ADVERTENTIËN.
BUITENLAND.
Effecten-Beurs te Amsterdam.
Weerkundig-e Waarneming-en te Helder,
270ste STAATS LOTERIJ.
Middelburg-sche Stoomvaart - Maatschappij
MUZIEK
in het HEEREN-LOGEMENT te Helder,
wel, dat voorzigtigheid eu kieschheid er toe zullen leiden om de
melk liever tot andere doeleinden te gebruiken dan tot zuivel
voor den mensch.
BENOEMINGEN EN VERPLAATSINGEN BIJ MARINE EN LEGER.
Bij bet wapen der infanterie is benoemd tot kapt. 3de kl. (naar
ouderdom van rang), bij het 7de reg., de 1ste luit. M.J.Mos, van
het instruetie-bataillonen op non-activiteit gesteld de kapt. H. M.
F. Landolt, van het 7de reg.
De off. van gez. 1ste kl. C. F. T. Hommel en J. Lamie zijn met
den 15 dezer geplaatst, respectivelijk op het rainschip „de Buffel"
en het fregat met stoomvermogen „Admiraal van Wassenaer."
Frankrijk.
Aan de reis der Keizerin naar Constantinopel en Egypte
valt niet meer te twijfelen; aan boord van de „Aigle"
worden de laatste toebereidselen gemaakt.
Door „Ie Temps" wordt een brief van pater Hyacinthe aan
den generaal zijner Orde, de Carmeliter Barrevoeters, te Rome,
medegedeeld, die veel opzien verwekt. In dat schrijven, van 20 Sept.
gedagteekend, geeft de gevierde kanselredenaar bet besluit te kennen
om zijn vijf jaren lang bekleed ambt van prediker bij de hoofdkerk
Notre-Dame te Parijs neder te leggen en zijn klooster te verlaten,
en wel wegens de blaam en den tegenstand, welke hij in den
laatsten tijd van de zijde van het bestuur zijner Orde ondervonden
heeft. „Gij wilt (schrijft hij aan den generaal), dat ik of eene
taal zal voeren, öf een stilzwijgen zal bewaren, die, de eene zoowel
als het andere, met mijn geweten in strijd zouden zijn. Ik aarzel
geen oogenblik. Tot het verkondigen eener door een wachtwoord
vervalschte of door herroepingen verminkte leer kan ik den kansel
van Notre-Dame niet meer beklimmen. Ik betuig deswege mijne
smart aan den verlichten en moedigen aartsbisschop (msgr. Darboy),
welke dien kansel voor mij ontsloten en mij daarin tegen de
menschelijke kwaadwilligheid gehandhaafd heeft, en aan het indruk
wekkend gehoor, hetwelk mij zijne aandacht, zijne sympathie, ik
mag haast zeggen zijne vriendschap, schonk. Ik zou echter onwaardig
handelen jegens dat gehoor en dien prelaat, jegens mijn geweten
en God, indien ik de rol op mij nam, welke men mij op wil leggen.
Door mij tevens uit het klooster te verwijderen, hetwelk in mijnen
tegenwoordigen toestand in een kerker voor mijne ziel is verkeerd,
word ik niet ontrouw aan mijne gelofte; ik heb kloosterlijke
gehoorzaamheid gezworen, maar geen gehoorzaamheid, die mijn
geweten geweld aandoet, en mijne eigene waarde en die van mijn
ambt te na komtWij beleven een gewigtig oogenblik. Voor
de eerste maal sedert drie eeuwen is een Oecumenisch Concilie
niet slechts bijeengeroepen, maar ook door den Paus zeiven „nood
zakelijk" verklaard. In zulk een oogenblik mag een evangelie
prediker, ook niet de geringste van allen, zich tot zwijgen laten
doemen, gelijk de stomme honden Israëls, die ontrouwe wachters,
wien de profeet verwijt, dat zij niet konden blaffen. De heiligen
hebben nooit gezwegen. Wel behoor ik niet tot hun getal, maar
toch ben ik van hun geslacht, en steeds heb ik gewenscht, des
noods onder tranen en zelfs ten koste van mijn eigen bloed, hun
voetspoor te drukken."
