreezen, dat die in vele deelen des rijks niet
gunstig voor de regering zullen uitvallen. Geen wonder
ii.
Rust eu verandering van omgeving, ziedaar dan de geneesmiddelen,
de eenige maar afdoende middelen, die door de Amerikaansche
phlantropen worden aangewend. Ontneem den dronkaard alle aan
leiding, alle gelegenheid tot drinken, gewen hem eerst zeer geleidelijk
aan eenige inspanning, ontruk hem aan de omgeving, die hem
gevaarlijk was, en langzamerhand zal zijn gestel in den normalen
toestand wederkeeren, hij zal een bruikbaar mensch worden, de
natuurlijke afkeer, dien hij ook vroeger reeds koesterde van een
leven, dat hem vernederde, zal genoeg zijn om hem, zoo lang geen
phsieke oorzaken de zelfbeheersching onmogelijk maken op den goeden
weg te houden.
Deze beginselen leidden tot de oprigting in 1857 van het
„Washingtonian Home" te Boston, dat weldra door andere instel
lingen van dien aard gevolgd werd, waaronder vooral het „New-
York Inebriate Asylum," op groote schaal aangelegd, sinds 1867
onder het bestuur van dr. Albert Day, veel nut sticht. Dr. Day,
die geruimen tijd aan het hoofd stond van het „Washingtonian
Home," mag als de eigentlijke schepper der asylen voor dronkaards
beschouwd worden, eene zaak, waaraan hij zijn leven gewijd heeft.
Oorspronkelijk zonder wetenschappelijke opleiding, maar begaafd met
het gezonde verstand, dat een bijzonder erfdeel schijnt zijner land-
genooten, onderscheidde hij zich reeds vroeg door zijn medelijden
met dronkaards en zijne vaste overtuiging, dat de groote meerderheid
door eene goede behandeling en tijdige hulp van den ondergang
gered konden worden. Hij had dan ook in zijns vaders huis de
treurige gevolgen van het misbruik van sterken drank van nabij
gezien, en reeds zeer vroeg wa3 hij tot het stelsel van algeheele
onthouding (de zoogenaamde „teetotallers") toegetreden. Hij is een
van de zeer weinigen, zegt men, die nooit eenigen sterken drank
geproefd hebben. Toen hij op dertienjarigen leeftijd zijn vader ver
loor, nam hij op echt Amerikaansche wijze een kort besluit: hij
maakte een klein bundeltjen van zijne weinige kleederen, wandelde
naar eene naburige landhoeve en vraagde den eigenaar kortweg:
„wilt gij een jongen in dienst nemen?" waarop de landbouwer even
kort antwoordde: „Ja." In zijn vrije uren, als hij geen hout te
hakken of graan te dorschen had, maakte hij zich de onontbeerlijke
kundigheden eigen om vooruit te komen, hij leerde een handwerk,
vestigde zich al spoedig, huwde en werd in de vertegenwoordiging
van den staat Massachusetts verkozen.
De aanleiding voor hem om zich aan de genezing der dronkenschap
te wijden was de volgende: op zekeren avond van zijn werk huis
waarts keerende, hoorde hij, dat een zekere Jack Watts, de lap van
de buurt, met zijn vrouw en drie jonge kinderen van gebrek
omkwam. Hij ging er heen en trof terstond den juisten toon,
waarop dergelijke patiënten behandeld moeten worden. Toen hij het
huisjen binnentrad, was hij even beleefd jegens hem, nam hij de
pligteu der wellevendheid tegenover het hoofd van een huisgezin
even naauwkeurig in acht, alsof hij met den aanzienlijksten man
van het dorp te doen had. „Watts," zeide hij, „ik hoor, dat gij
in moeijelijke omstandigheden verkeert." De man, die toen volkomen
nuchter was, antwoordde: „Dat doe ik zeker; mijn twee jongste
kinderen zijn naar bed gegaan, terwijl zij om brood schreeuwden,
en ik kon hun niets geven. Ik heb mijn laatsten stuiver daar aan
(lus dat von Beust voor eenige dagen zich aan het staats-
gewoel onttrok, zich aan eene Duitsche badplaats verver-
schende tegen den tijd, dat de staatszorgen in volle mate
op hem drukken.
