DE ACTE VAN BESCHULDIGING VAN TROPMANN
Effecten-Beurs te Amsterdam.
W eerkundig-e Waarneming-en te Helder,
vlammen zouden worden geworpen, terwijl zij zelve even
als de geheele adel tot het Christendom is overgegaan.
De Koningin werd reeds in het begin des jaars Cliristinne
en in April gaf zij bevel dat er eene Christelijke kapel
zou worden gebouwd. Toen de priesters zich hiertegen
verzetten, en eene dreigende houding aannamen, verordende
de Koningin om niet alleen alle afgodsbeelden maar ook de
tempels te verbranden; tevens dwong H. M. de adelijken
om denzelfden godsdienst als zij te belijden. Het volk
protesteerde er aanvankelijk tegen, dat zijne „Goden" aan
de vlammen zouden worden opgeofferd; doch toen de
beambte, die daarmede belast was, in het midden bragt,
dat, als het werkelijk Goden waren, het vuur hun niet zou
deren, verzette het volk zich tegen de vuurproef niet
langer. De houten poppen met zijde bekleed verbrandden
zeer natuurlijk, maar tot groote verwondering van de
bevolking, die zich daarop tot de Koningin wendde om
te vragen welke Goden zij thans moest aanbidden, nu de
oude in rook waren opgegaan. H. M. deed daarop een
beroep op de Christelijke onderdanen in haar rijk, en
verlangde leeraars om de afgodendienaars in de Christelijke
leer te onderwijzen. Hieraan werd gehoor gegeven.
Uit wraakzucht heeft een persoon, die in een kruid-
fabriek te Ewell (Engeland) werkzaam was, een vaatje
kruid weten te stelen, en daarmede zich in de nabijheid
van een huis, waar een ontrouwe beminde van hem woonde,
in een kolenhok verborgentoen hij daar ontdekt en door
de bewoners van het huis aangevallen werd, heeft hij het
kruid op het vuur weten te werpen, waardoor een ont
ploffing en brand is ontstaan, waarvan hij zelf het eerste
slagtoffer is geworden. Raadselachtig is het, dat zijn lijk,
toen het gevonden werd, op twee plaatsen messteken ver
toonde, die op zich zelf reeds den dood zouden veroorzaakt
hebben.
Zwitserland.
Op het meer Van Constanz is eene stoomboot, juist
toen zij te Berlichingen zou aanlanden, gezonken, ten ge
volge van het springen van den stoomketel. De stoomboot
werd in tweeën gescheurd en het achtergedeelte geheel
vernietigd. De 4 passagiers, die zich in de eerste kajuit
bevonden, zijn allen bij de ramp omgekomen. De passagiers
der tweede kajuit zijn allen gered.
Portugal.
Aan een particulier schrijven van het eiland Madeira
's winters vooral gelijk men weet de vlugthaven voor borst-
lijders, ontleent men het berigt, dat er ditmaal veel minder
vreemdelingen zijn dan de beide vorige winters; het getal
Duitschers staat ongeveer gelijk met vroeger, maar dat der
Engelschen is geringer. Madeira geraakt uit de mode, de
Kaap en Egypte worden door de Londensche geneesheeren
thans meer aanbevolen; de tijd zal leeren of hiervoor grond
bestaat. Longziekte is moeijelijk te overwinnen, en van
de 100 lijders, die hier komen of elders gaan, keeren maar
weinigen hersteld terug, vooral omdat 90 pCt. te laat be
sluiten om een gunstiger klimaat op te zoeken. (Vad.)
Spanje.
De gezamenlijke ministers hebben en corps een jacht
partij in de bergen georganiseerd en een compagnie schut
terij uit Madrid medegenomen om de roovers en zamen-
zweerders weg- en het wild naar hen toe te jagen. Na
zoo lang en met zoo weinig succes op de jagt van een
Koning te zijn geweest, mag de Spaansche regering zicli
ook wel eens de genoegens van de jagt op ander wild
gunnen.
T u r k ij e.
