plaatsgenooten zijn werkzaam geweest. Het schermen op
verschillende wapens deed de goefendheid der medewerkers
helder uitkomen. De uitvoering van het blijspel //Een
bankbillet van duizend gulden» mag zeer verdienstelijk
worden genoemd, vooral de hoofdrollen werden flink ver
vuld. Ook het nastuk //Liefde, vriendschap en list, of de
uitwerking van het Extractum Longua Vivum» werd zeer
goed afgespeeld, en de opvoering van dit stukje verwierf,
evenzeer als het eerste blijspel, de blijkbare goedkeuring
der talrijke aanwezigen. Met genoegen merkten we op,
dat de oudste weeskinderen tot deze voorstelling waren
toegelaten. Zij, die dus tot leniging van de behoeften
der armen hunne talenten wel wilden aanwenden, hadden dus
ook er aan gedacht om den weezen een genoegelijken avond
te bereiden. Wij brengen hun ook daarvoor onze hulde!
De rederijkerskamer Olympia, zal den 10 November
hare eerste openbare vergadering houden in dit saizoen.
De woorden schoolverzuim en schoolverbond zijn tegen
woordig aan de orde van den dag. De oogen der mannen
van invloed in ons land gaan open voor een kwaal, die
aan de welvaart des volks groote, onberekenbare schade
toebrengt. Men heeft, raadplegende de officiële opgaven,
het schoolverzuim als zeer groot leeren kennen, en, na
gaande de openbaring van dit kwaad in de verschillende
provinciën, bevonden, dat in Drenthe dit verzuim het
minst en in Noordholland het meest zich vertoont. Geen
enkele provincie is er echter of het vertoont een droevig
cijfer. Van de jongens van 6, 7 en 8 jaar is het schoolverzuim
percentsgewijze in Drenthe 14, in Noordbrabant, Zeeland
en Limburg 24, in Gelderland 21, in Friesland 20, in
Zuidholland en Utrecht 23, in Overijssel 18, in Groningen
22 en in Noordholland 36.
Niet beter is het gesteld als men let op hot schoolverzuim
bij de meisjes, en ook nu staat Noordholland het ongunstigst
aangeschreven. In Overijssel is het verzuim 19, in Noord
holland 39 pCt. Deze opgaven zijn ontleend aan het
regeringsverslag over het lager onderwijs in 1867 en het
onderzoek betreffende het verzuim is gedaan naar aanleiding
der opgave van het bezoeken der scholen in de maand
Januarij van genoemd jaar.
In een werkje, getiteld: //Het schoolverzuim in Nederland
en het schoolverbond," dezer dagen in het licht verschenen,
wijst de heer Lalleman, van Moordrecht, op een kwaal en
op een geneesmiddel ter bestrijding.
HH. KK. HH. Prins en Prinses Hendrik zullen,
naar men aan het Dagblad berigt, in het begin der vol
gende week Walferdange verlaten, om zich naar Brindisi
te begeven ten einde zich daar, met II Dr. gevolg, aan boord
de Valk in te schepen. Van daar vertrekken de Doorluch
tige reizigers naar Constantinopel, om den Sultan een
bezoek te brengen en vervolgens de reis naar Alexandrië
voort te zetten.
De kapitein Hardenberg, van het regiment grenadiers
en jagers, instructeur van het corps Koninklijke scherp
schutters te 's Gravenhage, is benoemd tot ridder van de
Eikenkroon.
De Hooge Raad heeft de middelen van cassatie,
voorgedragen in de zaak van J. Ton, te Alkmaar, veroor
deeld wegens brandstichting tot de straffe des doods,
verworpen.
Bedankt voor het beroep naar Vlissingen door ds. H.
Malcomesius, pred. te Franeker; naar Doesborgh door dr.
G. J. van der Flier, pred. te Eemnes binnendijks; laatst
genoemde is te IJsselstein beroepen.