Pater Hyacinthe protesteert vervolgens „voor den H. Vader en het
Concilie, als Christen en priester", tegen die leerstellingen en die
practijk, „welke roomsch genoemd worden, maar niet Christelijk
zijn, en de strekking hebben om vorm en wezen van de leer der
kerk en zelfs den geest der Godsvrucht te doen ontaarden",
tegen de goddelooze scheiding, die men tusschen de kerk en de
maatschappij der negentiende eeuw wil bewerken, boven alles
tegen de heiligsckennende verbastering van het evangelie van den
Zoon Gods, „welks geest en letter beide door het fariseïmus der
nieuwe wet met voeten getreden worden." De pater geeft voorts
als zijne innige overtuiging te kennen, dat de hoofdoorzaak der
maatschappelijke, zedelijke en kerkelijke anarchie, die in alle catho-
lieke lauden en in Frankrijk heerschen, gezocht moet worden niet
in het catholicismus zelf, maar in de wijze, waarop het sinds lang
opgevat en beoefend wordt. Mogt het Concilie, zegt de schrijver
ten slotte, niet vrij in zijne beraadslagingen zijn, en dus het wezen
lijke kenmerk van een Oecumenisch Concilie derven, dan zou hij
van God en de raenscheu eene andere Kerkvergadering afsmeeken,
eene vergadering, niet door partijgeest, maar door den H. Geest
gedreven en vervuld, en niet het zwijgen des eenen en de over-
heersching des -anderen, maar de ware Algemeene Kerk vertegen
woordigende."
Omtrent den zesdubbelen moord, die onder Pantin
(bij Parijs) gepleegd is, worden in de dagbladen nog eenige
bijzonderheden medegedeeld
Een landbouwer begaf zich 's ochtends ten 7 ure naar
buiten om wijndruiven te plukken, toen hij op een veld,
bij zijn wijngaard gelegen, een stuk van een doek zag liggen,
Naderbij gekomen, bemerkte hij dat de doek in den grond
was gestopt. Hij trok dien er uit en ontdekte tot zijne
ontsteltenis, dat het andere einde van den doek bevestigd
was aan een vrouwenhoofd. Van schrik buiten zich zelf,
ijlde hij naar Pantin, en gaf den commissaris van policie
kennis van zijne ontdekking. Deze, van eenige agenten
vergezeld, begaf zich onverwijld naar de aangeduide plaats.
Het terrein werd nu onderzocht en behalve het lijk van
eene vrouw, vond men achtereenvolgens nog vijf lijken
van vier jongens en een meisje waarvan de oudste
omstreeks zestien jaar scheen te zijn en de jongste 3 jaren.
Zij waren allen in een kuil, in het midden van het veld
gelegd, waarover men eenige aarde had geworpen, en wel
zoodanig dat de voorbijganger denken kon, dat hij voor
eene gewone glooijing stond en dus geen argwaan behoefde
te hebben.
De verschrikkelijke misdaad kon niet lang vóór de ont
dekking gepleegd zijn. Toen de lijken te voorschijn werden
gehaald, vertoonden zich nog niet de strakke trekken van
den dood, en de jongsten, waarschijnlijk verschrikt door de
worsteling en de slagting, die onder hunne oogen plaats
hadden, hielden eenige stukken brood en vleesch, die zij
zonder twijfel bezig waren op te eten, nog stijf in hunne
handen gedrukt. Het lijk van den oudsten jongeling ver
toonde tallooze messteken, waaruit men kan opmaken, dat
hij een hardnekkigen tegenstand heeft geboden. Het lijk
van de vrouw had aan een ceintuur een liorologe met een
ketting hangen. Ook heeft men geld in haren zak gevonden,
alsmede in die van de slagtoffere.
De geregtelijke geschiedboeken leveren geen voorbeeld
op eener misdaad onder dergelijke omstandigheden.
De schuldigen, Jean Kinck en Gustav Kinck, de vader
en de oudste zoon, zijn te Havre in hechtenis genomen.
Het bevestigt zich dat er meer medepligtigen zijn.
Omtrent de drijfveer tot deze gruweldaad loopen de
geruchten echter nog zeer uiteen. Volgens sommigen, zou
zij met geldelijke aangelegenheden in verband hebben
gestaan; volgens anderen, zouden jaloezy en haat in het
spel zijn geweest. De vermoorde vrouw was, beweren deze
laatsten, sedert zes maanden van haren man gescheiden,
en deze had zijnen zoon uit een vroeger huwelijk, Gustave,
overgehaald om zijne tweede moeder en hare kinderen, die
Jean Kinck niet voor de zijnen wilde erkennen, om het
leven te helpen brengen.
De „Figaro" heeft zijn redacteur, die den vorigen dag
te Parijs de gegeven berigten omtrent den moord opzocht,
naar Roubaix gezonden Niemand wist daar nog van het
gebeurde. Het is daar gebleken, dat de naam van Kinck
wel degelijk de naam des moordenaars is. Behalve de vijf
vermoorde kinderen, was in het huis van Kinck nog een
oudste zoon van 20 jaar, in wien men de persoon herkent,
die te Parijs den naam van Jan Kinck opgaf. Jan Kinck
is de naam van den vader. Jan Kinck was sedert weken
op reis naar den Elzas, waar hij zich vestigen wilde. Hij
was draaijer of werktuigmaker te Roubaix. Hij zoowel als
zijn zoon verdienden goed geld, en de vrouw scheen eenig
vermogen te hebben. Jan Kinck wilde zijn zaken uit
breiden en een fabriek of zaak in den Elsas, waar hij ge
boren was, koopen. Zijn vrouw had slechts met weerzin
eenige gelden van haar bijzonder vermogen los willen
maken en het schijnt volgens opgaven van de „Gazette
des Tribunaux," dat de oudste zoon, Gustav Kinck, die
sedert veertien dagen uit Roubaix gegaan was, gelden aan
zijn vader moest overbrengen en hem te Parijs zou wachten.
