1869. N°. 148. Vrijdag 10 December. 27 Jaargang. Uitgever A. A. BAKKER Cz. STATE\-GE!\ERAAL. B I N N E N L A D. DE ZAMENZWERING VAN FIESCHI. HELDERSCHE EN NIEUWEDIEPER COURANT, „Wij huldigen het goede." c? tt-ata- «arra ft-a*aT-ar.ittVï 7.*^rtrï Verschijnt Dingsdag-, Donderdag- en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaalf 1.30. franco per post - 1.65. Bureau: MOLENPLEIN, N°. 163. Prijs der Advertentiën: Van 1A regels 60 cent, elke regel meer 15 cent. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. lieden vertrekt de Oost-Indische inail over South amp ton. Tweede Kamer. Zitting van Dingsdag. De algemeene beraadslaging over de beide afdeelingen der Eerediensten worden voort gezet. Onderscheidene sprekers traden op, en daaronder de ministers van Justitie en van Financiën. Een dei- sprekers, de beer van Lijnden, vroeg zelfs voor de derde maal het woord; het werd hem bij stemming met 57 tegen 10 stemmen verleend. De begrooting voor R. C. Eeredienst is aangenomen met 55 tegen 14 stemmen. Na een hef- tigen strijd over liet administratief regt der Hervormde gemeenten en na de aanneming van een amendement van den heer van Lijnden met 33 tegen 31 stemmen, werd de begrooting voor Hervormde en andere Eerediensten met 37 tegen 27 stemmen aangenomen. Zitting van Woensdag. De algemeene beraadslagingen over de begrooting van Binnenlandsche Zaken hebben daarin plaats gehad. Hoofdzakelijk werd gesproken over herziening der kiestabeldoor onderscheidene sprekers werd met ernst op die herziening aangedrongen. De heer Zinnicq Bergmann beschuldigde de regering, dat door tusschen- komst der ambtenaren pressie was uitgeoefend bij de jong ste verkiezingen. De minister noodigde dien spreker uit de namen dier ambtenaren te noemen, daar hij ze dan zou ontslaan. Bij de behandeling der artikelen is een amendement, strekkende tot verbetering der tractementen van de ambte naren ter provinciale griffie, met 59 tegen 11 stemmen verworpen. HELDER en NIEUWEDIEP, 9 December. Allerwege is thans het vraagstuk betreffende verminde ring van oorlogslasten aan de orde. Men ziet telkens meer bewijzen van de waarheid, dat in dezen tijd de poli tieke verwikkelingen beel geschikt door nota's en scheids- regterlijke tusschenkomst kunnen worden vereffend. Nog dezer dagen vernam men, dat Frankrijk en Engeland alle pogingen aanwenden, om tusschen de Porte en den Onder koning van Egypte geene vredebreuk te doen ontstaan. Was het in vroeger tijd gewoonte om in de eerste en voornaamste plaats de landsverdediging te beschouwen als een punt van het hoogste gewigt, in den laatsten tijd ii. De klok der Tuilerien sloeg tien uur, toen een prachtige, rijk gekleede ruiterstoet voor de oogen van het wachtende volk verscheen. In 't midden reed de Koning van Frankrijk, Louis Philippe, onder alle anderen kenbaar aan zijn vreemd gevormd peervormig hoofd. Ter zijde en digt achter hem bevonden zich zijne zonen, de Hertogen van Orleans, Nemours en Joinville. Een prachtige staf in groot uniform, gedragen door Frankrijk's dapperste zonen, omgaf den Vorst. Hunne met goud geborduurde épauletten, hunne orde- en ridder- teekenen schitterden in 't zonnelicht. Vreemd dat het anders zoo ligt op te winden Parijsche volk thans zoo lang stil en rustig bleef. Geen „vive le roi!" geen enkele kreet, behalve het verpligte vivat der troepen, weerklonk. De menschen massa die zich langs de boulevards bewoog, was blijkbaar gejaagd en angstig, als in de verwachting van onbekende, vreeselijke dingen. Wonderlijke geruchten van het grootste gewigt waren dan ook in de laatste dagen onder 't volk verspreid. De 28ste Julij, zoo mompelde men, de veijaardag der revolutie, moest de laatste dag zijn van 't koningrijk. Het woord „Koningsmoord" werd nu eens met teekenen van afkeuring, dan van verholen blijdschap gefluisterd. Ja, zelfs vertelde men elkander de meest naauwkeurige bijzonder heden, tot zelfs de juiste plaats van den