Door de administratie dor Staatsspoorwegen is besloten
voortaan eene premie uit te reiken aan het personeel be
last met het nazien der rijtuigen en wagens, voor ieder
voertuig, dat door hen wordt aangehouden, waarvan de
beschadiging onmiddellijk gevaar voor de veiligheid van
de dienst oplevert.
Men schrijft ons van West-Terschelling, dd. 20 dezer:
//Heden strandde alhier hetPruissischeschoenerschipIvarel,
kapitein G. von Petersson, komende van Stettin, bestemd
naar Brugge en geladen met eikenbalken. De equipage,
bestaande uit 7 man, is met groote moeite door mannen
te paard gered.
Bij deze gelegenheid zou de man, die het eerst op de
plaats des ongeluks tegenwoordig was en krachtige pogingen
tot redding gedaan heeft, bijna liet slagtoffer zijner mensch-
lievendheid zijn geworden.
Deze man, I. J. Kooiman namelijk, begaf zich, zoodra
hij zag dat het schip aan stukken sloeg en de opvarenden
in het grootst mogelijke levensgevaar verkeerden, onver
schrokken in de onstuimige branding en had het geluk een
der manschappen te vatten. Juist toen hij zich in het bezit van
dezen kostbaren buit gelukkig achtte, sloeg het paard omver
en zocht dit natuurlijk met de meest mogelijke snelheid
het strand op, terwijl beide mannen aan het woest element
waren prijs gegeven.
Onmiddelijk begeeft zich W. Sluijk met een vurig ros
te water en mag de voldoening smaken Kooiman met zijn
buit behouden aan wal te brengen.
Achtereenvolgens werden ook de overige manschappen
met groot levensgevaar door Kooiman en Sluijk van de
wrakken gehaald.»
«Een weinig later strandde de Fransche schoener Flore
de Dunkerque, kapitein Vanelsland, komende van Pitea,
bestemd naar Antwerpen en geladen met teer.
De equipage van dit schip, bestaande uit 5 man, is
door de reddingboot aan land gebragt.
Ook aan de bemanning hiervan komt allen lof toe voor
hun kloekmoedig gedrag.»
//Verder verneem ik zoo even dat gestrand is een mas-
teloos en door het volk verlaten brikschip, genaamd Lector
Voss, geladen met planken.»
Aan J. van Randwijk, te Alkmaar, is in de laatste
vergadering van het aldaar gevestigde departement van de
Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, de groote zilveren
medaille uitgereikt voor het redden van eenige drenkelingen.
De Zaanl. Courant kan zich zeer goed vereenigen met
eene belasting op de tabak, gelijk de minister van Bosse
heeft aangekondigd. Weinige zaken, zegt ze, bevelen zicli
als voorwerp van belasting zoozeer aan als tabak; waarde
schatkist, tot dekking liarer uitgaven, nog accijnsen moet
heffen van zout, zeep, bier, azijn en geslagt, mag de tabak
wel in de eerste plaats belast worden. Het blad toont
daarop aan, hoe de tabaksbelasting in verschillende landen
werkt, en berekent, dat eene zeer gematigde zoodanige
belasting aan de Nederlandsche schatkist eene som van
3 a 4 millioen guldens kan opleveren.
Dezer dagen had te Haarlem een treurig ongeval
plaats. Bij den borstelmaker D. B. in de Damstraat schijnt
men altijd gewoon te zijn geweest balen haar of borstels
niet af te hijsclien, maar doodeenvoudig uit het zolder
venster op straat te werpen. Welligt zijn er handelaars
of andere neringdrijvenden, die ook die slechte gewoonte
hebben, en die denken dat alles in orde is, als zo op straat
iemand plaatsen, die waarschuwt, als n. 1. hij niet iets
anders te doen heeft, of ergens anders op let. Thans is
van deze onvergeeflijke handelwijze een oppassend huis
vader, een ijverig letterzetter S., van de drukkerij van de
heeren Joh. Enschedé Zonen, het slagtoffer geworden.
Niet gewaarschuwd, of de waarschuwing niet gehoord of niet
begrepen hebbende, kreeg hij het 150 pond zware pak op
het lijf, tengevolge waarvan zijn regterbeen op vele
plaatsen zóó gebroken was, dat er amputatie moest plaats
hebben, en de ongelukkige jl. Dingsdag morgen na het
uitstaan van vreeselijke pijnen is overleden.
