de woorden worden niet naast, maar onder elkander
geschreven en gedruktde maaltijd begint met de vruchten
en eindigt met de soep; luiheid van schoolkinderen wordt
met stilzwijgen gestraft; wie voor een examen niet slaagt,
wordt niet beklaagd, maar krijgt een fiksche dragt stokslagen
op de voetzolen; de verleende adeldom gaat niet over in
de nederdalende, maar opgaande linie, enz.
Een koopman, die een bankroet had gemaakt, ont
moette eenigen tijd later een vriend, die hem vroeg hoe het
met hem ging. //Vrijwel» zeide hij, «ik ben weer op de
been." //Zoo! nu reeds weder?» «Ja; ik vond mij ge
noodzaakt mijn paarden en rijtuigen te verkoopén en nu
moet ik loopen.»
Twee uitstekende geleerden schuilden onder een boom
gedurende eene hevige regenbui. Na eenigen tijd begon
een van beide te klagen dat hij nat werd. «O dat is niets»
hervatte de ander //er zijn nog boomen genoeg, als deze
doornat is nemen wij een ander.»
Een boer treedt eene boerenwoning aan den weg
binnen, om boter te koopen. //Hoeveel wilt gij?» vraagt
de vrouw die voor komt.
//Een pond zal wel genoeg zijn.»
«Dat gaat slecht,» zegt de boerin, //ik heb geen gewigt
van een pond.»
//Welk gewigt hebt ge dan?»
»Twee pond, daar hou ik de tang voor, beide helften
wegen juist ieder een pond.»
De boer slaat zich voor het hoofd, peinst en schijnt op
een denkbeeld te komen. ./Ja, daar heb ik 't al hoor!
Leg de tang met een van de armen in de schaal en laat
er de andere helft buiten hangen, dan zult ge me juist
een pond afwegen.»
De boerin bewonderde de geleerdheid van haar buurman
en deed wat hij had voorgesteld; maar toen zij de boter
gewogen had, keek ze den boer even aan: //Maar dat is
toch meer dan een pond,» zeide zij, het hoofd schuddende.
//Wel neen, toch niet; zoo de tang twee pond weegt,
weegt de helft immers één pond. Zoo veel kan ik nog
wel rekenen.»
En de man ging met de boter weg.
STATEN-GENERAAL.
Eerste Kamer.
De door Z. M. benoemde voorzitter, de heer Philipse,
heeft jl. Dingsdag het voorzitterschap aanvaard met eene
rede, waarin hij wees op de vele gewigtige wetsvoordragten,
die, blijkens de troonrede, in dit zittingjaar zullen in behan
deling komen. Er is besloten om van wege deze kamer
een adres van antwoord op de troonrede te ontwerpen en
Z. M. aan te bieden.
Er is eene commissie benoemd, bestaande uit de heeren
van Bylandt, Hein, Cremers en Schot, belast met de
zamenstelling van een concept-adres, dat reeds in gereed
heid gebragt en tot onderzoek naar de afdeelingen ver
zonden is.
Tweede Kamer.
In de zitting van Dingsdag werd het voorzitterschap
waargenomen door den heer Hoffman, als het oudste lid
in jaren. Er geschiedde mededeeling, dat de heer van
Reenen zijn ontslag heeft genomen als lid der kamer. De
geloofsbrieven der nieuwgekozen leden zijn onderzocht, in
orde bevonden en tot toelating van alle nieuwgekozen leden
besloten. De bezwaren en opmerkingen, tegen de verkie
zing van de heeren Olivier, Lujben en Haffmans ingebragt,
zijn geacht als ongegrond en de genoemde leden zijn mede
toegelaten. Tot candidaten voor het voorzitterschap zijn
gekozen de heerenDullert, Storm van 's Gravesande en
Guljé. Deze candidatenlijst is Z. M. door eene daartoe
benoemde commissie aangeboden.
De beide Kamers zouden heden ieder eene vergadering
houden, de Eerste ter beraadslaging over het ontwerp-adres
van antwoord, de Tweede om hare gewone werkzaamheden
aan te vangen.
BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER.
De off. van gez. 2de kl. L. F. Praeger, thans gedetacheerd bij
het hospitaal der Marine te Willemsoord, wordt met den laatsten
Sept. eervol ontheven van de waarneming der geneeskundige dienst
op het raderstoomschip de Valk en met 1 Oct. a. s. wordt op dien
bodem geplaatst de off. van gez. 2de kl. H. L. Seeder.
De luit. ter zee 2de kl. W. P. Blaauw, behoorende tot de rol
van het wachtschip te Willemsoord, wordt met den laatsten Oct.
a. s. op non-act. gesteld, en den 1 Nov. daaraanvolgende vervangen
door den luit. ter zee 2de kl. H. van der Meer.