De Gaulois verhaalt, dat uit Smyrna is berigt van
den ondergang der stad Oula, in het district Mentéché,
tengevolge van een driemalen zich herhalende aardbeving.
De stad is bedolven en in de aarde verdwenen even als
Herculanum en Pompei. Gelukkig waren de inwoners
door een hevig onderaardsch geraas, dat aan den eersten
schok voorafging, gewaarschuwd, en eene enkele
uitzondering nu, vol angst en schrik in het open veld
gevlugt. Slechts drie mannen zijn omgekomen als de
slagtoffere van lage hebzucht, daar zij van den schrik en
de ontsteltenis gebruik maakten, om zich met de goederen
van anderen te verrijken.
heeft thans het licht gezien. In dit uitvoerig stuk wordt
van dezen voorbaeldeloos driesten, ligtzinnigen en gevoel-
loozen misdadiger het volgende gezegdTropmann, die
den ouderdom van 20 jaren bereikt heeft, is geboren te
Cernay, in het departement van den Boven-Rijn. Na eene
zekere opleiding ontvangen te hebben, werd hij als leerling
in de door zijnen vader bestuurde werktuigen-fabriek van
Tropmann en Kaïnbly geplaatst. Met een goed verstand
bedeeld, zou hij, indien hij vlijtuig had willen arbeiden,
zich gemakkelijk een eerlijk bestaan hebben kunnen ver
schaffen maar hij koesterde andere ontwerpenstroef,
prikkelbaar en heftig van aard, gaf hij zicli, gelijk uit
zijne gesprekken meermalen bleek, aan eerzuchtige en
ijverzuchtige plannen over, die in de verhalen van geduchte
misdrijven en dramatische voorvallen, welke zijne lievelings
lectuur uitmaakten, slechts te meer voedsel erlangden';
terwijl hij zich, met verwaarloozing van de studie van zijn
eigenlijk bedrijf, enkel op het nemen van allerlei chemische
experimenten toelegde.
In December van hét vorige jaar was Tropmann door
zijnen vader, tot het afleveren en in elkaêr zetten van
werktuigen, eerst naar Parijs gezonden, bij welke gelegen
heid hij bij den in zijne moordgeschiedenis zoo berechten
Viersprong, nabij Pantin, zijnen intrek nam, en vervolgens
naar Roubaix. Hier maakte hij kennis met Jean Kinck,
een geacht regtschapen burger en huisvader, die, even als
hij uit den Elzas afkomstig, door bekwaamheid, ijver en
overleg van eenvoudig werkman tot eigenaar eener bloeijende
zaak was opgeklommen, en met zijne vrouw, welke van
haar zevende kind bevallen moest en tot eene achtens
waardige familie van Roubaix behoorde, in de beste
verstandhouding leefde. De verhalen, omtrent de ontrouw
dezer vrouw en de deswege in dit huisgezin heerschende
oneenigheid, zijn louter verzinsels geweest, door Tropmann
in den eersten tijd na zijne arrestatie opgedischt. Slechts
in één enkel opzigt bestond er eenig verschil tusschen de
twee echtgenooten. Kinck koesterde het levendige verlangen
om zich weder in den Elzas te vestigen, waar hij vele
familiebetrekkingen had en een hnis in eigendom bezat;
terwijl zijne vrouw liever te Roubaix zou zijn gebleven.