Men leest in het Dagblad van Zuidholland en
's Gravenhage:
//Meer en meer dunnen de gelederen van de eerwaar
dige grijsaards, die bij de herstelling van ons volks-bestaan
in 1813 de wapenen aangordden om den vijand van den
vaderlandschen bodem te verdrijven.
Zoo ontrukte de dood ons den 20 dezer weder een
waardig stadgenoot, die eene lange, eervolle loopbaan ach
ter zich heeft.
De heer Willem van der Blom zoo was de naam
des ontslapene werd te 's Hage den 30 Maart 1793
geboren, en sloot zich op 20jarigen leeftijd als lid der
Oranje-garde bij hen aan, die uitrukten om Woerden te
bezetten.
Lust in de krijgsdienst deed hem eenigen tijd daarna
bij het 15de bat. infanterie van linie in dienst treden, met
hetwelk hij als sergeant de veldtogten van 1814 en 1815
medemaakte.
In 1820 tot. 2den luitenant benoemd, werd hij bij de 3de
afd. infanterie overgeplaatst, klom daarbij tot lsten luit.-
adjudant op en maakte als zoodanig deel uit van het gar
nizoen der vesting Bergen in Henegouwen, toen dit weder-
regtelijk bij den Belgischen opstand, in 1830, voor zoover
het uit Noord-Nederlanders bestond, werd krijgsgevangen
gemaakt en naar Doornik gevoerd.
Na didr vele ontberingen 'te hebben geleden, wist hij
met eenige vrienden den 1 Febr, 1831 te ontsnappen, kwam
gelukkig in het vaderland terug, werd bij de negende
afd. overgeplaatst en weldra als lsten luit.-adjudant gede
tacheerd bij het 3de bat. der 2de afd. mobiele Geldersclie
schutterij.
Tijdens den tiendaagschen veldtogt nam hij met dit
bataillon deel aan de gevechten, die in de omstreken van
Bergen op Zoom en Breda geleverd werden; waarbij hij
zich door zijn moed en beleid onderscheidde.
In 1841 tot kapitein benoemd, werd hij bij het 1ste reg.
infanterie geplaatst en bleef daarbij, tot hij zich in 1853
door ligchaamsgebreken gedwongen zag zijn pensioen aan
te vragen, dat hem bij Koninklijk besluit van 11 Aug.
1853 verleend werd, met den rang van majoor. Sedert
zette hij zich mot der woon in zijne geboortestad neder.
Droefheid over het verlies zijner geliefde echtgenoot,
die den 11 dezer overleed, sloopte plotseling zijne overige
levenskrachten en ontrukte hem aan zijne beide zonen en
aan zijne talrijke vrienden, bij wie zijne nagedachtenis steeds
in eere zal blijven.»
Het Chineesch gezantschap, onder leiding van den
heer Burlinghame (vroeger Amerikaansch gezant te Peking),
wordt aanstaanden Maandag te 's Hage verwacht. Het zal
zijnen intrek nemen in het hotel Bcllevue. Ilct bestaat
uit 25 personen, waaronder 6 ministers.
Een nieuwe, hoogst bedroevende ramp heeft Scheve-
ningen getroffen. Acht brave visschers, meest allen eclit-
genooten en vaders, hebben den dood in de golven gevonden.
Stuurman K. Plugge bragt jl. Donderdag namiddag uit
zee de zoo treurige tijding mede, dat hij voor Goedereede
een pink, aan den reeder C. Korring toebehoorende, door
de schepelingen verlaten, in drijvenden toestand heeft gezien.
De pink was daags vóór den jongsten storm in zee gestoken
de stuurman van dat vaartuig was Philippus Jongejan.
Uit Londen is te Vlaardingen het treurig berigt
ontvangen, dat het hoekerschip de Groote Visscherij, stuur
man H. de Graaf, op de hoogte van Doggersbank gezon
ken is, en van de 15 opvarenden slechts 7 aldaar zijn
aangekomen. Verdere bijzonderheden zijn niet bekend.