Gedurig verneemt men eenige geruchten omtrent de aan
staande vervulling van den vacanten Spaanschen troon,
maar ook telkens worden die mededeelingen weer tegen
gesproken. De Hertog van Genua is in de laatste dagen
meer bepaald als candidaat genoemd; zelfs zijn de namen
genoemd van hen, die, ingeval zijne benoeming doorgaat,
den raad van regentschap zouden uitmaken. Thans verzekert
men weder, dat het noemen van zijn naam geschied is
met geen ander- doel dan om het publiek bezig te houden,
ten einde men kalm en rustig konde werkzaam zijn aan
de volvoering van het plan om Portugal en Spanje onder
éénen scepter te vereenigen. Dit voornemen moet nog bij
voortduring bestaan en het is welligt ook met Keizer Napoleon
besproken door den generaal Prim, tijdens zijn bezoek aan
den Keizer op St. Cloud gebragt.
Napoleon's toestand wordt nog steeds als gunstig vermeld.
Hij ontvangt onderscheidene bezoeken, wijdt zich aan de
regeringszaken en boezemt zoodoende aan de mannen der
staatkunde en van de geldmarkt het beste vertrouwen in.
Een reis naar het zuidelijk klimaat schijnt hem wel bepaald
door zijne geneesheeren aanbevolen te zijn.
De Onderkoning van Egypte heeft in de laatstverloopene
maanden druk van zieh doen spreken. Zijn reis naar
Constantinopel, om met zijnen opperheer over elkanders
verhouding van gedachten te wisselen, is herhaaldelijk door
de dagbladen aangekondigd, betwijfeld en uitgesteld. Thans
wordt zij bepaaldelijk afgezegd. Uit Alexandrië wordt ver
zekerd, dat de Onderkoning bevel gegeven heeft om met
de toebereidselen van die reis niet voort te gaan.
De bestrijding van een eventueel regentschap van Prins
Napoleon duurt met onverminderde hevigheid voort en komt
aan niemand dan aan de partij der „onverzoenlijken" te
den overkant uitgegeven, en de kroeghouder zei tegen mij, toen hij
het geld aannam: „Jack Watts, je bent een dwaas," en dat is waar
ook." Dat was een heerlijke gelegenheid voor een prachtige zede-
les, en de verzoeking zou voor menigeen onzer phüantropen naar
de mode te sterk geweest zijn om hun eigen deugd tegenover de
verdorvenheid van den armen man daar voor hen in 't licht te
stellen. Albert Day echter was een heel ander man. Hij zeide
eenvoudig: „Watts, wacht een oogenblik;" en hij ging naar buiten,
maar keerde spoedig terug met een mand, die wat meel, vleesch en
andere bestanddeelen voor een middagmaal bevatte. „Nu, vrouw Watts,
maak wat klaar en laat uwe kinderen opstaan en geef hnn wat
te eten. Ik kom morgen vroeg nog eens kijken. Goeden avond."
Toen Day den volgenden morgen terugkwam, had het huisgezin
gegeten, en Jack Watts was dankbaar en in een goede stemming
om mee te praten. Hij vertelde, hoe hij sinds eenigen tijd geen
werk had, en al wat hij bezat in sterxen drank verteerd had. Day
luisterde naar hem met de meest kalme beleefdheid, besprak ver
schillende plannen om zijne positie te verbeteren met hem, en
eindigde met het aanbod hem dien dag een dollar te laten verdienen
met houthakken. Zoo kwamen zij geleidelijk op het punt van den
drank. Het kostte Day weinig moeite Watts te overtuigen van het
verderfelijke zijner neiging, en hij beloofde voor goed den drank
te laten staan. Hij meende het ook, en zoo kon hij den tweeden
stap doen op den weg tot beterschap. In dit bijzonder geval
was rust niet noodig, de man had al te lang gerust, en had
behoefte aan bezigheid. Zoo werd hij houthakker. De dollar, die
hem als dagloon werd uitbetaald, was een geduchte verzoeking
voor den armen Jack, die vijf-en-twintig passen van een kroeg
afwoonde. Day bezocht hem 's avonds, betaalde hem den dollar
zonder iets te zeggen en nam afscheid. Het betoonde vertrouwen
werd niet teleurgesteld, geen cent van het geld vond zijn weg naar
de toonbank van den kroeghouder. Den volgenden morgen kwam
Day weer en drong nu nader aan op de noodzakelijkheid van vol
ledige onthouding. Weldra bezorgde hij den man eene betrekking
en ondersteunde hem ook verder op den weg tot volledige beterschap.
