1869. N°. 124.
Vrijdag 15 October.
27 Jaargang.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
GEMEENTERAAD.
B IIV IV E N L A N D.
HELDERSCHE
NIEUWEDIEPER COURANT.
„W ij huldigen het goed e.''
Verschijnt Dinqsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
franco per post - 1.65.
Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163.
I Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 ceüt.
elke regel meer 15 cent.
j Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Zitting van Dingsdag den 12 October 1869.
Voorzitter de heer Burgemeester.
Tegenwoordig 15 leden; afwezig de heeren Janzen en
Haagsma, de laatste met kennisgeving van verhindering.
De aan teek eningen van het verhandelde in de vorige
zitting worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter stelt het eerst aan de orde de behandeling
der begrooting voor de gemeente, dienst 1870. Naar aan
leiding van het in de afdeelingen gehouden onderzoek,
wordt door den algemeenen rapporte den heer de Breuk,
het eindverslag betreffende dat onderzoek gelezen. Daaruit
blijkt, dat al de leden van den Raad aan het onderzoek
hebben deelgenomen, uitgezonderd den heer Janzen, die
door afwezigheid verhinderd was. Door de afdeelingen
werden de heeren de Lange, Jelgersma en de Breuk tot
rapporteurs aangewezen, die de gemaakte opmerkingen in
eene bijeenkomst met Burgemeester en Wethouders hebben
besproken en overwogen. Omtrent de ontvangsten werden
geene aanmerkingen gemaakt. Alleen werd de vraag gedaan,
hoe het komt, dat, terwijl de bevolking vermeerdert, de
opbrengst der belasting op het geslagt niet toeneemt, terwijl
andere inkomsten allen een verhoogd cijfer aantoonen. Deze
opmerking is in de vergadering met B. en W. besproken
en daarop is in het midden gebragt, dat de verhooging in
vroegere dienstjaren is toe te schrijven geweest aan een
groot getal hier liggende oorlogsbodems, alsmede aan de
omstandigheid, dat, hoezeer ook de bevolking toeneemt, de
vleesclietende bevolking door mindere welvaart, niet ver
meerdert. De gemaakte opmerking werd hiermede als
voldoende opgehelderd geacht.
De wenschelijkheid werd uitgesproken om, ter uitbreiding
van het plantsoen, de uitgaven voor dien post met 250
te verhoogen, ten einde den landweg nabij het station met
boomen te beplanten, ten gerieve van het wandelend publiek,
dat gaarne van dien weg gebruik maakt. Met de opmerking,
dat eerst het plantsoen in andere deelen der gemeente voltooid
moet zijn om aan verdere uitbreiding te denken en ookmet het oog
op den min gunstigen toestand der financiën, werd door de
commissie de vervulling van dien wensch als onraadzaam
beschouwd. De verbetering der politiedienst bij nacht
werd mede als wenschelijk voorgesteld. Door den heer
Burgemeester werd, als hoofd der gemeente-policie, de
toezegging gedaan dat eerlang een voorstel daartoe bij den
Raad zal worden ingezonden. Eene opmerking omtrent
de openbare verlichting werd door het Dag. Best. voldoende
toegelicht, terwijl de wenschelijkheid, om in plaats van de
verbetering van de kanaalboorden aan het Molenplein, bij
de begrooting voorgesteld, voort te gaan met de bestrating
van de Achterbinnenhaven, op genoegzame gronden werd
bestreden.
Ten opzigte der begrootingen van het Burgerlijk Arm
bestuur en van het Algemeen Weeshuis waren geene op
merkingen gemaakt.
Achtereenvolgens werden nu de verschillende begrootingen
in stemming gebragt en met algemeene stemmen aange
nomen, respectivelijk tot het volgend bedrag:
Gemeente-Begrooting161,733.87
Begrooting Burgerlijk Armbestuur - 12,100.
Algemeen Weeshuis - 14,811.38.1
Ieder dezer begrootingen wijst in ontvangst en uitgaaf
een gelijk bedrag aan. De medegedeelde opmerkingen
hebben tot geene voorstellen geleid, zoodat het voorge
dragen eindcijfer geene verandering heeft ondergaan.