Jl. Donderdag middag had een deel der Utrechtsche
schooljeugd besloten een sedert geruimen tijd tusschen haar
bestaande veete uit te maken. Zij hadden het Geertekerkhof
tot kampplaats gekozen en na den middagschooltijd ver
zamelden de strijders zich dan ook in massa aldaar, ten
einde hunne krachten onderling te meten. Nadat, volgens
oude herkomst, met gebaren en scheldwoorden de eigen
lijke strijd was voorbereid, begonnen eindelijk de feitelijk
heden, en toen men eenmaal handgemeen was, ging het
er duchtig op los, met allerlei wapentuig: stokken en
leijen, enz. Een van de bengels echter overtrad de regelen
van een eerlijk gevecht; hij bond zijn zakmes op een stok
en bragt, ongelukkig genoeg, een zijner vijanden daarmede
een wonde aan den pols toe; op het gezigt van bloed stoof
de dappere schaar uiteen, vooral ook, omdat daarbij het
gezigt van een policie-agcnt de verwarring in de gelederen
ten top deed stijgen. De agent nam den gewonde in be
scherming en liet hem bij een geneesheer verbinden; de
dader is door een ander agent uit het hout van hot plantsoen
gehaald en gearresteerd.
Jl. Zondag morgen miste een arbeider onder Jelsum
(Friesland) zijn schaap uit de weide. Bij naauwkeurig
onderzoek bleek hem uit de bloedige overblijfselen, dat het
beest des nachts geslagt en medegenomen moest wezen.
Dit is reeds de zesde maal in dezen herfst, dat een der
gelijk voorval onder het behoor van dat dorp plaats heeft,
zonder dat de politic den dader of de daders op het spoor
kan komen. Ook langs den Stienser straatweg hoort men
in den laatsten tijd telkens van kleine dieverijen. Maandag
nacht heeft men o. a. bij den tolgaarder de kool uit den
tuin medegenomen. Daar kan zoo iets ook ongehinderd
geschieden, omdat men aan dien weg steeds zonder politie is.
Als een kenteeken te meer, waarop men een strengen
winter, althans spoedig te wachten koude voorspelt, meldt
men uit Westergeest, dat het meer dan gewoon vroegtijdig
verdwijnen der visschcn in de diepte (naar hunne winter
kwartieren, zeggen de mannen van 't //vak») daarvoor bij
de visschorlui als een onfeilbaar bewijs wordt aangemerkt.
Door den gemeenteraad van Delfzijl is tot onderwijzer
in de zeevaartkunde aldaar benoemd de heer E. Luitsz,
thans als zoodanig werkzaam te Vlieland.
Gedurende drie dagen van de vorige week heeft de
om zijn juist schieten bekend staande schutter G. Pamman
van Sappemeer 77 patrijzen geschoten en in de week
daarvoor 101, niettegenstaande het wild in die omstreken
sclmarsch is.
In het Indisch Weekblad van het Regt, dat achter
eenvolgens de geregtelijke stukken heeft medegedeeld, in
zake mevr. de wed. Saportas, vindt men thans ook de
conclusie in rivisie van het O. M. bij den Hoogen Raad.
De redactie zegt, dat de lezing van dit stuk de overtuiging
vestigt, dat de eerste regter niet op losse gronden een
veroordeeling had uitgesproken, en dat deze overtuiging in
geenen deele door het arrest van vrijspraak wordt weg
genomen.
Als een bijzonderheid wordt tevens meegedeeld, dat de
beschuldigde tijdens haar preventive gevangenis zich heeft
verloofd met den heer S., gewezen chef van het telegraaf
kantoor te Batavia, veroordeeld wegens verduistering van
gelden en valschheid in geschrifte. Zij hoopt in het volgend
jaar zoodra zijn straftijd geëindigd is zich met hem
in den echt te vereenigen.