Jack Watts dronk geen druppel meer.
Na deze eerst welges^agde kuur was Day onvermoeid in het
belang der ongelukkige slagtoffers van den sterken drank werkzaam
en het was hoofdzakelijk door zijn toedoen, dat het eerste asyl,
het „Washingtonian Home" tot stand kwam, waarvan hij de eerste
directeur was. Hij liet zich aan de Harvard Universiteit inschrijven,
waar hij in de medicijnen studeerde, bepaald met het oog op de
ziekten die hij in zijn asyl te bestrijden had. Den aard der instel
lingen zullen wij het best leeren kennen door de mededeeling van
een bezoek, dat een reiziger in het begin dezes jaars aan het asyl
te Binghamton bragt.
Twee mijlen van Binghamton, op een hoogen heuvel, aan den
oever van de Susquehanna, met een uitgestrekt vergezigt over de
schoone vallei, staat het in middeneeuwschen stijl gebouwde gesticht.
Toen ik op een schoonen Junijmorgen tegen negen uur den top
van den heuvel bereikte, bevond ik mij voor een gebouw van
lichtgekleurden steen met een front van 365 voet, in een bouwtrant
even doelmatig als bevallig opgerigt. De talrijke torens, die de een-
toonigheid van een zoo uitgestrekten gevel breken, zijn uiterst
geschikt voor verschillende kleine vertrekken, waarvoor anders
moeijelijk plaats zou gevonden worden zonder ruimte verloren te
doen gaan. Het eerste gezigt is niet geheel aanlokkelijk, daar de
eene vleugel afgebrand en nog niet opgebouwd, en het hoofdgebouw
goode. Thans beginnen ook de ultramontaansche bladen
hunne stem te laten hooren, en verklaren, dat zij liever
een republiek zouden zien dan een regentschap van Prins
Napoleon. Vooral de „Figaro" is fel op den Prins gebeten,
en bestrijdt hem op boosaardige wijze, te ijveriger naar
mate het de vleijende overtuiging ontvangt, dat zijne pole
miek bij sommige zeer hooggeplaatste personen onverdeelde
toejuiching vindt. Als een staaltje deelen wij het volgend
artikeltje mede. „Hebt gij lust eens de voordeelen na
te gaan, die de vorstelijke democraat, die onlangs in den
Senaat zijne gezindheden zoo rond en eerlijk heeft bloot
gelegd, van de begrooting trekt? Welaan, laat ons een
weinig rekenen.
Z. K. H. monseigneur Prins Napoleon heeft den rang
van eersten Prins van den bloede, hij is ridder-grootkruis
van het Legioen van Eer, lid van den geheimen raad,
divisie-generaal en senator. Hij geniet eene jaarlijksche
dotatie van 1,000,000 frs., dat is 83,333 frs. 33 centimes
per maand. Hij heeft verder meubilair, vuur, licht, rijtuig
en bediening op kosten van het keizerlijk huis. Hij heeft
eene eigene hofhouding, bestaande uit twee kamerheeren,
een honorair kamerheer, een secretaris, een hoofd-adjudant,
drie andere adjudanten, twee ordonnans-officieren, en voor
zijne gemalin, Prinses Clotilde, een staatsdame en drie
gezelschapsdames. Het paleis Royal is zijne winter-, Meudon
zijne lente-, Villegany zijne zomer- en Prangins zijn herfst-
residentie. Ook heeft hij zijn eigen jacht, behalve die welke
de Keizer nog tot zijne beschikking stelt.... Bij mijne ziel
Onder zulke omstandigheden heeft zeker de democratie
hare aantrekkelijkheid."