B 11 TENLA N D.
België.
Dat de wind soms aardige grillen kan hebben, bleek bij
den jongsten storm te Gent, waar een oud vrouwtje de
St. Michielskerk passeerde, toen de wind eensklaps haar
de muts van het hoofd rukte en omhoog voerde, zoodat
die ten laatste bleef hangen boven een der hoogste ramen
van de kerk. Hadde men die arme sloof zien gapen
naar hare mutsl zegt het Handelsblad van Antwerpen.
De wedstrijd en de feesten hebben jl. Zondag te Luik
een aanvang genomen. De gasten zijn door den burgemeester,
den Leer d'Antrimont, op het raadhuis feestelijk ontvangen
en met eene rede begroet geworden, waarin hij o. a. zeide
//België heeft zijnen vrijheidsboom geplant; thans wil het
den grond bezaaijen waarop, nog veel roemrijker en vrucht
baarder, de boom van de broederschap der volken omhoog
zal rijzen. Gij komt gewapend, maar uwe wapenen zijn
hoffelijk; gij komt hier geene tegenstanders maar mededingers
zoeken. Het feest, hetwelk bereidt wordt, is een tournooi
gij zijt de moderne ridderschap, edeler nog dan de oude,
want uw ideaal is de vrede. Dat elke hier door eene keur-
phalanx vertegenwoordigde natie trotscli op zich zelve moge
zien. Dat elke natie hier de zuster-natiën leere kennen
en hoogschatten. Er is voor allen plaats aan het banket-
der menschelijklieid!»
Reeds bij de aankomst der onderscheidene vreemde corpsen
zijn deze insgelijks door den burgemeester met warmte toe
gesproken geworden. In antwoord daarop heeft de kollonel
Thompson, de bevelhebber der Britsche scherpschutters,
verklaard, dat de Engelsclien nimmer zullen vergeten, dat
zij in der tijd met de Franschen tot België's grondvesting
hebben medegewerkt; terwijl de commandant der Parijsche
nationale garden, de kollonel Treitt, gezegd heeft, dat de
Franschen niet vergaten, dat België twee meters, Frankrijk
en Groot-Brittannië, bezit, en dat het hun tot eene groote
voldoening strekt, Belgie gelukkig, vrij en onafhankelijk
te zien.
Uit handen van de Luiksche vrouwen en dochters, allen
met eene satijnen sjerp versierd, die met het wapen van
Engeland, van Pruissen, van Zwitserland en van Nederland
en met de Fransche kokarde prijkte, hebben de vreemde
schutters de herinnerings-medaille ontvangen. Het aantal
der Britsche riflemen, die jl. Zondag te Luik aanwezig
waren, wordt op minstens 1400, dat der Parijsche nationale
garden op ongeveer 900, en het geheele aantal der aan
wezige vreemde schutters op 3000 begroot. De vreemde
lingen zijn met veel geestdrift zoo wel te Ostende en te
Antwerpen, als te Luik, ontvangen geworden. De schiet
oefeningen zijn, in strijd met het programma, op Zondag
reeds aangevangen De toevloed van belangstellenden en
nieuwsgierigen naar Luik is ongemeen groot. Het weder
heeft de feesten aanvankelijk niet zeer begunstigd.
Frankrijk.
De ontzettende stortvloed, welke zich jl. Zondag ten
12 ure over Parijs uitgoot en een gedeelte der straten
onder water zette, belette den Keizer om de wedrennen in
het Bosch van Boulogne bij te wonen. Overigens echter
moet zijne gezondheid in zooverre hersteld zijn, dat de
geneesheeren Nélaton en Fauvel een veertiendaagsch verlof
hebben gekregen.
De Keizerlijke Prins zal, naar men verzekert, binnen
korten tijd eene reis aanvaarden naar gene zijde van den
Rijn, alwaar hij de voornaamste versterkte plaatsen van
Duitschland zal bezigtigen. De Keizer heeft gisteren
ochtend den ministerraad te St. Cloud gepresideerd.
Een verschrikkelijke misdaad, onder geheimzinnige
omstandigheden even buiten Parijs gepleegd, is heden het
onderwerp van alle gesprekken. Zes personen: eene moeder
in zwangeren toestand, twee jonge meisjes en drie jongens,
waarvan de oudste 15 4 16 jaren is, allen uit één huisge
zin, zijn op een land vermoord gevonden. De ongelukkigen
keerden van een feest terug.
Men weet niet wat de drijfveer van die slagting is ge
weest. Hebzucht zeker niet. Volgens de verklaring der
geneesheeren moet deze zesdubbele moord door één persoon
gepleegd zijn, en algemeen gelooft men dat het hoofd des
huisgezins de misdadiger isdoch het is niet meer dan een
vermoeden. De justitie doet ijverig onderzoek.