aanslag, aan den boulevard du Temple. Men wist, dat de policie in verscheidene woningen aldaar had onderzoek gedaan. Brieven van waarschuwing waren van alle kanten ingekomen. Iedereen wist genoeg van de zaak, om te vreezen; niemand genoeg om duidelijke aangifte te doen. Thiers, de toenmalige minister, zelf dikwerf door anonyme brieven en niet op te helderen voorvallen met het dreigend gevaar in kennis gesteld, had vruchteloos gepoogd den Koning eene ziekte te doen voorwenden, die zijne afwezigheid van de feesten voldoende zoude hebben gemotiveerd. Al zijn trachten was afgestuit op Louis' vasten wil. Deze geloofde naauwelijks aan 't gevaar, zóó dat zelfs de tranen der Koningin hem niet hadden kunnen weerhouden. Toen de stoet op den bewusten boulevard was gekomen, dreef Thiers, die met de andere ministers op eenigen afstand achter den Koning reed, zijn paard plotseling aan, en met een paar vlugge sprongen bragt het edele dier zijnen ruiter in de nabijheid van den Vorst. „Ik bid u," klonk zijne stem verzoekend, maar vast, „ik bid u, laat mij uwe plaats innemen, hier dreigt het gevaar." „Ik dank u," was het niet minder ferme antwoord, „ik eer het edele gevoel dat u deze bezorgdheid ingeeft, maar zoo het gevaar dringen de sociale vraagstukken meer en meer op den voorgrond en de politieke kwestiën komen op den achter grond. Men gelooft dan ook, dat eene algemeene ont wapening niet langer meer kan uitblijven. Het volk eischt vermindering van lasten, bevordering van nijverheid en handel; en met deze eisclien is een toestand van ge- wapenden vrede totaal in strijd. Tegenover de krachtige houding van Pruissen staat de afkeer, die zich in andere deelen van Duitschland tegen de uitbreiding en zelfs tegen de tegenwoordige inrigting der legers openbaart. De volks vertegenwoordiging in Beijeren vraagt ontwapening; in Hessen-Darmstadt vraagt men opheffing van militaire voor- regtenin verschillende deelen van Noord-Duitschland, vooral in Saksen, wil men den tegenwoordigen staat van zaken zoo spoedig mogelijk vervangen zien. Nederland blijft niet achter in het openbaren van den wensch, dat er een einde kome aan de hooge oorlogslasten, waarmede ons budget wordj bezwaard. De telegraaf meldt de boodschap van president Grant aan het congres gerigt. Daarin wordt geconstateerd, dat Amerika zich in een bloeijenden toestand bevindt, dank zij den vrede, die in bet afgeloopen jaar gehandhaafd werd. Met het oog op den gunstigen toestand van 's rijks schat kist, verklaarde de president zich voor eene conversie der staatsschuld in eene algemeene schuld, rentende 4 j procent. De Alabama-quaestie wordt althans voor zooveel men kan opmaken uit het telegram slechts ter loops aan geroerd; en wat Cuba betreft heeft Amerika voorgenomen zich niet te mengen in de betrekkingen tusschen Spanje en zijne koloniën. De eerste der beide buitengewone vergaderingen van de rederijkerskamer Olvmpia, ten voordeele der nood lijdende door den zeeramp op Terschelling, had gisteren avond plaats. Op flinke wijze bragt de kamer het drama: „Salomon von Caus" ten tooneele. Opgevoerd in het costuum van den tijd der handeling, droeg dit interessante drama in hooge mate den bijval weg van bet talrijk publiek, dat de poging om tot leniging van den nood van weduwen en weezen eene bijdrage te leveren, gaarne heeft willen steunen. Heden avond heeft de tweede uitvoering plaats voor het overige deel der inteekenaren. Wij twijfelen niet of ieder, die een der beide voorstellingen heeft bijge woond, zal, nevens de zelfvoldoening over zijne ondersteuning van een menschlievend doel, tevens genoegen hebben gevonden in de allezins verdienstelijke opvoering van een der belangrijkste stukken, voor bet rederijkerstooneel geschikt. [Ingezonden]. bestaat, wil ik niemand voor mij opofferen. Buitendien hecht ik weinig gewigt aan de verwarde rapporten, ons door onzen prefect de police omtrent eenen vermoedelijken aanslag gezonden. Zorg nu dat onze ceremoniemeester u de wanorde vergeve, die ge in den stoet hebt gebragtMet deze schertsende en welwillende woorden, die echter op eene wijze, die geen tegenspraak duldde, waren uitgesproken, liet hij den minister van zich gaan. Deze bragt zijn paard weêr nevens dat zijner ambtgenooten, en zuchtend herhaalde hij de oude troostende spreuk„fais ce que dois, advienne que pourra! Het achtste legioen gardes nationales verwelkomde Louis Philippe met het verpligte „vive le roi!" 