Er wordt gelezen eene missive van den heer Commissaris
des Konings in deze provincie, houdende mededeeling, dat,
indien de Raad weder mogt besluiten tot voortdurende
heffing van plaatselijke verbruiksbelastingen, men tijdig hebbe
te zorgen, dat de noodige daarop betrekking hebbende
bescheiden bij Gedep. Staten worden ingezonden.
Aangenomen voor kennisgeving.
De verschillende ontwerp-besluiten, tot heffing van plaat
selijke belastingen op het geslagt, het gedistilleerd en het
gemaal, worden daarop gelezen en met eenparige stemmen
goedgekeurd. Verder wordt medegedeeld, de hoofdzakelijke
inhoud der Memorie van Toelichtingen, die met deze ontwerp
besluiten bij Ged. Staten zal worden ingezonden. Daarin
wordt gewezen op de door den Raad betrachte zuinigheid
in het beheer, blijkende o. a. uit het eindcijfer dor begrooting,
dat 3000 minder is dan een jaar te voren. Verder
wordt gewezen op de omstandigheid, dat van de 2149
aangeslagenen in den Hoofdelijken Omslag 1728 personen
tot de laagste drie klassen behooren, terwijl in de ver
schillende hoogere klassen slechts 421 personen zijn opgenomen.
Met het oog op een en ander wordt aangedrongen op het
behoud der verbruiks-belastingen, als de verkieselijkste voor
deze gemeente.
Op voorstel des Voorztiters wordt besloten op daartoe
gedaan verzoek, wegens vertrek naar Rotterdam, eervol
ontslag te verleunen aan den heer IV. Kok, als lid van het
bestuur der Paatsel. Teekenschool.
Aan den heer C. Klok, hulponderwijzer aan eene der
gemeentescholen alhier wordt, wegens vertrek naar Opperdoes,
mede eervol ontslag verleend.
Er wordt gelezen eene missive van IIH. Gedep. Staten,
ter zake van de gevraagde magtiging tot verlenging dei-
concessie aan den houder van den Bank van Leening,
den heer M. L. van Gelder, met nog drie jaren. De
Minister, aan wien de voordragt door Gedep. Staten was
opgezonden, had daartegen bedenking, omdat een wetsontwerp
op de Banken van Leening gereedgemaakt en reeds bij den
Raad van State in behandeling is. Hierom zou Z. Exc.
het zeer wenschelijk achten, dat de concessie voor slechts
één jaar werd verlengd Nadat de Voorzitter had ver
zekert, dat de concessionaris geneigd is om in de verlenging
voor slechts één jaar te berusten, werd dienovereenkomstig
besloten. De Voorzitter maakt van deze gelegenheid ge
bruik, om te doen opmerken dat de bepalingen van liet
ontwerp zeer gunstig zijn voor het behoud van de Bank,
zoo als die hier bestaat.
De Voorzitter zegt, dat hij nog niet in staat is een
ontwerp voor te dragen tot wijziging van den afslag van
visch in deze gemeente. Hij verzekert, dat hij eerstdaags
te 's Hage inlichtingen zal inwinnen omtrent den verkoop
van visch aldaar. Nadat de heer Bergliuijs gewezen heeft
op den geheel bijzonderen toestand hier, die ook bijzondere
bepalingen noodzakelijk maakt en nadat hij bij den Voor
zitter op eenigen spoed heeft aangedrongen, wordt deze
aangelegenheid tot een volgende bijeenkomst verdaagd.
De vergadering wordt, daar niemand der leden meer het
woord verlangt te voeren, door den Voorzitter gesloten.
HELDER en NIEUWEDIEP, 14 October.