De misdaden zijn voor het overige hier in den laatsten
tijd schrikbarend toegenomen, vooral onder de excentrieke
klassen. Ook circuleert hier tegenwoordig valsche munt.
Duizende werklieden worden met ellende bedreigd, ten
gevolge van den stilstand in het tot stand komen van open
bare werken.
Gelijk reeds meermalen geschied is, heeft de jury in
het departement der Bouches du Rhöne dezer dagen weder
een algemeen geacht jong meisje, dat getracht had haar
verleider, die weigerde zijne huwelijksbelofte na te komen,
door een pistoolschot te dooden, doch slechts zwaar ver
wondde, niet schuldig verklaard, zoodat het hof van assises
haar vrijsprak en hare onmiddelijke invrijheidstelling bevel.
Engeland.
Lady Palmerston is jl. Vrijdag in Westminster-Abdij,
waar lord Palmerstons overschot rust, begraven. De //Morn.
Post» leverde bij deze gelegenheid eene lofrede op de over
ledene vrouw en zegt daarin dat, ofschoon er verschil van
gevoelen moge bestaan ten opzigte van de doorluchtige
mannen die te Westminster begraven liggen, wat hunne
verdiensten betreft, het getal der vrouwen die een gelijke
aanspraak hadden als lady Palmerston om binnen de gewijde
gewelven van Westminster-Abdij te rusten, uiterst gering
is. Volgens genoemd blad levert de geschiedenis geen
voorbeeld op van eene vrouw, die als zuster, minnares of
echtgenoot van meer dienst was dan lady Palmerston. //Van
alle Engelsche vrouwen dezer eeuw (zegt de //Morning
Post") gelukte het alléén aan haar het meest nabijkomende
pendant te zijn van een staatsman, die zich onder de
begaafdste mannen van zijnen tijd door hoedanigheden
onderscheidde, welke zelfs de beste geestvermogens nog
overtroffen.// Lady Palmerston nam steeds een levendig
aandeel in de politieke loopbaan van haren echtgenoot, en
in de wisselende omstandigheden zijns politieken levens
gedurende haar huwelijk, het tweede hetwelk zij en ook
lord Palmerston gesloten hadden. Lady Palmerston was
toen reeds schoonmoeder van den tegenwoordigen graaf
Shafitesbury.
Volgens de «South London Press,» is de heer Spurgeon
door eene zeer ernstige ziekte aangetast.
Het aantal personen in dienst bij de Engelsche kroon
is 43,169, die met elkander een jaailijksch inkomen trekken
van 8,001,747 p. st.
In het koningrijk Groot Brittannië is de verkoop
van periodieke bladen na de afschaffing van het zegel op
de dagbladen buitengewoon vermeerderd; terwijl in 1831
slechts 39 millioen nommers van dag- en weekbladen
werden verkocht, is dit getal in 1868 tot 2500 millioen
gestegen.
Te Londen heeft een ontzettend voorval plaats gehad,
dat eene algemeene ontroering heeft veroorzaakt. Een zekere
Judge, een oppassend man en vader van twee kinderen,
heeft zich met het gansche gezin door kolendamp van het
leven beroofd. Gebrek aan werk, gepaard aan een onver-
winnelijken afkeer van het werkhuis, hebben hem tot dien
stap gedreven.
Binnen kort wordt te Londen verwacht: Zijne Groote,
Roemrijke en Allervoortreffelijkste Majesteit, die regeert
over de Koningrijken van Thama, Peranta, Tampodepa en
over alle hooggeplaatste chefs, Dragers van Parapluiën
van het Oosten, Koning van de Opkomende Zon, Heer
van den Hemelschen Olifant, Meester van Witte Olifanten
en Opper-Clief van de Opregtheid. Deze titels en waardig
heden van den edelen bezoeker, ontleent men aan een
brief, door hem geschreven aan den ex-gouverneur van
Indië, sir John Lawrence.
Eenige dagen geleden werd, op de aanklagt van een wel
gesteld burger van Nottinghill, een arme man voor de regtbank
van politie van Ilammersmith gedaagd, beschuldigd van op
Zondag op een kruiwagen appelen te hebben gevent. «De wet,"
zeide de regter, «verbiedt u op Zondag handel te drijven."
«Ik kan," was het antwoord, «vrouw en kinderen toch niet
van honger laten sterven.» In weerwil van deze afdoende
verdediging werd hij tot 1 shill. boete, en bij wanbetaling
tot 4 dagen gevangenisstraf veroordeeld.