't Klonk dof, die gedwongen kreet uit de borst van zoovelen, die liever: „mort au tyran! en vive la république!" hadden geroepen; uit de horst van zoovele anderen, die liever het „vive 1'empereur!" hadden aangeheven, die de keizer lijke arenden liever zagen dan de fleur de lis! En de welgezinden, al waren ze velen, ook zij juichten niet, toen hunne geliefde Vorst voorbij reed in praal en luister, daar zij vreesden voor zijn dierbaar leven. Want was het niet hier, juist hier op den boulevard du Temple, dat het zoo algemeen verbreide gerucht eenen moordaanslag voorspelde? Het kalme gelaat van den Koning, zijne moedige houding stelde de bekommerden weêr gedeeltelijk gerust; was het waarschijnlijk, dat hij zich wagen zou in levensgevaar, wanneer zijne policie hem niet had overtuigd van de ongegrondheid yan dat vreeselijke nieuws, dat onder 't volk al fluisterend werd verbreid? En waarlijk, de bedaardheid van Louis Philippe was wel geschikt zijnen getrouwen moed in te boezemen; blijkbaar geloofde hij niet aan eenig gevaar. Een garde trad uit het gelid en bood den Vorst een smeekschrift aan. Deze bukte zich en zeide welwillend: „donnez, mon ami! on examinera votre affaire!" Wie had deze woorden kunnen verstaan? Bijna niemand; ter naauwemood hij tot wien ze gerigt waren. De stem van den spreker ging verloren in 't woeste geraas dat eenklaps was ontstaan. Eerst een knetterende losbarsting als van een peletonsvuur en dan de kreten der stervenden en gewonden. De Koning voelde een stekende pijn aan zijnen linkerarm. Maar kon hij daaraan denken toen hij zich had omgewend? Daar lag de maarschalk Mortier, en wentelde in zijn bloed; daar zeeg de generaal Lachasse de Vérigny aan 't hoofd getroffen van zijn paard; lijken en gekwetsten bedekten den grond, rood geverwd door 't warme bloed der slagtoffers. De van hunne ruiters beroofde paarden renden, deels zelve getroffen, heen en weêr, en vermeerderden de wanorde. „Mes enfants!" had Louis uitgeroepen op klagenden toon, maar de Prinsen waren ongedeerd of ligt gekwetst. Anderen had Fieschi's Wij vestigen de aandacht van belangstellenden op de volksvoordragt, die op a. s. Zondag avond door den lieer A. B. Weber in bet lokaal Tivoli zal worden gehouden. Vooral doen wij dat, niet het oog op het liefdadig doel, dat door den heer Weber wordt beoogd. Eenige dagen geleden werd eene vrouw, moeder van 5 kinderen, plotse ling van haren echtgenoot, een zorgdragenden huisvader, beroofd, en bleef zij met haar gezin hulpeloos achter. De opbrengst dezer voordragt (kosten zijn er nagenoeg niet) is bestemd tot leniging van den nood dier weduwe met hare kinderen. De lage entree brengt de gelegenheid om wel te doen onder ieders bereik. .Tl. Maandag avond nam zekere d. V. alhier plaats in den laatsten spoortrein naar Rotterdam, het plaatskaartje kostte liem 3.60; nabij Schagen gekomen, stak hij zijn hoofd uit bet portier en nam de wind zijne pet mede; hij aarzelde geen oogenblik om uit den waggon te springen, daar hij, naar hij zeide, zijne pet niet in den steek wilde laten. Een op den weg aanwezige werkman vond de pet en een eind weegs verder den onbezonnenen, die eenige keeren in het zand of liever in den slijk was omgewenteld, hij herkreeg spoedig zijn bewustzijn en had wonder boven wonder hoegenaamd geen letsel gekomen; hij wandelde naar Schagen, waar hij overnachtte. Den volgenden morgen wilde hij met het plaatskaartje van den vorigen avond zijne reis voortzetten, doch