De moeder scheen in de speculatie van haar man geen
vertrouwen te hebben en bepaald te weigeren om in den
Elzas te gaan wonen. Zij is later per brief naar Parijs
ontboden. Den 12den zou zij vertrekken, maar een onge
steldheid van het jongste dochtertje had haar de reis tot
Zondag den 19den doen uitstellen. De familie schijnt te
Pantin niet per spoor maar per rijtuig gekomen te zijn.
En de "Gazette des Tribunaux" meldt, dat een rijtuig
verhuurder gevonden is, die de familie gebragt heeft tot
op eenigen afstand van de plaats, waar zij vermoord zijn,
en waar hij niets gezien had dan dat een persoon telkens
twee personen van het gezelschap uit het rijtuig afhaalde
en wegbragt. Volgens andere berigten zou de koetsier
van dat rijtuig wel geweten hebben wat er gebeurde, en
gearresteerd zijn.
In de huizen op eenigen afstand van het moordveld heeft
niemand den geheelen nacht iets gehoord. „Le Public"
vermoedt, dat de moordenaars de familie eerst slaapgoed,
waarschijnlijk bij het avondeten te Raincy, hebben ingegeven.
Op het oogenblik, dat Gustav Kinck, de zoon, te Havre
gearresteerd is, heeft hij zich in het dok gestort met het
doel om zich te verdrinken.
Parijs is de hoofdstad der beschaafde wereld, zoo roept
men dagelijks aan alle zijden. Maar het drama van Pantin
bij Aubervilliers zou er voorzeker aan doen twijfelen, daar
men te vergeefs bij Samojeden of Papoeahs het verhaal van
een dergelijken moord zou verwachten. Nooit werd Frankrijk
bezoedeld door zulk een vreeselijk gruwelstuk.
Op de jaarlijksche veemarkt te Roche-Pasay zijn
onlangs 600 stuks rundvee, waarschijnlijk door het steken
van insecten, razend geworden en losgebroken. De men-
schen vlogen in wilde vlugt dooreen en de dolle dieren
hebben ruim 130 personen, sommigen zeer ernstig verwond.
D uitsclilaud.
Uit Dresden wordt berigt dat de schouwburg-brand
aldaar door de onvoorzigtigheid van eenen der tooneel-
bedienden is veroorzaakt en wel door het wegwerpen van
eenen brandenden lucifer.
Italië.
Te Milaan heeft dezer dagen een afgrijselijke gebeurtenis
plaats gehad, waarvan de Perseveranza het volgende treu
rige verliaa geeft
„Een vrolijk clubje had een uitstapje gemaakt en onder
meer had men zich ook met visschen langs de oevers van
de Lambro geamuseerd. Het gezelschap bestond uit Piëtro
Sassi, droogist, en zijn zoon Carlo, Gioacchimo Lazzaroni,
bierhandelaar, Guiseppe Paganini, lithograaf, Luïgi, Fabiani
en Corolina Bellinzaghi-Cattaneo, naaister, met haar acht
jarig dochtertje.
„Nadat de dag aangenaam was voorbijgegaan en men
een einde had gemaakt aan de misschien wel wat over
vloedige genoegens, besloot men te voet huiswaarts te
keeren. Op weg naar Milaan, te Monini, ontmoette men
echter een ledig voertuig, aan zekeren Calastri toebehoo-
rende en bestuurd door den voerman Maïneri. Toen men
het over den prijs eens was geworden, stapten de vrolijke
reizigers in en sloeg men den weg in naar Porte-Vittoria.
Aan den kruisweg gekomen, waar de weg door dien van
den spoorweg doorsneden wordt, vond men de barrière ge
sloten, omdat de trein verwacht werd. Toch wilde men
nog passeren, maar ontving natuurlijk eene weigering.
Twee leden van het gezelschap stapten echter uit en niet
tegenstaande de stellige waarschuwing van de dochtertjes
van den stations-wachter, openden ze het hek en men
reed door.
Op hetzelfde oogenblik hoorde men het geraas van den
trein; de wachter en zijne dochters gilden wanhopig, het
paard begint te steigeren, de trein nadert.... en in een
oogenblik is de wagen met het gezelschap verpletterd.