Ofschoon er weinig kans bestaat, om betreffende den
Spaanschen republikeinschen opstand volledige berigten te
erlangen, wegens het onbruikbaar maken van den telegraaf,
zijn de tijdingen van daar voldoende om er uit op te
maken, dat de onlusten over een groot deel des lands
verbreid zijn en een ernstig karakter hebben. Naar onder
scheidene deelen des lands hebben afzendingen van troepen
plaats en in sommige streken hebben deze lievig te kam
pen om de onlusten te beteugelen. In Madrid is men niet
zonder vrees, dat ook aldaar onlusten zullen uitbarsten en
vandaar dan ook, dat er maatregelen worden genomen om
plunderingen, wanneer zich die voordoen, tegen te gaan of
te voorkomen. De leden der Cortes, die tot de republi-
keinsche partij belmoren, stellen zich aan het hoofd van
oproerige benden en oefenen veel invloed uit op de deel
neming aan den opstand. De regering heeft een poging
aangewend, om die volksvertegenwoordigers, niet ongestraft
te laten, hetgeen anders uit hunne waardigheid zoude
voortvloeijen. Zij heeft bij de Cortes aangedrongen op liet
nemen van een besluit, straf bepalende jegens bedoelde
leden der wetgevende vergadering. Men verwacht, dat de
Cortes zullen bepalen, dat zij, door den krijgsraad veroor
deeld wordende, uit het land zullen worden gebannen.
Niet minder dan 17 afgevaardigden nemen aan den op
stand deel. Verscheidene gegoede huisgezinnen maken zich
gereed het Spaansclie grondgebied te verlaten.
De Fransche regering maakt naar men verzekert -
onderscheidene wetsontwerpen gereed, tegen den tijd, dat
het Wetgevend Ligchaam weder bijeenkomen en hare
werkzaamheden aanvangen zal. Van wege het departement
van financiën schijnt te worden verwacht de indiening
eener wet, waarbij niet minder dan 60 millioen francs
wordt beschikbaar gesteld, met het doel om enkele belas
tingen te verminderen, de inkomsten der onderwijzers van
de lagere scholen te verhoogen en openbare werken te
doen aanleggen. De minister van onderwijs tracht er naar
om het onderwijs meer algemeen verkrijgbaar te stellen
en de armen en minvermogenden daarvan gratis te doen
gebruik maken. In het departement van binnenlandsche
zaken te Parijs wordt gearbeid aan eene wet, waarbij o. a.
bepaald wordt, dat de maires voortaan door de gemeente
raden zelve zullen worden benoemd. De constitutie zal
ook, naar men verzekert, eenige wijziging ondergaan met
het oog op betere waarborgen voor de vrijheid en de
onschendbaarheid van personen. Eindelijk heeft de minister
van landbouw een grondig onderzoek op het oog, ter zake
van den toestand der nijverheid, tengevolge der handels-
tractaten met Engeland.
Het valt dus niet te ontkennen, dat de Fransche minis
ters eene groote mate van werkzaamheid betoonen en
men ziet ook, dat de aard hunner werkzaamheid strekken
moet om door meerdere vrijheid het volk met de regering
te verzoenen.
Jl. Dingsdag werden de manoeuvres door de manschappen
van het 3de bat. 7de reg. infanterie alhier voortgezet. De
vijand rukte nu, bij veronderstelling, naar deze vesting op
een gedeelte van het bataillon stelde de vijandelijke magt
voor. Van onze zijde werd eene verkenning gedaan, en
toen de linie der tirailleurs op den vijand stuitte, ontstond
er een gevecht, dat onze troepen noodzaakte om naar het
fort Erfprins terug te trekken.
De bronzen medaille, ingesteld bij koninklijk besluit
dd. 22 September 1855, alsmede een loffelijk getuigschrift
zijn toegekend aan J. M. Bertram en J. Keiler, matrozen
der 1ste en 3de klasse op het fregat met stoomvennogen
Admiraal van Wassenaer, wegens de redding van een over
boord gevallen schepeling op 12 Sept. 11. alhier; en aan
J. C. Iloltgrege, matroos 1ste klasse op genoemd fregat,
wegens dergelijke redding op 23 Sept.