te vergeefs, er moest op nieuw 3.05 betaald worden. Als men slechts 1.voor het logement rekent, dan kost die pet hem thans 4 en bijna het leven. Bij de verkiezingen, die er ook ten onzent voor kerke lijke of staatkundige collegiën worden gehouden, worden in den regel altijd enkele billetten van onwaarde verklaard. Dit getal is echter nooit zeer groot. Daarom is de volgende vermelding uit Parijs nog al opmerkelijk. Bij de ver kiezing voor het Wetgevend Ligchaam, jl. Maandag gehou den, zijn daar niet minder dan 300 stembriefjes van on waarde verklaard. Een tijdlang geleden verscheen een boekje van Bern- stein, getiteld: Boven Lucht en Wolken," dat duizenden lezers vond en ben bekend maakte met een aantal interes sante bijzonderheden betreffende het uitspansel. Die lezers, en met hen allen die gaarne hun kennis vermeerderen, zullen waarschijnlijk met genoegen vernemen, dat thans een waardig tegenhanger van dat geschrift uitgegeven is, geti teld: i/Onder Lucht en Wolken," en bewerkt door den heer G Cool Pz., naar dr. Ferdinand Stamm. Dit nieuwe boek behandelt niet de verschijnselen van het uitspansel, maar helsche machine getroffengrijsaards en kinderen, gardes en officieren. De verwarring was groot. In plaats van het volk tegen te houden, drongen de soldaten zelve op de gewondenen toe. Ben vreeselijk schouwspel! Terwijl daar vele krijgslieden zich neder bogen over het ligchaam van den vermoorden generaal, had het volk een ander tafereel voor oogen, dat tranen uitlokte, tranen van woede en mede lijden beide. „Spreek dan Sophie, spreek dan toch, kind!" klonk de door angst en schrik, haast bovenmenschelijk schijnende stem eener schamele vrouw. Op de knieën liggende drukte zij aan hare borst het arme, blonde hoofd van haar eenige dochtertje. Maar wat hielp moederliefde? Sophie Rémy was wel dood! De arme moeder, half krankzinnig door de plotselinge slag, begreep, geloofde het niet? Pas veertien jaar en zóó gestorven„1'arle donc! Sophie! mon amour! ma vie! ma helle, petite Sophie! ócoute, c'est la bonne mainan, qui te parleDe klagt der moeder bragt tranen ook in de oogen van hen, die zich niet meer herinnerden ooit geweend te hebben; maar geene menschelijke hulp kon Sophie Rémy meer baten! Stel de Koningin gerust," had Louis Philippe uitgeroepen en een adjudant was heengerend om der doorluchte vrouw mede te deelen, hoe wonderbaar hare geliefden waren gered geworden. De op eene zoo vreeselijke wijze afgebrokene optogt moest voortgang hebben. De Koning, na nog een enkelen blik te hebben geslagen op de velen, die voor hem gestorven waren, wendde zijn paard en gaf daardoor het teeken om voort te gaan. En nu barstte het volk los in luid en jubelend vreugdegeschrei't Was,of al die tongen, die 't af grijzen van een zoo vreeselijke daad had geboeid, eensklaps hare vrijheid hadden gekregen. Hoe anders dan straks klinkt nu het: „vive le roi!" Alles juichte den zoo gelukkig geredde toe; welk een enthousiasme; uit elk raam bewogen kleine handen den zakdoek tot welkomstgroet, en de gol vende menschenstroom, die zich langs de eindelooze boulevards bewoog, volgde schreeuwende en halfdol van vreugde 's Konings schreden. Maar onder al die vreugdekreten klonken er anderen: „de moorde naar is gevaten als een loopend vuur ging het gerucht onder de menigte, hoe de dader, gewond door het springen van een deel zijner helsche uitvinding, zich langs een touw uit een raam op de derde verdieping van het huis N°. 50 had doen glijden; hoe een garde op hem had geschoten; hoe hij eindelijk was gevat, toen hij door het belendende huis had trachten te ontvlugten. Het juichen verdubbelde bij die tijding; nooit had Louis Philippe op zijne togtcn door Parijs zulk een onverdeelden bijval genoten. Hij wist het, en zelfzuchtig als hij was, fluisterde hij den maar schalk Maison toe: „Maintenant nous sommes surs d'obtenir nos

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1869 | | pagina 1