Tropmann geraakte spoedig met deze omstandigheid bekend
en bouwde daarop zijn misdadig opzet. Hij wist de
neiging van Kinck voor den Elzas zoozeer aan te wakkeren,
dat deze het plan vormde om zich met htm derwaarts te
begeven, ten einde in het geheim alles voor eene blijvende
vestiging te Bühl in gereedheid te brengen. Tropmann
reisde den 18 Augustus vooruit. De afspraak was, dat
zij elkander aan het station te Bollwiller zonden terug
vinden en dat zij in de eerste dagen van September
gezamenlijk naar Roubaix zouden terugkeeren. Kinck
had zich bij zijn vertrek op 24 Augustus van slechts
weinig baar geld, maar daarentegen van verscheidene
blanco-assignatien voorzien, om, zoo noodig, over fondsen
te kunnen beschikken. Den 25sten heeft men Kinck te
Soultz, te Guebwiller (bij een zijner verwanten) en te
Watwiller gezien, maar sedert heeft niemand meer iets
van hem bespeurd. Hij is dan ook door Tropmann in
den omtrek van laatstgenoemde plaats vermoord geworden,
door het toedienen eener met Pruissisclr zuur vermengde
hoeveelheid wijn; welk vergif door den moordenaar zeiven
bereid was. Deze heeft zijn slagtoffer daarop van alles
wat hij bij zich had beroofd en hem op de plaats, waar
het misdadige feit bedreven was, begraven.
Had hij den gehoopten schat, 5000 a 6000 francs, in de
portefeuille van Kinck gevonden, dan zou hij zich vermoe
delijk bij dezen enkelen moord bepaald hebben; maar om
tot zijn doel te geraken, moest hij thans middelen te werk
stellen, die hem op den door hem betreden misdadigen en
bloedigen weg al verder en verder leidden. Na te Cernay
bij zijne familie teruggekomen te zijn en zich van allerlei
verdichtselen (associatie met een rijken fabriekant, enz.),
bediend te hebben om het bezit der bij hem bespeurde
geroofde goederen en gelden te verklaren, zond hij den
27 Aug. eene door hem tot een bedrag van 5500 francs
ingevulde assignatie op de Handelsbank te Roubaix aan
mejufvrouw Kinck, met verzoek om het bedrag daarvan
zoo spoedig mogelijk, „poste restante," naar Guebwiller te
zenden, terwijl hij voorwendde, dat haar man door eene
ligte verwonding zijner hand verhinderd werd zelf te s'chrijven.
Aan dat verzoek werd voldaan, maar de directeur van het
postkantoor, bij wien Tropmann zich eerst als Jean Kinck
(den geadresseerde), vervolgens, van een valsche procu
ratie voorzien, als diens zoon had voorgedaan, maakte,
wegens het jonge voorkomen van Tropmann, bedenkingen
tegen de afgifte van den brief, hetwelk dezen weder geheel van
plan deed veranderen. Hij vertrekt den 5 Sept. naar
Roubaix, verhaalt aan Kinck's echtgenoote, dat haar
man nog voor zaken te Parijs moet blijven, en weet het
hierheen te brengen, dat Gustave Kinck de oudste
(16jarige) zoon van den vermoorden fabriekant, naar
Guebwiller wordt gezonden, om zich aldaar bij den post
directeur in het bezit der 5500 francs te stellen. Tropmann
keert nu weder naar Parijs, zoo als het heette bij Jean
Kinck terug, en bestuurt van daar verder zijn plan. Hij
schrijft steeds uit naam van den vermoorden Jean Kinck,
aan diens zoon te Guebwiller, dat hij hem aan het station
van den Ooster-Spoorweg te Parijs zal wachten, en tege
lijkertijd aan de vrouw van Kinck, ten einde bij deze er
op aan te dringen om zich op een bepaalden tijd met hare
kinderen en alle papieren van waarde bij hem (of lievar
bij Jean Kinck) in het hotel van den Noorder-Spoorweg
te Parijs te vervoegen, ten einde eene voor de toekomst
der familie zeer gewenschte transactie tot stand te kunnen
brengen.