Zr. Ms. transportschip Java is gisteren alhier van
Engeland aangekomen.
De miliciens der ligting 1865, behoorende tot het
3de bat. 7de reg. infanterie, alhier in garnizoen, vertrekken
heden en morgen met groot verlof naar hunne haardsteden.
Het op de Noorderhaaks alhier gestrandde brikschip
„Judith», dat jl. Maandag avond op eene publieke veiling
voor de som van f 888 aan de heeren Gebrs. Janzen alhier
was verkocht, is heden nacht stuk geslagen. Het wrak is
alhier komen aandrijven en ligt op den Zuidwal. De lading,
in balken bestaande, wordt zooveel mogelijk geborgen.
Het raderstoomschip de Valk, onder bevel van den
kapitein-luitenant ter zee N. M. J. Kroef, is, blijkens een
bij het Departement van Marine ontvangen telegram, den
12 dezer van Falmouth vertrokken, ter voortzetting zijner
reis naar de Middellandsclie Zee en Alexandrië.
Z. M. heeft de benoeming van den heer J. v. Bommel,
burgem. van Zuid-Scharwoude, tot secretaris dier gemeente
bekrachtigd.
Aan den lsten luit. bij de dd. Schutterij te Purme-
rende, J. C. L. van Ammers, is op zijn verzoek eervol
ontslag verleend, en aldaar is benoemd tot 2den luit. N.
S. A. Brantjes; te Beverwijk tot ■kapiteiri-kommandant
mr. J. W. Mouton, en tot 2den luit. H. Slegtkamp.
Tot commissaris van politie te Hellevoetsluis en com
missaris van 's Rijks politie op het kanaal van Yoorne is
benoemd de heer R. F. Schrassert Bert, thans werkzaam
bij het commissariaat van politie te Zutphen.
Tot notaris binnen het arrond. Hoorn, ter standplaats
Enkhuizen, is benoemd de heer G. P. Nijhoff, candidaat-
notaris, griffier bij het kantongeregt en lid van den ge
meenteraad aldaar, zijnde hem tevens eervol ontslag verleend
uit zijne betrekking van griffier bij het kantongeregt aldaar
een en ander in te gaan met 1 Nov. a. s.
In de maand Maart des volgenden jaars zal er te
's Gravenhage een vergelijkend examen plaats hebben van
onderofficieren, dingende naar den rang van 2den luitenant
kwartiermeester.
Door zeepzieders te Leiden, Gouda en Utrecht is
een adres aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
gerigt, ten einde aan te dringen op de afschaffing van den
accijns op de zeep.
De volgende drie prijsvragen zijn dezer dagen uit
geschreven door de maatschappij „Tot bevordering der
Bouwkunst.» Eerste prijsvraag: „Eene kazerne voor een
bataillon infanterie;» tweede prijsvraag: „Eene buiten-
societeit voor eene stad van 20,000 tot 30,000 inwoners;»
derde prijsvraag: „Voorgevel van een burger-woonhuis.»
„Geene belastingen en geene staatsschulden meer!»
dit is de titel van eene brochure, die zeker om het gewigt
van het onderwerp en het zonderlinge van het opschrift wel de
opmerkzaamheid tot zich trekt. Op het titelblad vinden we
verder vermeld het volgende: „Binnen een jaar kunnen
Landbouw en Nijverheid in het bezit zijn van een reusachtig,
door den Staat uit te geven onopzegbaar bedrijfskapitaal,
door middel van eene eenvoudige, voor elk begrijpelijke
financiële operatie.»
De schrijver doet uitkomen, dat de bedoelde operatie „in
staat is om in geheel onzen geldelijken toestand eene even
snelle als gunstige verandering teweeg te brengen: eene
verandering, wier nuttige gevolgen grootsch, ja onbereken
baar genoemd kunnen worden, wijl het den Staat, door
middel daarvan, mogelijk gemaakt wordt niet alleen binnen
een zeker tijdsverloop zijne gezamenlijke schulden volgens
een bepaald plan af te doen, maar bovendien binnen