Vier verschrikkelijk verminkte lijken werden op verschil
lende plaatsen gevonden; het waren die van Piëtro Sassi,
Lazzaroni, Paganini en Maïneri, den koetsier.
Carolina Bellinzaghi-Cattaneo, haar dochtertje en Fabiani
werden op de plaats zelve dood gevonden, overdekt met
wonden en in een bloedbad; later heeft men toch bemerkt,
dat deze wonden niet bepaald doodelijk waren. Zij zijn
naar het gasthuis overgebragt. Carlo Sassi was met de
beenen aan den locomotief vastgeraakt; een geruimen tijd
was hij in dezen toestand voortgesleept; een been was ge
broken en hij had een diepe wonde in het hoofd. Carlo
- naar het gasthuis gebragt kwam daar eerst tot zijn
bewustzijn. Ondervraagd over het gebeurde, zeide het
knaapje zich niets er van te herinneren; in het rijtuig ge
zeten, was hij ingeslapen en had niets bemerkt van wat
er voorviel.
Rusland.
De gezondheidstoestand van den Keizer van Rusland
zou, volgens de „N. Freie Presse", weder minder goed
zijn; hij houdt nog altijd zijn verblijf te Livadia en is
soms zoo zwaarmoedig, dat hij dagen achtereen niemand
wil zien.
23 Sept. 24 Sept.
Nederland, Werkel. Schuld
24%
531
52Ü
dito
3
61R
61ft
dito
4
8*44
84f
Spanje, Obligatiën
2f„
274
274
Fortogal, Obligatiën 1853
3
33f4
Rusland, Obligatiën 1798/1816.
s
94
93tf
dito bij Stieglitz
5
754
75J
dito 1864
5
91|
914
dito 1860
4*„
81 1
dito 1867
4
66
654
dito Poti Tiflis
5
824
824
dito Spoorw. aand.
n
2294
2294
dito Loten 1864
ii ii
2404
240
dito 1866
ti ii
234
Oostenrijk, Obligatiën Metalliek
5
474
47
dito dito
H„
dito Nationale
5
52&
dito rente Amst.
5
60
dito 1864.
5
574
574
dito 1865.
5
dito 1866.
5
3
46
Mexico, Obligatiën 1851
dito 1864
3
4ft
Griekenland, Obligatiën
5
Turkije, Obligatiën
5
404
Amerika, Obligatiën
5
dito 1882
6
86A
8644
dito 1885
6
854
86A
Debentures Obio
8
274
284
Gecons. Atlantics
7
274
St. Paul en Pacific, le sectie
7
694
704
ii u ii u 2e
7
68
684
door den Heer T. C. VAN DER STERR.
Septemb.j
Uren.
Windrigting
en
Kracht.
Barometer
mm.
Thermometer
C.
VochtighJ
procent.
Toestand
van
de
zee.
Stand.
Afw.
Stand.
Afw.
24
12
zwtw. 6k.
763.44
2.50
17.0
+1.3
0.93
wn.golvd.
25
8
zw. 7„
760.77
- 0.16
16.8
+3.3
0.96
25
12
zw. 6„
760.64
- 0.29
17.6
+2.1
0.81
Weersgesteldheid: 24 Sept. 12 u. Ligtbewolkt, beneveld, goedweer.
25 Sept. 8 u. Helder, beneveld, goedweer.
25 Sept. 12 u. Helder, beneveld, goedweer.
VIERDE KLAlSSE.
Prijzen van f 100 en daarboven.
vierde lust: No. 15597 1000; No. 1074 400;
No. 4921 100.
Van MIDDELBURG- 26, 27, 28 en 29 Sept. 's morg. 6 u.
30 Sept. 's morg. 6 u. 30 m.
Van ROTTERDAM: 26 en 27 Sept. 's morg. 10 u. 15 m.
28, 29 en 30 Sept. 's midd. 12 u.
Ondertrouwd
A. C. DE W IJ N
e n
G. C. THOMASSEN.
Oude Schild op Texel, 25 September 1869.
Algemeene kennisgeving.
Heden overleed te Ibbenbuhren, in den ouderdom
van 32 jaren, onze geliefde Broeder, de Wei-Eerwaarde
Heer BERNHARD KRUSER. C. Priester en Kapellaan
te Brochterbeck.
Texel, den 22 September 1869.
Gebr. KRUSE.
Voor de vele bewijzen van deelneming, betoond bij het
overlijden van mijnen Echtgenoot, betuig ik, ook namens
mijne Kinderen, bij deze mijnen hartelijken dank.
Nieuwediep, 25 September 1869.
Weduwe G. FEUCHT,
geb. WlCHERS.
op ZONDAG 26 SEPTEMBER 1869.
Entree en Dans vrij, zonder verhooging van vertering.
Aanvang 7 ure. Hs. L A M P E.