Na het schrijven dezer brieven en na het voortzetten
eener correspondentie vol misleiding en fictie met zijne
eigene verwanten, aan wie hij o. a. zijn vertrek naar
Londen meldt, begeeft Tropmann zich, alsof hij in den
meest gewonen toestand verkeert, naar een bal te Saint-
Cloud. Intusschen komt Gustave Kinck den 17 Sept.
des avonds uit den Elzas te Parijs aan, maar zonder de
5500 fr., daar aan de hem door zijne moeder toegezonden
procuratie de legalisatie ontbroken had. Ofschoon deze
omstandigheid aan Tropmann niet. onbekend kan zijn
gebleven, brengt hij den ongelukkigen jongeling desniettemin
naar Pantin, waar zijn grafkuil reeds gegraven was, en
maakt hij hem hier met een messteek af, vermoedelijk
eensdeels om zich in het bezit van eenige voorwerpen van
waarde te stellen, maar anderdeels ook om zich van zijne
hinderlijke tegenwoordigheid te ontdoen. Den 19den volgt
mejufvrouw Kinck, die, in weerwil van het onverklaarbare
van de gedragingen haare mans en ondanks hare vergevor
derde zwangerschap, besloten had aan de haar gedane
uitnoodiging te voldoen en met hare vijf kinderen reeds
op den middag aan het haar aangewezen liótel aankomt,
waar Tropmann haar eerst des avonds had verwacht.
Den gewaanden Jean Kinck niet aantreffende, zorgt zij
er voor op het bepaalde uur aan het station te zijn, waar
zij, gelijk reeds in de verhalen der dagbladen in der tijd
breedvoerig is medegedeeld, Tropmann aantreft, door
dezen met hare kinderen in een huurrijtuig geplaatst en
naar den Viersprong bij Pantin gebragt wordt, waar de
ellendeling eerst de moeder met hare twee jongste kinderen,
een jongen van zeven en een meisje van derdehalf jaar,
op een betrekkelijk geringen afstand van het wachtend
rijtuig, hoofdzakelijk met messteken en verder met zijne
te Parijs gekochte spade afmaakt, en ongeveer twintig
minuten later bij het rijtuig terugkomt, den koetsier betaalt
en wegzendt en zich daarop met de drie overige kinderen,
jongens van 13, 10 en 8 jaren, naar het noodlottige veld
terugbegeeft en hun hetzelfde jammerlijke uiteinde als
aan de alreeds vermoorde leden van het gezin van Kinck
bereidt.
De graven zijn in den vooravond reeds door den
gelijk men verwacht, dat hij door den advocaat Lachaud
zal worden voorgesteld ten eenemale verbijsterden of
half krankzinnigen onmensch gedolven, en de lijken worden
daarin zoo overhaast op elkaêr getast of getrapt, dat zij
reeds den volgenden ochtend door den landman Langlois,
in het voorbijgaan van het moordveld, worden ontdekt.
Te Iiavre, waar Tropmann reeds den 20sten des avonds
was aangekomen, maar zich, bij gemis van de vereischte
papieren, niet naar de Vereenigde Staten had kunnen in
schepen, werd hij, gelijk men zich herinnert, den 23sten,
wegens zijne verdachte handelingen, door een gendarme in
hechtenis genomen. Na bij zijne overbrenging in het
diepe dok gesprongen, maar door een werkman, ondanks
zijnen tegenstand, daaruit weder te voorschijn gehaald te
zijn, heeft men al de gestolen voorwerpen en papieren in
zijn bezit gevonden Een tijd lang heeft Tropmann getracht,
zich voor den geheel werktuigelijken of gedwongen mede-
pligtige van Jean Kinck te doen doorgaan, die, volgens
zijn beweren, geholpen door zijnen zoon Gustave, zijne
vrouw en de vijf jongste kinderen aan zijne jaloezij had
opgeofferd. Na het vinden van het lijk van Gustave, heeft
hij het vermoeden geopperd, dat deze door zijnen vader
insgelijks uit den weg geruimd zou zijn geworden. Door
verklaringen van verschillende getuigen in het naauw
gebragt, is hij eindelijk tot bekentenis zijner schuld gekomen,
eerst wat den moord van de moeder en de vijf jongste
kinderen betreft, en omstreeks het midden van November
ook wat zijne twee eerste slagtoffere aangaat. Sedert heeft
hij nog wel getracht te doen gelooven, dat hij twee of drie
bijstanders had gehad; maar het verhaal daarvan is zoo
onwaarschijnlijk, dat het even loogenachtig als zijne vroegere
verklaringen wordt geacht. Uit de wijze waarop al de
ongelukkigen te Pantin vermoord zijn, en uit den aard
der hun toegebragte wonden, wordt dan ook door de
deskundigen afgeleid, dat al de gruweldaden door een en
denzelfden persoon zijn gepleegd; terwijl de geaardheid en
de eigenschappen van Tropmann allezins grond geven om
te onderstellen, dat die deskundigen zich niet bedriegen,
en dat dit jeugdige monster niet slechts de ontwerper \an
de helsche plannen, maar ook de eenige, volhardende,
voor niets terugdeinzende uitvoerder daarvan geweest is.