Legt men nu naast die aanvallen op den Prins de even
hevige bestrijding van het regentschap der Keizerin, die
iederen morgen en iederen avond aan Frankrijk wordt
afgeschilderd als eene vreemde, en als een bekrompen
dweepziek schepsel, dan ligt het voor de hand, dat de
onverzoenlijken niets beters kunnen doen, dat het vuurtje
zelf ook nog niet voltooid is. Er staat nog geen boom, en de
gronden rond het gebouw zijn niet veel beter dan een woestijn.
(In de eerste vlaag van geestdrift waren door de inwoners van
Binghamton een zeer groot aantal bunders ltind aan de inrigting
afgestaan.) Op een plein voor het gebouw waren een aantal jonge
lieden bezig met het balspel, waarin zij echter nog weinig bedreven
heid toonden. Op de trappen en op blokken steen, die hier en
daar verspreid lagen, zaten ongeveer vijftig of zestig netgekleede
heeren van verschillenden leeftijd naar het spel te kijken. Over het
algemeen stonden zij, wat uitzigt en manieren aangaat, zeer bepaald
boven het gros der menschen, eene opmerking, die door bijna alle
bezoekers gemaakt wordt. In die frissehe, gezonde lucht levende
en een verstandig, bedaard leven leidende, terwijl zij zich vermaken
met balspel, roeijen, zeilen, tuinieren, kegelen, billard en gymnastie,
krijgen zij gemakkelijk eene gezonde kleur en een stevige gestalte.
Neem waar gij wilt' een honderdtal mannen uit de beschaafde klasse,
en geef hun eenige maanden een leven als dit, en het moet u
treffen, hoe hun uitzigt er op verbetert. Onder de toekijkers bij
het spel waren enkele mannen met grijze haren, maar de meerderheid
waren beneden de dertig; van twee- tot vijf-en-dertig zal wel de
gemiddelde leeftijd zijn.
Terwijl ik dit onverwachte tafereel beschouwde, kwam het mij
geen enkel oogenblik in de gedachte, dat deze kalme, gezonde mannen
de bewoners van het asyl konden zijn. De slecht gekozen naam
der inrigting zelve bereidt den bezoeker op het zien van een aan
tal patiënten in verschillenden graad van dronkenschap. De vraag
wordt soms door de bezoekers aan den directeur gedaan, terwijl zij
rond zien„maar, doctor, waar „zitten" dan uwe dronkaards?"
De verbazing van zulke vragers is groot, als zij vernemen, dat de
beleefde en goed gekleede heeren, die daar staan, dikwijls binnen
het bereik der vraag, de bewoners der inrigting zijn; terwijl toch
ieder hunner nog zeer kort geleden niet alleen een dronkaard was,
maar een dronkaard van de ergste soort, wiens toestand bijna
hopeloos scheen.
De groote meerderheid van de tegenwoordige bewoners zijn
mensehen, die eene goede opvoeding genoten en eene respectable
positie in de maatschappij bekleed hebben, die voor hun verblijf
hier betalen volgens een tarief, dat varieert van tien tot twintig
dollars in de week, en die krachtig zamenwerken met den directeur
tot hun volledig herstel. Meer dan de helft waren officieren van de
land- of zeemagt in den jongsten oorlog, en namen toen de ver
derfelijke gewoonte van liet drinken aan. Een op de tien moet
volgens de wet kosteloos verpleegd worden, en wanneer een dronkaard
ernstig beterschap wenscht, wordt hij zoo veel mogelijk door de
commissie van toezigt te gemoet gekomen, en betaalt hij naar
evenredigheid van zijne omstandigheden. Enkele patiënten betalen
niet meer dan vijf dollars 12.50). Als eens het gebouw voltooid
en de gronden bebouwd zullen zijn, en men van de boerderij party
kan trekken, hoopt de oommissie in staat te zijn ieder op te nemen,
die eenigszins in aanmerking kan komen en de toelating wenscht.
Het tegenwoordige aantal patiënten is iets minder dan honderd,
wat ongeveer vijftig minder is, dan de ruimte toelaat. Als
de afgebrande vleugel weêr bijgebouwd is, zal er plaats zijn voor
vierhonderd. Slot volgt.)
„Inebriate Asylum;" de overige dergelijke inrigtingen in de Vereenigdc
Staten dragen minder aanzienlijke namenwij zagen reeds te Boston bet
„Washingtonian Home," eveneens het „Sauitarium" bij Philadelphia, enz.