George Scherer te Jersey-City was een man van
fortuin, zonder echter den schat der gezondheid te bezitten
of met kinderen gezegend te zijn. Vast overtuigd van
spoedig te zullen sterven, maakte hij al zijne bezittingen
te gelde en kocht er toen effecten, spoorwegaandeelen, enz.
voor. Daarop riep hij zijn vrouw tot zich, wees haar
de papierwaarden, welke op de tafel lagen uitgespreid,
en deelde haar mede, dat hij van plan was zijn testament
te maken. Virginia, zijne dierbare wederhelft, deed hem
opmerken met welke zorgen zij haar George steeds had
omringd, en verzocht met zekeren aandrang, dat hij haar
toch ruim zou bedenken. De testateur, hierdoor een
weinig op zijne toonen getrapt, gaf haar te kennen dat ze
hare inhaligheid wel wat minder had kunnen toonen.
Hierop ontstak Virginia in drift, en er volgde een levendig
huiselijk tafereel, waarbij de lamp omviel, de petroleum
over de papieren stroomde, en weldra het geheele vermogen
van den heer Scherer tot asch was verteerd. Inmiddels
waren de buren toegesneld, vergezeld door een politie
agent. George en Virginia werden voor den regter gebragt
en veroordeeld tot een boete van 10 dollars, of, omdat het
bleek dat zij deze niet konden betalen, tot een cellulaire
gevangenisstraf van drie dagen.
Een jongman en eene jonge dochter, te zamen
170 jaren oud, zijn in de vorige week te Dublin in het
huwelijk getreden. Hij is een gewezen schoenmaker van
90 jaren; zij telt 80 lentes. Men kan zich de belangstelling
van het publiek in het geluk van dit bloedend paartje
voorstellen.
De dagbladen van Engelsch Indie melden, dat de
Maharajah van Travancore zich binnen kort aan de pleg-
tigheid van het Thooloparum onderwerpen zal. Deze pleg-
tigheid, welke vooral bij de Indische geestelijken in hoog
aanzien staat, bestaat uit twee deelen. De hoofdpersoon
plaatst zich op de eene schaal eener balans, terwijl de andere
met goud bezwaard wordt, totdat de beide schatten in
evenwigt komen. Daarna, en dit is het tweede deel, wordt
het gebruikte goud onder de geestelijken, in evenredigheid
hunner rangen, verdeeld. Deze ceremonie zal Z. II.
een godsdienstige wijding geven, welke alleen overtroffen
wordt door het plegtige Erniagerphum, waaraan hij zich in
het volgende jaar onderwerpen zal, en welke daarin bestaat,
dat hij voor een oogenblik in de buikholte van een van
goud vervaardigde koe wordt gesloten. Naar de liooge
waarde te oordeelen, welke de Brahminen aan deze plegtig-
heid toekennen, mag men het er voor houden, dat na haar
afloop de gouden koe mede ten bate der geestelijkheid
wordt afgehakt en rondgedeeld.
Dnitscltland.
Jl. Dingsdag, des namiddags ten 1 ure, is te Dresden
de hof-schouwburg afgebrand, de aangrenzende gebouwen
zijn behouden gebleven.
Voor de regtbank van een kleine Pruissische stad
stond onlangs een beruchte misdadiger teregt. Bij wijze
van «bijzondere voorzorgsmaatregel» had men naast hem een
soldaat geplaatst, met een geladen achterlader. Op eens
begint een der gezworenen zich onrustig op zijne plaats te
bewegen, terwijl zijne gebaren levendige bezorgdheid te
kennen geven. Verwondert ziet de president hem aan
en vroeg naar de oorzaak van dit vreemde gedrag, zoo
weinig passend voor een achtbaar lid eener jury. «Ziet gij
dan niet, mijnheer de president,» zegt de heldhaftige
gezworene, «dat die soldaat telkens met zijn geweer speelt.
Als het eens afgaat en een van ons treft.» «Weest
gerust, mijnheer!» antwoordde de voorzitter deftig, «er zijn
plaatsvervangers benoemd!»
Japan.
Over San-Francisco is per Franschen trans-atlantischen
telegraafkabel uit Japan het berigt ontvangen, dat Z. K. H.
de Hertog van Edinburgli den 29 Aug. jl. te Jeddo is
aangekomen.
Amerika.
Den 6 dezer heeft een vreeselijk ongeval in eene kolen
mijn te Plymouth, in Pennsylvanië, plaats gehad. 200
arbeiders waren juist in dezelve afgedaald, toen het houtwerk
der schacht vuur vatte en een hevige brand ontstond, die
weldra de gebouwen aan den mond der schacht aantastte.
De schacht was spoedig door eene groote hoeveelheid
brandend hout verstopt, en, daar zij het eenige ventilatie-
middel der mijn was, lijdt het geen twijfel, of de mijnwerkers
zijn allen gestikt.