Het Journal des Débats dat melding maakt van de
dezer dagen te Amsterdam gehouden verkiezing voor een
lid van de Tweede Kamer, noemt het nieuwe Kamerlid'
's Jacob, waarschijnlijk door de 's in de war gebragt,
Saint-Jacob. Dus is deze afgevaardigde reeds thans heilig
verklaard.
Een nieuwe wagen van een geheel ander maaksel als
de wieier, maar van veel nuttiger en practisclier strekking,
is thans uitgevonden en zal, naar het schijnt, zijn voorganger
begraven. De Amazavent, zoo heet dat werktuig, zal voor
taan de renommee hebben van het snelste, doelmatigste en
goedkoopste vervoermiddel te zijn. Het toestel wordt door
zamengeperste lucht voortbewogen, kan voor- en achter
waarts rijden en tot zelfs de kleinste bogten maken. Terwijl
alle werktuigen voor het vervoer van personen en goederen
dit groote nadeel hebben, dat zij hunne beweegkracht door
den arbeid, dien zij voortbrengen, verbruiken, heeft de
Amazavent het onberekenbaar groote voordeel, dat zijne
beweegkracht, toeneemt, naarmate hij langer in beweging is.
Deze merkwaardige vinding is de menschheid verschuldigd
aan den heer Chartier van Pauzanges, in de Vendée. Niet
de minste toebereidselen worden vereischt, om dit werktuig
in beweging te brengen, behalve een weinig gecondenseerde
lucht, die in een zeer klein bestek wordt verborgen. Met
een weinig behendigheid zal iedereen van het voertuig
gebruik kunnen maken: commissionairs, reizende kooplieden,
bakkers, slagers, enz. De gemeenteraden zullen er hun
corps straatvegers van kunnen voorzien, die met eene
ongelooflijke snelheid en groote besparing van onkosten hun
werk zullen hebben voltooid,ten minste zoo verzekert
de heer Chartier.
Li den nacht van 17 op 18 Oct. jl. is te Elberfeld
sneeuw gevallen en heeft hot in de omliggende streken
gevroren.
De Amerikaansche adverteerders zijn vermaard wegens hunne
vindingrijkheid in alle grepen, welke de oplettendheid van het publiek
voor hunne aankondingen kunnen trekken. Tot dusverre werden
daarbij echter de hooge staatspersonen ontzien, doch dit schijnt nu
ook niet meer het geval te wezen. Althans een New-Yorkseh dag
blad bevat een advertentie van een hoedenmaker, Jones geheeten,
welke woordelijk luidt als volgt:
«Al de burgers van de Vereenigde Staten weten, dat het uiterlijk
van den President niet zeer gunstig is, en hij veel heeft van een
sjouwerman.
„Heden hebben de wandelaars echter opgemerkt, dat generaal
Grant er vrij fatsoenlijk uitzag. De oplossing van dit ongehoord
verschijnsel liet zich echter niet lang wachten. Het viel toch spoedig
in het oog, dat de President een hoed op het hoofd had, die ge
kocht was in den beroemden winkel van den heer Jones."
Ziehier eene anecdote van den onlangs overleden Franschen ge
leerde Sainte-Beuve
„Dc vrouwelijke helft van een oneenig echtpaar zocht bij mij
raad om eene echtscheiding te verkrijgen. Ik zeide haar, dat ze er
eene reden, bijv. mishandeling, voor moest kunnen opgeven. De
vrouw ging heen en thuis gekomen ging ze haar man eens fiks
tergen, en dat wel zóó hevig, dat hij haar eindelijk een erbarmelijk
pak slagen toediende. In uitgelaten vreugde kwam ze toen bij mij
terugals ik haar niet had tegengehouden, was ze mij ongetwijfeld
om den hals gevlogen. ;,Zeg me toch wat er gaande is", vroeg ik.
„Goddank!" riep ze mij tot antwoord in haar dolle drift van
blijdschap toe, „Goddank! hij heeft me geslagen, getrapt, gestompt;
ik kan scheiden!" «Ja", hernam ik, „ge kunt nu eene echt-