Naar gemeld wordt heeft Tropmann jl. Zondag het ver
langen te kennen gegeven om de mis bij te wonen. De
directie van de conciergerie heeft in dat verzoek gaarne
bewilligd; daar men echter beducht was voor stuitende
tooneelen, welke zijne verschijning onder de overige ge
vangenen zou teweegbrengen, heeft men hem niet in het
schip der kapel van de Girondijneu toegelaten, maar hem
de dienst in eene getvaliede loge of tribune, in gezelschap
zijner bewakers, doen bijwonen. Het door den misdadiger
geopenbaarde verlangen bewijst, naar men meent, dat hij
berouw over zijne gruwelijke misdaad begint te gevoelen
eene gewaarwording, die hem, gelijk uit een aantal om
standigheden scheen te blijken, tot hiertoe ten eenemale
vreemd was gebleven.
24 Dec.
27 Dec.
Nederland, Werkel. Schuld
24%
B3ff
53ff
dito
8 ii
62ff
62ff
dito
4
84*
84A
Spanje, Obligatiën
2 i„
26
25 i
Portugal, Obligatiën 1858
3
33i
33A
Büsland, Obligatiën 1798/1816.
5
934
93|
dito bij Stieglitz
5
nti
744
dito 1864
5
88ff
884
dito 1860
4 4„
80|
804
dito 1867
4 n
631
644
dito Poti Tiflis
5
81f
824
dito Spoorw. aand.
ii
2084
2084
dito Loten 1864
u ii
228
2304
dito 1866
ii u
223
Oostenrijk, Obligatiën Metalliek
5
47 ff
474
dito dito
2f
dito Nationale
6
B2A
dito rente Amst.
6
604
dito 1864.
B
584
dito 1865.
B
dito 1866.
s
Mexico, Obligatiën 1851
3
dito 1864
3
44
Griekenland, Obligatiën
B
Turkije, Obligatiën
B
42f
42A
Amerika, Obligatiën
B
894
dito 1882
6
91
904
dito 1885
6
89ff
894
Debentures Ohio
8
264
Gecons. Atlantics
7
244
St. Paul en Pacific, le sectie
7
674
n ii u ii 2e
7
66
66
(Landskeet).
1 December.
Uren.
Windrigting
en
Kracht.
Barometer
mm.
Thermometer
C.
Vochtigh.
procent, j
Toestand
van
de
zee.
Stand.
Afw. Stand.
Afw.
26
27
28
28
12
12
8
12
ozo. 6.6k.
notn. 23.0,,
nuw. 1.2„
n. 0.4„
752.15
752.15
755.54
756.52
- 7.72
- 7.75
- 4.37
- 3.39
-2.1
0.4
0.8
1.3
-5.8
-3.1
-3.4
-2.1
0.75 wein.golv
0.76 Hol in zee
0.65 Vlak.
0.69,
Weersgesteldheid: 26 Dec. 12 u. Digtbewolkt, vorst, goedweer.
27 Dec. 12 u. Digtbewolkt, wind.
28 Dec. 8 u. Digtbetrokken, snecuwbuijig.
28 Dec. 12 u. Bewolkt, goedweer.
In den nacht van 2526 Dec. 19 m.M. ijs.
u n ii ii 26 27 Dec. 24 U
ii ii ii n 27 28 Dec. 14